Inhoud
BD.3703 God aan te roepen om hulp is in de eindtijd noodzakelijk
BD.3708 Het komen in de wolken – Het definitieve einde
BD.3709 De missie van mijn dienaren op aarde na de natuurcatastrofe
BD.3710 Gebed om genade en kracht
BD.3716 Het gevaar van het nietsdoen
BD.3717 Het levend geloof en zijn kracht
BD.3723 Het loslaten van aardse goederen
BD.3729 De kerk van Christus – Het geloof – De rots
BD.3730 De gave om te onderrichten – Leerambt
BD.3732 Oefening om de stem van de geest te horen
BD.3733 De kelk van het lijden – De liefde Gods
BD.3734 De eenvoudige vorm van gebed
BD.3736 Het aan ’t licht komen van iemands gezindheid
BD.3737 Zwaarste levensomstandigheden na de catastrofe
BD.3740 “Doe dit tot mijn gedachtenis” – Avondmaal
BD.3741 Vervulling van de voorspellingen – Bewijs voor de ongelovige
BD.3753 Zwaarste nood voor het einde
BD.3754 Gods heerlijkheden – Aaneensluiting op aarde
BD.3755 Gebod van de liefde leidraad voor het leven
BD.3767 “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”
BD.3768 Het tweede nederdalen van Christus
BD.3773 Het ingrijpen van God
BD.3774 Licht van boven
BD.3775 Liefdevolle woorden van de Vader
BD.3776 Aankondiging van de catastrofe
BD.3778 De innigheid van het gebed versterkt het geloof
BD.3780 Innerlijke vrede – Verbinding met God
BD.3784 De zegeningen van het geloof in tijden van nood
BD.3786 Grote ellende en droefheid bewijs van de waarheid van het goddelijke woord
BD.3791 De wegneming – Het evangelie van de vier winden
BD.3793 De loop van het wereldgebeuren stemt overeen met de ontwikkeling
BD.3794 De vrijheid van wil – Het afbreken van de ontwikkeling
BD.3795 “Laat Mij intrek nemen in het hart”
BD.3797 Ware godsdienst – Mildheid en barmhartigheid
– * –
BD.3703
3 maart 1946
God aan te roepen om hulp is in de eindtijd noodzakelijk
Voortaan zal het noodzakelijk zijn mijn hulp steeds weer af te bidden, wilt u niet bezwijken in de levensstrijd, in aardse zowel als in geestelijke nood. U kunt wel als overwinnaars te voorschijn komen zonder Mij om hulp aan te roepen, maar dan bent u reeds in de macht van mijn tegenstander die u de kracht geeft te zegevieren, maar als tegenprestatie beslag legt op uw ziel. En aan deze laatstgenoemde kracht gebonden te zijn in de komende tijd is uw grootste onheil, want u gaat daardoor verloren voor eeuwige tijden in het rijk der duisternis. U ruilt voor deze korte tijd van kracht een eeuwigheid van krachteloosheid in, waarin u bovenmate hard moet boeten voor uw nalatigheid Mij niet om hulp gevraagd te hebben.
De komende tijd is alleen zonder gevaar voor uw ziel te doorstaan met mijn ondersteuning en mijn kracht die Ik u toezend, en toch wordt het aan uzelf overgelaten of u Mij wilt aanroepen. De grote nood zal dit bij u teweeg moeten brengen maar Ik zelf dwing u niet. Ik probeer alleen door nood u te bewegen uzelf met Mij in verbinding te stellen, omdat Ik u anders die kracht niet kan doen toekomen.
Voor een ieder die Mij niet in zijn hart draagt zal het leven moeilijk en vol leed zijn. Maar het zal minder zwaar zijn voor ieder van u als hij zich tot Mij wendt om hulp, want mijn liefde helpt u dragen en Zij helpt een ieder die gelovig op Mij vertrouwt. Maar de tijd van nood moet komen omdat het grote leed de mensen moet treffen ter wille van henzelf, want het is het laatste middel om ze voor Mij en mijn rijk te winnen.
Ik wil uw harten gereed maken opdat ze mijn woord kunnen ontvangen – en de grote nood zal dit teweeg brengen, zodat ze hongeren naar mijn woord van troost en opheldering, tot inzicht in hun nood; zodat ze dan mijn woord serieus in hun hart overwegen en Mij kunnen herkennen als ze van goede wil zijn. Want er zijn veel zielen op dwaalwegen geleid die van de goede weg zijn afgedwaald, maar daar weer op teruggebracht moeten worden door mijn woord, dat hun de waarheid in alle volheid openbaart.
Weliswaar zal de nood ook veel harten sluiten voor mijn woord en met dwang kunnen die niet geopend worden, maar gelukkig hij die deze nood verdraagt zonder mijn tegenstander om hulp te vragen in de vorm van slecht denken en spreken en in liefdeloos handelen tegen de naaste. Want zo iemand helpt hij ogenschijnlijk en hij verschaft hem faciliteiten van allerlei aard om hem geheel voor zich te winnen.
Probeer dus niet door liefdeloosheid uw aardse leven te verbeteren, verdraag geduldig en berustend uw lot en kom bij alles naar Mij. Ik sta u altijd bij als u slechts mijn hulp vraagt, als u maar de weg tot Mij vindt, als u zich ootmoedig aan Mij onderwerpt en u in mijn genade aanbeveelt. Nooit laat Ik iemand die ernstig bidt zonder hulp van Mij heengaan, dat vertrouwen moet u allen verwerven opdat de grote nood voor u draaglijk voorbij gaat.
Van mijn liefhebbende zorg kunt u altijd verzekerd zijn als u zich aan Mij toevertrouwt, als u Mij erkent en Mij dus niet uit uw gedachten bant. Maar wie dit verzuimt verkeert in ergste zielenood waar alleen zijn eigen wil hem uit kan helpen. De tijd gaat snel voorbij en wordt steeds duidelijker kenbaar als de tijd van het einde, want satan is duidelijk aan het werk. En hij drijft de mensen aan tot daden van grofste liefdeloosheid die steeds in aardse nood en verdrukking hun uitwerking hebben. Hij vergiftigt het denken van de mensen waar hem geen weerstand geboden wordt door een naar Mij toegekeerde wil.
Daarom moeten de mensen op hun hoede zijn, want het gaat er om de laatste proef van het aardse leven te doorstaan, zij moeten een waakzaam oog houden op de verschijnselen van de tijd en op de handelwijze van de mensen, die zichtbaar geregeerd worden van onderaf. Zij moeten echter ook aandacht schenken aan het werken van boven. Zij moeten acht slaan op de verkondigers van mijn woord die hun volledig opheldering kunnen geven over doel en betekenis van de laatste grote nood en over het eeuwige heilsplan. Want dat moet zijn loop hebben zoals het bestemd is, en zoals mijn wijsheid het als doelmatig heeft ingezien sinds eeuwigheid.
Zij moeten hun vermaningen en waarschuwingen serieus nemen en de zware tijd zal dan verdraaglijk verlopen voor iedereen die van goede wil is, en die Mij aanroept in de komende nood.
Amen
BD.3708
8 maart 1946
Het komen in de wolken – Het definitieve einde
Aan mijn komst in de wolken gaat de grootste lijdenstijd vooraf die de aarde ooit gezien heeft, zoals het verkondigd is in woord en geschrift. Daar wijs Ik de mensen voortdurend op en heb dat gedaan sinds het begin van dit tijdperk, om alle zeer nadrukkelijk tot bekering te vermanen die niet het rechte pad bewandelen. En vanwege deze mensen liet Ik steeds van tijd tot tijd plagen over de aarde komen die het naderende einde in hun gedachte moesten roepen, opdat zij zich ernstig bezorgd maken over hun zielen en dan zouden veranderen.
Maar het definitieve einde was nog niet gekomen, de tijdsduur die Ik, volgens mijn plan van eeuwigheid, vastgesteld heb voor de verlossingsperiode, was nog niet voleindigd. De aarde was nog niet rijp voor dat laatste vernietigingswerk, en evenzo waren de zielen van de onverbeterlijke mensen nog niet rijp voor de volledige ondergang, dat wil zeggen: om ze opnieuw te kluisteren in de scheppingen van de nieuwe aarde.
Maar mijn voorspellingen werden steeds weer vervuld in tijden van grote geestelijke nood; er kwamen rampen en noden over de aarde in verhoogde mate, zodat telkens met iedere tijd van nood het einde gevreesd moest worden. Het was echter mijn wil dat voor de mensen steeds geheim bleef wanneer het einde voorgoed komt. Min of meer waren zulke tijden van nood ook nuttig voor de daardoor getroffen mensen, daar zij de weg tot Mij weer terugvonden en een andere verhouding tot Mij kregen dan tevoren.
Desondanks vervielen zij steeds weer tot het kwade. Zij werden steeds hardnekkiger en steeds groter werd daardoor ook hun afstand tot Mij – hun weerstand tegen Mij. Zodoende is nu de tijd gekomen waarin geen voorspellingen, geen vermaningen en waarschuwingen meer helpen, waarin de mensheid niet onder de indruk komt ook niet van het hardste aardse leed, dat wil zeggen: ook dit brengt niet teweeg dat de mensen Mij herkennen en tot Mij in de juiste verhouding komen. Hun wil blijft van Mij afgekeerd en zij zijn alleen nog aards gezind en streven naar geen enkele geeste-lijke vooruitgang. Geen nog zo harde nood vermag het denken van de mensen te veranderen, en zodoende is nu de tijd van het einde onherroepelijk gekomen zoals Ik het van eeuwigheid voorzag.
De aarde heeft opgehouden een verblijfplaats van het geestelijke om zich te ontwikkelen, voor de op haar levende mensheid te zijn en wordt daarom opgelost en in haar scheppingen totaal omgevormd, opdat dan op de nieuwe aarde een nieuwe verlossingsperiode kan beginnen. Maar eerst zal nog een groot leed over de aarde komen opdat de laatsten die mijn stem daarin herkennen, zich nog verzamelen. En ook de mijnen moeten dit leed meemaken, wel door Mij op buitengewone wijze gesterkt maar er toch door aangeraakt, zodat zij met verlangen mijn komst verwachten die Ik verkondigd heb, steeds en voortdurend, voor het einde van deze aarde.
En als die nood ondraaglijk wordt en de gelovigen zich in de grootste verdrukking bevinden en aards geen redding meer zien, kom Ik zelf. Er zal een gejubel zijn onder de mijnen als zij Mij zien in alle Heerlijkheid; voor hun ogen echter nog door wolken omhuld die de kracht van mijn licht temperen, opdat de mijnen die nog deel uitmaken van de aarde Mij verdragen kunnen. Maar jubelen en juichen zullen zij over de vervulling van mijn woord.
De grote nood tevoren die Ik steeds weer aankondigde door mijn zieners en profeten, door mijn dienaren op aarde, heeft hun geloof versterkt omdat alles zo uitkomt zoals Ik het voorspeld heb – en zodoende verwachten zij in vol vertrouwen mijn komen in de wolken. Toch kom Ik plotseling en onverwachts ook voor de mijnen, want Ik verkort de dagen van nood daar zij ondraaglijk worden. Ik wil niet dat de mijnen falen in het aangezicht van de grote verdrukking, daarom haal Ik ze in mijn rijk op de juiste tijd voor het einde. Want mijn woord is waarheid evenals ook de tijd van het definitieve einde nu gekomen is.
Amen
BD.3709
10 maart 1946
De missie van mijn dienaren op aarde na de natuurcatastrofe
Wat u verneemt door de innerlijke stem, verkondig dat luid aan uw medemensen wanneer de tijd gekomen is. Want dat is uw missie die u vervullen moet, dat u het de mensen kunt uitleggen als zij het wereldgebeuren niet meer begrijpen. Wanneer het hun door mijn ingrijpen moeilijk valt te geloven in een Schepper van hemel en aarde, in een liefdevolle Vader, die het lot van Zijn kinderen op aarde bestuurt. Treed dan in actie en vertel hun van mijn grote liefde. Ontstel hen niet met een God van toorn en wraak, want nog zijn het geen straffen maar alleen opvoedingsmiddelen die Ik gebruik om de zielen der mensen te redden. Nog spreek Ik het laatste oordeel niet uit. Ik laat echter geen middel onbeproefd om de zielen niet op de dag van het gericht te moeten veroordelen tot een eeuwig lange verdoemenis.
Probeer de mensen begrijpelijk te maken dat een verlossingsperiode afgelopen is, en dat er nog maar een korte tijd is vóór het einde. Dat die tijd vooral goed benut moet worden voor een terugkeer tot Mij. Maar de mensen zullen twijfelen aan mijn liefde en almacht als zij de grote ellende zien die door de wil der mensen en uiteindelijk door mijn wil over de aarde komt. En wie niet standvastig is in het geloof en niet door een levenswandel in liefde het juiste inzicht heeft, die zal gevaar lopen af te vallen, dat wil zeggen: Mij geheel op te geven als hem geen opheldering wordt gegeven.
Maar de omvang van de ellende zal ook hun harten openen. Zij zullen naar u luisteren en uw woorden zullen niet wegsterven zonder indruk te maken. En daarom moet deze tijd bijzonder benut worden en u moet erover spreken zo vaak er gelegenheid is en u een innerlijke drang daartoe voelt. Want dan is het mijn geest die u aanspoort voor Mij en mijn rijk werkzaam te zijn. Houd hun dan de grote geestelijke nood voor en maak hen erop opmerkzaam dat hun lichamen nog maar een korte tijd gegeven is. Dat zielen echter eeuwig leven en daarom het lot van hun zielen het voornaamste is. Vermaan hen tot liefdadigheid en vermaan hen de eigen nood niet zo hoog te achten, maar meer belangstelling te tonen voor de nood van de medemens. En laat hen de grote zegen en kracht zien van de naastenliefde. Toon hen mijn voortdurende bereidheid om te helpen, en probeer hun geloof op te wekken en te versterken. U hoeft u geen zorg te maken wat te spreken. Ik geef u de woorden in de mond als u voor Mij actief wilt zijn, en niet onwillig bent de opdracht die Ik u geef door mijn woord, te vervullen.
Duidelijker dan ooit zult u mijn stem in u vernemen, en vrees dan geen macht die tegen u is. Want Ik wil dat u voor Mij actief bent en weet u dan ook te beschermen tegen hen die u willen hinderen in het uitvoeren van uw opdracht. Spreek onbezorgd en laat geen nog zo kleine twijfel in u opkomen of u naar mijn wil handelt. Want als de tijd gekomen is om voor Mij te werken neem Ik bezit van u, en zonder tegenstand moet u Mij volgen, dat wil zeggen: doen wat uw hart u ingeeft te doen. U zult het duidelijk in uw hart voelen en zelf innerlijk de grootste drang hebben te spreken tot allen die op uw weg komen. U zult hen wijzen op het naderende einde, dat evenzo zeker zal komen als mijn ingrijpen door middel van het geweld van de natuur, net zoals alles in vervulling zal gaan wat Ik verkondigd heb door mijn geest.
Amen
BD.3710
11 maart 194
Aankondigingen moeten letterlijk worden genomen – Einde – Toekomst – Heden
Als u de tijd nog niet voor gekomen houdt waarin vervuld wordt wat is verkondigd in woord en geschrift dan zult u onverwachts worden getroffen, want mijn wil komt in actie zoals het bepaald is sinds eeuwigheid. Wanneer u een open oog voor en het vermogen te oordelen over de geestestoestand van de mensheid hebt, zult u ook niet twijfelen aan mijn woord en u elke dag voorbereiden op de vervulling van mijn aankondigingen. En alleen hij die nog blind is van geest rekent met ’n verder liggende tijd, ook wanneer hij gelovig is, dat wil zeggen: Mij als Bestuurder van alle lotgevallen erkent. Maar het preciezer de samenhang weten van alle scheppingen met hun Schepper, het op de hoogte zijn van de opgave op aarde van de mensen en de gevolgen van de veronachtzaming ervan, zou de mensen de zekerheid geven, dat het einde in aantocht is en elke twijfel zou ongegrond zijn. Dit weten echter ontbreekt hun en slechts weinige hebben daarom het inzicht dat er niet veel tijd meer overblijft voor de geestelijke ontwikkeling van de mensen. En zolang dezen de aardse ontplooiing meer aandacht schenken, wordt de laatste tijd niet productief benut.
De mensen moeten zich dagelijks voorbereiden als het einde hen niet zal doen schrikken. Maar wie doet zoiets, als hij de tijd nog niet voor gekomen houdt die het einde betekent van een verlossingsperiode? Elke gedachte aan uitstel is nadelig voor de zielen. En wanneer Ik u op de hoogte breng door mijn boden die Ik zelf onderricht, wanneer Ik u wil inwijden in mijn verlossingsplan en u bekend maak dat u nog slechts weinig tijd hebt – neem dan deze woorden van Mij aan in het volste geloof, bedenk dat Ik u niet voor niets deze aansporingen en onderrichtingen doe toekomen en richt uw leven daaraan beantwoordend in.
Reken op een spoedig einde en neem alles letterlijk wat Ik u verkondig door mijn dienaren op aarde. Bedenk dat de toekomst ook eens een heden wordt en als u de woorden alleen geen geloof schenkt – kijk dan naar het leven en doen en laten van de mensen om u, kijk naar wat er overal gebeurd, onderken de geestestoestand van de gehele mensheid op aarde – die zichzelf overtreft in liefdeloosheid en handelingen die niet in overeenstemming zijn met mijn gebod van de liefde. En dit inzicht moet voor u de bevestiging zijn van mijn aankondigingen, u zult daaruit moeten opmaken welk uur geslagen heeft en dus mijn ingrijpen dagelijks en op elk moment verwachten – want dat gaat aan het einde vooraf dat in niet al te lange tijd zal volgen.
Ik onderricht mijn dienaren op een manier, dat u zult moeten inzien dat Ik hen opleid voor een missie. Ook het spoedig werkzaam zijn van deze dienaren moet voor u ’n bewijs zijn, want Ik heb geen schools onderrichte verkondigers van mijn woord nodig; integendeel mensen die zich zelf hebben gevormd om opnamevat te zijn van mijn woord door hun levenswandel, opdat ze overtuigd voor mijn woord kunnen opkomen. En dus zullen ze spoedig hun ambt moeten aanvaarden om succesvol werkzaam te kunnen zijn voor Mij en mijn rijk op deze aarde. En zo iemand mijn woord uit hun mond aanneemt en eveneens bereid is Mij te dienen – voor Mij werkzaam te zijn in de laatste tijd voor het einde, zal hij ook de tijd voor gekomen houden, hij zal zelf de noodzakelijkheid van mijn werkzaam zijn in de laatste tijd inzien en niet twijfelen aan mijn woord – hij zal rekening houden met de tijd die vlak voor de deur staat, omdat hem wordt toegestaan voor Mij te werken, want wie mijn woord gelovig aanneemt voelt ook de nabijheid van het einde. Hij ziet het lage niveau van de mensheid en weet dat er geen geestelijke opbloei op deze aarde meer kan bestaan.
Maar wie alleen het wereldgebeuren beschouwt, heeft geen oog voor de geestestoestand van de gehele mensheid en daarom zal hij ook niet erkennen dat de tijd van het einde is gekomen. Doch onverwachts snel zal de dag er zijn die Ik heb vastgesteld sedert eeuwigheid als einde van een verlossingsperiode. Wacht er daarom alsmaar op en bereid u voor, opdat u deze dag niet hoeft te vrezen.
Amen
BD.3714
15 maart 1946
Gebed om genade en kracht
Als u zich innig tot Mij wendt om het toezenden van kracht en genade, ontvangt u deze ook onbeperkt, al is dit soms niet onmiddellijk duidelijk zichtbaar omdat genade en kracht meer de ziel beroeren dan het lichaam. De mens als zodanig kan nog aan kwellingen zijn blootgesteld, die de ziel echter niet zo onaangenaam ondergaat, zodat de mens ook in de grootste nood rustig en bezonnen blijft, omdat zijn ziel sterk is en de lichamelijke tegenspoed toch overwonnen moet worden. Dus neem Ik deze niet steeds van hem af, maar geef hem de kracht te dragen wat Ik hem opleg. En hij zal niets zo zwaar ervaren als een mens zonder geloof, die het toezenden van mijn kracht niet verlangt of afsmeekt. Niet de tegenspoed zelf maakt de grootte ervan uit, veeleer de toestand van de mens, die – als hij zonder kracht is – elke nood dubbel voelt.
Mijn genade en kracht staan u mensen echter voortdurend ter beschikking. En als u zich ervan bedient, zal ook het zwaarste bestaan op aarde draaglijk voor u zijn en steeds tot voordeel van uw ziel. Want haar omhulsel wordt langzaam opgelost, wat bewerkstelligd wordt door mijn kracht en genade. Want zodra de mens zich bij Mij aansluit, zodra hij zich met Mij verbindt door zijn gebed om kracht en genade, kan Ik zelf me tegenover hem uiten in de vorm van toezending van kracht. En in dezelfde mate als Ik werkzaam kan zijn aan zijn ziel, vermindert zijn streven naar de materie.
Want de kracht van mijn genade drijft de ziel de geest in zich tegemoet en weg van materiële goederen. En daarin doen zich mijn genade en kracht gevoelen, dat ze de mens innerlijk stabiliseren, hem van de buitenwereld losmaken en hij contact zoekt met de geest in zich en dus geestelijke vooruitgang boekt als hij met mijn ondersteuning, door het toezenden van genade en kracht, tegen de aardse nood wil ingaan.
Nooit blijft een dergelijk verzoek onvervuld, nooit vertrekt een mens met lege handen die Mij met dit verzoek nadert. En hij zal ook steeds beseffen hoeveel krachtiger hij is na ’n innig gebed tot Mij, ofschoon de aardse nood nog niet is opgeheven. Maar deze heeft enerzijds tot doel dat de mens zijn zwakheid en krachteloosheid inziet en zich tot diegene wendt, die ze kan opheffen, terwijl die echter anderzijds ook het geloof versterken moet wanneer er duidelijk zichtbaar hulp komt nadat Ik innig ben aangeroepen.
Een ziel die naar Mij streeft, trekt steeds geestelijk voordeel uit de nood van het lichaam, omdat ze steeds naar Mij snelt en elk innig gebed haar kracht en genade oplevert, die al naar gelang van haar staat van rijpheid zich nu doen gevoelen, zichtbaar en voelbaar ook voor het lichaam of alleen merkbaar voor de ziel, zoals mijn wijsheid en mijn liefde het voor doeltreffend houden. Maar Ik laat niemand zonder kracht die haar van Mij afsmeekt, want elk verzoek om geestelijk goed verhoor Ik, en, als het u tot zegen strekt, ook de vragen om aardse hulp. En zo zult u Mij ook in de grootste nood kunnen gewaarworden. U zult niet moedeloos of vreesachtig hoeven te zijn, als u zich vol vertrouwen aan mijn liefde en genade overgeeft, als u beroep wilt doen op mijn kracht en dit door innige samenspraak met Mij laat zien.
Ik ken al uw noden, zwakheden en twijfels, maar Ik wil dat u zich daarvan ontdoet in het gebed tot Mij, opdat u ook gewaar wordt wanneer ze door mijn liefde, door het schenken van mijn kracht en genade worden opgeheven, opdat u Mij leert herkennen in alles wat u raakt. Want door de nood spreek Ik tot u, zoals Ik me ook bekend maak door de hulp. En als u innig met Mij verbonden blijft, zal geen nood u schrik aanjagen, al lijkt ze nog zo groot, omdat elke hoeveelheid kracht u ter beschikking staat door mijn liefde. Ik draag zorg voor u tot aan het einde van uw leven, lichamelijk en geestelijk, en als u hier zonder te twijfelen aan gelooft, zal elke vrees tegenover een grote nood van u afvallen, want u zult haar te allen tijde te boven komen met mijn genade en mijn kracht.
Amen
BD.3716
17 maart 1946
Het gevaar van het nietsdoen
In de tijd van het einde mag u zich niet aan traagheid overgeven, u mag niet werkeloos blijven en apatisch het einde afwachten – maar u moet onafgebroken arbeiden, geestelijk en ook aards, zover als dit geboden is. Want uw ziel trekt alleen maar voordeel uit bezigheid, nooit echter uit rust. De laatste tijd zal ook ’n drukke activiteit vereisen ten gevolge van de grote nood, waardoor de mens gedwongen is deel te nemen aan ieder werk. Want een luxueus leventje zullen alleen diegenen leiden die Mij verraden, die Mij volledig ontrouw zijn geworden.
Mijn getrouwen hebben met de allerergste nood te kampen – ook aards, die zij echter toch met mijn ondersteuning overwinnen kunnen als zij ijverig bezig zijn. Maar tot op het laatste ogenblik wil Ik ze actief houden, Ik wil niet dat zij door nietsdoen gevaar lopen van Mij af te vallen, dat zij vergelijkingen trekken tussen zichzelf en de goddelozen en wankelmoedig worden in het geloof in Mij. IJverige bezigheid beschut hen voor onjuiste gedachten, want activiteit is leven – en zolang een werk uitgevoerd wordt tot welzijn van de medemens – brengt ze ook zegen op voor de ziel van de mens.
En de nood van die tijd zal geweldige werkzaamheid voor de medemens vereisen, de mijnen zullen uitermate actief moeten zijn – en zelfs zij die mijn woord behartigen, mijn dienaren op aarde, moeten zulke drukke bezigheden verrichten, en Ik zal de inspanningen van allen zegenen en de ergste nood van hen wegnemen, hoewel het voor de wereld schijnt alsof die mens zichzelf helpt. Want tegenover de wereld komt mijn hulp pas dan openlijk aan het daglicht, als de kracht van het geloof zichtbaar moet worden.
Geestelijk werken en geestelijk streven zal echter ieder mens kunnen, ondanks de grootste belasting van zijn lichamelijke krachten voor het einde. Want als hij naar Mij streeft, voeren mijn geestelijke krachten de arbeid voor de mens uit en kan hij zijn gedachten ongehinderd laten dwalen in het geestelijke rijk, hij kan te allen tijde met Mij in verbinding staan, hij zal niet door de uitoefening van lichamelijke arbeid verhinderd zijn te werken voor Gods rijk – waar dit mogelijk is. Ik zet ieder op die plaats waar hij volgens zijn capaciteiten werken kan, geestelijk en aards. Bovendien zal voor een actief mens de tijd korter schijnen, terwijl een mens die niets doet, voor zichzelf de tijd verlengt door zijn traagheid.
Ledigheid levert geen succes op, geestelijk noch aards. Van een leegloper neemt de vorst van de onderwereld bezit, hij lokt hem door wereldlijke beloften en leidt hem af van zijn eigenlijke opgave op aarde. De luie mens volgt hem al te gewillig omdat hij zijn aardse leven tracht te verbeteren. En Ik waarschuw de mijnen ernstig voor ledigheid. Ieder werk dat niet in uitgesproken liefdeloosheid bestaat zal Ik zegenen, en mijn zegen heeft zijn uitwerking in voortdurend hulp in geestelijke als ook in aardse nood. Daarom, wees onafgebroken bezig, bedenk dat de tijd tot het einde niet lang meer is – en dat iedere bezigheid leven is. Beëindig de toestand van leven niet voortijdig, gebruik ook de u toestromende levenskracht op de juiste manier, dan zal ook de geestelijke kracht vermeerderd worden. U zult volhouden tot het einde en geen nood hoeven te vrezen, want u vervult dan mijn wil ook in dit opzicht en u zult steeds zeker kunnen zijn van mijn bescherming, van mijn liefde en van mijn kracht.
Amen
BD.3717
18 maart 1946
Het levend geloof en zijn kracht
Het levend geloof kan bergen verzetten. Dat is voor u maar een wijze van spreken, want u hebt de kracht van het geloof nog niet beproefd – en dus kent u ook niet zijn doeltreffendheid, u weet niet dat de diep gelovige mens zich van mijn kracht bedienen kan en hem daarom ook alles mogelijk is. Doch hoe diep moet dat geloof zijn dat alles teweegbrengt wat zo’n mens wil? Om zo’n sterkte van geloof te bezitten moet de mens zo innig met Mij verbonden zijn, dat hij zich niet meer als een enkeling voelt, maar als een deel van Mij, dat niet van Mij te scheiden is en daarom ook met de kracht doorstroomd is die van Mij uitgaat. Hij moet Mij steeds en altijd om zich voelen – mijn tegenwoordigheid moet hem zo tot zekerheid geworden zijn, dat hij vanuit die overtuiging denkt, spreekt en handelt.
En omdat hij Mij erkent als de hoogste Liefde, Wijsheid en Almacht – dus dit geloof in hem eveneens tot een vaste overtuiging geworden is, zo zijn er voor hem ook geen grenzen aan mijn werkzaamheden en dus ook niet voor hem, die zich als een deel van mijzelf en met mijn kracht doordrongen voelt. Zo’n geloof vermag alles en kan zo ook dingen volbrengen die buiten het menselijk kunnen liggen. Hij brengt dan wonderen tot stand en toch zijn het alleen natuurlijke processen van een mens die zo is als hij op aarde moet zijn die zijn doel bereikt heeft en zijn ziel in een rusttoestand gebracht heeft, die zijn oertoestand benadert. Zo’n sterk geloof verlangt volledige overgave aan Mij, een geheel loslaten van het aardse het verlangt de vereniging met Mij door de liefde.
Vast en diep kan alleen een mens geloven die onafgebroken in de liefde bezig is, want de aaneensluiting met Mij moet eerst plaatsgevonden hebben voordat nu de mens zich zo dicht bij Mij voelt, dat mijn tegenwoordigheid voor hem waarborg is voor ieder werk dat hij doen wil. De kracht van de liefde die hem toestroomt als gevolg van zijn werkzaam zijn in liefde, moet zijn geloof verdiepen omdat die van mijzelf en mijn tegenwoordigheid getuigt. En wie Mij zelf in zich en naast zich voelt weet ook, dat er voor hem voor eeuwig geen losmaken van Mij meer bestaat – en dat hij zich dus ook ongestraft van mijn kracht bedienen kan – omdat Ikzelf wil, dat hij werkt in mijn plaats om de medemensen de kracht van het geloof en de liefde te bewijzen – om hun getuigenis te geven van mijn liefde en almacht, die het tot liefde geworden schepsel zodanig voorzien dat het zelf in geloof – met mijn kracht in alle volheid werken kan.
Het geloof verzet bergen – maak u zich daarom dit diepe geloof eigen en u zult tot alles in staat zijn ook reeds op deze aarde. Vorm u allereerst tot liefde, dan zal ook uw geloof in sterkte toenemen, uw geloof zal een levend geloof worden, dat wil zeggen: het zal werkzaam kunnen worden – terwijl een geloof zonder liefde een dood geloof blijft, een geloof in naam dat echter elke kracht mist.
Niet de woorden: “Ik geloof” zijn voldoende om Mij ertoe te brengen door u te werken, veeleer moet u in uw hart levend kunnen geloven – en dit levend geloof is alleen mogelijk door ononderbroken werkzaam te zijn in liefde, waardoor u van Mij de kracht in ontvangst neemt om dan te werken en zelfs het onmogelijk schijnende ten uitvoer te brengen.
Een diep geloof vermag alles. Maar het vereist mijn tegenwoordigheid – en hiervan kan u zich alleen verzekeren door daden van liefde. Dus is de liefde het belangrijkste, en als u de liefde niet hebt dan hebt u ook geen geloof, al probeert u ook steeds maar weer door woorden dat geloof te bewijzen. Het zal voor u nu ook begrijpelijk zijn waarom Ik steeds weer de liefde predik – waarom Ik mijn discipelen uitzond in de wereld om mijn liefdeleer te verbreiden. U kunt u ook wel verstandelijk het geloof eigen maken, het geloof aan een Macht die bovenmate liefdevol, machtig en wijs is – maar in verbinding treden met deze Macht kunt u pas door werkzaam te zijn in liefde. Dan pas wint ook uw geloof aan betekenis, want dan pas kan u zich van mijn kracht bedienen om vanuit een sterk geloof in Mij, deze kracht werkzaam te laten worden zoals Ik het beloofd heb.
Amen
BD.3723
21 maart 1946
Het loslaten van aardse goederen
Offer Mij alles op wat u op aarde lief is en in alle overvloed zult u in ontvangst nemen wat mijn liefde u biedt en wat u onvergelijkelijk gelukkig zal maken, reeds op aarde en eens in de eeuwigheid. Als u wilt ontvangen, dan zult u eerst zelf moeten willen geven. Hangt u echter aan aards bezit, dan zijn de goederen van het geestelijke rijk voor u onbereikbaar. Tot aards bezit behoort echter alles wat u aards gelukkig maakt, wat voor u waard is om naar te streven voor uw levensbehoeften. Alles waar u op aarde van houdt wat niet met u mee kan gaan in het geestelijke rijk, zult u Mij graag en vrijwillig moeten opofferen om goederen te ontvangen die onvergankelijk zijn, die u volgen in de eeuwigheid. U offert wel, maar ruilt voor iets onvergelijkbaar beters in en het is slechts een voorbijgaande scheidingspijn, waarop snel een zalige zekerheid volgt, nu pas de ware goederen te bezitten die waarde hebben voor de eeuwigheid.
En als Ik u dus alles afneem, verlies dan niet de moed. En twijfel niet aan mijn liefde en genade, aan mijn bescherming die Ik u toch nog verleen ofschoon u het niet beseft. Ik neem slechts van u om u des te meer terug te kunnen geven en als u zich vrijwillig losmaakt van datgene wat u lief is, zal ook uw lichaam naar behoefte bedacht worden. Alleen uw hart moet zich losmaken van alles, want de overvloed van mijn genade heeft een plaats nodig die vrij is van elke aards gerichte begeerte. Wat u vrijwillig offert hoef Ik u niet met geweld af te nemen, maar de scheiding ervan moet worden voltrokken als u wilt toenemen in kracht en genade, in zielenrijpheid en in geestelijke schatten die uw rijkdom uitmaken in de eeuwigheid. En dus zult u daaruit ook beseffen dat alleen de liefde Mij ertoe aanzet als Ik van u, mijn gelovigen, afneem wat de aarde toebehoort, omdat Ik u ontvankelijk wil maken voor datgene wat mijn liefde u geestelijk biedt. U zult leren inzien dat Ik niet in alle volheid in u kan werken zolang uw liefde niet Mij alleen, maar ook de goederen van de wereld geldt. En dus is het een genade als Ik probeer u te bevrijden van deze liefde en van u neem wat moeilijk vrijwillig is op te geven.
Offer Mij alles op, probeer uw hart los te maken van al het aardse en u zult de zegen van uw offerbereidheid spoedig bemerken. Want u trekt daardoor Mij zelf tot u – Die nu geen hindernis meer aantref om in alle overvloed in u werkzaam te kunnen zijn. Want er blijft u geen lange tijd meer over om uw aardse begeerten langzaam te kunnen overwinnen. U zult u sneller en daarom ook smartelijker moeten losmaken, maar het zal u steeds tot zegen strekken als u zich buigt voor mijn wil, als u gelaten uw noodlot op u neemt en niet met weemoed terugdenkt aan uw aardse goederen, want hoe makkelijker u zich daarvan kunt losmaken, des te meer is uw hart in staat en gewilliger om geestelijke gaven op te nemen en deze zullen u duizendvoudig schadeloos stellen, want hun echte waarde beseft u pas in het leven in het hiernamaals, als u rijk aan geestelijke goederen hierin binnengaat en ermee zult kunnen werken tot uw eigen gelukzaligheid.
Amen
BD.3729
29 maart 1946
De kerk van Christus – Het geloof – De rots
De ware kerk van Christus omvat niet de aanhangers van deze of gene geestesrichting, deze of gene organisatie, maar alleen de groep van hen die een levend geloof bezitten. Van het geloof alleen laat God het afhangen of de mens zich bij de kerk van Christus kan rekenen. Daarom zal Zijn kerk ook overal kunnen bestaan. Ze zal overal daar zijn waar mensen leven die geloven in Jezus Christus, en daardoor ook ’n leven leiden dat de navolging van Christus genoemd kan worden. Een leven naar de wil van God, die in Jezus Christus op aarde leefde om de mensen Zijn wil te openbaren door Zijn woord – en door Zijn levenswandel op aarde – als een levend voorbeeld van Zijn woord.
Want wie diep gelovig is die onderhoudt ook Gods geboden. Hij wandelt in de liefde en vormt zich daardoor tot een kind van God. Hij is lid van de kerk van Christus en daarom een kandidaat voor Zijn rijk. Een diep geloof en een leven in liefde hebben als resultaat het werken van Gods geest in de mens, en daarom zal de kerk van Christus voor altijd van Zijn geest vervuld zijn. Ze zal daardoor alleen het ware en juiste prediken, ze zal wijsheid kunnen leren en de volle kracht van het geloof bezitten, dat wil zeggen: ze zal ook andere mensen die gewillig zijn kunnen overtuigen van haar waarde en haar werken, om in opdracht van God, Zijn rijk te verkondigen in de gehele wereld.
Maar alleen zij die van goede wil zijn, zullen dit inzien, terwijl voor de anderen haar waarde verborgen blijft, want zij weten niets over de kentekenen van de kerk van Christus. Zij onderrichten wel over Christus, maar ze weten het juiste niet van het onjuiste te onderscheiden. Waar dus wereldlijke organisaties aanspraak maken de door Jezus Christus gestichte kerk van Christus op aarde te zijn, behartigen zij meestal alleen de uiterlijke vorm, maar niet de kern. Zij onderrichten wel het woord van Christus, maar pas het levend geloof geeft het woord van God de juiste betekenis en de juiste waarde voor de ziel van de mens. Het levend geloof kan dus in iedere kerkelijke organisatie aanwezig zijn, zoals het er echter ook in iedere kan ontbreken. Maar aanhanger van Zijn kerk is alleen hij, die dit levend geloof het zijne noemt.
Maar pas het levend geloof brengt de juiste verhouding met God tot stand, en dat alleen door het werkzaam zijn in liefde. Daardoor wordt de geest in de mens gewekt die hem onderricht, en pas dan kan hij helder en duidelijk inzien waarin de kerk van Christus bestaat. Hij kan dan goed onderscheid maken tussen Gods wil en de wil van de mensen, die vaak de dekmantel is van ’n christelijk geloof. Dan behoort hij tot de kerk van Christus, die geen andere naam nodig heeft en die geen uiterlijk kenteken kan laten zien, dan alleen het werkzaam zijn van de kracht van de geest, dat ook uiterlijk te zien is door een levenswandel in liefde en wijsheid.
Is echter de mens eenmaal aanhanger van deze kerk, dan is hij haar ook tot het einde trouw. Want wie eenmaal het levende geloof heeft, die heeft ook het licht in zich dat eeuwig schijnt. Hij bezit bovendien de waarheid en zal nu ook verhelderend werkzaam kunnen zijn omdat de geest in hem, hem daartoe in staat stelt en hem er ook toe drijft.
Onwankelbaar is dan zijn geloof, dus als een rots die alle aanvallen het hoofd biedt. En de poorten van de hel kunnen niets uitrichten tegen zo’n geloof, en zodoende nooit de kerk van Christus aan het wankelen brengen – zoals Jezus beloofd heeft. Want Zijn kerk is onoverwinnelijk en ze zal het blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.3730
30 maart 1946
De gave om te onderrichten – Leerambt
De gave om in mijn naam te onderrichten zal u ten deel vallen als uw missie begint. U zult u vervuld voelen met mijn geest en nu ook met overtuiging kunnen spreken, want Ikzelf uit Mij door u. Ik leg u de woorden in de mond en toch zal ook uw verstand begrijpen wat u zegt, wat u, door mijn geest gedreven, de medemensen nu overbrengt. Want het is de inhoud van mijn woord dat uit den hogen tot u komt, uit het rijk van het licht waar de waarheid van uitgaat. Daarom zult u alleen zuivere waarheid verbreiden als u onderwijst in mijn naam.
Er zullen u gedachten toestromen die u opvangt met hart en verstand en het zal uzelf met innerlijke vreugde vervullen dat u geestelijke leringen die bovenmate waardevol zijn, mag verbreiden. En de liefde, het hart, zal u aansporen uw medemensen uit te delen Wat uzelf gelukkig maakt. Want hij die onderwijst is rijk aan weten en bijgevolg door Mij geroepen voor zijn leerambt.
Doch in alle ernst moet hij tegen de valse leraren en profeten optreden en hun leerstellingen proberen te weerleggen, in zover ze niet met de waarheid overeenkomen. Hij mag dus niet vrezen niet tegen hen opgewassen te zijn, want wederom is hij het niet zelf – maar mijn geest die uit hem spreekt. En mijn geest overtreft ieder mensenverstand, Hij kan de moeilijkste problemen oplossen, de grootste dwaling blootleggen en weerleggen en Hij vindt geen tegenstander op aarde die Hem in wijsheid overtreft. Maar er moet Hem gelegenheid gegeven worden te werken door uw bereidwilligheid, ook tegenover anderen het leerambt op zich te nemen, dat wil zeggen: u mag u niet verzetten of af laten schrikken, als de (eigen) wijsheid van het menselijk verstand u rekenschap wil vragen om u uit te schakelen of uw leerstellingen te ontkrachten. Stel u dan slechts innig in verbinding met Mij en u zult ook de grootste redenaar kunnen verslaan, omdat Ik het ben die zich door u uit en er waarlijk niemand tegen Mij is opgewassen.
Laat u bezielen door uw geest, hij zal u juist leiden, hij zal u het goede laten doen en laten spreken en hij zal uw gedachten ordenen, want wie Ik een leerambt geef die geef Ik ook mijn hulp het juist uit te oefenen. Want Ik wil dat de waarheid verbreid wordt, dat de leugen en de dwaling gebrandmerkt worden en dat het denken van de mensen weer de juiste richting op zal gaan, want alleen door de waarheid kunnen de mensen zalig worden.
En daarom moet u, mijn discipelen op aarde uzelf aan Mij als dragers van de waarheid ter beschikking stellen, waar en wanneer Ik u nodig heb. Dit zal u door mijn geest in u worden bekend gemaakt, zodat u van iedere verantwoording, verkeerd te handelen ontheven bent. Want wie zich aan Mij heeft aangeboden, die leid en bestuur Ik zelf, opdat hij mijn wil volbrengen kan.
Amen
BD.3732
1 april 1946
Oefening om de stem van de geest te horen
U zult de stem van de geest duidelijk in u vernemen als u daar verlangen naar koestert en zelf dit verlangen aan God bekend maakt door middel van gedachten. Want door deze wilsuiting door middel van gedachten, maakt u zich bekwaam om gedachtenstromingen uit het geestelijke rijk in u op te nemen. Als u niet zelf uitsluitsel wenst, kan u geen opheldering ten deel vallen. Maar God komt aan elk verlangen van het hart tegemoet en bedeelt u naar uw graad van rijpheid en uw wil.
Maar u zult waakzaam moeten zijn ten aanzien van uw gedachten die, als u zich met geestelijke problemen bezig houdt, op verschillende manieren tot u komen. Ze zullen verschillende indrukken op u maken, u aanneembaar of niet aanneembaar voorkomen. En wanneer u tevoren innig hebt gebeden om verlichting van geest, dan zult u zonder bezwaar dat, waartoe het u aanzet, kunnen aannemen of laten vallen. U zult dan kunnen afgaan op uw gevoel en u zult het juiste aannemen, maar het valse afwijzen.
Al naar gelang de diepte van uw verlangen naar waarheid, treffen de gedachten uit de geestelijke wereld u. Zo blijft een mens die ernstig de waarheid begeert, door verkeerde gedachtenstromingen onaangeraakt, omdat dan de invloed van onzuivere krachten niet meer volstaat het denken van de mens gevangen te nemen. Want de lichtwezens kunnen dan vrij werken en de mens zal zich zonder bezwaar openen voor hun overdracht door middel van gedachten.
U zult u moeten oefenen in dit proces van geestelijk werkzaam zijn. Dat wil zeggen: u zult uw innerlijk leven meer aandacht moeten schenken, u vaker in de stilte moeten terugtrekken en langere tijd in gedachten moeten blijven stilstaan bij een probleem waarover u opheldering wenst. Er moet echter aan deze oefening steeds een innig gebed voorafgaan, opdat u de verbinding met God tot stand brengt en dus ook met de geestelijke krachten die volgens Zijn wil werken en wier werkzaam zijn bestaat uit het overbrengen van geestelijke lering die volkomen waar is. Deze innige verbinding beschermt u tegen het binnenkomen van verkeerde krachten, wier streven begrijpelijkerwijs is, uw denken te vertroebelen en te verwarren. Want de strijd van de duisternis tegen het licht, en omgekeerd, ligt aan alles ten grondslag en zal nog eeuwige tijden worden gevoerd.
Maar wie God erkent als het meest liefdevolle, wijze en almachtige Wezen, wie bewust met dit hoogst volmaakte Wezen in verbinding treedt, wie zich voortdurend inspant om Zijn wil te vervullen en dan op deze voorwaarden in de zuivere waarheid wenst te staan, die laat God niet ten prooi vallen aan de krachten der duisternis. Hij zelf onderricht hem door middel van gedachten. En de mens hoeft alleen maar zijn hart te openen, naar zijn innerlijk te luisteren en aandacht te schenken aan zijn gedachten, en hij zal waarlijk op het juiste spoor zijn en opheldering verkrijgen waarover hij opheldering wenst. Want God, als de eeuwige Waarheid, wil ook Zijn schepselen de waarheid doen toekomen. God, als de eeuwige Liefde, verlangt echter ook de wil van de mens om zich eveneens tot liefde te vormen. En wie dit nastreeft, streeft ook naar de waarheid, omdat God, de Liefde en de Waarheid niet zonder elkaar te denken zijn.
En zo is ieder mens die tot liefde bereid is en verlangt naar de waarheid, ook in staat de stem van God te vernemen, die zich uit door de geest in de mens, door middel van gedachten of in een hogere toestand van rijpheid van de ziel ook hoorbaar. En steeds zal het dezelfde waarheid zijn die de mens wordt aangeboden. Waarheid die geheel overeenstemt met het woord dat Gods grote liefde de mensen op aarde rechtstreeks doet toekomen door gewekte dienaren en profeten die Hem in vrije wil hun diensten hebben aangeboden om de dwalende zielen te helpen in hun grote geestelijke nood. Want de geestelijke duisternis is overgroot en de mensen hebben dringend hulp nodig, willen ze zalig worden.
Amen
BD.3733
2 april 1946
De kelk van het lijden – De liefde Gods
De kelk van het lijden moet worden geledigd, als u gezond wil worden aan uw ziel, zodat deze als ontvanger van het licht na de dood van uw lichaam binnen kan gaan in het geestelijke rijk. U weet niet welke zegen het leed voor uw ziel u kan opleveren, u weet niet hoe deze in korte tijd geheel verandert, doordat het dichtste omhulsel van de ziel kan oplossen, waarvoor anders veel langere tijd nodig is. Uw leven is vastgesteld, het zal niet lang meer duren, maar uw zielen zijn nog ver van hun voltooiing verwijderd, en Ik wil ze helpen toch nog een bepaalde graad van rijpheid te bereiken, opdat ze niet een hernieuwde kluistering in de materie hebben te verwachten, want dit laatste boezemt me medelijden in en iedere afzonderlijke ziel zou Ik dit lot willen besparen.
Uw wil de rijpheid van ziel te verkrijgen is erg zwak en zo zou u nog veel tijd nodig hebben om die graad van rijpheid te bereiken. Maar deze tijd staat u niet meer ter beschikking en zo wend Ik daarom middelen aan om u te louteren, die wel erg smartelijk zijn, maar uitermate veel zegen kunnen brengen, als u zich maar in deemoed en overgave in mijn wil schikt, als u niet mort en klaagt, integendeel Mij zelf bij u laat werken met middelen die een goed resultaat beloven. Ik weet dat u lijdt, maar weet echter ook hoe u zult jubelen als de tijd van uw beproeving op aarde voorbij is en u haar hebt doorstaan, hoe u Mij zult danken dat Ik die middelen aanwendde om u te redden voor ’n eindeloos lange tijd van hernieuwde gevangenschap in de harde materie.
Wat Ik u nu bespaar, zult u in het rijk hierna moeten verdragen, als u de genade verkrijgt, nog voor het laatste einde het leven op aarde te kunnen verlaten. Doch leeft u tot aan het einde, dan bent u in gevaar nog weg te zinken, als u zich niet tevoren helemaal zult kunnen losmaken van aards bezit, als u niet tevoren tot het inzicht bent gekomen dat alleen het geestelijke leven waardevol is en dat het aardse leven slechts middel tot het doel is, een middel om de rijpheid van ziel te bereiken.
Geef alles weg wat u bezit om de rijpheid van ziel te verkrijgen, dan zult u getroost het einde kunnen verwachten, dan hebt u uw doel op aarde bereikt, u hebt de materie overwonnen en bent rijp voor het geestelijke rijk. Geef de goederen der aarde vrijwillig weg om in overmaat geestelijke goederen te kunnen ontvangen, want deze zullen u veel meer verblijden dan aards goed u ooit gelukkig kan maken.
Drink de kelk uit tot de laatste druppel, weet dat u mijn liefde bezit, anders liet Ik u niet zo lijden, want het leed is voor u die Mij erkent, een louteringsvuur, omdat Ik wil dat uw zielen kristalhelder binnen zullen gaan in mijn rijk, omdat Ik wil dat het licht en de kracht van mijn liefde u kan doorstromen zonder de geringste hindernis te ondervinden. En verlies niet het geloof in mijn liefde. Wie lijdt zal zich bemind weten door Mij, want Ik trek hem door het leed tot Mij, waar hij waarlijk eens vrede en gelukzaligheid zal vinden.
Amen
BD.3734
3 april 1946
De eenvoudige vorm van gebed
De eenvoudige vorm van gebed is Mij welgevallig. Als iemand met Mij spreekt met kunstig in elkaar gezette uitdrukkingen en zinnen, zal hij niet de diepe innigheid opbrengen die alleen de weg naar mijn hart vindt. Als echter zijn gebed uit het hart komt, zal het gelijken op een eenvoudige uiting van zijn innerlijkste gevoelens en in zijn eenvoud zal het zijn uitwerking niet missen, want zo’n roep verneem Ik te allen tijde en vervul hem. Ik verlang het vertrouwelijke gebed van een kind tot de Vader, dat onopgesmukt en niet gemaakt is, en dat de Vader dus verblijdt, terwijl al het gemaakte praten meer uit het denken van het verstand voortkomt dan uit het hart en afbreuk doet aan de verhouding van kind tot Vader. Een godvruchtig gebed is een stille samenspraak met Mij in alle deemoed en liefde, in het vertrouwen op mijn voortdurende bijstand, op een liefdevol antwoord. In zo’n gebed vind Ik welbehagen. Maar op vormgebeden sla Ik geen acht want ze komen niet voort uit het hart en kunnen daarom ook niet zo gevoelig beleefd worden als een eigen gebed. En de lengte van een gebed verhoogt de doeltreffendheid ervan niet, integendeel doet dat alleen de innigheid.
Wel moet u bidden zonder ophouden. Maar deze woorden moeten niet zo opgevat worden, dat u in de beoefening van lange vormgebeden volhardt, die voor Mij niet de geringste waarde hebben, veeleer moet u zonder ophouden aan Mij denken en met Mij samenspraak houden, en dit zal Mij welgevallig zijn, omdat u daaruit onmetelijk veel genade kunt putten, omdat u zich door ’n ononderbroken verbinding met Mij openstelt om mijn genade te ontvangen, als u uw dagelijks werk begint met Mij, als u bij alles wat u doet Mij raadpleegt en dus als het ware Mij steeds in uw nabijheid laat vertoeven door uw eigen verlangen dat u Mij door middel van gedachten betoont, zo u zich steeds weer met Mij verbindt in het gebed.
Uw hart moet actief zijn wanneer Ik zelf in en aan u wil werken. Maar resultaat van een lippengebed zult u niet kunnen boeken, al spendeert u hier nog zoveel tijd aan, want dan verneem Ik de stem niet van mijn kind, dat enkel en alleen van de Vader bereikt wat het verlangt en afsmeekt.
En als u zich als mijn kinderen voelt, zal ook uw gebed kinderlijk en eenvoudig zijn, u zult geen vormgebeden nodig hebben, want ze zullen u geen troost en kracht geven, ze zullen u zelf als niets zeggende woorden voorkomen. Want de ware verhouding tot Mij doet u ook de juiste woorden gebruiken, zoals een kind ze uitspreekt tegen de Vader, en dan is uw gebed Mij ook welgevallig.
Amen
BD.3736
5 april 1946
Het aan ’t licht komen van iemands gezindheid
De meest innerlijke gezindheid van de mensen zal openbaar worden als u hun het evangelie brengt in grote aardse nood, als u hun mijn woord aanbiedt als troost en hulp. Als een drenkeling zal menig mens naar het laatste redmiddel grijpen en zich uit mijn woord de kracht halen die hij nodig heeft, om de aardse nood te overwinnen. Terwijl wederom anderen onverschillig of afwerend zullen reageren en de lichtdragers bespotten of zelfs bedreigen. Want de grote nood zal iedere camouflage wegrukken en het ware gezicht zal te voorschijn komen bij die mensen die nog tevoren de schijn bewaarden gelovig te zijn, en dan alle geloof opgeven – het aardse leven verwensen en Mij als Schepper en Bestuurder van hemel en aarde vervloeken. Desondanks geloven ze toch innerlijk aan een Macht die sterk is maar deze nood toch toelaat, zulke mensen zijn het die nu aan mijn tegenstander zijn onderworpen, en die bewust aan allen de strijd aanzeggen die zich voor Mij uitspreken. Want de vloek tegen Mij die zij niet hoeven uit te spreken, maar innerlijk vaak uitstoten door duistere gedachten, valt op hen terug en drijft hen geheel in de handen van mijn tegenstander die hen gebruikt om openlijk te ageren tegen Mij.
Maar ook dezen moeten er door de nood toe gedwongen worden zich te uiten, zij moeten openlijk stelling nemen en zichzelf duidelijk maken wat zij geloven. En deze stellingname zal plaats hebben als u hun mijn woord predikt dat van mijn liefde getuigt dat liefde leert en tot liefde wil opvoeden. Het is een zware beproeving die Ik voorheb met de mensen. Toch is ze niet te ontgaan met het einde voor ogen, dat voor u allen dichterbij is dan u denkt. En wie de proef niet doorstaat in de dagen van nood, wie in deze nood de weg naar Mij niet vindt, die gelooft in zijn binnenste niet, al zou hij dit ook door woorden willen verzekeren.
Terwijl het kracht geeft zal mijn woord de gelovigen aanraken en hun nood verminderen. Maar wie in opstand komt tegen u die hun mijn woord brengt, die onthult zijn innerlijk, en dit is niet in staat nog bereidwillig iets aan te nemen – en zo bespeurt hij ook niets van de kracht van mijn woord. U zult daarom aan erge vervolgingen blootgesteld zijn. U zult bedreigd worden en dan toch moeten standhouden tegenover uw vijanden. Maar ook dit zeg Ik u reeds van tevoren, opdat u weet waar u met mijn woord aan toe bent. Opdat u ook dan nog sterk blijft, omdat u weet dat de uitwerking van uw arbeid voor mijn rijk heel verschillend zal zijn, altijd beantwoordend aan het innerlijk denken van hem, wie u mijn evangelie verkondigt.
En als satan al bezit genomen heeft van de ziel van een mens, zal deze u ook zijn ware gezicht tonen, hij zal Mij bespotten en belasteren en u, als mijn boden, eveneens. Maar vrees dan niet, want Ik ben altijd met u als u voor Mij en mijn rijk werkzaam bent en Ik zal u beschermen, ook tegenover de ergste en vijandigste aanvallen.
Maar trek dan verder en houd u niet op bij diegenen die u herkent als mijn tegenstanders. Draag het licht – mijn goddelijke liefdeleer – verder en breng het hun die kracht en sterkte nodig hebben en u dankbaar zijn voor het aanbieden van mijn woord. Laat u niet afschrikken door hen die U vijandig gezind zijn, want ook dit is de bedoeling van mijn woord, dat de mensen hun innerlijk onthullen: Dat ze openlijk een standpunt innemen tegenover mijn gave en dus tegenover Mij, die hen daardoor tot een beslissing wil dwingen voordat het laatste einde komt.
Amen
BD.3737
6 april 1946
Zwaarste levensomstandigheden na de catastrofe
In afzienbare tijd zult u al in andere omstandigheden leven, en u moet uw levenshouding totaal veranderen om deze moeilijkheden te kunnen verdragen. Deze verandering is onvermijdelijk, want nu komt de eindtijd in de laatste fase, wat hetzelfde betekent als de zwaarste strijd om het leven met als doel een snelle geestelijke opwaartse ontwikkeling. Want de tijd tot het einde is nog maar kort, en dat wat deze grote aardse nood niet meer teweeg brengt is voor deze aarde ook niet meer te hopen.
Maar wie nog in leven mag zijn na het geweldige ingrijpen door God, kan met een goede wil nog een geestelijke instelling verkrijgen Hij kan al het gebeuren in verband brengen met de wil van de Schepper van eeuwigheid, en hij kan er door zijn instelling nog groot voordeel uit trekken voor zijn ziel.
Maar geheel ongelovige mensen zullen het verband niet inzien en het aardse leven van uit eigen kracht trachten meester te worden, maar toch hun wil verkeerd en niet naar Gods wil gebruiken. En het zal hun gelukken, want zij zullen ondersteund worden door de macht die tegen God inwerkt.
De gelovigen kunnen echter evenzo de zwaarste omstandigheden overwinnen met de kracht van God, die zij zelf wel kunnen gewaar worden, maar die niet de uiterlijk herkenbare uitwerking heeft van: dat de mens in aardse welstand leeft. Zij kunnen echter de innerlijke kracht opbrengen ook in de moeilijkste levensomstandigheden stand te houden.
Want de aardse nood zal groot zijn en op natuurlijke wijze niet licht te herstellen, omdat deze grote vernietiging door Gods wil een grote wanorde teweeg zal brengen, die de kracht van ieder mens persoonlijk bovenmate zal opeisen.
En dan zal ieder mens persoonlijk kracht moeten putten uit God, wil hij deze zware tijd doorstaan. Maar deze kracht staat hem zeker in rijke mate ter beschikking. Daarom laat God door Zijn dienaren steeds weer op het aanstaande wijzen, opdat zij reeds van te voren zich in verbinding kunnen stellen met deze “kracht gevende macht”. Die niemand zal afwijzen die naar deze kracht verlangt.
Nog kunnen de mensen zich zulk een ingrijpen van God niet voorstellen, en wijzen daarom wat zij moeilijk te geloven vinden af. Toch moeten zij er over nadenken, opdat zij niet geheel onvoorbereid zijn op het gebeuren, als die dag is gekomen. Want hij komt onherroepelijk en zal een ieder verrassen, ook de gelovigen, en hij zal geweldige veranderingen teweeg brengen. En gelukkig hij die zijn denken verandert en de goede weg en de juiste instelling tot God vindt in zijn grootste nood. Want voor hem zal die dag tot zegen zijn.
Amen
BD.3740
9 en 10 april 1946
“Doe dit tot mijn gedachtenis” – Avondmaal
Van Mij gaat de kracht uit, de wijsheid en ook het leven. En zo moet Ik als bron van de kracht en van het licht worden onderkend en moet de verbinding met Mij worden gezocht om door het ontvangen van kracht en licht levend te worden. Dus moet Ik in u aanwezig kunnen zijn, dat wil zeggen licht en kracht, dus het op de hoogte zijn van de eeuwige waarheid en als gevolg daarvan kracht, in alle volheid, moet in u zijn. Mijn geest moet in u werken en Ik zelf moet dus in u werkzaam kunnen zijn, dan pas zult u leven, maar zult u het leven ook in eeuwigheid niet meer verliezen. U bent dan met Mij verenigd en deze vereniging is de ware communie. De vereniging met Mij is absoluut noodzakelijk, daar u anders kracht noch licht zult kunnen ontvangen, want de aaneensluiting met de eeuwige Oerbron moet eerst plaatsvinden, wil dan de stroom van mijn liefde worden overgebracht in het hart van de mens.
Maar om zo’n aaneensluiting tot stand te brengen, is daar in de eerste plaats de wil toe vereist om van Mij iets in ontvangst te nemen. Maar het willen vraagt denkwerk, dus moet Ik als bron en bijgevolg als gever van datgene wat de mens begeert, worden onderkend door hart en verstand en door middel van gedachten moet de mens op Mij aansturen. Dan pas wordt de wil actief en vervult deze de voorwaarden die de aaneensluiting met Mij dichterbij brengen. De actief geworden wil is hetzelfde als een werkzaam zijn in liefde. Dit echter is noodzakelijk en dus is mijn gebod van de liefde nooit te omzeilen door diegenen die waarlijk willen communiceren, die zich willen verenigen met Mij.
Deel gaven uit, geef uw naaste die hulpbehoevend is te eten en te drinken. Bekommer u om zijn nood, geestelijk en aards, geef zoals Ik heb gegeven aan u. Verkwik de ziel en het lichaam van de naaste, heb medelijden met de zwakken en zieken. Troost de bedroefden, bemoedig de gedeprimeerden. Lenig voortdurend de nood, steeds rekening houdend met Mij, die u de weg op aarde heb voorgeleefd. Deel alles wat u bezit met de armen. Dan vervult u mijn gebod van liefde en bijgevolg de eerste voorwaarde om u met Mij aaneen te sluiten, want dan pas kan Ik Me met u verenigen, wanneer u uw hart tot liefde hebt gevormd, daar anders een vereniging met Mij onmogelijk is, al houdt u nog zoveel rekening met uiterlijke vormen die geen invloed hebben op de toestand van uw hart (uw ziel).
Ik wil u het leven geven, kracht en licht schenken in overvloed, maar dit is nooit mogelijk zolang u niet uw wil actief laat worden, zolang u de liefde niet beoefent. Maar hoe u de liefde zult moeten beoefenen heb Ik zelf u geleerd en Ik heb u voortdurend aangespoord Mij na te volgen. Denk aan Mij en mijn leer en dan handelt u in overeenstemming daarmee en u zult waarlijk een opnamevat van mijn geest worden, u zult dus het deel van Mij zelf in u werkzaam laten worden. U trekt Mij zelf tot u door werkzaam te zijn in liefde en dus verenigt u zich met Mij, de Oerbron van kracht en licht van eeuwigheid en bijgevolg zult u ook onbeperkt licht en kracht, weten en macht kunnen ontvangen.
De vereniging met Mij moet tevoren voltrokken zijn door het werkzaam zijn in liefde, pas dan kan Ik zelf ook in de geest in u aanwezig zijn en dan pas kan Ik u te eten en drinken geven met geestelijk voedsel, met vlees en bloed, met mijn lichaam in geestelijke zin. Want Ik zelf ben het Woord, dus reik Ik u het avondmaal aan als Ik u mijn woord overbreng dat geestelijk voedsel is voor uw ziel. U zult deze voeding ook wel kunnen aannemen zonder tevoren werkzaam te zijn in liefde, maar dan is het geen communiceren, geen vereniging met Mij, want dan is het nog geen avondmaal. Maar het kan u er wel heen leiden, zodat u het woord niet alleen met de oren maar ook met het hart in ontvangst neemt en daarnaar leeft. Het actief worden van uw wil, het werkzaam zijn in liefde brengt pas de geestelijke vereniging tot stand. Maar het werkzaam zijn in liefde bestaat uit geven, uit onophoudelijk meedelen en uitdelen van datgene wat u bezit, wat uzelf gelukkig maakt, om ook de medemens die hier behoefte aan heeft gelukkig te maken. En als u dit niet in acht neemt, als u niet tracht Mij daarin na te volgen, dan zult u niet gespijzigd kunnen worden aan mijn tafel. U zult niet het avondmaal met Mij kunnen houden, omdat u uzelf als mijn gasten uitschakelt, omdat Ik dan voor u ongenaakbaar blijf tot u zelf u hebt veranderd tot liefde die mijn oersubstantie is en eeuwig blijven zal.
Ontvangt u het avondmaal in de door u mensen gekozen vorm, dan blijft dit altijd slechts een uiterlijke handeling die pas dan de diepe geestelijke betekenis krijgt als uw hart van diepe liefde is vervuld, maar die u niet alleen maar gevoelsmatig mag ontroeren doch daarentegen in werken van onbaatzuchtige naastenliefde tot uitdrukking moet komen. Want alleen wie in de liefde blijft, blijft in Mij en Ik in hem. Dit woord van Mij ligt ook ten grondslag aan het door Mij ingestelde avondmaal. En altijd zult u zich mijn levenswandel op aarde voor ogen moeten houden en Mij in alles navolgen. En zoals u uitdeelt, zo zal u ook worden toebedeeld, geestelijk en aards. U zult, als u een innige verbinding met Mij hebt, te allen tijde door de liefde verzadigd en gesterkt zijn.
In aandenken aan Mij voortdurend werken van liefde verrichten en daardoor met Mij de zekere vereniging tot stand brengen, die u het toekomen van mijn woord, mijn vlees en bloed waarborgt, dat is de diepe geestelijke betekenis van de woorden: “Doe dit tot mijn gedachtenis”, die u allen wel zult begrijpen als het uw ernstige wil is de geestelijke betekenis van mijn woorden te doorgronden.
Amen
BD.3741
11 april 1946
Vervulling van de voorspellingen – Bewijs voor de ongelovige
Geen van mijn voorspellingen zal onvervuld blijven, want de nood van de tijd, die geestelijk nog veel groter is dan aards, eist het. En als u let op het gedrag van de mensheid, als u het denken en streven van de mensen nader in ogenschouw neemt, beseft ook u de noodzakelijkheid van een verandering van alle levensomstandigheden. Want alleen door zoiets is het mogelijk mensen te veranderen. En daarom zult u op een spoedige verandering kunnen rekenen, want de tijd is afgelopen. De nood tot nu toe is zonder gevolg gebleven en dus kan alleen een nog grotere nood een laatste mogelijkheid bieden, en deze zal onherroepelijk komen door mijn wil. Want Ik zelf zal me openbaren en Ik kan door iedereen die van goede wil is worden herkend.
Wat menselijke wil – haat en liefdeloosheid van de mens – tot nu toe verrichte, zal nog worden overtroffen door mijn wil. Het zal vernietiging en verwoesting bewerkstelligen, ook van datgene wat u nog denkt te bezitten aan aardse goederen. De mensen moeten op een dieptepunt belanden, dat hen tot Mij om hulp zal laten roepen, wil hen nog redding worden gebracht voor het einde. Ze moeten inzien, dat elke aardse hoop vernietigd wordt. Pas dan zullen zich weinigen geestelijk bezig houden en ter wille van deze weinigen gebruik Ik nog een laatste middel voor het einde komt.
Maar de tijd, die op mijn laatste reddingsactie volgt, zal moeilijk zijn voor allen, voor gelovigen en ongelovigen. Alleen zullen de gelovigen voortdurend kracht van Mij ontvangen om vol te kunnen houden. Het geloof van veel mensen zal onzeker worden als het geen levend geloof is. En Ik beoog, dat ook een dood geloof daardoor gewekt zal worden, omdat dit anders geen waarde heeft voor de eeuwigheid.
Ongelovige en zwakgelovige mensen wil Ik te hulp komen door mijn stem, die luid en hoorbaar zal klinken. Maar er zal een grote afval van Mij plaatsvinden. De laatste storm zal veel ondeugdelijke vruchten afrukken. Maar dat zal Mij niet verhinderen de storm over de aarde te laten gaan. Wie standhoudt, doorstaat de proef voor de eeuwigheid.
En dus, twijfel niet aan mijn woord. Wacht op de dag, die met zekerheid zal komen. En benut tot die tijd elke dag, want u zult nog veel kunnen bereiken als u vlijtig bezig bent met de arbeid aan uw ziel. Elke dag van nood kan u geestelijk voordeel opleveren, als u maar aan Mij denkt, als het voor uzelf duidelijk is, dat er niets zonder mijn wil of toelating kan gebeuren. Wees gerust en werp elke zorg op Mij en Ik zal u helpen dragen, wat Ik u opleg ter wille van uw ziel. De tijd zal vliegensvlug aan u voorbij gaan. Maar hoe moeilijk die ook is voor u, hij is een genade, omdat u heel wat grotere geestelijke vorderingen kunt behalen, dan in een lange tijd van rust, die u lauw en traag zal laten worden en u niet dichter bij het uiteindelijke doel voert.
Wacht daarom geduldig op de vervulling van mijn voorspellingen. Verwacht geen beëindiging van de nood door mijn ingrijpen, maar alleen een verandering ervan. Want uw zielen zijn nog niet rijp voor een algehele harmonie op deze aarde. U zult moeten strijden en een sterk geloof verkrijgen, dan pas kan Ik de nood van u afnemen. Dan pas zult u een tijd van vrede kunnen beleven op aarde of in het rijk hierna. Maar houd u steeds voor ogen, dat mijn woord waarheid is, dat Ik nog geen letter opgeef van wat Ik heb verkondigd lange tijd tevoren en dat u zelf getuige zult zijn, dat u zult meemaken wat Ik verkondig, opdat u voor mijn woord zult kunnen opkomen voor de wereld. Want mijn laatste ingreep moet een bewijs zijn voor diegenen, die mijn woord tot nu toe geen geloof schonken, die Ik nog voor Mij wil winnen en aan wie Ik me door het natuurgebeuren duidelijk bekend maak, opdat ze geloven aan mijn macht en aan mijn werkzaam zijn door u.
En zo verkondig Ik u weer: de dag zal komen, plotseling en onverwacht. Hij zal volgen op een grote aardse nood, maar weer nieuwe nood brengen in andere vorm. Maar als u gelooft, dat alleen de liefde voor u Mij daartoe brengt u door leed te laten gaan, zal ze voor u ook draaglijk zijn. Want eens komt het einde en de verlossing voor u allen, die in Mij geloven en zich aan Mij overgeven; voor allen, die Mij belijden voor de wereld.
Amen
BD.3753
27 april 1946
Zwaarste nood voor het einde
U, die nu op aarde leeft, hebt de moeilijkste proef te doorstaan en het zwaarste lijden te verdragen, omdat het einde nabij is en u nog te weinig tijd overblijft om uw ziel langzaam rijp te laten worden. De aardse last zal u bijna als ondraaglijk voorkomen en dat moet voor u een bewijs zijn dat de laatste tijd is gekomen. Want altijd komt er een einde aan een grote nood, maar zolang u leeft, zult u moeten smachten onder de druk van de moeilijkste levensomstandigheden, omdat het laatste werk – het vormen van uw ziel – moet worden gerealiseerd voor uw heil.
Maar de tijd is kort en hij zal ondanks zwaarste nood ook te verdragen zijn voor de mijnen, om welke Ik me bekommer op een kennelijke wijze. Laat u daarom ook door deze voorspelling niet terneer drukken, maar sla uw ogen vol vertrouwen op naar Mij, die in uw harten kijkt, die uw wil ziet en die diegene helpt die zich mijn hulp waardig maakt, die Mij daar deemoedig om vraagt, die tot Mij bidt in geest en in waarheid.
Maar u, die anders bent, die zwakgelovig of helemaal ongelovig bent, laat u onderrichten over reden en doel van de nood en geloof, dat u dicht bij het einde bent. En al naar uw geloof zult u worden geholpen. Maar Ik kan de gestrengheid van mijn opvoeding niet van u afnemen met het oog op het einde, dat dan nog meer onrijpe zielen zou verrassen. Want een paar mensen zullen toch de weg naar Mij vinden door de nood.
En waar een schijnbare verbetering van de levensomstandigheden is te zien, is ook het werkzaam zijn van de vijandige kracht duidelijk. En ook dat moet voor u een bewijs zijn, want mijn hulp komt anders tot uitdrukking. Ofschoon Ik ook aards en lichamelijk voor de mijnen zorg, dat de nood die het ergste drukt van hen is weggenomen, voorzie Ik hen van innerlijke kracht en sterkte van geloof en stel hen daardoor in staat ook een zwaar aards bestaan te verdragen, terwijl mijn tegenstander de mensen materiële goederen verschaft en ze aanzet tot liefdeloos handelen, zodat u altijd de oorsprong en de toevoer van kracht zult herkennen, als u het aardse gedrag van de mensen in ogenschouw neemt.
Verwacht geen verbetering van de levensomstandigheden, want de ene nood volgt op de andere, omdat het einde nabij is. En bereid u daarom voor op het einde. Wees niet aards werkzaam, maar geestelijk. Dien elkaar waar nodig, maak uzelf daardoor de zware nood draaglijk, want het doel is u aan te sporen om dienend werkzaam te zijn in liefde, opdat u daardoor steeds dichter bij Mij komt. Denk niet aan uzelf, maar denk aan de nood van de naaste. Wees bereid om te helpen en gewillig om te geven.
De tijd is slechts kort en daarom bijzonder hard. Maar hij kan voor u ook buitengewoon rijk van genade zijn, als u mijn aanmaningen in acht neemt, als u naar mijn woord luistert en het ijverig tracht uit te dragen. Het einde komt en hiermee het laatste oordeel, dat beslissing, dat verlossing betekent voor de mijnen, maar ook hernieuwde kluistering voor mijn tegenstander.
Zorg er daarom voor dat u tot de mijnen behoort. Laat de grote nood uw leermeester zijn, die u naar Mij leidt. Luister naar mijn boden, die u onderrichten en u mijn wil bekend maken, die u ook altijd opheldering kunnen geven over reden en doel van de nood, en hij zal niet zonder resultaat zijn voor uw ziel. En eens zult u Mij ervoor danken, dat Ik u deze laatste periode van genade nog heb gegeven en u door nood en ellende trachtte te winnen voor Mij en mijn rijk.
Amen
BD.3754
28 april 1946
Gods heerlijkheden – Aaneensluiting op aarde
En hebt u op aarde het uiterste doel bereikt, dat u in aaneensluiting met Mij het rijk hierna binnen zult kunnen gaan, dat u Mij hebt erkend als Vader van eeuwigheid en u als mijn kinderen vol van liefde op Mij afstevent, dat u zich op aarde hebt gevormd tot mijn evenbeeld, dan wachten u gelukzaligheden zonder grenzen. Dan zult u de heerlijkheid Gods aanschouwen en uw zielen zullen vertoeven in het licht.
Hoe weinig vraag Ik van u om u uitermate veel te kunnen geven. Ik verlang alleen uw omvorming tot liefde, omdat de liefde uw hele wezen moet vervullen opdat u Mij in uw nabijheid zult kunnen verdragen – Die in mijn oersubstantie Liefde ben en alles verteer wat niet eveneens liefde is. Indien u echter zou weten hoe vol van kracht u al op aarde kon zijn als u de liefde in u machtig tot ontplooiing brengt, dan kon u ook begrijpen in welke heerlijkheden u zich zou ophouden als u het lichtrijk bent binnengegaan. Maar dit inzicht is weer alleen een gevolg van ijverig werkzaam zijn in liefde, daar anders het gevaar zou bestaan dat u ter wille van de beloning opwaarts streeft en dit uw vervolmaking zou schaden. Toch moet u geloof schenken aan mijn woord dat u onvermoede heerlijkheden belooft. En als u sterk van geloof bent, bestaat er geen gevaar meer dat u zich alleen in de liefde oefent om gelukzalig te worden. Veeleer hebt u lief met het hart, omdat u uw Vader hebt herkend Die door uw ziel bemind moet worden.
Probeer op aarde de aaneensluiting met Mij te bereiken door werkzaam te zijn in liefde, en een gelukzalig lot zal u beschoren zijn in het geestelijke rijk. Wees te allen tijde hulpvaardig voor uw medemensen die zich in nood van lichaam en ziel bevinden, en lenig hun nood naar uw kunnen. En u zult ook al op aarde het geluk van de liefde voelen, want geven is zaliger dan nemen. De gever maakt zichzelf gelukkig en ofschoon hij zich ontdoet van aardse of geestelijke goederen, wordt hij daardoor dan toch niet armer. Integendeel, Ik zelf zegen zijn handelen en laat het toenemen, zodra hij vrijwillig geeft. Want een vriendelijke gever heb Ik lief.
Indien u zou weten welke kracht er in de liefde ligt, dan wist u ook dat er op aarde geen nood zou hoeven te zijn. Want dan zou u allen in goddelijke ordening leven, omdat de liefde zich daar niet tegen kan verzetten. Maar zolang het de mensheid ontbreekt aan liefde, kan ook aardse en geestelijke nood niet uitblijven. Want ze is dan ver weg van Mij. Ze is zonder kracht en daarom ook zonder uitzicht op een gelukkig leven na de dood. Zonder liefde is er geen gelukzaligheid, omdat zonder liefde geen wezen in mijn nabijheid kan vertoeven en het voor eeuwig van mijn heerlijkheden is uitgesloten.
Benut daarom de tijd op aarde en wees werkzaam in liefde. Neem mijn leer aan, luister naar mijn boden die in mijn naam u de liefde prediken. Denk na over hun woorden en volg ze na. En u zult bij uzelf bemerken welke kracht er in de liefde ligt. U zult dichter bij Mij komen en op Mij aansturen, en uw einde zal er een van gelukzaligheid zijn.
Amen
BD.3755
29 april 1946
Gebod van de liefde leidraad voor het leven
Jullie wandelen vast en zeker volgens mijn wil, indien jullie de liefde beoefenen. Mijn gebod van de liefde dient jullie als leidraad voor alles wat jullie doen, denken en zeggen. Dan zullen jullie ook mijn welbehagen verwerven, en jullie zullen zowel aards als geestelijk gezegend zijn, als dit voor jullie ziel bevorderlijk is. En jullie moeten niemand uitsluiten van jullie liefde. Niemand die deze nodig heeft, mogen jullie je hulp ontzeggen. Dan zullen jullie ook doordringen in het geheim van de eeuwige Liefde die aan één stuk door de gehele oneindigheid met haar kracht vult, die dus ook jullie overvloedig vullen kan, zodat jullie op Mij gaan lijken, hetgeen jullie doel op aarde is. De liefde moet beoefend worden en daarom laat Ik de grote nood over de aarde gaan, omdat zij tot daden van liefde moet aansporen, omdat door de nood ontelbare mensen hulpbehoevend worden en de naaste de gelegenheid wordt geboden, hen met liefde bij te staan.
Laat daarom jullie harten niet verharden. Let op de noodsituatie om jullie heen en help, waar en hoe jullie daartoe in staat zijn. Neem een voorbeeld aan Mij, die op aarde geestelijke en lichamelijke nood lenigde, die de zwakken en zieken te hulp kwam, hun zielen moed gaf en hun lichamen deed opleven en genas, die jullie een levenswandel in liefde als voorbeeld heb gesteld en jullie tot navolging heb gemaand. Wees barmhartig, vredelievend, zachtmoedig en geduldig, deemoedig van ganser harte en oprecht in jullie denken en handelen. Beoefen al deze deugden, want zij zijn de gevolgen van de liefde vanuit het hart. En dus moeten jullie aan jezelf werken, jullie moeten jullie fouten inzien en proberen te herstellen, jullie moeten alle liefdeloosheid uit jullie hart verbannen en streven naar de hoogste volmaaktheid. En waar het jullie daartoe aan kracht ontbreekt, daar staat jullie het gebed ter beschikking, de innige verbinding met Mij, die jullie te allen tijde de toevoer van kracht waarborgt. Want Ik sla acht op de nood van elke mens, maar het meest op de geestelijke nood. Ik ken de wil van iedereen afzonderlijk en bedeel zijn ziel ook overeenkomstig deze wil met kracht en genade.
Laat mijn gebod van de liefde steeds het richtsnoer van jullie denken en handelen zijn, en jullie zullen mijn wil vervullen op aarde. Verhard jullie harten niet, want dat is het grootste gevaar voor jullie, omdat jullie dan van elke kracht uit Mij verstoken zijn. Maar als jullie Mij aanroepen om hulp, dan zullen jullie niet zonder blijven. Ik zal jullie bijstaan, omdat mijn liefde voor jullie onveranderlijk is en iedereen vasthoudt die naar haar verlangt. Maar zoals Ik jullie behandel, behandelen jullie zo ook jullie naaste, dan zal jullie levenswandel overeenkomstig mijn wil zijn.
Amen
BD.3767
11 mei 1946
“Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”
Alleen de waarheid kan u het eeuwige leven opleveren, want de waarheid ben Ik zelf en slechts door Mij zult u het eeuwige rijk binnen kunnen gaan. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Als u in de waarheid wandelt, gaat u ook de juiste weg die als doel het eeuwige leven heeft. Want de zuivere waarheid is een gevolg van het werkzaam zijn in liefde en dit is de enige weg om de ziel uit de toestand van de dood in de staat van levend zijn te verplaatsen. Dus Ik ben als de eeuwige Liefde de weg naar Mij zelf voor mijn schepselen. Deze weg moeten ze onvoorwaardelijk gaan om bij Mij te komen. Degene die hun ook alleen het leven geeft in de eeuwigheid. En om Mij na te volgen, om op aarde een leven van liefde te leiden, moeten ze bekend worden gemaakt met de waarheid. Dat wil zeggen: ze moeten tevoren onderricht worden hoe ze hun aardse leven gestalte moeten geven, om dan door het naleven van mijn leer, ook de zuivere waarheid uit Mij te kunnen onderkennen, omdat zonder de liefde elk weten een dood weten blijft, verstandelijke kennis, echter geen weten van het hart dat alleen levend maakt.
Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Als u Mij zoekt, zult u op de juiste weg komen en de waarheid vinden en tevens het eeuwige leven verwerven. Wie de waarheid begeert ter wille van de waarheid, die kom Ik naderbij en Ik leid hem op de weg van de liefde. En als hij geen weerstand biedt, ontwaakt zijn geest ten leven en deze onderricht hem volgens de waarheid. Dan heeft hij Mij zelf gevonden en hij zal Mij eeuwig nooit meer verliezen, dan leeft hij en kan eeuwig niet meer sterven. Maar alleen de zuivere waarheid die het gevolg is van onbaatzuchtig werkzaam zijn in de liefde, brengt dit teweeg. Elke onjuiste leer leidt niet naar het doel van de vereniging met Mij, elke verkeerde leer verlengt de weg omhoog. Ze spiegelt de mens een ander doel voor en slechts een vaste wil om bij het ware doel te geraken, bant het grote gevaar uit om helemaal te verdwalen.
Maar zonder Mij vindt u de juiste weg niet. U zult Mij moeten roepen, u zult mijn onderrichtingen moeten aannemen. U zult de weg moeten gaan die Ik u heb voorgeleefd op aarde, de weg van de liefde, om daardoor tot de waarheid, tot het herkennen van Mij zelf en tot het eeuwige leven te komen. U zult in de liefde moeten wandelen, omdat u zich zonder de liefde niet met Mij kunt verenigen en omdat Ik als de eeuwige Liefde, ook het einddoel van de weg der waarheid ben. En omdat u zolang dood in de geest, dus geheel zonder enig inzicht bent, totaal zonder enig weten over de goddelijke wijsheid, evenals de diepste grond van mijn wezen u volledig vreemd is en u dus niet zult kunnen leven, zolang u zich niet met Mij verenigt, wat alleen maar door de liefde kan gebeuren.
Amen
BD.3768
12 mei 1946
Het tweede nederdalen van Christus
Mijn nederdalen uit de hoge op aarde gebeurde in een tijd van algehele ontwrichting van het denken, in een tijd van grootste liefdeloosheid en diepst ongeloof. Het gebeurde in een tijd, waarin de mensheid totaal van God verwijderd was.
Toen kwam Ik zelf naar de aarde, om de mensen hulp te brengen in hun geestelijke nood. Niet de aardse noodtoestand van afzonderlijke mensen bracht Mij daartoe, maar alleen de geestelijke nood, want deze betekende een zekere ondergang voor eeuwige tijden. Ik kwam zelf bij hen, omdat het geschreven woord zonder uitwerking bleef op hun hart. Dus kwam Ik zelf en bracht hun het woord door de mond van de mens Jezus, in wie Ik verblijf nam en door wie Ik dus sprak, omdat zonder mijn woord niemand zalig kan worden.
En zoals het ten tijde van mijn komen uit de hoge op aarde was, zo is het weer op de aarde. Er is dezelfde grote geestelijke nood. Het is een toestand zonder hoop voor de mensheid, als haar geen hulp wordt gebracht. De liefdeloosheid heeft de overhand gekregen, het geloof is verstard en het geschreven woord heeft geen betekenis meer voor de mensen, want ze geven er geen navolging meer aan en kunnen zich daarom ook niet zelf bevrijden uit hun nood. En daarom kom Ik wederom naar de aarde, alleen vertoef Ik nu in de geest onder de mensen, zoals Ik het heb verkondigd, dat Ik bij de mijnen blijf tot aan het einde van de wereld.
Ik ben in de geest bij hen en geef Me in hen te kennen door de geest.
Ik breng hun weer mijn woord. Ik spreek tot de mensen en die van goede wil zijn, zullen mijn woord ook kunnen herkennen. En wat is wel begrijpelijker, dan dat Ik de mensen niet zonder hulp laat? En hoe anders kan hun hulp worden geboden, dan dat Ik zelf tot hen spreek? En daartoe moet Ik Me van een mens bedienen, Ik kan alleen door de mond van een mens spreken, om de toestand van de mensen niet erger te maken, dat wil zeggen hun vrijheid om te geloven van hen af te nemen, wat elke verbetering van hun geestelijke toestand zou uitsluiten. Mijn woord moet weer bij de mensen worden gebracht in alle zuiverheid, zoals het van Mij zelf uitgaat, opdat het ook bij de mensen werkzaam kan worden. En omdat Ik zelf het Woord ben, kom Ik zelf naar u toe, Ik vertoef geestelijk onder u. Ik daal weer af naar de aarde om hulp te brengen. En als Ik tot u spreek, stel Ik u ook in kennis van de tijd, die u tegemoet gaat. Want Ik wil, dat u op de hoogte bent van de grote verantwoordelijkheid die u voor uw ziel draagt. Daarom spreek Ik tot u, Ik wijs ook op het einde. Ik spoor u aan en waarschuw u, Ik geef u raad en opheldering over alles wat te weten nodig is. En mijn tegenwoordigheid is onweerlegbaar voor ieder denkend mens.
Want wie Mij eenmaal herkend heeft, wie in Mij gelooft, zal ook nooit meer een verbinding van de Schepper met datgene wat Hij heeft geschapen kunnen ontkennen, dus zal het voor hem ook vanzelfsprekend zijn, dat Ik overal vertoef, waar men zich niet tegen mijn aanwezigheid verzet. En hij zal ook geloven, dat Ik de mensen mijn tegenwoordigheid wil bewijzen door mijn woord dat rechtstreeks van Mij uitgaat en dus van Mij getuigt. Ik ben bij u in het woord. Het is mijn tweede nederdalen uit de hoge op aarde, waarvan Ik heb voorspeld dat dit zal plaatsvinden voor het einde.
En dus zult u ook met zekerheid dit einde kunnen verwachten, want Ik zelf duidde u de tekens aan, die aan de laatste tijd voorafgaan. En alles zal worden vervuld wat Ik heb verkondigd in woord en geschrift, want mijn woord is waarheid en zal het blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.3773
17 mei 1946
Het ingrijpen van God
Mijn wil zal de menselijke wil doen stuklopen en wat de mensen nastreven, wordt door mijn ingrijpen verhinderd. Iedere “macht” zal binnenkort een verzwakking ondervinden omdat zij machteloos is tegenover mijn wil. Ik zal de wereld tonen dat zij Mij niet kan uitschakelen, en dat Ik het wereldgebeuren in andere banen leid als de mensen zelf daar niet meer toe in staat zijn.
Ik laat het gebeuren de vrije loop tot duidelijk te zien is welke macht op aarde veld wint. Maar dan aarzel Ik niet meer en zal deze macht breken al is het maar voor tijdelijk, opdat deze periode wordt voleindigd. Maar voor het einde openbaar Ik me nog duidelijk, dat wil zeggen: Ik benader alle mensen nog eenmaal, Mij aan hen te kennen gevend als onoverwinnelijke kracht die zich daarom vernietigend uit, omdat nog slechts vrees de mensen kan aansporen Mij aan te roepen. De vrees voor de dood waaraan zij reddeloos ten deel zijn gevallen zonder mijn hulp. Want op geen andere manier zijn hun zinnen meer naar Mij te richten. Iedere aardse macht zal dan in het niet zinken omdat zij geen weerstand kan bieden aan de krachten der natuur waardoor Ik spreken zal.
Er zal een plotselinge verandering optreden en alles wat het menselijke denken bezig hield zal aan het wankelen gebracht worden. En er zullen nieuwe problemen op te lossen zijn en ook nieuwe noden zullen te voorschijn komen, zodat het veel kracht zal eisen om de nieuwe levensomstandigheden meester te worden. Maar dat geschiedt volgens mijn wil omdat Ik medelijden heb met de mensheid, die in spijt van de grote aardse nood niet de weg tot Mij gevonden heeft. Die alleen acht slaat op het gebeuren in de wereld, maar daarin niet het resultaat van een verblind denken en een uiterste verwijdering van God erkent. Die alle schuld en oorzaak van ellende alleen in het menselijk willen ziet, maar niet in de eigen geestelijke tekortkoming. Want die is er de aanleiding van, en ieder mens zou zich ter harte moeten nemen die te verhelpen.
Daarom zal Ik mijn wil tegenover de mensen stellen opdat zij erkennen, dat zij aan een andere “macht” zijn overgeleverd. Dat zij dan misschien die macht hulpzoekend benaderen en dan ook Mij erkennen, want pas dan kan Ik hen bijstaan met mijn hulp. De mensen hebben dringend deze hulp nodig, maar zij sluiten zich af van de kracht die zij nodig hebben. Maar juist om hen gewillig te maken die “kracht” op te nemen laat Ik die grote nood over hen komen. Een korte tijd nog maar en u zult Mij vernemen en de waarheid van mijn woorden ervaren. Die mensen zijn zalig te noemen die geloven voordat Ik hun het bewijs lever. En zalig die zich ernstig voorbereiden en gestadig “kracht uit Mij” ontvangen, want zij behoeven de nood niet te vrezen omdat de krachten der natuur hun geen leed zullen aandoen, want dat is mijn wil.
Amen
BD.3774
18 mei 1946
Licht van boven
De hemel laat zijn licht op de aarde neerstralen, maar de aarde blijft donker. Ze verzet zich ertegen het licht aan te nemen, want de bewoners van de aarde hebben hun ogen gericht op het rijk der duisternis, dat soms wel een vuurschijnsel ten beste geeft, wat echter alleen misleiding van de satan is. En ze trachten gretig dit bedrieglijk licht op te vangen en slaan geen acht op het zachte licht dat van boven komt. Slechts een enkeling neemt het aan en voor deze is de betovering van de duisternis doorbroken. Hij is de nacht ontvlucht en gaat een heldere morgen tegemoet.
Waarom weifelt u mensen het licht van boven aan te nemen? Waarom jaagt u een bedrieglijk licht na en laat u zich niet onderrichten over de waardeloosheid ervan? Waarom wilt u niet van boven in ontvangst nemen wat de diepte u nooit kan bieden? Waarom brengt u niet de wil op u los te maken van de macht die u vasthoudt in de duisternis van geest? Omdat u niet meer in staat bent te geloven in de Schenker van het licht, in een almachtige, wijze en liefdevolle Schepper van eeuwigheid die ook u heeft geschapen, en waarlijk voor een ander doel dan dat wat u nastreeft.
Bezin u toch hoe leeg uw bestaan is wanneer u zich voorstelt dat de dag van morgen al uw lichamelijk einde kan brengen. Wat baat u dan dat wat u zo ijverig tracht te bereiken? Wat baten u aardse goederen als uw lichaam heeft opgehouden te bestaan? Uw ziel gaat dan een vreselijk lot tegemoet, want ze is zonder enig geestelijk bezit en daarom zonder kracht. Ze is dood, echter niet uitgewist.
Laat u onderrichten als de lichtdragers uw weg kruisen. Luister naar ze en denk na over hun woorden. En als u serieus bent, zult u inzien dat hun woorden niet leeg zijn, dat ze leven in zich dragen. Dat ze wel geloofwaardig zijn zodra een Schepper van eeuwigheid erkend wordt. En probeer het geloof in een Schepper te verkrijgen door na te denken en doordat u vragen in de oneindigheid stuurt. En het licht uit de hemelen zal ook u treffen en u zult zijn weldaad voelen. Er zal een mild en zacht schijnsel in uw hart vallen. Uw geest zal verlicht worden en het verlangen naar steeds helderder licht in u zal toenemen en vervuld worden.
Laat het licht van boven op u inwerken. Ontvlucht het niet, want alleen dit licht brengt u het leven. Het is geen bedrieglijk licht. Integendeel, het brengt geestelijke goederen aan u over, waarvan het nastreven voor u gelukzaligheid betekent en gelukzaligheid oplevert. Ontvlucht de duisternis door uw wil, en u zult leven.
Amen
BD.3775
19 mei 1946
Liefdevolle woorden van de Vader
In mijn hoede zult u blijven tot aan het einde van uw leven en niets moet u daarom schrik aanjagen, niets angstig laten worden en niets onoverwinnelijk voorkomen als u eenmaal het geloof hebt verkregen in mijn kracht, liefde en wijsheid. Wie zou u moeten beschermen wanneer dat niet Hij is Die in zich de Liefde is? Die de macht daartoe heeft en u tot zich wil trekken? En dus neem Ik ook de aardse nood van u weg, zodra u geheel gelovig bent. Vrees daarom niet. Draag alles met geduld en berusting in mijn wil en weet dat het nodig is voor uw zielenheil, maar dat Ik u niet meer zal opleggen dan u zult kunnen dragen en altijd u helpend bij zal staan als u alleen niet meer uw toestand aankunt.
Dat Ik echter de nood nooit helemaal van u kan afwenden, vindt alleen zijn reden in mijn liefde. Want de tijd tot aan het einde is kort en Ik wil u, die de mijnen bent, het eeuwige leven in alle heerlijkheid ontsluiten en uw zielen daarom louteren, opdat ze rijp worden voor het geestelijke rijk. Als u lijdt, houd u dan alleen mijn liefde voor ogen die onmetelijk is en u in de laatste periode van uw aardse leven wil helpen om geheel vrij te worden. En u zult alles makkelijker verdragen en Mij alsmaar inniger leren liefhebben, omdat mijn liefde u geweldig aantrekt. Maar verlaten zal Ik u eeuwig niet.
De nood van de mensheid af te nemen betekende de totale ondergang voor eeuwige tijden, maar Ik wil nog redden wat zich niet onttrekt aan mijn liefdevolle hulp. En u zult deze nood moeten meemaken, ook al zult u ze niet in dezelfde mate nodig hebben, maar ook voor u zal hij zich zegenrijk uitwerken en u zult hem eens als een bijzondere genade van Mij herkennen.
Zodra u echter Mij niet uitschakelt uit uw denken, zal ook de grootste nood voor u draaglijk zijn. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht. En mijn woord is waarheid. Als Ik zelf u mijn hulp beloof, als Ik u te allen tijde wil helpen uw kruis te dragen daar u Mij daarom vraagt, zult u niet hoeven te vrezen te bezwijken onder de last die Ik u ter wille van uzelf heb opgelegd.
Roep Mij aan in de nood en Ik ben te allen tijde bereid te helpen. Geloof in Mij, en de sterkte van het geloof zal hem in een ogenblik uitbannen. En weet dat u alleen dan zult lijden, wanneer uw geloof te zwak is. Daarom, worstel en bid onophoudelijk om een sterk geloof, en u zult elke nood overwinnen en uw einde zal gelukzalig zijn.
Amen
BD.3776
20 mei 1946
Aankondiging van de catastrofe
Ik doe u kennis toekomen die buitengewoon belangrijk is. U zult u moeten voorbereiden op de voor de deur staande ommekeer, want Ik zal Me spoedig duidelijk openbaren. De u gegeven termijn loopt ten einde en mijn woord gaat in vervulling, tot vreugde van weinige en tot ontzetting van vele mensen die Mij zullen onderkennen en moeten onderkennen als Ik Mij zelf zal uiten en mijn wil en mijn macht zal bewijzen.
U staat op de laatste traptrede om dan een weg te gaan die vol ontberingen en moeite is, omdat dit noodzakelijk is voor de mensen die mijn macht gewaar moeten worden om hun hand naar Mij uit te steken en mijn reddende hand vast te pakken. Mijn laatste middel om de mensen op te voeden lijkt onbarmhartig en gruwelijk. En toch vindt het zijn motivatie alleen in mijn liefde, omdat ontelbare zielen zonder dit laatste middel verloren gaan en Ik er daardoor nog enkele wil winnen.
Herken mijn liefde hierin, dat Ik u het op handen zijnde heb aangekondigd en nog steeds weer aankondig om u tot geloof te brengen als u tevoren het geloof daaraan niet wilt aannemen. U allen zult angstige uren moeten doormaken en de overlevenden zullen de meest moeilijke omstandigheden op zich moeten nemen die hun ondraaglijk voorkomen. Maar Ik beloof mijn kracht en hulp aan allen die Mij in hun nood aanroepen in geest en in waarheid.
Op het lippengebed sla Ik geen acht. Ik sla alleen acht op de roep die uit het diepst van het hart naar Mij opstijgt. Deze zal verhoord worden en elke nood zal verminderd en dus draaglijk worden voor de mensen die in Mij geloven.
Er zullen u wereldse plannen en maatregelen worden aangekondigd en mijn wil zal deze teniet doen. U zult horen van hernieuwd gevaar. Weet dan echter dat er een ander gevaar in aantocht is en dat u het eerstgenoemde niet zult hoeven te vrezen en al uw aandacht alleen zult moeten richten op Mij en mijn rijk en dat u zich steeds inniger bij Mij zult moeten aansluiten om in toenemende mate kracht te ontvangen voor de uren van hoogste nood.
Ik zeg u dit omdat mijn liefde u wil voorbereiden op datgene wat onafwendbaar is en zich zal afspelen volgens plan van eeuwigheid, omdat u nog veel kracht nodig hebt en deze in ontvangst zult moeten nemen door ernstig willen, innig gebed en werken van liefde. Sla alleen nog acht op uw ziel en laat welke aardse zorg dan ook vallen. Kom naar Mij in elke nood en benauwenis opdat u zich nooit van Mij zult verwijderen, opdat u voortdurend met Mij in verbinding blijft en dan ook mijn aanwezigheid zult voelen, wanneer Ik van boven tot de mensen spreek met een donderstem. Dat u Mij dan niet vreest, maar Mij als uw Vader van eeuwigheid om Zijn bescherming smeekt die Hij u zeker zal verlenen.
Amen
BD.3778
23 mei 1946
De innigheid van het gebed versterkt het geloof
De innigheid van het gebed bevordert de ontvankelijkheid mijn woord op te nemen en zo zal u te allen tijde kracht en genade worden toegestuurd, als u in geest en in waarheid tot Mij bidt. En al mag de wereld zich ook vaak als een scheidsmuur tussen u en Mij willen plaatsen, ze zal niet in staat zijn de verbinding die u met Mij hebt te verbreken, zoals ze Mij ook nooit verhinderen kan, u nader te komen in het woord, zolang u niet verzuimt Mij aan te roepen om hulp. Maar het gebed tot Mij moet Ik eisen, zolang u nog niet zo’n sterk geloof hebt, dat ook het grootste wereldse gevaar het bewustzijn van mijn aanwezigheid niet meer te niet kan doen. Dan pas bent u onlosmakelijk met Mij verbonden. Het zwakke geloof maakt echter de band losser en die moet steeds weer opnieuw vaster worden geknoopt door het gebed.
Maar Ik geef u de verzekering dat hij nooit wordt stukgescheurd, want Ik ken de mijnen en trek hen tot Mij tot ze onafscheidelijk met Mij verbonden zijn voor eeuwig. Wat de aarde nog te wachten staat, is zo ontzettend, dat dit ’n sterke kracht vanuit het geloof vereist, wil de mens het doorstaan zonder schade op te lopen aan zijn ziel. En elke aardse noodsituatie is een voorbereiding op deze tijd, die onherroepelijk komen zal overeenkomstig mijn aankondiging.
Ik leg de mensheid wel een grote last op om te dragen, Ik laat zeer veel leed over hen komen, maar Ik ken er ook de uitwerking van en denk slechts aan het zielenheil van de mensen, die Ik helpen wil in hun geestelijke nood. Maar rust en vrede zal over u komen als u diepgelovig bent, en ook de grootste nood zal u geen schrik meer aanjagen of zwak van geloof doen worden. Tracht dit geloof te bereiken, probeer steeds weer de verbinding met Mij tot stand te brengen, sla niet zo zeer acht op de wereld en haar verplichtingen, maar verdiep u meer en meer in mijn woord, neem rechtstreeks de kracht van Mij in ontvangst door mijn woord, laat u spijzigen en laven door Mij opdat u met kracht vervuld bent en geen angst meer kent, opdat u in het bewustzijn van mijn aanwezigheid leeft en u zonder zorg aan mijn liefde en genade toevertrouwt.
Ik ken al uw noden, Ik ben op de hoogte van de vrees van uw ziel, van de angst van uw hart en beoordeel alles naar uw wil, hoever hij Mij geldt. En daarmee in overeenstemming leid Ik alle gebeurtenissen, opdat ze uw ziel tot voordeel strekken. Verlies nooit de innigheid van het gebed uit het oog, zoek Mij in elke nood en elk gevaar, en Ik hoor uw roep en help u. Want u moet de mijne worden met elke vezel van uw hart, u moet de innigste aaneensluiting met Mij zoeken, opdat uw geloof de kracht bereikt dat u niets meer vreest, wat er ook komen mag.
Amen
BD.3780
25 mei 1946
Innerlijke vrede – Verbinding met God
In de verbinding met Mij zult u rust vinden en innerlijke vrede. Ik ben voortdurend bij u, maar om u voelbaar nabij te kunnen zijn, moeten ook uw gedachten bij Mij zijn, en u zult Mij gewaar worden en kracht ontvangen naar behoefte. De nood van het lichaam helpt de ziel zich te bevrijden en zich in geestelijke sferen te verheffen. En als ze terugkeert naar de aarde, is ze gesterkt en vreest geen aardse nood meer. Want mijn adem heeft haar even aangeraakt, ze is in mijn krachtstroom geraakt, omdat ze naar kracht verlangde en mijn kracht is het uitstromen van Mij zelf. Ik ben u nabij en waar Ik ben is elke bangheid, elke zorg ongegrond.
Verbind u dikwijls met Mij. Maak u ontvankelijk voor de krachtstroom van mijn liefde, stel u open en mijn aanwezigheid zal u bewust worden en u innerlijke vrede opleveren. Onophoudelijk stroomt u kracht toe door mijn woord en als u zich daaraan houdt, kunt u zich voortdurend sterken zodra u kracht nodig hebt. Het is mijn wil dat u in tijden van nood aan Mij denkt, dat u naar Mij roept en uit het diepst van uw hart verbinding met Mij zoekt, opdat mijn kracht nu in u werkzaam kan worden. Want dan heeft u ook een vast geloof in Mij, mijn macht en liefde en dan bent u ook verzekerd van alle hulp. Roep Mij aan in de nood en Ik wil u verhoren. En twijfel niet aan dit woord, want elke twijfel vermindert de toestroom van kracht, door uw twijfel stelt u Mij zelf grenzen aan mijn werkzaam zijn bij u. Geloof dat Ik u helpen wil en helpen kan, en vraag om deze hulp, en ze zal u geworden in elke noodtoestand van lichaam en ziel. En uw ziel zal ophouden te beven en bevreesd te zijn. Ze zal rust vinden in Mij, in het bewustzijn van mijn aanwezigheid en mijn voortdurende hulpvaardigheid.
Amen
BD.3784
29 mei 1946
De zegeningen van het geloof in tijden van nood
Alle zegeningen van het geloof zult u ondervinden als de nood in alle hardheid op u afkomt. Geef de moed niet op, want Ik ben bij u alle dagen tot aan het einde. En een betere bescherming zult u waarlijk niet kunnen hebben dan mijn aanwezigheid u garandeert. En tracht het geloof daaraan tevoren al te verkrijgen. Bid en leef in de liefde en mijn aanwezigheid zal u tot zekerheid worden. En dan bent u zonder vrees en sterk.
Maar de nood is onafwendbaar. Want voor ontelbare mensen zijn de laatste levensdagen gekomen, die hun nog redding moeten brengen in geestelijke nood. Hard en voelbaar moet Ik ze aanpakken, wil Ik ze nog voor me winnen. En daarom zult ook u de dagen van nood op u moeten nemen terwille van de medemensen, maar steeds onder mijn bescherming staand en alles overwinnend met mijn kracht en genade.
Als echter de grote nood op u afkomt, zult u niet meer moedeloos zijn, als u maar bereidwillig bent vast te geloven. Want Ik verhoor het gebed van het hart, dat gaat om het verkrijgen van een sterk geloof. Zodra u Mij in uw nabijheid voelt, bent u niet meer bang. Dan bent u sterk en gaat elke strijd aan, zowel aards als ook geestelijk, dat wil zeggen: met de vijand van uw ziel. Houd vol en vrees niet, want wie Ik eenmaal mijn bescherming heb beloofd, die verlaat Ik eeuwig niet. Ik leid u veilig door alle nood en gevaar.
Elke dag brengt u dichter bij het grote gebeuren, dat zich niet door menselijke wil afspeelt, maar alleen door mijn wil. En al is de nood tevoren nog zo groot, hij eindigt door dit gebeuren, maar volgt op een nood van andere aard. Maar ook deze zult u de baas kunnen worden als u zich aan Mij vasthoudt en met Mij schept en werkt.
Geloof vooreerst in mijn voortdurende aanwezigheid bij de mijnen, bij hen die zich door een levenswandel naar mijn wil proberen te vormen tot liefde. Geloof in mijn werkzaam zijn in en door u en er zal een rust over u komen tegenover elke – ook de grootste – nood, want u betrekt dan onafgebroken de kracht van Mij, van Hem in wie u gelooft. Wees niet angstig en kleingelovig, want des te groter is uw nood, maar ban hem zelf uit door vast geloof. Bid en leef daarom in liefde en uw geloof zal sterk worden en een kracht bereiken die elke vrees uitschakelt. Want u voelt u in mijn aanwezigheid veilig en krachtig en u zult ook het moeilijkste kunnen overwinnen met mijn kracht.
Spoedig zal er zich een verandering voltrekken. Zeer snel zullen de dagen voorbij gaan. De ene nood zal op de andere volgen en plotseling zal Ik spreken vanuit de hemel, zoals Ik het steeds weer heb verkondigd. U staat er zo vlak voor, dat u met het oog daarop alles kalm zult moeten verdragen. Want het zijn de laatste stormen voor de grote storm die over de aarde gaat. Denk eraan, dat Ik als voortdurende vermaner en waarschuwer u bijstond en u heb gewezen op deze tijd van nood. Denk eraan, dat ook de grote nood zal beginnen zoals Ik het heb verkondigd, want mijn woord is en blijft de eeuwige Waarheid. En put daar kracht uit, die u steeds ter beschikking staat als u dit begeert. Een vader zal zijn kinderen niets onthouden, omdat hij ze liefheeft. Hij beschermt ze in elke nood en elk gevaar. Zo ook uw hemelse Vader, die nog veel meer van u houdt en u daarom lichamelijk en geestelijk elke bescherming geeft, opdat u eens ongedeerd zult kunnen binnengaan in Zijn rijk.
Amen
BD.3786
31 mei 1946
Grote ellende en droefheid bewijs van de waarheid van het goddelijke woord
De weg naar het eeuwige vaderland is vol doornen en vol moeilijkheden, en geheel in het bijzonder in de laatste tijd voor het einde. Maar hoe moeilijker hij te passeren is, des te korter is hij. Het einde is nabij en alle hindernissen stapelen zich nog eens voor u op. Maar na het overwinnen hiervan zult u vrij kunnen rondlopen en het geestelijke rijk betreden, waar alle moeite en last ten einde is.
En als u hier ernstig over nadenkt, moet het moeilijke bestaan tevoren op aarde u de zekerheid geven, dat het einde nabij is. Want Ik heb u vanaf het begin van deze verlossingsperiode voorspeld, in welke nood en droefenis u zult komen voor het einde, dat u een nood op aarde zult moeten doormaken, zoals er nooit tevoren één is geweest. En u zult daaruit al de waarheid van mijn woord kunnen inzien, want het leed en de nood rondom u is overgroot en dit zal nog groter worden. Maar de mijnen roep Ik toe: heb geduld en wacht op mijn hulp. Wat onafwendbaar is, wat Ik lange tijd tevoren heb verkondigd, moet worden vervuld tot leedwezen van ontelbare mensen en tot versterking van het geloof van de mijnen.
De tijd van de grote droefheid is aangebroken en wie aan mijn woord denkt, weet dat spoedig het laatste uur heeft geslagen. En hij zal getuigen van Mij en mijn woord, dat waarheid is en blijven zal tot in alle eeuwigheid. En al is de nood nog zo groot, hij moet voor u een bewijs zijn voor de waarheid van mijn woord en uw geloof bevestigen. Hij moet u een troost zijn, want Ik gaf u met deze voorspelling ook de belofte, dat Ik de dagen zal verkorten ter wille van de uitverkorenen.
Ze zullen snel voorbijgaan, maar de nood moet tevoren in alle zwaarte op u drukken, opdat u beseft dat het einde nabij is. U zult nooit meer op verbetering mogen hopen. Veeleer zult u de nood gelaten op u moeten nemen en u des te meer bij Mij aansluiten, hoe meer hij op u drukt. Dan is hij voor u meer waard dan het bezit van aardse goederen, die geen duurzaamheid hebben en u niet kunnen volgen in de eeuwigheid.
“Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijd. En Ik zal u verkwikken”. Houd u aan deze belofte. Geloof en vertrouw me en elke nood zal voor u te dragen zijn. Leg uw lot vol vertrouwen in mijn hand. Hij zal u leiden tot aan het einde van uw leven. En al is de weg nog zo moeizaam, hij leidt omhoog. En aan het einde ervan ben Ik. Aan het einde wachten u de hemelse woningen in uw Vaders huis, waar geen leed op u drukt. Waar geen nood bestaat, waar eeuwige vrede en gelukzaligheid is, waar uw oog heerlijkheden zal aanschouwen waarvan geen menselijk hart zich een voorstelling kan maken.
Geloof in mijn woord en herken ook in de grote nood alleen de bevestiging van mijn woord. Want Ik heb hem u verkondigd en hij moet als mijn woord vervuld worden wanneer het einde nabij is. Bereid u daarom alleen voor op het einde, laat elke aardse zorg vallen. Schep en werk niet meer voor de aarde, maar alleen nog voor het geestelijke rijk. Doe voortdurend een beroep op mijn kracht en genade. Blijf voortdurend in gebed, dat wil zeggen in voortdurende verbinding met Mij door gedachten en werken van liefde, en u zult geen stap zonder Mij hoeven te gaan. U zult Mij als vaste Leider aan uw zijde hebben. En al is de weg ook nog zo vol doornen, hij leidt naar het ware doel. Hij leidt in het vaderhuis. Hij leidt naar Mij, uw allerliefste Vader van eeuwigheid.
Amen
BD.3791
5 juni 1946
De wegneming – Het evangelie van de vier winden
Van de vier hoeken, dat wil zeggen: uit alle naties van de aarde zal Ik in het einde der dagen de mijnen wegnemen.
Want overal waar mensen wonen zijn ook de mijnen aanwezig, die Mij en hun naasten liefhebben van ganser harte. Door hun liefde herkennen zij ook Mij de ware God als hun Vader van eeuwigheid, die in zich zelf de liefde is, en de wijsheid en kracht. Overal waar mensen wonen weten ook de mijnen dat de tijd van het einde is gekomen, want zij leven in de liefde en zijn door mijn geest onderricht over wat komende is.
In elke hemelstreek is mijn woord waarneembaar. Het wordt de mensen aangeboden uit het rijk van het licht, maar zij nemen het aan naar de staat van hun geestelijke rijpheid. Zij horen het als gesproken woord in het hart, of in hun gedachten. Of, zij horen het door middel van mijn dienaren op de aarde, die reeds een ontwaakte geest bezitten. Maar zij zullen steeds de waarheid herkennen omdat zij een verlangen hebben naar de waarheid, en zich daardoor ook waardig maken door Mij te worden onderwezen.
En zo wordt het evangelie in de gehele wereld verkondigd zoals Ik het heb beloofd. Want Ik zelf draag zorg voor de mijnen en zorg voor hen met het meest nodige en kostelijke dat hen op aarde kan worden aangeboden. Maar ook hun zal de geloofsstrijd voor het einde niet bespaard blijven, ofschoon hij in verschillende sterktegraden zal plaatsvinden. Overal in de wereld zullen de mijnen Mij moeten belijden, en verdedigen tegen hen die zonder geloof zijn. Zij zullen hun liefdadigheid moeten bewijzen als dat van hen gevraagd wordt, en zij zullen gekweld worden ter wille van hun geloof voordat het einde komt. Maar alle ontwaakten van geest zullen ook voor Mij bezig kunnen zijn, want overal zullen zij ongelovigen aantreffen. Hen tot Mij over te halen zal het streven zijn van alle mensen die de waarheid ontvingen van Mij, en tot de mijnen zijn geworden door de liefde.
Want zo gauw de nood ondraaglijk lijkt te worden kom Ik zelf en haal de mijnen in mijn rijk.
Ik zal ze wegnemen in levende lijve van deze aarde die een totale verandering nodig heeft, en Ik zal ze verplaatsen naar de nieuwe aarde als het werk van verandering is volbracht. Mensen van alle naties zullen mijn macht prijzen en mijn heerlijkheid loven, want overal waar zich mensen bevinden zal Ik mijn hand uitstrekken tot redding der mijnen die zich in groot gevaar bevinden. Dan zal Ik hun het loon geven voor hun standvastigheid in geloof en hun trouw tot Mij.
En dan zal de tegenwoordige uiterlijke vorm van de aarde vernietigd worden. Dat zal gebeuren voor de ogen van allen die Mij weerstreven, en daarna zal er een nieuwe aarde ontstaan zoals het steeds is verkondigd in woord en geschrift.
Amen
BD.3793
7 juni 1946
De loop van het wereldgebeuren stemt overeen met de ontwikkeling
Overeenkomstig de geestelijke ontwikkeling heeft ook het wereldgebeuren zijn loop, dus zal ook de chaos steeds groter worden, omdat de mensheid voortdurend achteruitgaat in haar ontwikkeling. Want ze verwijdert zich steeds meer van de liefdepool en stuurt aan op de tegenpool, die helemaal zonder enige liefde is. En dit moet aards zijn uitwerking hebben in volslagen wanorde en dus in een voor de mensen onverdraaglijk bestaan, in aardse nood, in het ontbreken van inzicht, in dwaling, verkeerd denken en handelen en uiteindelijk in de algehele ondergang, omdat er in zo’n wanorde niets eeuwig kan bestaan. En dus gaat de mensheid haar geestelijke en lichamelijke ondergang tegemoet; en dat is het einde.
Waar nog een positieve ontwikkeling gaande is, zal ook de staat van wanorde niet in die mate aan te treffen zijn, doch het leven van de enkeling is ook aan de algehele toestand op aarde aangepast, alleen verdraaglijker, omdat deze zich aan God vasthoudt en een beroep doet op Zijn hulp. Maar werelds gezien stapelt zich de ene gebeurtenis op de andere, steeds beantwoordend aan de ontwikkelingsgraad van de mensen. En daar dus deze ontwikkeling een gedurige teruggang vertoont, volgen zo ook steeds grovere vormen van liefdeloosheid elkaar op, dat wil zeggen: aardse maatregelen en besluiten veroorzaken steeds meer onheil voor de mensen, het leed en de nood wordt steeds groter, want de mensheid leeft zonder God en kan daarom ook alleen maar zulke plannen ten uitvoer brengen die Gods tegenstander haar voorhoudt.
En daarom zal er werelds geen verbetering te verwachten zijn, want waar een verbetering wordt nagestreefd, moet de liefde de overhand hebben, maar deze is bekoeld en de liefdeloosheid brengt alleen maar dat voort wat tegen God gericht is. En waar een verbetering te zien is, is dat alleen ten koste van de medemensen, die daardoor in een nog grotere tegenspoed worden gestort. De activiteiten van de satan in de eindtijd zijn duidelijk zichtbaar en herkenbaar voor eenieder die zien wil. En het tijdstip komt steeds naderbij waarin zijn macht voor lange tijd gebroken wordt.
Tevoren zal God hem echter de volledige vrijheid laten, want de wil van de mensen is op hem gericht en vergroot zelfs zijn kracht op aarde. En alleen de mensen die in vrije wil de verbinding met God nastreven, kunnen zich aan zijn macht onttrekken, omdat ze met Gods kracht vervuld zijn en het werkzaam zijn van de aan God vijandige kracht duidelijk herkennen. Maar alle mensen kunnen door het wereldgebeuren ook hem herkennen die zonder liefde is, en door serieus te willen, kunnen ze zich van hem los maken. Want God heeft de wet van de liefde in het hart van ieder mens gelegd en de mensen verstand gegeven om duidelijk in te zien, zodra er tegen deze goddelijke wet wordt gezondigd.
En daarom laat Hij ook het grote wereldgebeuren zo verlopen, dat het de mensen de ogen kan openen wanneer ze zien willen. En het ligt aan hen zelf, uit te komen hetzij ten goede of ten kwade, voor werken van liefde of voor daden van liefdeloosheid. Dienovereenkomstig zal ook zijn aardse leven meer of minder in de ordening verkeren en zal ook de graad van zijn inzicht zijn. En ook het laatste einde zal voor hem niet onverwachts komen, als hij let op de tekens en het wereldgebeuren, dat beantwoordend aan de wil van de mensheid zijn loop neemt.
Amen
BD.3794
8 juni 1946
De vrijheid van wil – Het afbreken van de ontwikkeling
Ik laat de menselijke wil zijn vrijheid. Wat dat betekent en waarom het niet anders toelaatbaar is zult u pas kunnen begrijpen als u wedergeboren bent in de geest, als u bekend bent met mijn heilsplan van eeuwigheid, met de verlossing van het geestelijke dat gebonden is. Dan pas zult u de noodzaak inzien dat de mensen zelf zich eerst moeten veranderen, willen zij een verandering in hun levenssituatie bereiken, ofschoon Ik de Heer over hemel en aarde ben en alles alleen mogelijk is door mijn wil of mijn toelating. Hoe de mens zichzelf tegenover mijn eeuwige wetten instelt, hoe hij zichzelf naar mijn eeuwige ordening voegt of er zich tegen verweert, zo is ook het lot op aarde en in het geestelijke rijk dat hij zichzelf bereidt. Ik zal nooit ofte nimmer de wil van de mensen met geweld breken, alleen door allerlei middelen mijn schepselen trachten te bewegen hun wil zelf te veranderen. En zo’n middel is ook de grote nood die over de aarde gaat, die echter door mensen zelf veroorzaakt is juist door hun verkeerde wil. Ik moet hen laten uitrazen ter wille van hen zelf, wil Ik de mogelijkheid niet verhinderen dat zij als vrije schepselen eens die wil ook gebruiken in de goede richting en volmaakt worden.
Wat uit mijn kracht is voortgekomen, was en blijft goddelijk. Het kan nimmermeer in een gebonden toestand blijven, zelfs al heeft het zich uit eigen wil in deze toestand gebracht. Ontneem Ik echter de mens de vrije wil, dan blijft het schepsel voor eeuwig onvrij, het kan nooit meer in zijn oertoestand terugkeren, die het alleen in “vrije wil’ bereiken kan. Of, Ik moet het uit Mij voortgekomen schepsel iedere kennis over zijn bestemming ontnemen en het dan sturen volgens mijn wil. Dan echter is het een wezen dat zich schikken moet, dat nog ver van de goddelijkheid verwijderd is. Wil het echter dichter bij zijn oertoestand komen, dan moet het die vrijheid van wil gegeven worden en het moet dan die wil op de juiste manier gebruiken. Daartoe gaf Ik hem het leven als mens. Ik gaf hem de bekwaamheid te denken en te handelen en Ik zal zijn vrije wil nooit uitschakelen voordat zijn proeftijd op aarde is afgelopen. Doch een misbruikte wil moet Ik opnieuw binden voor lange tijd, hem dan pas de vrijheid weer teruggevend als hij weer de genade verkrijgt als mens belichaamd over de aarde te gaan en opnieuw de laatste wilsproef af te leggen.
Dit is wet van eeuwigheid en Ik kan het niet ongedaan maken, want dat zou mijn wet van eeuwigheid tegenspreken en het wezenlijke geheel van zijn goddelijkheid beroven. Want wat van Mij is uitgegaan, blijft altijd en eeuwig een deel van Mij, dat als uiteindelijk doel het bereiken van de oertoestand gesteld is, waartoe de vrije wil onvermijdelijk noodzakelijk is. En al brengt deze vrije wil daden van de grofste liefdeloosheid voort, Ik zal hem niet voortijdig binden. Ik zal alleen door mijn wil daar de orde weer tot stand brengen, waar de vrije wil van de mensen gebruikt wordt om nader tot Mij te komen. Maar als het uur gekomen is dat Ik als het einde bestemd heb sinds eeuwigheid, breekt mijn wil de opwaartse of neerwaartse ontwikkeling af. Dan wordt er eerst weer een toestand van orde geschapen die het binden van de totaal verkeerde wil vereist, opdat de verlossing van het onvrije geestelijke weer opnieuw kan beginnen. Want Ik houd nooit op te zorgen voor het uit Mij voortgekomen en uit vrije wil van Mij afgevallen geestelijke, dat het zijn vrijheid weer terugkrijgt, dat het zijn oertoestand bereikt en eens zalig wordt.
Amen
BD.3795
9 juni 1946
“Laat Mij intrek nemen in het hart”
Laat Mij intrek nemen in uw hart, laat Mij in u werkzaam worden en dus met alle kracht in u zijn. Dit is uw doel op aarde, dat u zich zo vormt dat niets Mij meer verhindert bij u te vertoeven en u door de vereniging met Mij tot mijn kinderen zult worden, voor eeuwig. U zult echter tevoren al het onzuivere uit uw hart moeten verwijderen, omdat Ik niet vertoeven kan waar rommel is, waar mijn orde van eeuwigheid nog niet tot stand is gebracht, die mijn schepselen omver hebben gestoten door eigen wil. Pas waar orde is, waar mijn wet van eeuwigheid in acht wordt genomen, daar kan ook Ik zelf zijn en u gelukkig maken, tijdelijk en eeuwig.
Mijn wet van eeuwigheid echter eist liefde en zonder liefde voortgaan, wil ook zeggen in wanorde leven, die mijn aanwezigheid uitsluit. U zult u dus tot liefde moeten vormen en geheel en al mijn wil vervullen en als u mijn geboden van de liefde nakomt, bent u Mij welgevallig. Ik kom zelf dichter bij u, Ik tref een goed ingerichte woning aan in uw hart en kan daarin verblijf nemen en u zult nu voortdurend omgang met Mij mogen hebben. U draagt nu mijn geest in u, voor uzelf kenbaar, want u zult hem voortdurend kunnen vernemen. Er is nu geen scheiding meer tussen de geestvonk die in u rust en de Vadergeest van eeuwigheid, want u draagt Mij zelf in uw hart, u hebt u door de liefde met Mij verenigd.
Probeer allen dit doel te bereiken. Laat Mij op aarde al intrek nemen in uw harten en u zult op aarde al gelukzalig zijn. Want wat mijn geest u biedt, zijn schatten voor de eeuwigheid, die u gelukkiger maken dan aards goed, dat u dan ook niet meer zult begeren als u Mij zelf hebt opgenomen in uw hart. Mijn geest leidt u naar alle waarheid. Mijn geest geeft u kracht om in te zien. Ik zelf leer u onophoudelijk hoogste wijsheden. Ik geef u spijs en drank en neem elke zorg voor uw geestelijk en lichamelijk welzijn op Me. Want nu ben Ik de Heer in mijn huis. Ik ben Heer en Meester in u, die Mij in vrije wil hebt opgenomen in uw hart, in mijn huis, dat Ik nooit ofte nimmer verlaat, als u het Mij eenmaal als woning hebt aangeboden en goed hebt voorbereid. En mijn aanwezigheid is nu uw gelukzaligheid.
In mijn aanwezigheid zult u zich geborgen voelen, voor de verlatenen ben Ik een Trooster. Ik ben de Beschermer voor die beangstigd zijn. Ik ben voor de mijnen Vriend en Broeder, zoals Ik voor al mijn kinderen de zorgzaamste Vader van eeuwigheid ben. En Ik deel onophoudelijk genadegaven uit, kracht en licht, zoals Ik het beloofd heb. Ik bedenk de mijnen omdat ze Mij het recht hebben gegeven voor hen te zorgen, omdat ze Mij hun hart zelf hebben aangeboden en voor ontvangst hebben klaargemaakt door de liefde. En zo zal mijn woord zich vervullen, want het is waarheid en zal waarheid blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.3797
11 juni 1946
Ware godsdienst – Mildheid en barmhartigheid
Als u mild en barmhartig bent, zult u Mij dienen op de duidelijkste manier. Want u belijdt dan dat u toebehoort aan Mij, Die de Liefde zelf ben, zodra u werken van liefde verricht. De mensheid is in grote nood, aards en geestelijk, en u moet iedereen bijstaan en de nood trachten te verzachten. U moet geven waar uw gaven nodig zijn, u moet troosten en smarten trachten te lenigen en u moet door geestelijk bemoedigende woorden hun zielen te hulp komen, die nog meer lijden dan het lichaam. U moet u hun nood voor ogen houden en helpen waar u helpen kunt. En u zult niet alleen de aardse nood verminderen, maar liefde opwekken en daardoor ook de geestelijke nood opheffen, want alleen liefde is een werkzaam tegenmiddel tegen elke geestelijke en aardse nood en alleen door werken van liefde kan deze met succes worden tegengegaan. En daarom is het werkzaam zijn in liefde de enige Mij welgevallige godsdienst die u altijd zult kunnen verrichten, op elke dag en elke plaats.
Waar het nodig is dat u helpend zult ingrijpen, breng daar uw liefde tot uitdrukking, en mijn oog zal met welgevallen op u rusten, u die Mij daardoor zult dienen, die Mij zult eren door elke hulp die u een van de geringste van uw broeders ten deel laat vallen. Want u allen bent mijn schepselen, u allen bent kinderen van een Vader en als u uw medemensen liefhebt en zult eren, hebt u ook Mij lief en eert u Mij en Ik neem uw diensten aan die beantwoorden aan mijn wil.
Leg u daarom allen toe op de ware godsdienst, dien Mij met daden, niet alleen met woorden of uiterlijkheden die er niets toe bijdragen aardse of geestelijke nood te lenigen. Probeer door liefdewerken u te verzekeren van mijn nabijheid, mijn tegenwoordigheid, en weet dat u dan, vervuld van kracht, in staat bent veel te verrichten om aardse en geestelijke nood op te heffen. Want dan ben Ik het Die door u zal werken, omdat u Mij door liefdewerken tot u zult trekken en Ik u nu duidelijk kan ondersteunen.
Er zal u altijd gelegenheid geboden worden liefdevol werkzaam te zijn, want de nood om u heen roept dringend om hulp en als u de noodlijdende opbeurt en u deze geestelijk en aards zult bijstaan, zult u Mij navolgen. U zult de weg van de liefde gaan die Ik u heb getoond, u zult in het ware christendom leven, u zult mijn liefdesleer navolgen en u zult ook de zegeningen ondervinden, zoals Ik het u heb beloofd. U zult mijn rijk erven dat niet van deze wereld is, want de liefde zal u van alle zonden verlossen, ze maakt u vrij en leidt tot de aaneensluiting met Mij – Die de eeuwige Liefde zelf ben.
Amen
