BD.3710
11 maart 194

Aankondigingen moeten letterlijk worden genomen – Einde – Toekomst – Heden

Als u de tijd nog niet voor gekomen houdt waarin vervuld wordt wat is verkondigd in woord en geschrift dan zult u onverwachts worden getroffen, want mijn wil komt in actie zoals het bepaald is sinds eeuwigheid. Wanneer u een open oog voor en het vermogen te oordelen over de geestestoestand van de mensheid hebt, zult u ook niet twijfelen aan mijn woord en u elke dag voorbereiden op de vervulling van mijn aankondigingen. En alleen hij die nog blind is van geest rekent met ’n verder liggende tijd, ook wanneer hij gelovig is, dat wil zeggen: Mij als Bestuurder van alle lotgevallen erkent. Maar het preciezer de samenhang weten van alle scheppingen met hun Schepper, het op de hoogte zijn van de opgave op aarde van de mensen en de gevolgen van de veronachtzaming ervan, zou de mensen de zekerheid geven, dat het einde in aantocht is en elke twijfel zou ongegrond zijn. Dit weten echter ontbreekt hun en slechts weinige hebben daarom het inzicht dat er niet veel tijd meer overblijft voor de geestelijke ontwikkeling van de mensen. En zolang dezen de aardse ontplooiing meer aandacht schenken, wordt de laatste tijd niet productief benut.

De mensen moeten zich dagelijks voorbereiden als het einde hen niet zal doen schrikken. Maar wie doet zoiets, als hij de tijd nog niet voor gekomen houdt die het einde betekent van een verlossingsperiode? Elke gedachte aan uitstel is nadelig voor de zielen. En wanneer Ik u op de hoogte breng door mijn boden die Ik zelf onderricht, wanneer Ik u wil inwijden in mijn verlossingsplan en u bekend maak dat u nog slechts weinig tijd hebt – neem dan deze woorden van Mij aan in het volste geloof, bedenk dat Ik u niet voor niets deze aansporingen en onderrichtingen doe toekomen en richt uw leven daaraan beantwoordend in.

Reken op een spoedig einde en neem alles letterlijk wat Ik u verkondig door mijn dienaren op aarde. Bedenk dat de toekomst ook eens een heden wordt en als u de woorden alleen geen geloof schenkt – kijk dan naar het leven en doen en laten van de mensen om u, kijk naar wat er overal gebeurd, onderken de geestestoestand van de gehele mensheid op aarde – die zichzelf overtreft in liefdeloosheid en handelingen die niet in overeenstemming zijn met mijn gebod van de liefde. En dit inzicht moet voor u de bevestiging zijn van mijn aankondigingen, u zult daaruit moeten opmaken welk uur geslagen heeft en dus mijn ingrijpen dagelijks en op elk moment verwachten – want dat gaat aan het einde vooraf dat in niet al te lange tijd zal volgen.

Ik onderricht mijn dienaren op een manier, dat u zult moeten inzien dat Ik hen opleid voor een missie. Ook het spoedig werkzaam zijn van deze dienaren moet voor u ’n bewijs zijn, want Ik heb geen schools onderrichte verkondigers van mijn woord nodig; integendeel mensen die zich zelf hebben gevormd om opnamevat te zijn van mijn woord door hun levenswandel, opdat ze overtuigd voor mijn woord kunnen opkomen. En dus zullen ze spoedig hun ambt moeten aanvaarden om succesvol werkzaam te kunnen zijn voor Mij en mijn rijk op deze aarde. En zo iemand mijn woord uit hun mond aanneemt en eveneens bereid is Mij te dienen – voor Mij werkzaam te zijn in de laatste tijd voor het einde, zal hij ook de tijd voor gekomen houden, hij zal zelf de noodzakelijkheid van mijn werkzaam zijn in de laatste tijd inzien en niet twijfelen aan mijn woord – hij zal rekening houden met de tijd die vlak voor de deur staat, omdat hem wordt toegestaan voor Mij te werken, want wie mijn woord gelovig aanneemt voelt ook de nabijheid van het einde. Hij ziet het lage niveau van de mensheid en weet dat er geen geestelijke opbloei op deze aarde meer kan bestaan.

Maar wie alleen het wereldgebeuren beschouwt, heeft geen oog voor de geestestoestand van de gehele mensheid en daarom zal hij ook niet erkennen dat de tijd van het einde is gekomen. Doch onverwachts snel zal de dag er zijn die Ik heb vastgesteld sedert eeuwigheid als einde van een verlossingsperiode. Wacht er daarom alsmaar op en bereid u voor, opdat u deze dag niet hoeft te vrezen.

Amen

BD.3714
15 maart 1946

Gebed om genade en kracht

Als u zich innig tot Mij wendt om het toezenden van kracht en genade, ontvangt u deze ook onbeperkt, al is dit soms niet onmiddellijk duidelijk zichtbaar omdat genade en kracht meer de ziel beroeren dan het lichaam. De mens als zodanig kan nog aan kwellingen zijn blootgesteld, die de ziel echter niet zo onaangenaam ondergaat, zodat de mens ook in de grootste nood rustig en bezonnen blijft, omdat zijn ziel sterk is en de lichamelijke tegenspoed toch overwonnen moet worden. Dus neem Ik deze niet steeds van hem af, maar geef hem de kracht te dragen wat Ik hem opleg. En hij zal niets zo zwaar ervaren als een mens zonder geloof, die het toezenden van mijn kracht niet verlangt of afsmeekt. Niet de tegenspoed zelf maakt de grootte ervan uit, veeleer de toestand van de mens, die – als hij zonder kracht is – elke nood dubbel voelt.

Mijn genade en kracht staan u mensen echter voortdurend ter beschikking. En als u zich ervan bedient, zal ook het zwaarste bestaan op aarde draaglijk voor u zijn en steeds tot voordeel van uw ziel. Want haar omhulsel wordt langzaam opgelost, wat bewerkstelligd wordt door mijn kracht en genade. Want zodra de mens zich bij Mij aansluit, zodra hij zich met Mij verbindt door zijn gebed om kracht en genade, kan Ik zelf me tegenover hem uiten in de vorm van toezending van kracht. En in dezelfde mate als Ik werkzaam kan zijn aan zijn ziel, vermindert zijn streven naar de materie.

Want de kracht van mijn genade drijft de ziel de geest in zich tegemoet en weg van materiële goederen. En daarin doen zich mijn genade en kracht gevoelen, dat ze de mens innerlijk stabiliseren, hem van de buitenwereld losmaken en hij contact zoekt met de geest in zich en dus geestelijke vooruitgang boekt als hij met mijn ondersteuning, door het toezenden van genade en kracht, tegen de aardse nood wil ingaan.

Nooit blijft een dergelijk verzoek onvervuld, nooit vertrekt een mens met lege handen die Mij met dit verzoek nadert. En hij zal ook steeds beseffen hoeveel krachtiger hij is na ’n innig gebed tot Mij, ofschoon de aardse nood nog niet is opgeheven. Maar deze heeft enerzijds tot doel dat de mens zijn zwakheid en krachteloosheid inziet en zich tot diegene wendt, die ze kan opheffen, terwijl die echter anderzijds ook het geloof versterken moet wanneer er duidelijk zichtbaar hulp komt nadat Ik innig ben aangeroepen.

Een ziel die naar Mij streeft, trekt steeds geestelijk voordeel uit de nood van het lichaam, omdat ze steeds naar Mij snelt en elk innig gebed haar kracht en genade oplevert, die al naar gelang van haar staat van rijpheid zich nu doen gevoelen, zichtbaar en voelbaar ook voor het lichaam of alleen merkbaar voor de ziel, zoals mijn wijsheid en mijn liefde het voor doeltreffend houden. Maar Ik laat niemand zonder kracht die haar van Mij afsmeekt, want elk verzoek om geestelijk goed verhoor Ik, en, als het u tot zegen strekt, ook de vragen om aardse hulp. En zo zult u Mij ook in de grootste nood kunnen gewaarworden. U zult niet moedeloos of vreesachtig hoeven te zijn, als u zich vol vertrouwen aan mijn liefde en genade overgeeft, als u beroep wilt doen op mijn kracht en dit door innige samenspraak met Mij laat zien.

Ik ken al uw noden, zwakheden en twijfels, maar Ik wil dat u zich daarvan ontdoet in het gebed tot Mij, opdat u ook gewaar wordt wanneer ze door mijn liefde, door het schenken van mijn kracht en genade worden opgeheven, opdat u Mij leert herkennen in alles wat u raakt. Want door de nood spreek Ik tot u, zoals Ik me ook bekend maak door de hulp. En als u innig met Mij verbonden blijft, zal geen nood u schrik aanjagen, al lijkt ze nog zo groot, omdat elke hoeveelheid kracht u ter beschikking staat door mijn liefde. Ik draag zorg voor u tot aan het einde van uw leven, lichamelijk en geestelijk, en als u hier zonder te twijfelen aan gelooft, zal elke vrees tegenover een grote nood van u afvallen, want u zult haar te allen tijde te boven komen met mijn genade en mijn kracht.

Amen