Inhoud

BD.3803 Het onderwerpen van de wil – bovennatuurlijke kracht
BD.3804 Waakzaamheid tegenover de vijand van de zielen
BD.3805 Geestelijk dieptepunt – Einde van een verlossingsperiode
BD.3808 De woningen in het huis van de Vader – Het eeuwige vaderland
BD.3810 Een tijd van ellende
BD.3811 Einde van de ellende en droefenis – Oordeel – De nieuwe aarde
BD.3819 Lot – Berusting in Gods wil
BD.3821 Dringende vermaning om de materie los te laten

                                – * –

BD.3803
27 juni 1946

Het onderwerpen van de wil – bovennatuurlijke kracht

Er staat u een bovennatuurlijke kracht ter beschikking als u zich mijn wil tot uw eigen wil maakt. Dan ben Ik in u werkzaam en bewerkstellig waarlijk dingen die uw natuurlijk vermogen te boven gaan. Maar hoe moet uw wil geaard zijn, dat deze zich geheel aan mijn wil aanpast?

U zult niets meer mogen willen wat in strijd is met mijn wet van eeuwigheid, wat tegen de goddelijke ordening ingaat die alleen mijn wil omvat. U zult dus te allen tijd Mijn wil ter harte moeten nemen. U zult altijd moeten doen wat Ik van u verlang, dat wil zeggen mijn gebod van de liefde vervullen. Want liefde ligt aan mijn wet van eeuwigheid ten grondslag. Liefde beweegt mijn wil. Liefde is de oersubstantie. Liefde is de kracht die alles in stand houdt. En mijn wil kan altijd alleen maar zijn, zich de wet van de liefde tot grondbeginsel maken, maar dan beschikt u ook volledig over de kracht uit Mij die in zich liefde is. En dan zult u ook onbeperkt werkzaam kunnen zijn. U zult dingen kunnen volbrengen die zuiver menselijk niet mogelijk zijn, maar met de kracht van de liefde uitvoerbaar voor ieder mens die zich onderworpen heeft aan mijn wil.

Tracht daarom uw wezen geheel te veranderen tot liefde, dan zal er voor uw werkzaam zijn niets onbereikbaar zijn. U zult kunnen regeren over mensen en dieren, over de elementen van de natuur, want steeds is het dan mijn wil die u in beweging brengt, en voor mijn wil en mijn kracht is niets onmogelijk. Dan bent u ook van elke verantwoordelijkheid ontheven, want zodra mijn wil over u heerst omdat u zich vrijwillig aan Mij heeft onderworpen, handelt u hiermee in overeenstemming en wat u nu doet moet goed en Mij welgevallig zijn.

En dus zult u op aarde al buitengewoon machtig kunnen zijn omdat u zich altijd mijn macht zult mogen toe-eigenen als uw wil gelijk is aan mijn wil. En dan wordt u door de geest in u aangespoord tot bepaalde gedachten en handelingen. En u zult kunnen uitvoeren wat u wilt, want u denkt en handelt dan met Mij en met mijn kracht. U zult in staat zijn leed en nood af te wenden als de liefde u ertoe aanzet de medemens te helpen. En u zult de elementen kunnen gebieden, zieken kunnen helen en wonderen kunnen verrichten van allerlei aard, want het is slechts mijn kracht die dan door u tot uitdrukking komt. En met mijn kracht is u niets onmogelijk. Ik wil dus dat uw wil zich volledig aan mijn wil onderwerpt, zodat u dan niets anders kunt willen dan Ik en Ik nu werkzaam kan zijn door u.

Amen

BD.3804
18 juni 1946

Waakzaamheid tegenover de vijand van de zielen

U zult waakzaam moeten zijn, dat u niet het slachtoffer gaat worden van de vijand van uw zielen. Want hij is er voortdurend op bedacht u op een dwaalspoor te brengen en u door allerlei verblindende middelen van de juiste weg af te brengen. Hij komt ook in het gewaad van een leider en hij probeert zo uw vertrouwen te winnen. Hij belooft u zeker naar het doel te leiden, maar zijn doel is de wereld, dus belooft hij u aardse voordelen, hulp in aardse benauwenis. Hij tracht de paden voor u te effenen, maar alles onder één voorwaarde: uw ziel aan hem af te staan, dus uw geestelijke vermogens en gedachten los te maken van God, van het geestelijk streven. En al zijn beloften zullen daden van liefdeloosheid vragen. Ieder mens die zich aardse voordelen wil verschaffen, zal er niet toe in staat zijn als hij in de liefde wil leven. Dus moet hij het ene of het andere opgeven. Hij moet weten dat hij zijn ziel zal verkopen als hij zich zijn aardse leven tot een leven in welvaart wil maken.

Hij moet weten dat elke poging daartoe gebeurt op aansporen van diegene die de ziel wil verderven. En hij moet waakzaam zijn. Hij moet zijn toevlucht nemen tot God, opdat Hij hem zal beschermen tegen de invloed van de vijand. Hij moet vragen om versterking van zijn wil ten gunste van het goede en om af te zien van aardse goederen. Want als u zich ook een aards leven in welstand en behaaglijkheid verschaft, voor wat verruilt u dit? Alleen voor een ondraaglijk lot voor de ziel in het rijk hierna. Want komt de tijd van nood over u, dan heeft dat ook zijn wijze betekenis en bedoeling, zolang hij door God zelf is toegelaten.

Maar de vijand van uw ziel stelt juist in de tijd van nood alles in het werk: hij probeert uw denken en streven nu daarop te richten, wat u aan aardse goederen ontbreekt. Hij tracht uw hebzucht daarnaar te versterken en uw gedachten in beslag te nemen. En alleen de kracht van uw wil beschermt u daartegen. Want wat hij belooft is alleen maar begoocheling. Het is slechts die weinige dagen van uw aardse bestaan nuttig voor u, waarna u verzinkt in een niets en u uw zielen achterlaat in uiterste armoede.

Zie vrijwillig af van datgene wat alleen het lichaam gelukkig maakt, maar de ziel geen voordeel oplevert. Laat uw lichaam op aarde in soberheid leven en bedenk in plaats daarvan uw ziel met geestelijk goed dat onvergankelijk is en dat u na zal volgen in de eeuwigheid. Wees waakzaam tegenover alle verzoekingen en blijf bidden. Vraag om kracht en genade en versterking van uw wil. En uw verlangens zullen minder worden. De aardse goederen zullen u niet meer zo aanlokkelijk voorkomen. U zult weerstand kunnen bieden aan alle influisteringen van de vijand en als compensatie geestelijk goed in ontvangst kunnen nemen, dat uw ziel duizend maal gelukkiger maakt, omdat het u het eeuwige leven oplevert.

Amen

BD.3805
19 juni 1946

Geestelijk dieptepunt – Einde van een verlossingsperiode

Er is eeuwig geen geestelijke vooruitgang te verwachten als de mensheid het dieptepunt heeft bereikt dat ze God niet meer herkent en erkent. Want dan is ze geheel gescheiden van God en dus ook zonder enige toevoer van kracht, die alleen de geestelijke gang opwaarts garandeert. Een geringe verwijdering van God kan gemakkelijk worden opgeheven, want nog steeds bevindt het geestelijke zich dan in de stroomkring van goddelijke liefde en de kracht ervan zet het onvermijdelijk aan om opwaarts te gaan. Is de verwijdering echter zo groot geworden dat het geestelijke zich buiten deze stroomkring ophoudt, dan is het ook volledig krachteloos en een dichter bij God komen is dan niet meer mogelijk omdat dan de vijandige kracht meer invloed heeft, die het tot zich in de diepte trekt. Maar is de mensheid op dit niveau van ontwikkeling aanbeland, dat wil zeggen: is ze in haar ontwikkeling zo ver achteruitgegaan, dan heeft het geestelijke ook het recht verspeeld op aarde een bestaan als mens te leiden, omdat het doel hiervan alleen is, zich positief te ontwikkelen en het dit doel volledig buiten beschouwing liet. Dus dan houdt voor deze mensheid een ontwikkelingsperiode op. De aarde stoot in zekere zin al het geestelijke dat zich op een hogere trap van ontwikkeling bevindt, van zich af, wanneer het niet meer in overeenstemming met deze trede van ontwikkeling leeft en handelt. En dan is een verlossingstijdperk beëindigd volgens goddelijke wil. En ieder mens kan zelf het tijdstip herkennen als hij acht slaat op de geestelijke ontwikkeling van de gehele mensheid.

Is er een dieptepunt bereikt waarin de liefdeloosheid duidelijk aan het licht komt, is het werkzaam zijn van de tegen God gerichte kracht daarin te herkennen dat in plaats van voortdurende opbouw overal verwoesting plaatsvindt, is het leven en doen en laten van de mensheid geheel tegengesteld aan Gods wil en dus tegen alle goddelijke ordening, dan is het ook niet meer te verwachten dat de mensheid zich weer in vrije wil aan de goddelijke ordening aanpast. En dan moet er zich volgens wet van eeuwigheid een ontbinding voltrekken van al datgene wat het geestelijke in zich bergt, met het doel van een volledig nieuwe kluistering om in een oneindig lange tijd het doel te bereiken eindelijk weer in de nabijheid van God te vertoeven in vrije wil.

Er bestaat voor een ontaard mensengeslacht geen andere mogelijkheid zich opwaarts te ontwikkelen wanneer het dit dieptepunt heeft bereikt, wanneer alle liefde bekoeld is omdat dan de stroom van de goddelijke kracht van liefde niet meer werkzaam kan worden en dit een volledig verlies betekent aan de kracht die vijandig staat tegenover God. Maar in Zijn grote erbarmen ontrukt God aan zijn tegenstander datgene wat van hem afhankelijk is geworden, doordat Hij het opnieuw in de schepping bant, waarop de tegenstander van God geen invloed meer heeft. Dus is ook het terugplaatsen in de hardste materie alleen een werk van goddelijke barmhartigheid, want voor datgene wat het verst van God verwijderd is, wordt er weer een nieuwe mogelijkheid geschapen de weg van de positieve ontwikkeling te gaan, wat als mens niet meer mogelijk was.

En eens slaat ook hiervoor het uur van de verlossing, al is het na oneindig lange tijd. Maar het geschiedt geen onrecht wanneer het in de harde materie wordt teruggeplaatst, want de wil is tegenover God zo verhard dat deze zelf aanleiding is dat God hem bindt voor eindeloos lange tijd. Want hij verandert niet meer als er een geestelijk dieptepunt is bereikt waarin de mensen God niet meer herkennen.

Amen

BD.3808
22 juni 1946

De woningen in het huis van de Vader – Het eeuwige vaderland

Ik wil u het huis van mijn Vader binnenleiden.

Zoals Ik u deze belofte heb gegeven, zult u zalig mogen zijn in het bewustzijn eens als kinderen van God de verrukkingen van het eeuwige leven te genieten. Want mijn woord is waarheid en mijn belofte wordt vervuld als u mijn wil vervult.

Aan alle nood zal voor u een einde komen. Elke aardse zorg zal van u af vallen en in vrijheid van geest, niet gebonden door aardse materie, zult u mogen vertoeven in de gebieden die behoren tot het rijk van de zalige geesten en die bovenmate heerlijk zijn. Op aarde zult u niet de gelukzaligheid kunnen begrijpen die de zielen in dat rijk beschoren is. En toch zult u mijn woord geloof moeten schenken en zo leven dat de hemelse woningen van de Vader door u kunnen worden betrokken na uw overlijden op deze aarde. De woningen die de liefde van de Vader voor de zijnen heeft klaargemaakt en die waarlijk de verblijfplaats zullen zijn van degenen die van Mij zijn geworden door hun wil en een levenswandel in liefde.

Waarom maakt u zich dan nog zorgen om uw lichamelijk welzijn, als u weet dat uw aards bestaan slechts een korte overgang is naar het ware leven in de eeuwigheid? Benut uw aards bestaan alleen voor de juiste vormgeving van uw ziel, dan zal uw lot in het hiernamaals onvergelijkelijk gelukzalig zijn. Want alles waar uw hart naar verlangt, zal u worden gegeven.

Doch zorg ervoor dat het verlangen van het hart niet het lichaam betreft, want dit vergaat. Maar wat eeuwig blijft is alleen geestelijke goed. Verlang daar van harte naar. Dan zal uw ziel in buitengewoon mooie oorden vertoeven. Ze zal zich ophouden in de scheppingen van welke ze op aarde niet in staat is zich een voorstelling te maken en ze zal in haar vaderland zijn. In het vaderhuis waar de nabijheid van de Vader haar oneindig gelukkig maakt en Zijn liefde haar alles doet toekomen wat haar gelukzaligheid groter maakt. Want mijn liefde voor u, mijn kinderen op aarde, is overgroot. En Ik bereid u allen een zalig leven als u in vrije wil naar Mij terugkeert. Want in mijn huis zijn vele woningen en alle wachten op u, dat u ze betrekt en in staat bent mijn heerlijkheden te aanschouwen die Ik voor u heb bereid. Leef op aarde in liefde, en mijn liefde zal u in het geestelijke rijk beschoren zijn.

Doe uw naaste in liefde toekomen wat hij nodig heeft, lichamelijk of geestelijk, en mijn liefde zal u in gelijke mate toekomen. Want zoals u meet, zo zal ook u worden toegemeten in mijn rijk. En geloof in mijn belofte, dan zal het korte leven op aarde dat u nog is beschoren, ondanks alle nood draaglijk voor u zijn.

Want wat u ook op aarde wordt ontnomen, in mijn rijk bedenk Ik u duizendvoudig als u de materie vrijwillig opgeeft en u dus ervan losmaakt, om geestelijk goed te ontvangen.

Want kort is de tijd van uw aardse nood, maar eeuwig zal uw leven duren in de eeuwigheid. En de gelukzaligheden in het huis van mijn Vader zullen geen einde kennen.

Amen

BD.3810
24 juni 1946

Een tijd van ellende

In de jongste tijd reeds zult u vernieuwd aan kwellingen blootgesteld zijn, u zult in noden geraken die u bijna dreigen neer te drukken, maar weet dan; dat Ik u nader ben dan ooit tevoren. Geef uzelf geheel over aan mijn leiding en blijf Mij in uw harten getrouw, opdat u Mij erkent en bekent ondanks alle moeilijkheden. Dan zal Ik u waarlijk niet verlaten, en u kunt het volste geloof hebben in mijn woord.

Maar de nood moet komen, opdat wat geschreven is vervuld zal worden. Opdat de tijd van grote ellende voor alle mensen te herkennen is en dan ook herkend kan worden als de laatste tijd voor het einde.

De wereld wil geen verandering van de aardse verhoudingen in liefde, maar wakkert de volkeren aan tot een vernieuwd worstelen en strijden tegen elkaar. En het wereldgebeuren gaat een nieuwe periode binnen, echter van korte duur. De vernieuwde spanning der volkeren zal een grote aardse nood teweegbrengen die mijn wil op de juiste tijd zal beëindigen.

Maar u, die Mij toebehoort, u behoeft ook deze tijd van nood niet te vrezen, ofschoon zij ook u zal raken op velerlei wijze. Deze tijd is voor u weer een geloofsbeproeving die u doorstaan kunt als u zich vaster dan ooit bij Mij aansluit, en u zich aan mijn leiding en hulp toevertrouwt.

Wat binnenkort plaatsvindt zal voor u een bewijs zijn van mijn woord en dan vertrouw op Mij, Ik zal u helpen in iedere nood en elk gevaar. Want alles is overwinnelijk met mijn hulp, niets is onmogelijk voor mijn kracht en macht. Geen bede laat Ik onverhoord als u in Mij gelooft en uit de diepte van uw hart tot Mij roept.

Ik ben u nabij en leid uw lot naar mijn wil, en als u dat gelooft zal ieder leed voor u draaglijk zijn. Maar de wereld om u heen en de mensen die Mij niet toebehoren hebben nog grote ellende nodig, willen zij zich nog uit vrije wil ten goede veranderen en Mij aanroepen om hulp. Daarom moet ook deze korte periode door u mensen doorleefd worden, opdat uw ziel daaruit voordeel trekt.

Maar mijn ingrijpen beëindigt deze periode, waarop een andere nood zal volgen, hoewel de eerste is bezworen. Het is een tijd van ellende voor het einde, en wel voor hem die de tijd van het einde er in herkent. Hij zal troost en hoop putten uit ieder woord van Mij. Hij zal niet versagen maar zich inniger dan ooit met Mij verbinden. Hij zal zonder schade voor zijn ziel alle aardse noden en gevaren doorstaan, omdat Ik zelf hem aan de hand neem en hem dan ook kracht geef en “licht”.

Amen

BD.3811
25 juni 1946

Einde van de ellende en droefenis – Oordeel – De nieuwe aarde

Maar ook de tijd van ellende en droefenis gaat voorbij. En hierop volgt een tijd van diepste vrede en hemelse gelukzaligheid voor allen die in Mij geloven en Mij trouw blijven tot aan het einde. En zoals de tijd van nood over de aarde is gekomen, zo waar is ook mijn belofte van de tijd van vrede. Want mijn woord is eeuwige waarheid en het moet vervuld worden. Er moet weer een tijd volgen waarin geen geestelijk laag niveau meer bestaat en daarom ook elke aardse nood is uitgeschakeld, waarin de mensen in nauwste verbondenheid met God leven en daarom ook gelukkig zijn.

Maar tevoren moet er een schifting plaatsvinden, die met de grote nood is begonnen en in de tijd van de rampspoed verder gaat, waarin de mensen moeten beslissen voor Mij of voor mijn tegenstander. En alleen een overgrote ellende brengt dit tot stand. Want de mensen zijn verhard en ongelovig geworden en hebben de strengste opvoedingsmiddelen nodig voor hun herstel. Maar ook aan deze tijd komt een einde en het moet de mijnen tot troost zijn, dat Ik de dagen zal verkorten, opdat de mijnen niet van Mij afvallen in de tijd van de grootste benauwenis. Er wacht hun een gelukzalig lot op de nieuwe aarde.

En die in mijn woord geloven, zullen in deze belofte kracht vinden en standhouden tegenover elke bestorming van de wereld. Want Ik verlaat de mijnen niet en kom ze zelf halen, wanneer het hoogtepunt van de nood is bereikt. Met mijn kracht en genade zijn ook de zwaarste dagen te verdragen. Maar voor u is de beloning zeker: een zalig vredevol leven na deze tijd van ellende en droefenis, waarin u Mij zult loven en prijzen, waarin u Mij zult danken uit het diepst van uw hart, waarin Ik zelf bij u zal vertoeven, zichtbaar en voelbaar, omdat u vol van liefde bent.

Vrees daarom de tijd van ellende en droefenis niet. Verdraag hem met het oog op het einde, neem hem gelaten op u. Want hij kan nog redding betekenen voor de verdwaalde zielen en hun de hernieuwde gang door de gehele schepping besparen. En zie in alles, wat nog over de aarde zal komen, de waarheid van mijn woord. Want Ik heb het al lang voorspeld, opdat u sterker zult worden in het geloof, opdat u zich daarop zult kunnen voorbereiden en dus geestelijk rijp wordt.

Onderken mijn liefde, ofschoon de mensen smartelijk worden getroffen door mijn wil of mijn toelating. Voor uw zielen is deze tijd van nood van de meest dringende noodzaak. Maar hij gaat voorbij. Hij duurt niet lang, ter wille van de mijnen. Hij moet wijken voor een tijd van overheerlijke vrede op de nieuwe aarde, waarvan allen zullen genieten, die de mijnen zijn en Mij trouw blijven tot het einde toe.

Amen

BD.3819
7 juli 1946

Lot – Berusting in Gods wil

Wat u beschoren is volgens goddelijke wil van eeuwigheid, zult u op u moeten nemen. En al naar gelang u het zult dragen, zal het voor u tot zegen zijn. Onderwerpt u zich aan de goddelijke wil, dan neemt u zonder morren en klagen uw lot op u, want dan staat u ook vast in het geloof in Gods liefde en almacht en u verwacht zonder twijfel Zijn hulp. En dan zal God u ook helpen.

Maar komt u innerlijk in opstand tegen de beschikking van God, klaagt u ontstemd en probeert u zich te verzetten, dan zal de last des te harder op u drukken, of ook wel zal u verlichting worden gegeven van beneden. Diegene zal u bijstaan, die u voor zich wil winnen om u in het verderf te storten. Want hij vindt goede bodem voor zijn invloed bij hen, die nog te veel eigenzinnigheid in zich hebben en de wil Gods niet meer erkennen. Hij vindt gehoor en hij heeft de ziel gewonnen.

Het lot van ieder mens is in overeenstemming met zijn wil. Daarom lijdt ook de één meer dan de ander onder hetzelfde lot, omdat de berusting in Gods wil ontbreekt. Om de God weerspannige ziel nog te redden moet de nood nog harder op haar afkomen, tot ze inziet dat een hogere Macht werkzaam is en ze zich nu aan Deze onvoorwaardelijk onderwerpt. En zo hoeft u mensen ook nooit te geloven, dat u uw lot op aarde voor uzelf lichter kunt maken door deze of gene voorzorgsmaatregel.

U zult wel door eigen wil voor uzelf uw levensloop kunnen veranderen, maar nooit de zwaarte ervan. Want alle gebeurtenissen komen in die moeilijkheid op u af, zoals u ze nodig heeft voor uw ziel. En uw mate van leed zult u op u moeten nemen, ongeacht welke weg u zult inslaan. U ontloopt uw lot niet, omdat dit is bepaald sinds eeuwigheid. Alleen door de onderwerping van uw wil maakt u het draaglijk voor u, want dan heeft het aan zijn doel voldaan en hebt u niet meer zulke pijnlijke middelen nodig, maar kan uw leven door u gemakkelijker worden volbracht.

Kom dus daarom niet in opstand tegen Gods wil. Herken in alles wat u treft de wil van God. Klaag en mor niet, maar draag met stille overgave wat God u zendt en Hij zal het weer van u wegnemen, zodra u zich geheel aan Zijn wil onderwerpt. En geloof vast, dat Hij u te allen tijde kan en wil helpen, en de kracht van het geloof zal elk onheil uitbannen. God wil u alleen maar winnen, maar niet verliezen aan hem, die Zijn tegenstander is, die zijn wil volledig van Hem heeft afgekeerd en ook probeert Zijn schepselen van Hem weg te dringen, doordat hij juist hun wil eveneens tot weerspannigheid tracht aan te zetten.

Word daarom niet het slachtoffer van diegene die u wil verderven, maar zie in dat God uw Heer is en onderwerp u aan Hem en de zwaarste lotgevallen zullen voor u tot zegen zijn.

Amen

BD.3821
9 juli 1946

Dringende vermaning om de materie los te laten

Begrijp de tijd en richt uw leven daarnaar in. Wie zich in deze tijd niet van de goederen der wereld kan losmaken, zal het hard te verduren hebben in de laatste tijd voor het einde, want alles zal hem worden afgenomen, vooropgesteld, hij behoort niet tot hen die helemaal verworpen zijn, aan wie alles gegeven zal worden, opdat ze geheel en al met Mij breken. Dan moet Ik met geweld van u nemen wat u vrijwillig niet kon opgeven, als Ik u ervan wil redden om helemaal een prooi te worden van hem die uw eeuwige verderf wil. Want de aardse materie is zijn deel en mag dus nooit principe van uw leven zijn, veeleer moet u de materie slechts gebruiken om de hoognodige behoeften van uw lichaam te dekken, om uw zielen des te rijkelijker te kunnen bedenken, want dit alleen is nodig in de komende tijd omdat u nog maar een korte tijd rest tot het einde. Vult u die echter met de zorg om uw lichamelijk welzijn dan zal de ziel karig bedacht worden en onuitsprekelijk te leiden hebben als Ik haar nog wil redden van de ondergang.

Ontneem het lichaam daarom al het overbodige en bedenk daarmee uw naaste die hulpbehoevend is, want de nood zal groot zijn doordat Ik dit toelaat. Onderken de laatste tijd voor het einde daaraan, dat er ’n grote nood over de aarde rondgaat, die u echter niet zult kunnen afwenden en die nog hoger wordt door mijn wil, door mijn laatste ingrijpen voor het einde. Dan zult u allen moeten beseffen dat Ik u alleen maar het hoognodige voor het lichaam niet wil ontnemen, dat Ik uw denken meer op de ziel, op het geestelijke, wil richten en dat u zich gelaten aan mijn wil moet onderwerpen. Let niet op het lichaam en zorg alleen maar voor uw ziel, dan neem Ik de bekommernis voor uw lichamelijk welzijn over en zorg voor u tot aan het einde, en u zult ook de laatste periode van uw leven kunnen verdragen, omdat Ik u help.

En dus maak u vrij van alle aardse materie, maak u er in uw hart los van en wat u bezit, deel dat gaarne met de naaste die hulpbehoevend is. En u zult ondanks de uiterlijk meest eenvoudige omstandigheden, geen gebrek hoeven te lijden, en u zult kunnen leven en werken omdat uw ziel dubbel ontvangt wat uw lichaam weggeeft. Ik moet u de aardse goederen ontnemen als u ze niet vrijwillig opgeeft. Ik moet het losmaken met geweld bewerkstelligen als u te zwak bent u er zelf van te ontdoen. Toch is het heel wat beter als u het scheiden ervan al tevoren in het hart voltrekt, als u zich niet meer tot slaaf van de materie laat maken, integendeel vrij uit uzelf alles aan Mij overlaat, als u alles wat u bezit aan Mij opoffert, dan geef Ik u terug wat u nodig hebt en maak u ook het aardse leven lichter, en u zult de tijd tot het einde goed gebruiken voor uw ziel.

Want als Ik u zeg dat uw leven nog maar kort is, waar zorgt u dan nog vol angst voor? Alle aardse goederen zult u moeten achterlaten met de dood van uw lichaam, maar de ziel blijft er nog aan geketend, ook in het geestelijke rijk, als zij zich er niet al van heeft losgemaakt op aarde. En daartoe wil Ik haar helpen opdat ze al op aarde leert te overwinnen en vrij wordt van elk verlangen ernaar.

Maak u los van de materie. Deze oproep laat Ik nadrukkelijker dan ooit weerklinken, want de zorg om uw ziel is het voornaamste in de komende tijd.

Amen