Inhoud
BD.0182 Vermaning om vol te houden – Geestelijk weten
BD.0183 Lichamelijke en geestelijke strijd – Verblindden
BD.0184 Beproevingen
BD.0185 Het Oude Testament
BD.0186 Zuivere waarheid – Teken – Wonder
BD.0187 Heilige hallen – Zegen van de arbeid voor geestelijke wezens
BD.0188 Gebed
BD.0189 Bescherming tegen vergissing – Aanmaning tot gebed
BD.0190 Uitwerking op onwetende geestelijke wezens
BD.0191 Geleerden – Arm en rijk – Pond
BD.0193 Vijanden van de mensheid – Strijd – “Jullie is de overwinning”
BD.0194 Leren onder dwang
BD.0195 Liefde van de Heiland – Met geestelijke ogen schouwen
BD.0196 “Met de maat waarmee gij meet zal u worden toegemeten”
BD.0197 Aardbol – Donderstem
BD.0198 Strijd van het licht met de duisternis
BD.0199 Strijd van het licht met de duisternis (Voortzetting van BD.0198)
BD.0200 Strijd van het licht met de duisternis (Voortzetting van BD.0198 en BD.0199)
-*-
BD.0182
16 november 1937
Vermaning om vol te houden – Geestelijk weten
Kijk, mijn kind, alles waaraan je begint heeft de zegen in zich, dat jouw denken onafgebroken op het geestelijke gericht is. En wie zo streeft, diens handelingen zullen in de geest van de Allerhoogste zijn. Verlaat je dit pad, dan verlies je ontelbare mogelijkheden. Je leven gaat voorbij, maar nog niet voor een deel benut, zoals dat het je nu op deze weg mogelijk is. En omdat het niet alleen om jouw zielenheil gaat, maar om dat van vele kinderen op aarde, moet je volhouden.
Want jij kunt onnoemelijk veel bewerkstelligen op aarde. Wij hebben generlei mogelijkheden om jou op een nog betere wijze geestelijk weten te verschaffen. Wij kunnen ons steeds alleen maar aan wetten houden, die onze Heer en Heiland ons gaf. En in deze verbinding met jou scheppen wij iedere mogelijkheid, die jouw bevordering betreft.
En wederom ligt het in jouw wil, meer en meer te ontvangen, het werken aan jezelf. De steeds inniger relatie met God zal jou in staat stellen, ook steeds dieper door te dringen in goddelijke waarheden. Want daardoor geef je ons weer de mogelijkheid, alle lessen aan jou over te brengen, zoals de Heiland het ons opgedragen heeft.
Amen
BD.0183
16 november 1937
Lichamelijke en geestelijke strijd – Verblindden
En groot en machtig is de Heer, die jullie geschapen heeft. Maar klein en machteloos, die Hem niet erkennen wil. En daarom mogen jullie altijd vertrouwen op de Heer, dat Hij in Zijn macht en heerlijkheid jullie, Zijn kinderen, hulp brengt tegen dat, wat niet van Hem komt, wanneer slechts een roepen – een om hulp smekende gedachte – bij Hem aandringt. Want wat Hij geschapen heeft, moet bestaan volgens Zijn wil. En wanneer jullie voor het rijk Gods kiezen, dan moeten jullie afzien van wat aan aardse goederen aan jullie kleeft. Want alleen de mens telt, niet zijn bezit. Maar waar God in de harten kijkt, daar zal niets verborgen blijven voor Zijn vaderogen. En willoos zullen jullie volgen, waarheen de hemelse Vader jullie leidt. Want die Hem vertrouwen leidt Hij juist.
Prijst daarom de Heer, die in goddelijke liefde eenieder de plaats op aarde aanwijst, die hem dienstig is voor zijn heil. Wie volkomenheid nastreeft, moet dienen en steeds bereid zijn te dulden voor de Heer. Voor diegenen die zelf hun leven willen bereiden is het onnoemelijk bitter, uitgesloten te zijn van Zijn vaderlijke goedgunstigheid. Van degenen, die geloven Gods liefde niet nodig te hebben, die geloven geheel alleen zichzelf en hun lot in handen te hebben, zal de Vader zolang verwijderd zijn, totdat ook zij – in het stilletjes herkennen van de goddelijkheid – om de liefde van de Vader smeken. Pas dan zal hen deze toegevoerd worden, om dan de genade teweeg te brengen, krachtens welke het de mensen nu gelukt, zich steeds hogerop te worstelen.
Voor deze arme verblindden liggen nog grote worstelingen in het verschiet van lichamelijke en geestelijke aard. Want alleen daardoor kunnen zij gewezen worden op hun Schepper. Alleen daardoor openen zij de ogen en oren voor hun geestelijke vrienden, om door deze eindelijk op de juiste weg te worden gewezen. Zonder leed komt waarschijnlijk nauwelijks iemand nader tot de hemelse Vader. Jou, mijn kind, valt de genade ten deel jouw Heiland in je nabijheid te weten, wanneer je vervuld bent van liefde voor Hem. Jouw hart zal jubelen, in voortdurende verbinding met Hem te mogen blijven. Maar geef alles wat je lief en van waarde is over aan Hem, en jouw leven zal steeds rijker zijn, want de zon van genade zal dan stralen tot in eeuwigheid.
Amen
BD.0184
17 november 1937
Beproevingen
Kijk, mijn kind, in al je levensnoden ligt een diepe bestemming. En om deze te vervullen moet je alles wat de Heer je oplegt geduldig dragen. In jou wordt vaak het verlangen gewekt, als kind je hemelse Vader nabij te zijn. En daartoe behoort het ook zich gewillig aan Zijn regels te onderwerpen. God zendt deze beproevingen over Zijn kinderen, om hen steeds dichter naar zich toe te trekken. Want dit zijn allemaal toetsstenen op de aardse weg, waarvan de overwinning je alleen maar voorwaarts kan brengen in je streven. En niets is door de hemelse Vader in Zijn wijsheid zonder doel bepaald, ook wanneer jullie het niet kunnen vatten. Daarom moeten jullie in blindelings vertrouwen op God jullie aan Zijn bepalingen onderwerpen, het zal jullie alleen maar tot zegen zijn.
En nu, mijn kind, hoor onze lessen: Wanneer de Heer woorden van heil naar de zijnen stuurt en deze worden niet aangenomen, omdat het hen aan begrip ontbreekt – de innerlijke band met hun Schepper – dan laat deze beproevingen over hen komen, om hen van Zijn wil te overtuigen. Want hoe vaak gelooft de mens zich te kunnen onttrekken aan een hogere macht, totdat hij zelf moet inzien dat zijn lot in andere handen ligt dan in zijn eigen. En steeds weer richt de Heer in Zijn liefde Zijn erbarmen op de kinderen van de aarde. De korte tijd op aarde op de juiste wijze – dat wil zeggen: naar Gods zin – te vervullen met voortdurend streven naar volkomenheid is het hoogste goed, wat de mens zijn eigen noemen kan wanneer het maar zijn wil is. En God stuurt steeds weer zijn gedachten op geestelijk gebied. Hij wordt zo vaak gewaarschuwd en gewezen op de eeuwigheid. Wanneer hij maar een beetje van zins is zijn Heer en Schepper te dienen, dan komt hij op het juiste pad krachtens de liefde van alle geestelijke wezens, die, om hem te beschermen, hem begeleiden op zijn levensweg.
Zich meer overgeven aan de innerlijke stem en niet vechten tegen gedachten die op gene zijde – op het leven na de dood – gericht zijn. Zulke gedachten zullen iedereen overkomen en deze gedachten moeten jullie lief en vertrouwd worden, in plaats van dat ze jullie schrik aanjagen en jullie ze halsstarrig afwijzen. Wie uit voorzorg voor zijn zielenheil alles doet wat hem naar geestelijke vooruitgang helpt, ziet de dood van het lichaam niet met angst tegemoet. Hij ziet daarin immers alleen maar een ingang in een ander leven, dat het verlangen van zijn hart zal vervullen, verbonden te zijn met zijn Heer en Heiland. Let daarom niet op de droefheid op aarde. Zij is slechts een middel, om jullie te wijzen op de juiste weg, die jullie naar eeuwige vrede moet leiden.
Amen
BD.0185
17 november 1937
Het Oude Testament
Je geestelijk bezit zal toenemen wanneer jij je gewillig aan ons toevertrouwt en steeds in liefde met je Heiland verbonden blijft. Wij hebben de opdracht je in te wijden in de leringen van het Oude Testament. Voordat de Heiland mens werd gaf God Zijn profeten Zijn stem en onderrichtte Hij door hen Zijn geboden. Onderwezen werd dat de Messias zou komen uit wie over de mensheid alle heil zou komen. Maar God de Heer gaf hen geenszins de opdracht de zonden der vaderen te verkondigen. Evenals God ook tegenwoordig tot de zijnen spreekt, zo gaf Hij altijd al aan de mensen te kennen, te wandelen in geloof en in liefde tot de Schepper. En toch ontstonden door de mensen geschriften die getuigen moesten van de wil van de Heer. Het zou vermetel kunnen worden genoemd als dergelijke geschriften niet met de beste bedoeling ontstaan waren om daardoor de Heer en Schepper van hemel en aarde te dienen.
En nu leiden deze leringen ertoe dat men alles probeert te ontkennen, ook de woorden van de Heer zelf, die ze aan de mensen tot zegen gegeven heeft door Zijn profeten. Wijs daarom niet af wat zich onttrekt aan jullie beoordeling. Laat God opnieuw heersen en neem aan wat Hij jullie zendt in duidelijke bewoordingen, die jullie zullen aangrijpen en die meer tot jullie zullen doordringen dan het boek der vaderen. Maar ook dit misleidt. Wat jullie niet begrijpen, beoordeel dat niet. Wijs niet af, want daarmee kunnen jullie ook veel waarheid afwijzen. In geen enkel huis mag het woord Gods ontbreken, maar wanneer ook het oude boek niet meer geeft wat jullie tot troost kan zijn, verwerp het dan toch niet. Er ging tijd overheen en daarmee ook de manier van spreken van de mensen. Ontken Gods woord niet, maar vraag de Vader nadrukkelijk dat jullie lezen met opheldering, dat jullie goed begrijpen wat Hij jullie door de profeten gegeven heeft en dat jullie de leringen der waarheid gegeven mogen worden. De liefde van de goddelijke Vader zal steeds weer middelen en wegen vinden, zodat Zijn leringen ingang vinden in de harten van de mensheid. En om jullie voor vergissingen te behoeden zal Hij jullie gedachten leiden wanneer jullie maar juist willen begrijpen en wanneer jullie uit het boek der boeken maar goddelijke waarheden willen aannemen en niet menselijk de zwakheden en fouten der mensheid willen doorgronden.
Alleen zuiver, louter op God gericht denken staat borg voor de waarachtigheid van de woorden die God in liefde door Zijn werktuigen aan de kinderen op aarde laat overbrengen. Vermengt zich dit denken met aards streven, is het niet uitsluitend gericht op de hemelse Vader, dan zal een dergelijke arbeid van mensenhand niet meer zuiver goddelijk, maar menselijk dwalend ontstaan. En zo zijn de geestelijke leringen te verklaren, waartegen zoveel geestelijke onderzoekers zich verzetten deze aan te nemen. Maar wederom geldt ook hier dat ene, dat wetenschap niet kan doorgronden wat waarheid is en wat valse lering. Alleen degenen die hun toevlucht nemen tot de hemelse Vader en Hem om opheldering vragen, zal de kennis toekomen. Dezen zal Hij de waarheid niet onthouden en Hij zal hen leiden op de juiste weg, de weg van inzicht. Geef je dus vol vertrouwen over aan onze woorden en let op alles wat God je bereidt, om jullie de zuivere waarheid te verkondigen.
Amen
BD.0186
18 november 1937
Zuivere waarheid – Teken – Wonder
Er zullen tijden komen wanneer jou geopenbaard wordt wat de Heiland in Zijn liefde jou toebedacht heeft. Dan moet je zo intens innig kunnen geloven, dat je hart niet meer door twijfels wordt bevangen. Ons streven en ons bemoeien leiden ertoe, op jou door bekendmakingen zulke kracht over te brengen, dat je als zuivere waarheid alles opneemt wat je geboden wordt. Neem in acht, dat alles, wat de Heer jou zendt, je geest laat opleven, dat je in menig uur reeds troost kon halen uit Zijn woorden, dat je door de Heiland alleen dat onderwezen werd, wat overeenstemt met je bevattingsvermogen. Zijn werk zal toch tot voleinding komen met zulke gaven, die jou zullen inwijden in de diepste waarheid en die je een geestelijk weten geven, zodat je de grootte van Zijn liefde en macht daaraan zult herkennen.
Streef naar dit diepe geloof, dat de grondslag is voor je verdere werk. En wees nu bereid op te nemen:
Altijd en eeuwig bestaan Gods leringen, en altijd vindt de Heer degenen die Hem dienen en Zijn leringen helpen verbreiden onder de mensheid. Maar niet altijd zijn het menselijk hart en oor bereid, deze aan te nemen. Wat de Heer reeds aan wonderen liet geschieden, ze werden slechts zelden als zodanig erkend. Ten tijde van Christus geschiedden vele wonderen, en zelfs toen keerden zich slechts weinigen tot Hem. Want de mens is hard geworden door de invloed van het kwaad en gelooft deze meer dan zijn Schepper. Gezegend is nu degene, wiens hart zich ontsluit voor alles wat van boven komt, wie in geloof aan de Heiland zijn werk op aarde in dienst van de Heer stelt. Al dezen zal de Heer verlichten en Hij zal hen de kracht geven om naar Zijn wil te werken voor het zielenheil van de mensenkinderen.
Zo maak ook jij een doorlopende vooruitgang mee en vervul je dag na dag je bestemming. Het opnemen van de woorden Gods waarborgt, dat de Heer met Zijn genade bij je is en je zegent. Deemoedig, gewillig en vol overgave alles in ontvangst nemen en de geboden van de Heer nakomen. En steeds standvastiger zal je geloof zijn, dat je naar omhoog zal leiden.
Amen
BD.0187
18 november 1937
Heilige hallen – Zegen van de arbeid voor geestelijke wezens
Begin dus in Gods naam. Die jouw hart zoekt, zijn allemaal hier. Jij moet weer tegen verzoekingen strijden, dat bemoeilijkt je het opnemen. Maar blijf slechts in liefde met ons verbonden, dan zul je ook te allen tijde geholpen worden. Probeer nu ons te volgen: Wij hebben zorgvuldig voorbereid wat je moet opnemen en hebben alleen jouw aandacht nodig.
In heilige hallen verblijven al diegenen, aan wie onze woorden zegen hebben gebracht. Jou zal hetzelfde ten deel vallen, wanneer je voor jouw Heiland vecht. Want voor Zijn strijders is een leven in heerlijkheid bereid. Omstraald door de liefde van de Heiland, verlangen zij er alleen maar naar het eeuwige Licht te aanschouwen, de Heer en Schepper van hemel en aarde van aangezicht tot aangezicht. Ontelbare zielen smeken je, hen uit de nood te helpen, uit het geweld van de boze machten. Voor al dezen is de weg nog zo ver, tot ze bereiken, waar hen de eeuwige zaligheid beschoren is. Jou wordt de mogelijkheid geboden, door onvermoeibare arbeid op aarde ook een groot aantal van deze armzaligen te verlossen. Want jij kunt toch vele, vele mensen erop wijzen, eveneens in liefde voor zo vele geestelijke wezens te werken.
Door gebed en vroomheid wordt de kracht van alle wezens steeds groter. Niemand van jullie kan inschatten, hoe zo’n weldoend effect een levenswandel in geestelijk streven heeft op de hem omringende geestelijke wezens, zoals zo vele, die met de nog op aarde verblijvende wezens door Gods wijsheid verbonden zijn, deelnemen aan het aardse leven van deze wezens en met hoop en vrees ernaar verlangen, dat iedereen zich tot de goddelijke Vader wil wenden. Hun werkzaamheid aan gene zijde is immers onafgebroken de zorg voor de kinderen op aarde. En hun geestelijk streven in het hiernamaals geldt immers ook alleen maar de zielenheil van de aan hen toevertrouwde kinderen op aarde. Er is vaak een zware strijd om zulke zielen, en voor zover je helpend kunt ingrijpen: waar jij je broeders en zusters op aarde onze leringen kunt geven, zullen je talrijke wezens hiervoor bedanken. En daarom volgen ze jouw inspanningen met voortdurende zorg en hoop.
O, konden jullie mensen maar bij benadering inschatten, hoeveel zegen jullie kunnen geven met jullie arbeid. Jullie zouden voortaan alleen de Heiland dienen en opgaan in liefde voor jullie medemensen. En te allen tijde zouden jullie alleen maar het doel nastreven, jullie de eeuwige heerlijkheid te bezorgen.
Amen
BD.0188
19 november 1937
Gebed
Wij helpen je vooruit, zo goed als het in ons vermogen ligt. En daarom is al je angst en zorg overbodig, het ligt alleen aan je gebed. Wanneer je steeds tot deze je toevlucht neemt, kun je zonder zorgen zijn. Want steeds wordt verhoord, wie uit de grond van zijn hart om verlichting bidt.
Lief kind, geestelijke krachten, die je verheven leringen van Gods wijsheid willen geven, willen je kortstondig opeisen. Let op, hoe jou deze toebedeeld worden.
In alle noodsituaties heeft de Vader Zijn kinderen eens het gebed gegeven. Wat is het een bewijs van de genade van Zijn goddelijke liefde tot Hem te mogen smeken! Hij biedt allen de mogelijkheid, slechts door het richten van innige gedachten tot Hem zich te allen tijde hulp te verschaffen. Vol erbarmen komt de Vader iedereen tegemoet die Hem aanroept in zijn nood. Voor wie onder jullie deze genade wil afwijzen, is iedere mogelijkheid uitgesloten, dat goddelijke hulpkrachten zijn werk op aarde voor hem verlichten. Op zichzelf aangewezen, ontbreekt het hem aan de juiste kennis. Hij zal zijn levensweg gaan in dwaling en donkerheid van geest. Wat God jullie door de zegeningen van het gebed gaf, is van onschatbare waarde voor jullie, want het brengt immers de verbinding tot stand tussen de hemelse Vader en Zijn kinderen op aarde. Slechts een verblind iemand wijst een dergelijk middel van genade af. Maar ieder kind van God zal de Vader danken voor dit grote genadevolle bewijs van Zijn liefde en zal zich in dankbaarheid er alles aan gelegen laten liggen aan te nemen, wat hem geboden wordt.
In het gebed wil de Heer jullie beproeven, want wat jullie als vorm van gebed toepassen, is niet voldoende. Het dringt niet tot de Vader door, zolang niet jullie hart spreekt. Het is slechts dan van waarde en werkzaam, wanneer jullie je volledige kinderlijke smeken in het gebed leggen, zij het in woorden of in gedachten. Steeds moeten jullie vanuit het hart tot God spreken, dan zal Hij jullie verhoren en jullie geven, wat volgens goddelijke wijsheid van nut is. Geef daarom al jullie zorgen vol vertrouwen over aan jullie Vader, die zo, als het nuttig voor jullie is voor de eeuwigheid, jullie gebed zal verhoren. En onderwerp jullie steeds aan Zijn wil. Want Hij alleen weet wat jullie vroom maakt, en zal jullie geven, opdat het jullie zegen brengt.
Zie daarom in het gebed steeds een geschenk, de brug, waarop de Heer jullie toestaat, tot Hem te komen. En maak gebruik van deze gelegenheid, zo vaak als jullie kunnen. Aan het eind van jullie leven zullen jullie erkennen, hoe rijk gezegend jullie wandel op aarde daardoor was.
Amen
BD.0189
19 november 1937
Bescherming tegen vergissing – Aanmaning tot gebed
Onvermoeibaar moet jij onze leringen vernemen. Zie, God geeft je overeenkomstig Zijn wil zo, als het bevorderlijk voor je is. Je kunt Zijn woord aan één stuk door vernemen. Zijn liefdevolle onderwijzingen worden je geboden, zolang als je wil juist is en je bereid bent, de Heer te dienen. Maar let er steeds op, dat jij voorts ook voor je geloof vecht, want je zult steeds gemakkelijker opnemen, hoe sterker je geloof is. Overweeg alles wat wij je geven in je hart, en je zult zien, dat je veel kracht ten deel valt wanneer je de leringen pas goed op je laat inwerken.
Het mag je soms toeschijnen, alsof jij je eigen gedachten in het geschrift inbrengt, maar wijs dit steeds van de hand. De bescherming jegens jou laat niet toe, dat je vergissingen maakt bij het schrijven. Dit moeten lessen zijn, voor velen toebereid, en alleen zuivere waarheid moet door jou ontstaan. Pas daarom op voor gedachten, die alleen maar je rust verstoren en ook storend werken op hetgeen wij overbrengen. Er is slechts één ding nodig: dat jij alles in diep geloof in ontvangst neemt. Dat jij geheel en al vertrouwt op je Heiland, die je niet wil laten dwalen, en dat je dankbaar uit Zijn hand alles aanneemt wat je gegeven wordt.
Wees nu bereid en luister: Wederom is uit de Heer een kracht voortgekomen, waarop wij allen grootse hoop vestigen. Heeft je hart eerst eenmaal deelgenomen aan dit grote genadewerk van de hemelse Vader, dan zal het nimmer loslaten. De geneugten van de wereld kunnen zo’n kind niet meer bekoren, want te leven in Gods genade, dagelijks op aarde te wandelen in Zijn licht is onvergelijkelijk meer waardevol. Weldra ontstaat het verlangen, steeds meer binnen te dringen in de geestelijke wereld. En de aardse wereld met haar verleidingen geeft het kind Gods niets meer, wat deze zegeningen evenaart.
En toch vermaant de Vader steeds weer, niet na te laten in gebed. Want alleen door voortdurend gebed wordt steeds weer genade en kracht verworven, en alleen hierdoor kan de mens ten uitvoer brengen en zijn doel bereiken. Wees waakzaam en bid! Opdat jullie niet bezwijken voor de verleider, die onophoudelijk probeert, de mens zich te laten afkeren van het goddelijk streven. En door het gebed zullen jullie steeds al het kwaad om jullie heen afweren en alleen de genade van de Heer deelachtig worden. Blijf daarom in gebed en roep met elke gedachte tot de Vader om hulp, opdat Hij jullie streven wil zegenen en jullie kracht wil geven om te geloven.
Amen
BD.0190
20 november 1937
Uitwerking op onwetende geestelijke wezens
Bij het wisselen der tijden staat de Heer ons toe jou te onderrichten, wat je vreugde moet schenken.
Velen gaan het land van de Eeuwige binnen, die jij door je streven volkomen anders hebt leren denken. Zachtjes en behoedzaam verschijnen ze in jouw nabijheid en volgen alles wat je doet en denkt. En ook in hen ontstaat langzaam het besef van hun situatie en hun bestemming. Hun gepeins en hun streven is er nu op gericht, zich aan te passen en in verbinding met goede geestelijke wezens te komen. Voor al dezen is jouw werken op aarde al tot zegen geworden. Steeds weer keren ze tot jou terug en aanschouwen vol verbazing de mogelijkheid van jouw verbinding met het hiernamaals. Menigeen zou jou willen uitleggen, hoe jouw bidden en streven op hen ingewerkt heeft. De lichtstraal die van jou uitgaat, zodra onze verbinding tot stand gebracht is, trekt vele arme zielen aan. Ze zijn nog met de aarde verbonden en waar zo’n straal hen bijlicht, daar komen ze samen. Een liefdevolle gedachte, die je tot hen allen richt, geeft hen steeds weer hoop en kracht om aan zich zelf te gaan werken en zich tot de goddelijkheid te wenden vanuit een beginnend besef.
Wat je alleen al aan deze geeft, is oneindig waardevol en tot zegen. Menigeen wil graag voordringen en je zijn zorgen en smeekbedes toevertrouwen, maar de tijd is nu nog niet gekomen. Niet voor hen, en ook jouw rust willen we nog niet verstoren. Wij handelen nu in de geest van de Heer, wanneer wij je slechts dat willen geven, wat bevorderlijk is voor jou en de vrede van je ziel. Maar als je de schare kon zien van hen die jouw inspanning met hoop en vrees volgen, dan zou dat alleen al je ertoe aanzetten, van de gelegenheid tot verbinding met ons gebruik te maken, zo vaak als je kunt.
Konden wij maar heel vaak zo rechtstreeks werken aan de kinderen der aarde. Wat een zegen zou dat brengen! Vol geloof en vertrouwen mag jij je steeds tot ons wenden. Ontelbare zielen zijn evenals wij bang dat je deze weg zou kunnen verlaten. En voor zover wij daartoe de kracht hebben, staan we je allemaal met hulp ter zijde. Daarom kun je vol vertrouwen je werk voortzetten en hoef je niet bang te zijn dat onze bijstand ooit van je zou kunnen worden afgenomen.
De liefde van onze Heer en Heiland is zo onmetelijk. En steeds is Hij erop bedacht, de zijnen verkwikking en kracht te geven op hun pelgrimstocht naar hun ware vaderland.
Amen
BD.0191
20 november 1937
Geleerden – Arm en rijk – Pond
Met goedkeuring van onze Heer en Heiland bereiden we je vandaag een boodschap, die je in staat moet stellen, ook tegenover geleerden te getuigen, dat jouw streven door God gewenst is en in Zijn welbehagen.
Sommige mensen worstelen met pijn en moeite om hun bestaan, en weer anderen krijgen het geluk in de schoot geworpen, en ze hebben weinig begrip voor de nood en het lijden van de anderen. Wanneer jullie nu menen, dat de Heer deze verlaten heeft, kijk dan wat beter en zie, dat daar, waar de mens moet vechten voor zijn dagelijks leven, veel sneller Zijn geboden worden nageleefd dan daar, waar de mensen een gemakkelijk lot beschoren is. En merk daardoor, dat de mens met zorgen veel eerder op gedachten is gericht, die tot zijn heil leiden, maar dat de mens, die onbekommerd door het leven gaat, iedere gedachte aan een rechtvaardiging voor de hemelse Vader onaangenaam is en hij deze snel afwijst, wanneer hij zijn innerlijk eenmaal invulling geeft.
Vergelijken jullie nu, hoe Christus ook Zijn lijden gewillig op zich nam, uit liefde voor de mensheid, omdat hij daarmee voor de kinderen op aarde de levensweg wilde vergemakkelijken. Zo vloeit hieruit voort, met hoe weinig lijden de Heer jullie wilde opzadelen en hoe Hij Zijn best deed om deze last te verlichten, doordat Hij geduldig het leed van de mensheid op zich nam. Door de grootsheid van Zijn liefde is Hij in staat geweest het leed van andere wezens te dragen. En om zich voor anderen op te offeren, heeft de Heer zich aan het kruis laten slaan. Derhalve nemen allen, die op aarde hun leed dragen, berustend en verdraagzaam deel aan het verlossingswerk van Christus. Want alleen door leed bereikt de mens volmaaktheid. Door lijden worden duizenden en nog eens duizenden zielen gered voor het eeuwige Rijk. Maar voor de ander, die niet belast is, zal weinig zegen voortvloeien uit zijn wandel op aarde. Want hij sluit zich af voor alle vermaningen, die op zijn hart toekomen, en blijft ver op deze achter.
Wanneer jullie nu vragen, waarom de Heer zo verschillend voor de zijnen zorgt, waarom Hij de één in nood en treurnis rijp laat worden, maar de ander behoedt voor hartzeer en zorgen, dan zal de Heer zelf daarop antwoorden: “Ik heb ieder het pond gegeven, opdat hij het te gelde maakt.” Zoals de mens zich instelt op God, zo zal hem gegeven worden.
“En is er iemand onder jullie, aan wiens hart Ik niet geklopt zou hebben? Is er iemand onder jullie, die Ik niet benaderd zou hebben, om door hem opgenomen te worden?”
De arme geeft van het weinige dat hij heeft, maar de rijke laat tevergeefs smeken, die tot hem komen. En zo wordt ook de Heer opgenomen door de arme, maar afgewezen door de rijke, zo vaak Hij toegang tot hem verlangt. En nu kiest de Heer uit, die Hem trouw heeft gediend, en blijft Hij verre van degenen, die in hardnekkigheid Zijn roepen niet wilden aanhoren. Binnenkort zullen jullie echter meemaken, hoe de Vader de zijnen beschermt en aan hen Zijn liefde bekend maakt. Dan ontwaken ook jullie, die lang geaarzeld hebben, de Heer op te nemen in jullie hart. Want jullie is nog weinig tijd beschoren op aarde. (onderbreking)
BD.0192
21 november 1937
Aanwijzingen (voortzetting van nr. 191)
Maar nu werken er verschillende machten in het menselijk hart. Het goede strijdt tegen het boze, en maar al te vaak heeft het boze grote macht over de mensen. De mens neemt veel gemakkelijker aan, wat hem verwijdert van de Heer, wanneer de uiterlijke levensomstandigheden hem niet nopen, door innig gebed de Heer om hulp te smeken. Zodoende wordt de kracht, door middel waarvan de mens de verzoekingen van het boze zou kunnen weerstaan, steeds geringer en de macht van de verleider, zijn invloed op de mensenziel, steeds groter. Het gebed wordt heel vaak vergeten door degene, wiens leven weinig strijd om het bestaan kent. Het hart van deze armzaligen verhardt zich met de tijd geheel tegen de goede invloeden van de geestelijke wezens, die hen voor hun bescherming toegekend zijn.
Daarom is het onze uiterst dringende raad, afstand te doen van de wereld en de wereldse geneugten. Want dan pas neemt de kracht toe, om voor het zielenheil te werken. Eenieder, die met aardse goederen gezegend is, is de drang om te willen genieten eigen. En daarin ligt het grote gevaar, want hoe meer zij hun doen en laten aan de wereld wijden, des te meer verwijderen ze zich van de geestelijke wereld. En worden zij er eenmaal op gewezen, dat het eigenlijke doel van het leven toch een ander doel is, dan proberen zij des te meer de hen op de juiste weg wijzende gedachten door wereldse genietingen te verdoven. Ze leven erop los, als kwamen hun dagen nooit ten einde.
En toch worden aan iedereen voldoende aanwijzingen gegeven en zien zij aan het lot, aan het plotseling overlijden van menig medemens, hoe nodig het zou zijn, zich vertrouwd te maken met de gedachten aan het hiernamaals. Voor iedereen komt het uur, vroeg of laat, en een lang leven te hebben geleefd, zonder de zin ervan begrepen te hebben, is onnoemelijk smartelijk. Daarom is de zorg voor deze zielen dubbel zwaar, maar ook verdienstelijk. Het vergt veel liefde en geduld en trouwe volharding om een dergelijke ziel aan de macht van de tegenstander te ontrukken. Wie de mogelijkheid geboden wordt, op zulke harten in te werken, die moet het niet verzuimen. Weliswaar hebben ze oneindig veel hulp nodig op aarde, omdat het denken van deze armen zich steeds meer verblind van het geestelijke afkeert.
Het opnemen geeft je moeilijkheden, we willen je te gelegener tijd meer geven.
Amen
BD.0193
21 november 1937
Vijanden van de mensheid – Strijd – “Jullie is de overwinning”
Breng offers aan de Heer en Hij zal het je duizendvoudig vergoeden. Onder de mensen verbergen zich talloze vijanden van de geestelijke leer. Niets is hen heilig, wat buiten menselijke kennis en kunnen ligt, en ze zouden al het streven naar geestelijk goed onder de mensen willen vernietigen. En waar het hen maar mogelijk is, onderwijzen zij, dat alle leven, alles wat bestaat voor de mensen met hun lichamelijke dood is uitgedoofd. En daardoor beroven ze hem van ieder geloof. Ze verhinderen iedere geestelijke instelling op een hoger wezen. Ze vernietigen het geloof in een hiernamaals, in een rechtvaardiging, over het algemeen alles, wat de eigenlijke zin en het doel is van de korte tijd, waarin de mens de genade heeft op aarde belichaamd te zijn.
Met een dergelijke, al het goddelijke afwijzende houding, bereikt de mens echter nog minder dan niets in het leven. Want niet alleen is zijn tijd van leven voor hem volledig nutteloos verstreken, bovendien is hij daardoor in de macht der duisternis gevallen, die hem steeds verder meetrekt naar beneden in het verderf. Deze vijanden van de mensheid moet met alle wilskracht en met alle middelen de strijd aangezegd worden, nu en te allen tijde. Bedenk toch, hoe zij het wel en wee van de menselijke ziel in handen houden. Waar geen eigen prikkel is, aan deze macht te ontsnappen, is het slecht met de mensheid gesteld. Want goed en kwaad zal zij nimmer uit elkaar kunnen houden. Ze zal zonder te beoordelen alles aannemen en goed achten, wat deze vertegenwoordigers van de tegenstander in mooie redevoeringen voor de mensen aanlokkelijk willen maken. En er zal van dit alles niets overblijven dan een volk, dat in dwaling wandelt en dat God en Zijn leer afwijst. En wederom zal dit volk zich ook nog opdelen in vele partijen, en het zal aan alle kanten een zoeken en dwalen in het duister zijn.
Wat God onderwezen heeft en wat Christus op aarde aan de mensen gaf, probeert men te vernietigen en geeft men onjuist en vertekend door. Maar jullie, Zijn getrouwen, mogen dit hoogste goed niet verloren laten gaan. Jullie moeten werken in liefde en eendracht, opdat de mensen de verbondenheid met God blijven behouden, en hierdoor en door het gebed ook de waarborg, dat de Heer en Heiland te gelegener tijd iedereen zal helpen die Hem aanhangt. Van de zielen blijven er veel achter, die God als hun Heer en Schepper erkennen. En het is jullie taak op aarde om deze zielen in het geloof te bevestigen en goddelijke genade op hen te richten. Toch zal nog harde strijd aan jullie werk voorafgaan, want waar men vijandig staat tegenover de leer van Christus, daar zal men ook maatregelen nemen tegenover hen, die zich tot deze leer bekeren en strijden voor Jezus Christus. En om voor deze strijd toegerust te zijn, zullen jullie de hemelse Vader nog om veel genade en kracht moeten vragen. Maar de Heiland zelf staat jullie bij, en “Jullie is de overwinning”, spreekt de Heer. Want Hij zegent allen die Zijn woord verkondigen en leidt hen naar de overwinning.
Amen
BD.0194
22 november 1937
Leren onder dwang
Bewaar een gelovig hart, dan zal God je altijd nabij zijn. En legt de Heer je ook op, wat je ondraaglijk schijnt, met Zijn hulp en genade kun je alles overwinnen.
En luister nu: Wij vormen allemaal een kring om je heen en beginnen met ons werk, want de Heer heeft besloten, je in te wijden in de gevaren van het christendom, zoals het tegenwoordig op aarde onderwezen wordt. Wanneer in alle tijden Zijn woord zo opgevat werd, als gold het, de naasten dwang op te leggen, dan was dat een grote vergissing en fout van de leraren. Want de Heer wil geen van Zijn kinderen onder dwang naar zich toe trekken, maar de kinderen moeten geheel uit vrije wil beslissen, of ze voor de Vader kiezen of Hem willen afwijzen. Wij beschouwen daarom iedere dwang die de Kerk of Gods dienaren willen uitoefenen of de mensheid, als niet door God gewild en niet door Hem in Zijn leer verordend. Daarom valt een dergelijke kerk uiteen, omdat haar immers de belangrijkste voorwaarde ontbreekt: volledige wilsvrijheid.
Waar voorschriften worden opgesteld, één en ander na te leven onder dreiging van straffen, daar kan geen vrijheid van geest bestaan, en daar zou ook het doel niet zijn vervuld, ook al zouden de kinderen op aarde deze voorschriften onder dwang nakomen. En daarin ligt weer de verklaring voor het verval van zulke kerken, ofschoon het hun bedoeling is, de mensen tot God te leiden. Met de erkenning van deze heiligste grondvoorwaarde, het doen en laten van de mens op de vrije wil te baseren, komen op die manier vele andere voorschriften in het rijk van de dwaling terecht. Geen enkele dwang is door God gewild en hindert daarom de mens alleen maar op de weg naar de eeuwigheid. Jullie mogen Zijn woorden wel onderwijzen, maar niet koppelen aan voorwaarden, die het mensenkind in een soort dwangpositie brengen en hem een ander beeld van Gods goedheid en liefde zouden kunnen geven.
Let er overal op, dat jullie, die dienaren van God zijn, jullie schaapjes in liefde tot de Vader moeten leiden. En leer hen te streven naar en te bidden om Gods genade, dan zal voor hen de weg naar de Vader gemakkelijker worden. En niets zal hen schrik aanjagen, terwijl jullie onderricht hen in een toestand van afhankelijkheid brengt. In een toestand, waar zij weliswaar in het beste geval moeite doen, hun plichten na te komen, maar waar hun de innerlijke geestelijke overgave aan het vaderhart ontbreekt. Liefde en verlangen naar de Vader moeten uit het hart komen, maar niet onder druk afgedwongen worden. De menselijke ziel klimt dan naar een veel hogere trede en schrijdt met Gods genade, die zij uit eigen beweging afsmeekt, veel sneller voorwaarts.
Probeer daarom, waar jullie kunnen, de mensen duidelijk te maken dat zij niet een leer moeten aanhangen, maar in het binnenste van hun hart de leer van God moeten horen, die hen wijst op hun kindschap van God. En als kinderen Gods het verlangen aan te wakkeren, tot de Vader te komen, is, wat jullie tot de grondslag van het ware christendom moet zijn. En dan zal jullie door de Vader de weg worden gewezen in liefde en goddelijk erbarmen.
Amen
BD.0195
22 november 1937
Liefde van de Heiland – Met geestelijke ogen schouwen
Jouw streven wordt door de Heer gezegend en je zult Zijn woord vernemen. Binnen enkele uren al kan je ontnomen worden, wat je het liefste is op aarde. Maar de liefde van de Heiland blijft eeuwig bij je, en daarnaar te streven is vele offers waard, mijn kind. Zich te laven aan deze eeuwige bron valt je dag na dag ten deel. Richt al je gedachten slechts op Hem alleen, dan zul je ook een leven leiden op aarde, zoals het Hem welgevallig is. Alle dagen van je leven moeten een enkel gebed zijn om de liefde van de hemelse Vader. Dan zal het leven op aarde gemakkelijk voor je worden en keer je – een deel van God zelf – terug tot Hem, als je tijd is gekomen. Als de Heer met je spreekt, dan geschiedt dit uit overgrote liefde, en wat Hij je geeft in deze liefde, dat leidt je wederom tot God, als je het met je hart aanneemt.
Er ontwarren zich vele draden, en weldra geeft de Heer je een helder beeld van het scheppen en werken in de geestelijke wereld. Jou is gegeven, met geestelijke ogen te leren schouwen in het rijk van het eeuwige. Om daar te kunnen werken, moeten jullie op aarde een hoog geestelijk niveau bereikt hebben, om bij jullie intrede in het hiernamaals je te kunnen voegen bij de schare van ijverig werkende geestelijke wezens. Zij besturen allen volgens Gods wijze raadsbesluit, en hun werk van liefde aan minder volmaakte geestelijke wezens bereidt hen al een toestand van niet te beschrijven zaligheid. Daarbij komt, dat zij zelf in staat zijn te zien en te voelen als lichtwezens, wat je nu nog niet kunt begrijpen. Dat zij in verbinding met de Heiland in staat zijn, in deze volheid van licht te verblijven, en dat het hun een gevoel van mateloos geluk bereidt. Alleen de liefde van de Heer Jezus vermag jullie daarheen te leiden, en door de liefde voor Hem zullen jullie Hem toebehoren tot in eeuwigheid.
Amen
BD.0196
23 november 1937
“Met de maat waarmee gij meet zal u worden toegemeten”
Dus begin, mijn kind: Je ervan bewust blijven, dat je onder al je levensomstandigheden zonder de hulp van de Vader niets bereiken kunt, zal je steeds juist laten handelen en steeds je blik zich op de Vader doen richten. Met de maat waarmee gij meet zal u worden toegemeten. Dit woord heeft de Heer gegeven en de kinderen op aarde daarmee het gebod van naastenliefde.
Wij weten allemaal, hoe moeilijk het is, op aarde dat gebod te vervullen. Want de liefde is in het leven op aarde nog zo vreemd. Een ieder ziet de naaste nog niet voor zijn broeder aan, maar wantrouwt hem altijd meer als een tegenstander. En het behoeft juist daarom een grote overwinning, deze medemensen de liefde toe te dragen die de Heer van jullie verlangt. Het is beslist zegenrijk, wanneer jullie eerst eens moeite doen te begrijpen, dat jullie toch allemaal kinderen van God zijn en in jullie alleen maar liefde voor elkaar zou moeten wonen, door middel van welke kracht jullie elkaar alleen maar liefde zouden moeten geven, in plaats van jullie vijandig te gedragen of in onverschilligheid langs elkaar heen te leven. Het is de wet van de Vader, dat jullie in gelijke mate toegemeten moet worden, als de maat waarmee jullie je medemensen toemeten. Alles, wat de Vader jullie geeft, moeten jullie op dezelfde wijze jullie naasten doen toekomen, maar steeds met het besef, dat jullie kinderen onder elkaar zijn en dat de liefde van de Vader probeert jullie allen te verenigen. Laat daarom verzoeken nooit tevergeefs zijn, en geef daar, waar ook maar het geringste verzoek jullie oor bereikt.
In het aardse leven wil de Vader jullie de gelegenheid geven, jullie te oefenen in deze naastenliefde. Want in het hiernamaals is de liefde het voornaamste gebod. Daar werkt de één alleen voor de ander. En wat jullie in het leven op aarde verzuimd hebben aan liefde te geven, dat zal daar zwaar op jullie drukken. Menigeen zal verlangen naar de werking van de liefde, die hem verlossing moet brengen uit de duisternis. God heeft alle goede daden op aarde gezegend. Ze brengen veelvoudige vrucht voort in het hiernamaals. Want ieder zal oogsten, wat hij gezaaid heeft, en zal het loon van zijn liefde op aarde weer in liefde ontvangen van onze Heer en Heiland. Want God is de liefde, en in Zijn liefde te mogen leven is eeuwige zaligheid.
Amen
BD.0197
23 november 1937
Aardbol – Donderstem
Zo is het volgens de wil van de Heiland, dat jouw kennis steeds vergroot wordt. Je hebt weinig te vrezen in deze dagen en kunt je onbezorgd overgeven aan je geestelijk streven. Er wordt jou veel kracht en ook vreugde gegeven, de woorden van de Heer te ontvangen. Alle lessen hebben slechts dit ene doel, dat jij in verbinding blijft met de hemelse Vader. Daarom sporen wij je steeds meer aan, trouw te volharden en niet na te laten. Want het brengt je toch geestelijke goederen, die je van nut moeten zijn voor de eeuwigheid. Zie, mijn kind, wij zijn allen gelukkig met jouw ijver en brengen je vol vreugde de gaven, die de Heiland voor jou bereid heeft. Weliswaar zul je nog vaak strijd moeten leveren, voordat je geheel doorgedrongen bent in Gods wijsheid, maar des te inniger zul jij je bij de Heiland aansluiten. Want Zijn liefde laat niet los, die Hem trouw zijn. Heeft God je in vol vertrouwen zo begenadigd, je Zijn leren te doen toekomen, zo moet jij dit vertrouwen ook rechtvaardigen, door Zijn wil te vervullen en Hem te allen tijde te dienen.
Binnenkort begint het al te dagen op de aardbol. De heer zal door alle landen gaan en Hij zal tot troost en hoop zijn voor de zijnen. En de mensheid zal Zijn donderstem horen, wanneer Hij alle ongelovigen en hen die geestelijk slapen wakker zal roepen. Maar jullie allemaal, die troost zoeken bij de Heer, zullen veilig geborgen zijn in Zijn liefde. Hij zal Zijn kinderen beschermen tegen ongemak, en zij zullen de nabijheid van hun Heer en Heiland voelen en gelovig op Hem vertrouwen, dat Hij hen redt uit alle gevaar. Wend jullie daarom allemaal in kinderlijk vertrouwen tot jullie Vader in de hemel, opdat hij jullie behoede, nu en altijd.
Amen
BD.0198
24 november 1937
Strijd van het licht met de duisternis
Luister, mijn kind, het ligt in Gods wil, jou te onderwijzen in leren, die stroken met jouw denken, en daarom wil ik je nu meedelen, hoe zeer onze Heer Jezus met jou begaan is en zich verheugt over jouw overgave. Als je ooit het gevoel hebt verlaten te zijn, laat het je dan nooit meer afschrikken. Want Eén is jou altijd nabij, jouw Heiland, die je helpt al je zorgen te dragen. En voltooi – dit wetende – getroost je levensweg en wees niet bang! Niet iedereen is eenzelfde lot beschoren, lichamelijk en geestelijk zo te mogen werken, zoals de Heer en Heiland het jou toegedacht heeft. Maar wanneer jouw blikken zich altijd naar boven richten, dan zul je beide kunnen nakomen en steeds de zorgzame hand van de Vader bespeuren.
Luister naar ons, die in jouw nabijheid vertoeven, en probeer dit te volgen: In het begin van de wereld was alle geest verenigd. Een wezenlijkheid was omstraald door het licht van de eeuwige zon. Elementen, die het licht schuwden en probeerden het goddelijke licht te vernietigen, zoefden door het heelal. In de strijd van de duisternis met het licht verloren ontelbare atomen de verbinding met het licht, en de elementen der duisternis zegden deze in het heelal dolende lichtdeeltjes de strijd aan, om hun rijkdom aan licht, dat elk van deze kleine en kleinste wezenlijkheden borg, op te lossen en deze wezenlijkheden dan in de betovering van de duisternis te trekken. Zo ontstond de strijd tussen goed en kwaad, het duurt tot in onafzienbare tijd. En God gaf aan elk lichtwezen de vrijheid, zich te richten naar eigen wil.
Maar het oorspronkelijke toebehoren van deze wezenlijkheden aan het goddelijke licht blijft bestaan. En ook al duurt de strijd nog duizenden jaren, elk kleinste bestanddeel van het eeuwige Licht zal weer terugvloeien naar het uitgangspunt van zijn bestemming. Dat is de kringloop naar Gods wil, dat elk wezen in vrije wil, met inzet van al zijn kracht, gesteund door de liefde van de goddelijke Vader, die al het licht opwekt, zich tot Hem richt en zo weer de weg terugvindt naar de volmaaktheid en weer mag verblijven in de nabijheid van de hemelse Vader… van het eeuwige Licht.
Amen
BD.0199
24 november 1937
Strijd van het licht met de duisternis (Voortzetting van BD.0198)
Waar jouw wil zich richt op het geestelijke, zal jou ook de kracht gegeven worden, je doel na te streven. In jouw hart ligt de waarborg voor je streven. In het hart zul je voelen, dat de verbinding met de Heiland je goddelijke genade doet toestromen. En je zult in geluk en innerlijke vrede de toekomst tegemoet kunnen zien. Waar zich de Heiland om de zijnen bekommert, brengt elke dag jou zegen. Maar dank de Heer ook voor elke dag, waarop Zijn woord jou onderwijst.
En begin nu: Waar de wezens van het licht met de duisternis strijden, zal geen graankorrel verloren gaan. Alles verrijst opnieuw, steeds naar het licht strevend. De kleinste wezenlijkheden blijven bestaan in het heelal en vormen zich al naar gelang de duur van hun leven steeds opnieuw om. Ze bereiken eindelijk een toestand, waarin zij naar eigen goeddunken over zich zelf kunnen beschikken, maar steeds onderdanig aan de wil van de Schepper. Waar dan hun eigen wilsvrijheid begint, dragen zij nu ook de verantwoording voor de verdere ontwikkelingsgang, voor de rijpheid van hun ziel. Het is hun bestemming, terug te keren naar het eeuwige Licht, vanwaar zij uitgegaan zijn. Maar in welke tijd zij deze bestemming bereiken, wordt aan hen zelf overgelaten. Daarom worstelen deze lichtwezens onafgebroken tegen de macht der duisternis. Wie uit deze strijd als winnaar naar voren komt, draagt nu van zijn kant eraan bij, de zwakken te helpen. En het scherpste wapen in de strijd tegen de tegenstander is de liefde.
Amen
BD.0200
25 november 1937
Strijd van het licht met de duisternis (Voortzetting van BD.0198 en BD.0199)
O, wat doet het ons goed, wanneer wij jouw streven volgen! In de nacht kan niet ten onder gaan, wie zo het licht nastreeft. Neem daarom onze leren verder zo vol overgave op, zodat je daarmee toch jouw zielenheil en dat van vele anderen bevordert. En zo willen wij je nu geven, wat je werk van gisteren moet voltooien:
In kleine afstanden van tijd en ruimte bewegen zich talloze lichtwezens, die in belichaamde toestand in het dieren- en plantenleven hun ontwikkelingstijd doormaken, en steeds weer streven zij ook daar onbewust het licht tegemoet. Na een lange tijd, gedurende welke zij in verschillende stadia zich steeds verder ontwikkelen, doet zich dan een laatste stadium voor hun geestelijke wedergeboorte voor: de belichaming als mens. Hierin begint dan de strijd met de duisternis, die dit aardse wezen zijn bestemming afhandig wil maken en de ziel geheel mee naar beneden wil trekken, de duisternis in. En omdat de mens in dit stadium een vrije wil heeft, zelf te kiezen voor goed of kwaad, voor licht of duisternis, is dit zo’n ontzaglijk verantwoordelijke strijd. Want zijn afval van de hemelse Vader, van het eeuwige Licht, zou voor hem weer een duizenden jaren durende worsteling betekenen, tot ook deze ziel door de zich steeds weer om hem bekommerende liefde van de in het licht staande geestelijke wezens eindelijk verlost wordt.
Ontelbare wezens zouden met meer volharding streven, wanneer ze zich van deze verantwoording bewust waren. Maar toch moet de mens uit eigen beweging de weg naar God vinden. Alleen dan kan hij weer een deel worden van dat, wat hij in het begin van de wereld was. Waar de almacht en de liefde Gods werkt, gaan geen van deze minuscule lichtwezens verloren. Daarom wordt er ook steeds weer op gewezen, dat in de oneindigheid ieder wezen onder de hoede van de Vader zijn weg gaat, die hem voorgeschreven is en die nuttig is voor zijn ontwikkeling. Dit is een wet, die in zijn diepzinnigheid voor jullie niet te bevatten schijnt, maar jullie zullen geen van allen ook de oneindige grootte van jullie Vader in de hemel kunnen begrijpen, voordat jullie zullen zijn, wat jullie bestemming is: één met de goddelijke Vader.
Amen
