Inhoud
BD.0323 Nood van de mensheid – Waarschuwingen en aanmaning Gods woord aan te nemen
BD.0324 Het woord van God
BD.0325 Goddelijke genade
BD.0326 Goddelijke genade – Geest van God
BD.0327 Openbaring van de Heer zelf
BD.0328 Afwijzen van gedachten aan een voortleven na de dood
BD.0329 Woorden van troost van de Vader – Boekenverbod
BD.0330 De rechterlijke macht
BD.0331 Wonderbaarlijke bewijzen – Hetzelfde doel voor ongelovigen
BD.0332 Zegen van God – Aards en geestelijk
BD.0333 Aanmaning om de innerlijke stem te volgen – Grondpijler voor de waarheid
BD.0334 Vijandige bejegeningen van boze machten – “Leid ons niet in verzoeking”
BD.0335 Geestelijke arbeid – Geestelijke honger – Goddelijke genade
BD.0336 Opnamevat – Organische ledematen – Doel van het hart
BD.0337 Gestage vooruitgang – Verzuimd levensstadium
BD.0338 Waarom God de druk toelaat door hebzucht – Leugen en onrecht
BD.0339 Geestelijk werken en loon – Aardse arbeid en loon – Arbeid in het hiernamaals
BD.0340 Twijfel aan de goddelijkheid van Christus – Leer van Christus – Menswording
BD.0341 Goddelijke genade – Geestelijke vrienden – Gevaren van buiten – Hulp
BD.0342 Mijd de vreugden van de wereld
BD.0343 Gevaar van de eigenliefde – Liefde voor God en de naasten
BD.0344 De ontwikkelingsweg is een voortdurende strijd – Strijd in de natuur
BD.0345 Zegen van ziekte en lijden
BD.0346 “En het Woord is vlees geworden”
BD.0347 Maar het grootste wonder is de liefde
BD.0348 Vermaning
BD.0349 Mysterie van de menswording – Gods genade en kracht
BD.0350 Kandidaten voor het eeuwige Rijk
BD.0351 Bevolkingsproblemen (1)
BD.0352 Bevolkingsproblemen (2)
BD.0353 Gevaar voor het zielenheil van de wereld
BD.0354 Geloof
BD.0355 (Hugo)
BD.0356 Aansporing tot werkzaamheid – Gods wil – 7 jaar leed – Woorden van de Vader
BD.0357 (Verjaardag)
BD.0358 De wil onderwerpen aan de goddelijke wil
BD.0359 Geduld en zachtmoedigheid van de Heer – Zijn goedheid duurt eeuwig
BD.0360 Georganiseerde sociale voorzieningen – gebrek aan naastenliefde
BD.0361 Liefdevolle woorden van de Vader (1)
BD.0362 Liefdevolle woorden van de Vader (2)
BD.0363 Innerlijke stem – Heerschappij van de ziel over het lichaam
BD.0364 Noodzaak van voortdurende strijd – Reiniging door elementen – Storm
BD.0365 Woorden van de Vader – Geest – Lijden – Liefde
BD.0366 Strijder voor God – Woord van God – Graanschuur
BD.0367 Boodschappen door God zelf gegeven zijn onvernietigbaar
BD.0368 Gloeiend hart – Vormen van de ziel – Macht van de liefde
BD.0369 Scheppende geesten – Vrije wil
BD.0370 De groep discipelen van de Heiland – Joodse rijk
BD.0371 Antroposofen – Gedicht
BD.0372 Verstandelijk willen overbrengen – Innerlijk besef
BD.0373 Het doel van het lijden – Beproevingen – Traagheid van de geest
BD.0374 Goddelijke geboden – Werk van de geestelijke wezens
BD.0375 Weten – Innerlijk leven – Waardeverschil tussen geestelijk en aards weten
BD.0376 Bouwwerk en fundering – Druk van de geschriften – Waarschuwing
BD.0377 Doorgeven van geestelijke kennis – De Heer stelt grenzen
BD.0378 Zuivering van de ziel voorwaarde voor de vereniging met God – Hulp aan de dwalenden
BD.0379 Goddelijke krachten – Uitstroming van de liefde van God
BD.0380 Woord van God – Kracht – Genade – Onbegrensde gave van de geest
BD.0381 Volharden in de wil van God – Openbaring – “Mijn Vader” – Loon
BD.0382 Weerstand tegen het kwaad door het verlangen naar God – Geest van het licht – Woord van God als wapen
BD.0383 Zuiverheid van het hart – Innerlijke deemoed – Zelfkennis
BD.0384 Bloementuin – Hart van de mensen – Deugden – Gedicht
BD.0385 Geestelijk schouwen – Verspreiding van het woord van God in zuiverste vorm
BD.0386 Voorspelling – Wet – Taak op aarde – Leer van Christus
BD.0387 Voorspelling – Daniël – Strijd van de geestelijke wezens uit de lichtsfeer
BD.0388 Het geweten
BD.0389 Mijn leider en beschermer – Controlegeest – Leerling – Leraar
BD.0390 Voorwaarde voor de graad van rijpheid – Onderzoekingsgeest – Droom? – Zorg van de Vader
BD.0391 Afzondering van de wereld – Klooster
BD.0392 Weerleggen van twijfels over schrijven – Geloof – Teken
BD.0393 Onderzoeken en dwaling – Liefde en waarheid – Bouwmeester
BD.0394 Wereldlijk leven – Geloof – Liefde van God
BD.0395 Aanmaning om hen die geestelijk dwalen te helpen
BD.0396 Gevoel voor natuurschoon en de bedoeling hiervan voor de mensen
BD.0397 Boze gedachten – Bewuste herkenning van God – Graad van rijpheid
BD.0398 Rotsvast geloof is noodzakelijk voor de nabijheid van de Heiland
BD.0399 Liefdadigheid – Kommer – De Heiland tegenwoordig in liefde
BD.0400 Het uittreden uit de moederkerk
– * –
BD.0323
6 maart 1938
Nood van de mensheid – Waarschuwingen en aanmaning Gods woord aan te nemen
Jouw wil is voldoende om mijn rijk binnen te gaan. Als je bidt, ben je bij Mij en Ik in jou. Want mijn gehele Wezen stroomt over in jouw geest om je geestelijke kracht te versterken, zodat niets je verhindert te ontvangen wat mijn wil is. Een klein bewijs daarvan is dat je volledig van Mij vervuld bent, zolang jij je gedachten naar Mij zendt. En in deze korte tijd van je gebed ervaart je geest binnenin je een nog niet vatbare volheid. Er gaan ontelbare draden, die echter niet door je aardse lichaam te onderscheiden zijn, naar al de geestwezens die je actief ondersteunen en aan je verlangen naar geestelijke spijziging en versterking voldoen door mijn opdracht uit te voeren en je honger te stillen. Mijn lief kind, de uitwerking van je geestelijke arbeid zal oneindig zaligmakend zijn in het hiernamaals. Verzwak niet, dan neem Ik je eens in ontvangst en haal je vanuit het aardse leven naar Mij toe.
Slechts heel weinigen onder jullie zijn er zich van bewust in welke nood en welk gevaar de mensheid op dit moment verkeert. Een volledig inzicht in de tijd zou jullie laten schrikken, want het gaat nu over alles, over het bestaan of vergaan van jullie eigen leven, het gaat geestelijk gezien om leven en dood, het gaat om jullie ziel. Voor niemand zou het aardse bestaan op zich voldoende mogen zijn. Iedereen moet proberen met alle kracht de tijd te benutten en mag geen enkele inspanning schuwen waarmee hij zich in het hiernamaals een leven in stralend licht kan verschaffen. In plaats hiervan jagen jullie wereldse genoegens na en raken jullie steeds meer verstrikt in de valstrikken van de tegenstander. Zo hebben jullie alleen maar de vreugden van deze wereld nodig om gelukkig te zijn op aarde. Maar o wee, wanneer jullie de armzaligheid van jullie geest zullen herkennen en wanneer jullie niets hebben waarmee jullie je geestelijke naaktheid kunnen bedekken. Hoe moet ik jullie opnemen in mijn rijk, jullie die onvolmaakt voor Mij verschijnen en niets op aarde gedaan hebben om het loon voor de eeuwigheid waardig te worden?
Het zal jullie onzegbare kwellingen bezorgen als jullie moeten terugblikken op deze op aarde nutteloos doorgebrachte tijd en nu in grote zielennood gebrek moeten lijden. Kom toch tot inzicht, voor het te laat is. Mijn waarschuwingen komen jullie steeds opnieuw toe, maar jullie willen Mij niet horen en blijven blind voor mijn aanwijzingen. Luister dan naar de dienaren die Ik jullie stuur. Laat hen spreken en sla acht op hun woorden. Als ze jullie hart beroeren, zal mijn adem jullie even aanraken, want het zijn mijn woorden die mijn dienaren in mijn naam aan jullie overdragen. En als jullie vervolgens mijn woord aannemen dan zijn jullie geholpen, dan is mijn kracht ongemerkt in jullie overgegaan en zal ze in jullie doorwerken tot aan het einde van jullie dagen. Want mijn woord zal in alle eeuwigheid niet vergaan.
Amen
BD.0324
7 maart 1938
Het woord van God
Het woord dat de Heer Jezus Christus aan de zijnen op aarde geeft, is voor tijd en eeuwigheid bestemd. Zodra de mensen beginnen te twijfelen, verliezen ze de verbinding met de eeuwige Godheid. En daarom zullen ze de geestelijke rijpheid niet bereiken, aangezien voor het verwerven van het eeuwige leven een navolgen van de geboden van God nodig is. Maar zonder het woord van God missen jullie de kracht om dit te vervullen. Het ontbreekt jullie vooral aan kennis van de bron die eeuwig genade geeft en jullie tasten in het duister en zijn zwakke, hulpeloze wezens, terwijl jullie door het woord van God onbeperkt helderheid van geest, kracht en sterkte kunnen verwerven.
Het is een grondwet en de mens kan zich van het belang ervan niet de juiste voorstelling maken. Daarom is het altijd nog beter blindelings het woord van God aan te nemen, onbewust van de grote zegen, dan het af te wijzen en zichzelf daardoor onmetelijke schade te berokkenen. Want ongeacht waar de geest van God bezig is veredelend op de menselijke ziel in te werken, daar worden jullie door de goddelijke liefde en de kracht zelf geleid. Het is oneindig veel wijzer met volle aandacht, geloof en vertrouwen aan te nemen wat jullie van boven liefdevol aangeboden wordt, dan eerst met het verstand te willen doorgronden wat er waar en wat er niet waar zou kunnen zijn.
Het is de grote fout van de mensheid om zichzelf op een aanmatigende manier als wijs te beschouwen en zich geroepen te voelen datgene te onderzoeken wat alleen voor de goddelijke Schepper voorbehouden is om te verklaren en waarvoor het menselijke verstand veruit ontoereikend is. En waar men het niet volledig kan doorgronden, doet men er beter aan een leer aan te nemen die nooit ofte nimmer schade kan veroorzaken, maar die daarentegen in haar geboden en aanwijzingen het edelste nastreeft en daarom een waar licht uit de hemel genoemd kan worden.
Het is voor jullie allen een onmetelijke zegen de boodschap van God onvervalst te ontvangen. Jullie mogen je weer laven aan water dat zuiver en helder uit de bron stroomt. Jullie mogen woorden in ontvangst nemen die de Heer zelf jullie rechtstreeks heeft gegeven, opdat jullie zo de verkwikking als zeer weldadig ervaren. En daaraan moeten jullie de waarde van Gods openbaringen herkennen.
Het is Zijn wil om talloze arme kinderen van de aarde te hulp te komen. Hij biedt hun liefdevol Zijn reddende hand aan en Hij neemt iedereen liefdevol op. Maar jullie moeten de weg naar Hem vinden en mogen Hem niet afwijzen, wat jullie echter doen, als jullie Zijn woord niet willen vernemen. De Heer ziet ver vooruit. Aanvankelijk zijn jullie wel in staat je boven water te houden met jullie leringen, die mensenwerk zijn. Maar al gauw zullen jullie merken dat jullie de grond missen waarop jullie je anker kunnen uitwerpen. Jullie zullen aan de elementen prijsgegeven zijn en niet weten waar jullie in jullie nood houvast moeten zoeken. En dan schiet alles wat mensenwerk is tekort. Dan is er alleen nog maar het woord van God dat er vanaf het begin was en tot in alle eeuwigheid blijft bestaan.
Laat deze voor jullie meest pijnlijke tijd niet naderen in geestelijke duisternis, maar wend je nog voor deze tijd tot het woord van God dat jullie redding brengt uit elke nood, uit geestelijke en lichamelijke benardheid. Want er is er maar Eén die jullie kan helpen, die daarboven is en aan wie alle scheppingswerk ondergeschikt is, zo ook jullie, die geschapen zijn om de vereniging met jullie Schepper en hemelse Vader na te streven. De weg naar Hem gaat alleen via het woord van God en alleen hierdoor zullen jullie één worden met de eeuwige Godheid.
Amen
BD.0325
8 maart 1938
Goddelijke genade
Alleen degene die gelooft, zal mijn wil vervullen. En zo zal iedereen die naar Mij verlangt ook in mijn geloof blijven, want hij zal er steeds naar streven de hemelse kost te proeven en deze kost zal hem geven wat hij nodig heeft voor zijn zielenheil. Wie zich vlijtig in de liefde oefent, zal zo steeds het woord van de Heer herkennen en ernaar handelen. Want de liefde is nu eenmaal noodzakelijk voor een innige vereniging met God. En wederom kan zonder deze vereniging geen enkele gelukzaligheid door het mensenhart stromen. En dus kan alleen diegene gezegend blijven die Ik nader in werken van liefde.
Mijn lief kind, je voortdurende smeken om mijn genade is een gevolg van de liefde voor Mij. Je wilt niets missen van wat je hart tot nu toe ontvangen heeft en zo is je rijkdom aan genade in gelijke mate gestegen als je ervoor gebeden hebt. Het duurt een korte tijd, dan zal alle genade voor jou zichtbaar worden. Want Ik kijk in de harten en geef naar verlangen. En zo voel je steeds opnieuw hoe Ik tot je kom. Want elke gedachte waarmee je Mij zoekt, trekt me naar jou toe en daarom wil Ik ook geestelijk mijn intrek nemen in je hart. En je zult alles vatten wat geestelijk van Mij op jou overgedragen wordt. Jullie moeten je allemaal realiseren dat de geestelijke wereld het voorbeeld van de scheppingsgedachte van de goddelijke Meester is.
Welk wezen zou zich tevreden kunnen stellen met alleen hetgeen zijn aardse omhulsel omgeeft, wanneer het eenmaal met geestelijke ogen heeft leren zien? Wie dan wel zou het aardse bestaan nog van waarde toeschijnen, die in de geestelijke wereld is binnengedrongen en die zich gerealiseerd heeft dat heel het bestaan op aarde slechts de vervolmaking van de ziel tot doel heeft? En wie dan wel zou na een dergelijk inzicht nog zijn leven nutteloos willen doorbrengen?
De meeste mensen zeggen weliswaar: we leven verder in onze kinderen. En ze ontkennen daarmee dat ze zelf voor iets hogers geroepen zijn en dus ook hun leven op aarde naar een wijs gebod van de Heer moeten vormgeven. Maar ieder verkeerd inzicht zal al spoedig voor henzelf duidelijk worden en hun strijd om helderheid van geest zal niet gemakkelijk zijn. Maar de Heer pakt meestal daar de zaak aan, waar Hij rijkelijk wil oogsten en waar Gods wijsheid waargenomen heeft dat het hart van de mensen door lijden gelouterd is. Daar doorstroomt dan de goddelijke kracht, het levende woord van God, het tot dusver afwijzende aardse kind en laat het de weg vinden die naar de vereniging met de goddelijke geest voert. Want het worstelen om elke ziel duurt tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.0326
9 maart 1938
Goddelijke genade – Geest van God
De Heer laat allen de genade toekomen in de mate dat ze het waardig zijn. Er bestaat geen enkele begrenzende wet waardoor het aardse wezen zich maar in beperkte mate in de goddelijke genade mag verheugen, maar de genadebron is voor jullie mensen onuitputtelijk, wanneer jullie maar de juiste wegen gaan die jullie naar deze bron toevoeren. Elk wezen waarbij de opwekking van de geest gelukt is, zal nu van goddelijke genade doordrongen zijn. En deze genade zal hem nu onophoudelijk toestromen om hem steeds rijper en volmaakter te maken zolang de aarde hem draagt. Wijs is diegene die steeds alleen naar goddelijke genade streeft. Wat hem alleen niet lukt, dat kan hij spelenderwijs volbrengen als hij door Gods genade wordt ondersteund. En jullie mogen altijd daaruit putten, zoveel jullie maar willen. Want het ligt uitsluitend aan jullie zelf of jullie deze genade vragen. Jullie gebed om Gods genade zal altijd vervuld worden.
Probeer daarom steeds weer jullie geestelijke armoede aan de hemelse Leermeester te tonen, opdat Hij zich over jullie ontfermt en jullie onderwijst in Zijn leer. En er zal geen dag voorbijgaan waarop jullie geen schatten verzamelen en jullie geest zich vormt naar de wens en wil van de Vader. “Vraag, dan zal jullie gegeven worden”. En zuivere waarheid en heldere waarneming zullen jullie deel zijn. En als jullie God en jullie naasten leren liefhebben met steeds grotere kracht, dan klaart jullie geest evenzo op met steeds sterker licht. Want alleen de mens stelt grenzen aan aardse bekwaamheid, maar God, de alles omvattende Geest, laat onbegrensd een geestelijk rijpen toe. Elk wezen stijgt in steeds hogere sferen van geestelijke verlichting tot zijn geest zich uiteindelijk met de eeuwige Vadergeest verenigt.
En vat nu al je denken, streven en handelen samen en vergelijk je huidige werkzaamheid met je vroegere leven. Dan zul je steeds meer beseffen dat alles hier rondom je doordrenkt is met Gods geest. Je gedachte wendt zich heel vaak naar boven, ze keert steeds terug naar de oneindigheid. Je blijft voortdurend in verbinding met de wereld waar je ziel nu overwegend haar oponthoud zoekt. En er worden je steeds opnieuw gebieden ontsloten die je denken van aardse zorgen en vreugde afwenden en je geest tot een volkomen ander beleven vormt. Deze buitengewone omvorming van je wezen is een invloed die je rijkelijk goddelijke genade geeft. Degene die er maar ernstig naar verlangt en God om hulp bidt, wendt zich van de wereld af en naar het geestelijke gebied toe.
En zo fundeert dit alles wat veranderend in je leven ingreep. Zowel de aardse evenals de geestelijke werkzaamheid wordt door de goddelijke geest bepaald, als het mensenkind zich aan de goddelijke wil onderwerpt. Want wat is jullie leven anders dan een langzaam ontwikkelen van jullie geest, zodat jullie je realiseren dat jullie ondergeschikt zijn aan de goddelijke macht en toch een vrije wil bezitten. Opdat jullie de vrije wil zo gebruiken dat jullie uit jezelf de goddelijke Vader, de Schepper van hemel en aarde, zoeken en proberen steeds dichter bij Hem te komen. Als jullie je dit gerealiseerd hebben, zal Gods geest jullie doorstromen en steeds weer zullen jullie in Zijn genade leven en jullie einde zal zalig zijn.
Amen
BD.0327
10 maart 1938
Openbaring van de Heer zelf
In Gods naam zal je een onvergelijkelijk gebeuren in een nieuwe vorm geopenbaard worden. En alles wat rondom je is, is ondergeschikt aan de wil van de Heer. En waar de krachten van de goddelijke geest zich voortdurend over een kind van God uitgieten, daar zal de Heer zich zelf openbaren. En dan zal in het hart van het kind de gave aanwezig zijn om zonder moeilijkheden en belemmeringen het zuivere woord van God te verkondigen, want in hem en door hem spreekt de Heer zelf. Zijn verlangen is het verlangen van de Heer en zo zal een kind van God in ware gelukzaligheid van het hart slechts de wil van de Heer uitvoeren. Het zal door zijn liefde voor de Heer ook in liefde werken en over de aarde gaan tot zegen van degenen aan wie Gods woord beloofd is.
De Heer eist dat jullie je leven inzetten, maar geeft jullie oneindig meer wanneer jullie Zijn eis inwilligen. Ter wille van zulke dingen die zonder jullie toedoen voortaan naar een levend geloof zullen verwijzen – die jullie wel doen, maar niet uit eigen kracht, maar als werktuigen die de goddelijke wil en de goddelijke kracht uitvoeren – zulke dingen moeten jullie als hogere Macht aanvaarden. En al kunnen jullie ze niet menselijk verklaren, toch moet jullie een licht opgaan. En dit wil de Heer bereiken, opdat jullie beginnen te leven. Het leven dat jullie opwaarts zal voeren. Alle geestelijke drijfveren zullen in jullie gewekt worden. De dagen zullen voor jullie niet zonder vrede en vreugde voorbijgaan, maar jullie zullen nu pas het ware geluk en innerlijke vrede leren kennen. Jullie zullen ook leren inzien hoe oppervlakkig de aardse goederen zijn en hoe leeg ze jullie ziel laten.
Als jullie van het aardse plezier willen genieten, dan blijven jullie steeds aan de andere zijde van jullie bestemming. Jullie kunnen niet in regionen doordringen die slechts dan voor jullie geopend zijn wanneer jullie de eeuwige Godheid zoeken. Want deze is op aarde niet te vinden te midden van het bruisende vermaak, te midden van lust en zonde. Als jullie ziel naar waarheid en geestelijke ontwikkeling verlangt, dan lokt de glans en het oogverblindende van de wereld jullie nooit meer. Dan keren jullie dit bereidwillig de rug toe en kijken jullie omhoog naar de oneindigheid. Want van daaruit komt voor jullie de opheldering. En op een moment van eenzaamheid ervaren jullie de genade van de Heer voor jullie. Wat door de goddelijke helderheid gegrepen is, kan moeilijk opnieuw terug naar de duisternis van de onwetendheid. En een onvatbaar verlangen naar licht zal de ziel nu aandrijven en daar zal ook de overwinning zijn voor jullie, die dan in de naam van de Heer helpend zullen ingrijpen.
De Heer zal zich zelf openbaren om de mensen deze weg te tonen en in hen een geestelijk lichtje aan te steken. En het zal een verbazen en verwonderen zijn. Hij zal aan de ziel van menig aards kind rammelen, want Zijn erbarmen en Zijn liefde zijn zo groot dat Hij overal wil aankloppen opdat de deuren van de harten voor Hem geopend worden.
Amen
BD.0328
11 maart 1938
Afwijzen van gedachten aan een voortleven na de dood
Neem de woorden in acht die je vandaag zullen toekomen:
Het is een enorme onderneming om in tijden van volledige geestelijke blindheid de mensen erop te willen wijzen, dat de toestand van hun ziel na de dood een door hen zelf gekozen resp. zelf nagestreefde toestand is, maar dat ze de toestand nooit ofte nimmer willekeurig kunnen verbeteren zodra ze eenmaal het lichamelijke omhulsel afgelegd hebben.
Hoe kan men mensen op zoiets opmerkzaam willen maken wanneer ze elke gedachte aan een voortbestaan van de ziel na de dood afwijzen? Hoe kan men de drijfveer tot geestelijke werkzaamheid in dergelijke harten aanbrengen, waar ze toch hoofdschuddend alles van de hand wijzen wat op een voortleven na de dood zou kunnen wijzen? Ze geloven in hun verblindheid eenvoudigweg in een terugzinken in het niets. En ze verkiezen deze gedachte ver boven het geloof aan een voortleven, aangezien hen dan ook de verantwoording bespaard blijft, die ze immers schuwen ook wanneer ze dat niet willen toegeven.
Nu legt de Heer zich zelf toe op het middel.
Hij wil zich toch toegang tot de mensenharten verschaffen. Alleen daarom is ook dat wat onder je handen ontstaat een alles verklarend bewijs voor het werken van de goddelijke geest. De Heer laat degenen wier wil goed is nooit meer in onwetendheid van de geest verblijven. En ze zullen door onmiskenbare tekens gewezen worden op het zichtbare heersen van God – maar zal er altijd één ding overblijven – dat de mens zich nu ook alleen inspant, opdat hij zijn geest daarheen wendt vanwaar hem alleen uitsluitsel gegeven kan worden en wordt. Maar deze mens zal ook de weg naar de waarheid vinden en de kracht van God zal hem behulpzaam tegemoetkomen als deze kracht ernstig in gebed wordt afgesmeekt.
Amen
BD.0329
12 maart 1938
Woorden van troost van de Vader – Boekenverbod
Wie steeds in mijn nabijheid getrokken wordt, die blijft in Mij en Ik in hem. En wie voortaan mijn geboden houdt, die zal in eeuwigheid niet sterven. Want Ik ben het die hem uit de slaap wekt en hem thuis haalt, in mijn rijk. En voeg je dan naar de door Mij geschapen wereldordening, mijn kind, en breng je huidige leven niet ten offer aan de wereld die je dreigt te vernietigen en je opnieuw zou willen vangen als je niet de verzoeking weerstaat waarmee je geconfronteerd zult worden. Een stil gebed tot Mij, en Ik ondersteun je, opdat je mijn nabijheid voelt en voortdurend in Mij blijft.
Dit is de mensen steeds geboden en de stem in hun hart wees hen de goede weg. Maar altijd was het verlangen naar aardse lust veel sterker dan de wil tot geestelijke voltooiing. En bijgevolg bleef het Wezen van de Godheid voor hen verborgen. Op elk moment wordt volledige inzet gevraagd, maar nu is het een dringend gebod om alle krachten te verzamelen tegen de vijand van de ziel. Jullie waden nu nog door water dat slechts troebel is, maar weldra zal taaie modder jullie de voortgang bemoeilijken, ja, nagenoeg onmogelijk maken. En help dan allemaal mee aan het werk, want het zal nodig zijn.
Het werk is echter de arbeid aan jullie ziel, want van nu af aan zijn jullie nog maar korte tijd in het volle bezit van jullie krachten en kunnen jullie deze naar eigen goeddunken benutten. Weldra echter zullen jullie belemmeringen van allerlei aard de uitvoering van jullie wil verhinderen. Jullie geraken in een dwangpositie en jullie zullen niet weten welke stem jullie moeten volgen, de stem van buiten of in jullie harten. En jullie zullen je eigen ik geweld moeten aandoen als jullie je willen bevrijden van de duistere invloeden en het gebod van buiten.
Jullie sterkste wapen in de strijd om jullie zielenheil is de zegen van God afsmeken over alles wat jullie beginnen. Dan zal de hemelse Vader jullie uit elk gevaar wegleiden. Iedereen verblijft in de wijsheid van het hart wanneer hij steeds zijn gedachten naar boven richt vanwaar alleen hulp voor jullie kan komen. Dit zal je duidelijk worden op een moment waarop de aardse wil zich in je zal roeren, die je van de weg af wil voeren. Let dan op dat je niet struikelt, mijn kind. De vreugden op aarde zijn weliswaar veelvuldig, maar ze wegen geen van allen op tegen de innerlijke vrede van de ziel die zeker gesteld is voor het kind van God, dat slechts naar Mij verlangt.
Rondom jou en in jou moet alleen heersen wat van God is. En alleen mijn geest moet in je hart binnendringen en wat van buiten komt, ontvlucht dat. Diep in je hart leeft de goddelijke vonk van mijn liefde op tot een steeds fellere vlam. En wat Ik eenmaal aangestoken heb, laat Ik nooit weer uitdoven. Alle bestaan en worden is afhankelijk van mijn liefde. Waar deze liefde ontbreekt, kan niets ontstaan. Want de ordenende kracht die uit de goddelijkheid stroomt, wordt wijselijk slechts daar opgezogen, waar het wezen naar een innige verbinding met Mij gestreefd heeft. En dus volgt daaruit dat een voortdurende vereniging met Mij ook voor jou zo zegenrijk moet zijn, dat je angstige, bezorgde hart beschermd is tegen elke boze invloed.
Jullie leven immers om voor jullie zielenheil te strijden. En als jullie strijden met vertrouwen op Mij en als jullie in elke zielennood toevlucht nemen tot mijn liefde, dan zullen jullie zegevieren. Want Ik laat deze strijd tegen jullie alleen maar toe, opdat jullie sterk worden. Jullie moeten jezelf ontwikkelen en jullie mogen nooit vergeten dat Ik alleen maar wacht op jullie roep om jullie te kunnen verlossen. Maar wie zich in vol geloof en vertrouwen tot Mij wendt, hoeft nooit de moed te verliezen. Hij heeft aan Mij met elke gedachte zijn hart gewijd en leeft zo in mijn genade.
Mijn kind, luister nu aandachtig in de geest naar mijn woorden: wat je in schrift en in druk bekend wordt gemaakt, ontvang je evenzo als van Mij uitgegaan en je maakt je daardoor een weten eigen dat je natuurlijke begaafdheid ver overtreft. Zo wordt voor je zintuigen langzaam een beeld ontsloten dat in volle overeenstemming is met dat wat door de goddelijke Schepper in het heelal werd geschapen.
En toch zal het verdere leven je nog veel gelegenheden brengen, waarbij jij je zult afvragen waarom de wil van de Schepper het toegelaten heeft dat deze geestelijke werken die door Mij aan de mensen zijn gegeven, door een verbod van deze mensen afgenomen werden. Ook dit geschiedde volgens een wijs plan. Wie onder jullie mensen ernaar hongert en verkwikking verlangt, die zal dit weliswaar geboden worden. Maar wie gelooft, mijn werken te kunnen vernietigen, die zal ze opnieuw zien ontstaan. Want mijn krachten heersen overal en waar Ik het wil, daar zullen ook door het verbod geen grenzen worden gesteld. Want degenen die er behoefte aan hebben, zullen zulk een verkwikking wel weten te vinden, aangezien het mijn wil is.
Zo herken je steeds meer dat Ik met mijn liefde in jullie midden ben en dat Ik elk hartje leid, opdat het Mij vindt en in eeuwigheid bij Mij blijft.
Amen
BD.0330
13 maart 1938
De rechterlijke macht
Buig jullie voor de rechterlijke macht en zie in haar steeds de afgevaardigde van mijn wil. Maar waar jullie de wet bekendmaakt dat jullie het geloof moeten verloochenen, luister daar aandachtig naar de stem in jullie hart. Want Ik gaf jullie deze stem, opdat jullie zullen onderscheiden wat goed of verkeerd is. Als iemand jullie beveelt mijn woord te weigeren, maak deze dan op dezelfde wijze duidelijk dat jullie in mijn wil blijven, en jullie zullen voor mijn ogen bestaan en Ik zal jullie kracht geven om weerstand te bieden aan een dergelijke wens. In een droom wil ik jullie bekend maken wat jullie taak is, opdat jullie leren verstaan welke gave Ik degenen toegedacht heb, die omwille van mijn woord geen enkele aardse hogere macht schuwen. Want hoe het ook zij, jullie zijn onaantastbaar aangezien jullie door Mij beschermd door dit aardse leven gaan, zolang het mijn wil is.
Wat zou jullie bang moeten maken wanneer Ik zelf bij jullie ben? En wie zich tegen mijn bepalingen verzet, zal moeilijk iets bereiken. Maar degene die Mij bereidwillig volgt, is een volle maat gegund. Want de mens oogst het loon van zijn daden. En zo laat de Heer ook zonder uitzondering de rechterlijke macht gelden, als ze niet in strijd is met de goddelijke ordening. Wat God als heersend over het volk plaatst, dat moet te allen tijde erkend worden. Want de Heer geeft de hogere macht de opdracht dit volk te leiden en Hij gaf haar alle recht en alle macht op aarde over het volk. Wees daarom aan deze macht onderdanig, dan zullen jullie de wil van de Heer vervullen.
Maar wanneer deze macht gebruikt wordt om tegen Gods geboden op te treden, dan heeft de heerser zich een macht toegeëigend die hem nooit door God gegeven werd. En hij komt als het ware in opstand tegen de allerhoogste Macht, waaraan hij zelf ondergeschikt is. Dan vergeet hij zijn plicht te vervullen die hem gesteld werd. Hij bestuurt het volk niet wijs en rechtvaardig, maar voert het van de juiste weg af. Hij is voor het volk geen vertegenwoordiger van de goddelijke macht, maar hij staat eerder in dienst van de duistere machten.
Dan moet iedereen uit zichzelf de juiste weg vinden. Hij moet er in de eerste plaats naar streven God te dienen, Gods wil te vervullen en Gods geboden te onderhouden. En als hij daarbij gehinderd wordt door de rechterlijke macht, dan zal hij moeten strijden, maar hij zal steeds door Gods geest ondersteund worden, door de Heer en Heiland zelf. Voor deze en de andere wereld geldt maar één Wil. Deze Wil te volgen is en zal tot in alle eeuwigheid de enige opgave voor elk wezen blijven.
De demonen proberen weliswaar invloed te hebben en alles tegen het woord Gods op te hitsen. Maar als ze ook bezit nemen van het hart van iemand die het volk leidt, dan houdt het recht op recht te zijn. Dan verandert alle waarachtigheid in leugen en bedrog. Dan moet de rechtvaardige lijden en zal de oneervolle aanzien krijgen. Dan kan een volk nooit meer gedijen, daarentegen zal het in denken en handelen misvormd zijn. Het blijft niet rein en puur, maar het wordt vals en gaat in verblinding over valse wegen.
Maar eeuwig duurt het niet. De waarheid zal baan breken, mijn woord zal opnieuw oprijzen onder de mensen, en de goddelijke ordening zal teruggevoerd worden naar datgene wat van goede wil is en in Mij gelooft. Ik zal zelf mijn geboden geven aan degenen die ze trouw vervullen en die daarmee ook de medemensen zullen redden uit de nacht der duisternis. Mijn liefde is erop bedacht hun helder licht te zenden en als de geest zoekt naar waarheid in Mij en door Mij, dan zal het voor hem licht worden en zal hij inzien wat goed en wat verkeerd is. En hij zal juist weten te handelen en navolgen wat Ik hem bevolen heb. Want Ik alleen regeer nu en altijd.
Amen
BD.0331
14 maart 1938
Wonderbaarlijke bewijzen – Hetzelfde doel voor ongelovigen
God zendt je Zijn geest en in de belichaming van deze geest in je hart legt de goddelijke wil een grondsteen voor nieuwe wonderbaarlijke bewijzen van Zijn overgrote liefde voor de mensen. Wie eenmaal in het bezit komt van deze goddelijke genade, kan zelfs in onafzienbare tijd goddelijke leringen in overvloed ontvangen, zonder dat de goddelijke geest ooit uitgeput geraakt. Dit is een proces dat slechts weinigen geheel en al op waarde kunnen schatten, vandaar de ongelovigheid ten opzichte van dergelijke waarlijk wonderbaarlijke gebeurtenissen. De grond ervan is alleen te zoeken in het zwakke onderscheidingsvermogen van de ongelovige mensen op aarde die echter ook in samenhang met de overhand toenemende alleenheerschappij liever alles willen afwijzen, dan zich in kinderlijk geloof met een dergelijk wonder bezig te houden.
Toch zullen de bewijzen van zulke buitengewone liefdesbetuigingen van de kant van de Heer en Heiland binnen een aantal jaren zo wijdverbreid zijn, dat zelfs de ergste tegenstander verbaasd zal zijn en de verklaring daarvoor niet meer op ondiepe bodem zal zoeken. Dan pas beginnen de inspanningen en de volharding van Gods dienaren rijke vrucht te dragen. En het woord van God zal verwelkomd worden door degenen die hun God in hun hart zoeken en een innig kindschap van God nastreven. De Heer zet de kroon van Zijn liefde op alles wat tot dusver geboden is en Hij zal de ongelovigen nog meer bewijzen van Zijn almacht en goedheid geven. Waar de mens zelf tegenover het onbegrijpelijke geplaatst is, daar zal het trage denken door elkaar geschud worden. Daar zal hij op opvallende wijze attent gemaakt worden op een bovenaardse macht. En dan zal hij proberen het raadsel met zijn verstand op te lossen, maar het zal hem niet lukken.
Deze duidelijke onderrichtingen zullen echter een onzegbaar zegenrijke uitwerking hebben op vele kinderen van de aarde en er zullen zich velen bereidwillig door de goddelijke Vaderhand naar de juiste weg laten leiden. Want dit is het doel van de wonderen die God op aarde voor het heil van de mensheid tot stand brengt. En daaraan zullen jullie steeds de geest van God herkennen, die het hart van elk mens in bezit wil nemen.
Amen
BD.0332
15 maart 1938
Zegen van God – Aards en geestelijk
Er is voor deze wereld geen zegen wanneer de mens zich niet tot de hemelse Vader wendt en erom vraagt. Want elke bezigheid voor het aardse leven heeft haar zegen al in zich in de vervulling van de lichamelijke behoeften. En ze hoeft verder geen zegen voor de eeuwigheid te verwachten, want elke daad op aarde is al vanzelf de moeite waard. Pas wanneer de mens in staat is de aardse werkzaamheid van de geestelijke te scheiden, zal hij het verschil weten te waarderen dat in de zegening van de hemelse Vader ligt.
Elk gebeuren, hoe klein ook, waarvoor de zegen van boven afgesmeekt wordt en dat met diezelfde zegen aangevangen wordt, levert zowel op aarde als ook in de eeuwigheid zijn vruchten op. Want er bestaat een noemenswaardig onderscheid tussen gezegende en ongezegende werkzaamheid. Een gedachte die naar God gezonden is, zorgt ervoor dat de geestelijke wezens, die voor hun bescherming aan de mensen ter beschikking zijn gesteld, zich meteen over de mensenkinderen ontfermen, hen juist weten te leiden en hun advies weten te geven.
En zo zal een onderneming waarop de zegen van God rust, niet snel mislukken. En ook de bijgaande geestelijke werkzaamheid zal succes opleveren. Dit is immers de belangrijkste taak van het aardse wezen.
Wend jullie daarom steeds naar de hemelse Vader en begin niets zonder jullie aan Zijn genade toevertrouwd te hebben. En jullie zullen onschatbare goederen verwerven. Jullie aardse werkzaamheid zal voor jullie verzekerd zijn en de Heer zal zich ook over jullie geest ontfermen en deze eveneens zegenen, opdat ze ontwikkeld worden voor de eeuwigheid. In Zijn naam zal elke arbeid van jullie slagen en jullie kunnen onbezorgd door het leven gaan, want de zegen van God houdt lichamelijke zorgen ver van jullie en jullie zullen steeds sterker worden in de geest.
Amen
BD.0333
15 maart 1938
Aanmaning om de innerlijke stem te volgen – Grondpijler voor de waarheid
Realiseer je de wil van God en schik je er steeds naar. En wanneer de innerlijke stem je aanmaant pas op de tweede plaats voor je lichamelijke welzijn te zorgen, dan moet je deze stem volgen en je des te ijveriger aan de zorg voor je zielenheil overgeven. Want alleen degene die steeds moeite doet om de wil van God te vervullen, blijft steeds in Zijn genade. Zo is je het gebod gegeven ononderbroken voor het zielenheil van talloze kinderen op aarde te werken. En in deze werkzaamheid zul je jezelf omhoog worstelen naar de volmaaktheid. En dit zal je in geestelijk opzicht je roeping bevorderen en je onmetelijke voordelen opleveren. Maar je moet ook elke aanmaning aannemen die de Heer je laat toekomen en je moet deze dan volledig en gewetensvol naleven. Dan is de waarborg voor zegenrijke arbeid gegeven.
Neem nu echter onze woorden in acht en laat je leiden om geestelijk te schouwen. Want daar waar je de waarheid zoekt, zal je slechts dan onderwezen worden, wanneer het je volledig duidelijk geworden is dat je geest een zekere rijpheid moet bereiken om door de Heer waardig gevonden te worden binnen te dringen in de gebieden waarin de Heer zelf leermeester wil zijn voor Zijn dienaren op aarde. Grote overgave, grote deemoed en bescheidenheid en gelovig vertrouwen moeten de grondpijlers zijn waarop de goddelijke wijsheid en het heldere licht van het inzicht opgebouwd kunnen worden. Om dit te bereiken moet je alsmaar strijden en bidden. Want elke vermindering van gebed verzwakt je geest en maakt je lauw en nalatig in je geestelijk streven. Luister daarom steeds opnieuw aandachtig naar de stem in je hart die je steeds zal waarschuwen wanneer je in gevaar bent om verkeerd te gaan en die je ook zal toefluisteren wanneer je om kracht moet bidden. Sla steeds acht op wat de Heer door de innerlijke stem tegen je zegt, dan zul je in Zijn zegen blijven en niet in nood verkeren. Want met elk gebed word je met nieuwe kracht gesterkt.
Amen
BD.0334
16 maart 1938
Vijandige bejegeningen van boze machten – “Leid ons niet in verzoeking”
Wees zonder zorgen, mijn kind. Je zult er steeds meer in slagen de krachten van de boze teniet te doen, die je nog steeds omgeven en die in hun strijd niet zullen verminderen. Maar hoe inniger je streeft naar de verbinding met Mij, des te minder uitwerking heeft de onderneming van deze machten. Zoals de wereldse wijze zich moet weren tegen de aanvallen van de tegenstander die zijn roem en verdienste willen verminderen, zo is een mens die naar geestelijke waarheid streeft, nog veel meer blootgesteld aan vijandige narigheden. Want het gaat erom de zielen afvallig te maken en deze machten schuwen geen middel om dit te bereiken. Wanneer jullie nu op aarde zo door de vijandelijke zijde vervolgd worden, dan moet jullie wil en jullie kracht buitengewoon groot zijn als jullie weerstand willen bieden. Want weet: als jullie Mij willen bereiken dan moeten jullie strijden, anders kunnen jullie het loon – de eeuwige gelukzaligheid, daar jullie Mij zullen zien – ook niet in ontvangst nemen.
Is de weg dan zo moeilijk voor jullie als jullie weten welk een onmetelijk geluk jullie daarvoor in het vooruitzicht hebben? Neem alles geduldig op jullie, laat jullie niet klein en bang maken. Blijf in gebed en elke verzoeking gaat aan jullie voorbij en des te sterker komen jullie uit elk gevaar.
Het is nu en voor altijd mijn wil, dat degene die in Mij zijn doel ziet, moet overwinnen. Zal Ik dan een kind laten ondergaan dat de handen naar Mij uitstrekt en naar Mij verlangt? De aarde is een dal van lijden. Ze is voor jullie geschapen, opdat jullie op haar datgene bereiken wat jullie bestemming is. En zo moet ook aan alle boze machten de gelegenheid gegeven zijn om te strijden om jullie, opdat jullie daaraan jullie kracht beproeven, aangezien jullie zonder dat niet kunnen bereiken wat jullie als einddoel is toebedacht.
Maar in elke nood volstaat het voor de ziel dat ze tot de hemelse Vader roept, dat ze vraagt: “Leid ons niet in verzoeking”. Dan zal jullie wil om niet aan de verzoeking onderworpen te zijn, beoordeeld worden als de volbrachte weerstand tegen alles waar jullie bang voor zijn. Blijf jullie er steeds van bewust dat jullie door het willen kennen van de ware goddelijkheid aan dergelijke proeven overgeleverd zijn, wanneer jullie niet steeds opnieuw Gods hulp vragen die jullie beslist niet geweigerd wordt. Let daarom op al je denken en handelen, dat het niet door boze invloeden geleid wordt, om des te zuiverder en waardiger mijn leringen te ontvangen. Mijn zegen begeleidt je.
Amen
BD.0335
16 maart 1938
Geestelijke arbeid – Geestelijke honger – Goddelijke genade
Een helder licht van goddelijke liefde is iedereen gegund die krachtens hun diepe geloof in de Heiland zich in een geestelijke toestand plaatsen die hen ver boven de aarde verheft en die hen geheel onbekwaam maakt aardse goederen na te streven. Want als een kind van God dat in de invloedssfeer van Zijn liefde is getrokken, al het aardse bereidwillig opgeeft, zal het steeds meer in de geest gelouterd worden. Het benut elk uur voor geestelijke arbeid en wijdt zijn ganse leven aan de Heer van de schepping. Alle momenten van geestelijk scheppen zijn zegenrijk op aarde. De mens volhardt als het ware in een werkzaamheid die hem stap voor stap hoger voert.
Een helder ogenblik is voldoende om in de ziel van dit kind van God een inzicht te wekken dat voor tijd en eeuwigheid beslissend is. Op zulke gezegende momenten is de Heer zelf in het hart om opgenomen te worden en daarom wordt de geest ook bliksemsnel verlicht. De Heer en Heiland laat het kind van de aarde een blik in Zijn rijk werpen. Vaak realiseert het zich dit niet, toch blijft dit teken van de goddelijke liefde niet zonder uitwerking. Weer anderen zoeken God en wenden zich vragend en biddend tot het heelal. Ook van daaruit wordt hen opheldering gegeven. Want de Heer zoekt onvermoeibaar Zijn schaapjes die verdwaald zijn, opdat ze naar Zijn kudde terugkeren. Het ware doel van Zijn eindeloze bijstand is immers alleen maar om jullie kinderen weer naar de Vader te leiden.
Zo nu en dan laat de wil van de Heer echter ook toe dat Zijn kinderen gebrek moeten lijden, totdat een honger naar geestelijke sterking bezit van hen neemt. Dit is dan een teken van goddelijke bijstand. Want wat jullie geboden wordt als jullie geen honger hebben, dat wijzen jullie gemakkelijk af. Maar wat jullie in je hart verlangen, dat zullen jullie ook vreugdevol aannemen en dan vervult het pas het juiste doel. Want als jullie de goddelijke genade geboden wordt en jullie haar niet op waarde kunnen schatten, dan zullen jullie haar ook niet herkennen als datgene wat ze voor jullie moet zijn.
Pas wanneer jullie gebrek lijden en jullie ziel nagenoeg verlaten lijkt, vatten jullie de grote waarde van de genade van God. Jullie bidden erom en jullie zijn dankbaar, wanneer jullie verhoord worden. En dan pas laat de Heer steeds terugkerende tekenen van Zijn vaderliefde op Zijn genadebewijs volgen, totdat ze jullie vervult en jullie uit het diepst van jullie hart alleen naar Hem verlangen. Dan zijn jullie gewonnen voor het eeuwige leven. Dan kunnen jullie wel in het nauw gebracht worden van de kant van de vijanden van jullie ziel, maar jullie zullen nooit aan hen ten offer vallen. Want de liefde van de Heer waakt over jullie. Hij behoedt Zijn schaapjes, opdat er voor Hem geen enkel verloren gaat.
Amen
BD.0336
17 maart 1938
Opnamevat – Organische ledematen – Doel van het hart
Zie, het is zoals een grote zee van licht die de mensheid zal overspoelen. Er kunnen weliswaar honderden jaren voorbijgaan totdat er definitief een opheldering van de mensheid kan worden bereikt, toch vertoeft de Heer midden onder jullie. Zo is voor Zijn wil alles mogelijk en de vaten voor de opname van het licht, de waarheid en het inzicht zijn op veel plaatsen opgesteld. Als één van jullie mensen het vurige verlangen heeft om in diepe liefde met zijn Heiland verbonden te zijn, dan is hij als opnamevat zeer goed te gebruiken. En als hij dan steeds zijn wil ondergeschikt maakt aan de goddelijke wil, dan handelt hij voortdurend alleen zoals het hem opgedragen wordt. En de Heer heeft heel veel van zulke gewillige arbeiders nodig in Zijn wijngaard.
Waar ook maar echte devotie voorhanden is, die zich in het hart en in de liefde uit, daar werkt de Heer en is hem steeds nabij. Zo is de verbinding tussen hemel en aarde bestendig en ook zo duidelijk dat iedereen haar herkent, als hij maar zou willen herkennen en als hij met de ogen van het hart zou proberen te kijken, niet met zijn lichamelijke ogen die, doordat ze steeds meer op het materiële gericht zijn, het wezen van de Godheid en Zijn werken nauwelijks herkennen. Maar dan ligt het altijd aan henzelf.
Ieder organisch deel heeft zijn doel. Het komt de bestemming na die hem volgens de wil van de Schepper werd toebedeeld. En zo heeft eveneens het hart het hem toegewezen doel te vervullen om al het geestelijk, goddelijk waarachtige in zich op te nemen en zo in voortdurende verbinding te blijven met het hoogste wezen, de eeuwige Godheid. Alle andere functies van het menselijke lichaam hebben slechts het doel het lichamelijke leven te bevorderen, maar het hart leidt met zijn eigenlijke werkzaamheid naar de eeuwigheid. Het brengt voor de mensen eeuwige waarde voort doordat het al het geestelijke opneemt en bewaart en zo de drager is van elke geestelijke gedachte. Deze geestelijke gedachten geven de mens eigenlijk pas het echte leven te verstaan en ze waarborgen pas zijn verdere geestelijke ontwikkeling.
Als het menselijke hart geen opnamevat voor al het goddelijke was, waarin zou voor jullie mensen dan wel het doel van het leven te vinden zijn? Jullie kwamen en gingen van deze aarde zoals machinaal verwekte producten van de aarde. Dan zou jullie verblijf hier toch geen enkel verder nut hebben dan een doorlopend bemesten van de aarde zodra jullie lichaam, wanneer het eenmaal tot ontbinding was overgegaan, voor deze aarde afgedaan zou hebben. De nutteloosheid van een dergelijk aards leven ten aanzien van de bedoeling van de schepping moet jullie toch duidelijk worden. Of geloven jullie dat de goddelijke Schepper Zijn scheppingsplan niet wijzer heeft uitgevoerd dan wezens te schapen die na een korte tijd op aarde in een niets vervagen? Oh, wat zijn jullie geestelijk arm, jullie die je deze verkeerde opvatting eigen hebben gemaakt.
Jullie besef zal eens bitter zijn, want de heilige wil van de Schepper kan voor jullie op aarde nooit duidelijk worden, als jullie jezelf niet beschouwen als wat jullie zijn: als kinderen, van de Vader uitgegaan, die op aarde de toestand moeten bereiken van waaruit jullie voor eeuwig weer naar de Vader terug mogen keren. Kinderen die op aarde slechts één opgave hebben: aan God gelijk te worden om voor eeuwig met de goddelijke geest van de Vader verenigd te zijn.
Bij dergelijke problemen faalt het menselijke verstand. En daar hij dat ene niet kan doorgronden, verwerpt hij meteen alles en beschouwt hij zijn bestaan als niets anders dan een toevalligheid waaraan hij zijn aardse leven te danken heeft. Als hij de weg van het vlees zou kennen die zijn ziel al heeft afgelegd en als hij al die stadia terugblikkend innerlijk zou kunnen doorleven, dan zou het doel van zijn leven hem wel duidelijker worden. Maar het aardse leven, onder een zekere dwang of in vol besef van zijn opgave, zou voor hem dan niet dezelfde waarde hebben.
De mens moet geloven wat hij niet weet. Hij moet zijn geest tot volmaaktheid ontwikkelen. Hij moet zichzelf terugvinden in de liefde voor de Heer en Schepper. Daarom zal de mens, die erin slaagt uit zichzelf, uit eigen beweging, zich van het aardse los te maken, zich in de buitengewone genade van God mogen verheugen. Diens leven zal beantwoorden aan het doel. Degene die al in de korte tijd op aarde de verbinding met zijn Heiland zoekt, is eindeloos veel wijzer. Hij heeft zijn bestemming herkend, omdat de Heer zelf het licht in zijn hart heeft neergelaten. En om nu in dit licht van inzicht over de aarde te gaan is nuttig en brengt zegen voor de eeuwigheid.
Amen
BD.0337
18 maart 1938
Gestage vooruitgang – Verzuimd levensstadium
Zoals de schepselen op aarde een gestage vooruitgang moeten doormaken, zo ondervindt ook de mens een steeds voortschrijdende ontwikkeling aan zichzelf. En dat moet eeuwig zo doorgaan, wil alles in de goddelijke ordening blijven. Daarom is een stilstand of een achteruitgang in geestelijk opzicht in strijd met een goddelijke ordening. En daaruit kunnen jullie begrijpen hoe ernstig de gevolgen van een dergelijk volharden in geestelijke duisternis voor zo’n schepsel moeten zijn en hoe bitter en zwaar het dit zelf moet dragen, zodra de ziel tot het besef komt van haar verzuimde leven. Wanneer ze moet erkennen hoeveel stadia ze al moest strijden, zij het ook onbewust, om dan ook het stadium van de belichaming als mens te bereiken, waarin ze zich dan zelf volgens haar eigen wil kon vormen en dat ze nu tegenover een resultaat staat dat niet in het minst met de goddelijke eis overeenkomt.
Zie, het is onvergelijkelijk beter dat jullie je krachten niet eerst beproefd hebben in het aardse leven. Want dan zijn jullie lang niet zo te veroordelen dan wanneer jullie de genade van de belichaming aangenomen, maar misbruikt hebben. Zolang jullie nog waarschuwingen toekomen, is de weg naar het licht voor jullie nog open. Maar wee degenen die verstokt alle waarschuwingen aan zich voorbij laten gaan. Daarom is het erbarmen van God zo groot en Zijn liefde zo oneindig, want Hij wil graag al deze wezens naar de stralende, lichtdoorstroomde eeuwigheid brengen.
Daarom denkt Hij aan elke ziel en wil Hij haar door lijden en beproevingen op de eeuwigheid attent maken. Want op een andere manier is een mens niet opmerkzaam te maken op het feit dat er een hoger Wezen is dat zijn leven, zijn bestaan en wording in de hand houdt. Het inzicht hoe zwak en machteloos de mens op zichzelf is, zou moeten volstaan om hem de ogen te openen voor het feit dat hij dan ook niet de bestuurder van zijn eigen lot kan zijn, maar dat hij aan een hoger wezen ondergeschikt moet zijn. Dan zou toch elk mens zijn uiterste best moeten doen om alles te vervullen wat door dit hogere Wezen geëist wordt.
Is het dan zo moeilijk zich gewillig te onderwerpen aan de hemelse Vader, die toch in Zijn goedheid en liefde zo oneindig veel goeds doet voor jullie en wiens enige zorg het is jullie voor het eeuwige Rijk te winnen? Bid om verlichting van jullie geest en jullie zullen in dezelfde mate kunnen begrijpen als de mate waarin jullie gebed vanuit het hart naar de Vader opstijgt. Hoe inniger jullie bidden, des te uitputtender de Heer jullie zal onderwijzen.
Amen
BD.0338
19 maart 1938
Waarom God de druk toelaat door hebzucht – Leugen en onrecht
Een beetje geloof in Gods gerechtigheid zal voldoende zijn om je alles wat nog onverklaarbaar voor je is, begrijpelijk te maken. Wanneer de mensen in hun levenswandel belemmerd werden en ze nooit uit vrije wil het geloof in onze Heer en Heiland konden terugvinden, hoe zou het dan wel met jullie gesteld zijn? De heilige wil van de Vader laat wel af en toe maatregelen toe die helemaal niet geschikt lijken voor de ontwikkeling van de mensenziel en toch zo onzegbaar veel invloed op haar hebben en wel eerder in gunstige dan in ongunstige zin.
Kijk naar de massa van het volk. Is er dan iemand die de liefde en goedheid van zijn Heer God hoeft te ontberen, wanneer hij zich maar naar de richting toekeert vanwaar deze hem toekomen? Maar de zintuigen van de mens hechten zich aan de uiterlijke dingen en dit neemt zijn hart volledig in beslag. En daarom moet de Heer hem eerst laten inzien hoe nietig de wereldse gebeurtenissen zijn, hoe vaak ganse mensenmassa’s zich laten leiden door leugen en bedrog, terwijl de leiding van boven, die de mensen in echte liefde en waarheid oneindig gelukkig zou willen maken, zo gemakkelijk afgewezen wordt, al helemaal niet erkend wordt en daardoor in haar werking ook niet door de mensenkinderen op waarde kan worden geschat.
Wanneer zulke massa’s bij ondervinding en door nadenken eerst eenmaal hebben begrepen dat het onderscheid in rangen hen absoluut niet beschermt tegen lagere begeertes, dat er in deze kringen net zo goed hebzucht, leugen, onrecht en dergelijke voorkomen als in de lagere klassen, dan bezorgt dit alles hen toch wel momenten vol verontwaardiging. De mens komt in zijn hart in opstand tegen een dergelijke macht en zijn afvalligheid hiervan diep in zijn hart en de afkeer tegen al deze onzuivere beweegredenen van het menselijk handelen maken nu voor hem de weg vrij naar boven. Hij zoekt het tegendeel van datgene, wat hij toch innerlijk moet verafschuwen. Hij verlangt naar waarheid, zuiverheid en gerechtigheid en de zin voor alles wat edel is, wordt in de mens gewekt bij wie deze nog niet voorhanden was. Hij wordt bij wijze van spreken in de afschuw voor de zonde geboren. En dit inzicht is voor de mens veel zegenrijker dan wanneer de mens door het leven gaat zonder dat hem de gelegenheid geboden is de zonde en haar onwaardigheid, ja, haar verdorvenheid, te leren kennen.
De mensheid moet in zulke tijden weliswaar nood en benauwenis doorstaan, maar wat stellen deze aardse zorgen voor tegenover de zorgen die hun anders in de eeuwigheid te wachten staan? De Heer leidt alles volgens wijs raadsbesluit. Wat Hij toelaat, heeft steeds alleen maar het ene doel: de mensen in hun denken op goede wegen leiden. En waar de mensheid onder de druk smacht en terecht met misnoegen in opstand komt, wordt haar dus ook indirect een dienst bewezen voor haar zielenheil. Probeer dus in elk gebeuren een middel te zien dat in liefde voor jullie is aangewend om jullie ziel te ontwikkelen, en jullie zullen alles geduldig leren verdragen. Want alleen de Heer weet waarom Hij alles toelaat.
Amen
BD.0339
20 maart 1938
Geestelijk werken en loon – Aardse arbeid en loon – Arbeid in het hiernamaals
Zie, mijn kind, zeker duizenden proberen zich een helder beeld te vormen van de oneindigheid en de wetten die haar beheersen, en ze zijn toch niet in staat dit te doorgronden. Toch kan één enkel ogenblik voldoende zijn om hun geheel en al uitsluitsel te geven over het goddelijke heersen en werken. En alle mensen kunnen dit ogenblik zelf voorbereiden, wanneer ze in hun leven zich enkel richten op het vastberaden streven naar volmaaktheid. Als het menselijke omhulsel, het aardse lichaam, dan van de ziel afvalt, dan ziet deze het grote wonderwerk van God met zuiverste helderheid en vat bliksemsnel wat een mens hier op aarde nooit in staat is in te zien.
En het is jullie aardse doel deze volmaaktheid na te streven. Als jullie je nu geheel aan het geestelijke willen overgeven, dan creëren jullie daardoor voor jezelf een mogelijkheid om je tijdens het bestaan op aarde ook een geestelijke vooruitblik toe te eigenen. Deze vooruitblik is wederom bevorderlijk voor deze geestelijke werkzaamheden en ondersteunt jullie in jullie geestelijke werk. Want als jullie eenmaal de sfeer doorlopen hebben die jullie met ketenen aan de aarde, aan de materie leek vast te houden, zullen jullie licht en vrij worden en jullie werken zal vanaf dan zuiver geestelijk zijn.
Toch drukt de Heer jullie op het hart overal waar jullie nodig zijn, de aardse plichten niet te vergeten. Want zoals jullie steeds eerst jullie voor de aarde gestelde opgave moeten vervullen, zo zal jullie ook in het hiernamaals de arbeid van de liefde opwachten. En een mens die door bedrijvige werkzaamheden voorbereid is, zal zich ook daar gemakkelijk en gewetensvol onderwerpen aan de liefdesplichten die van hem verwacht worden.
Door de arbeid van de aarde wordt jullie kracht beproefd. De Heer geeft jullie Zijn bijstand zodat jullie je opgave aankunnen. En wenden jullie je in gebed tot Hem voor Zijn zegen, dan zal Hij jullie deze niet onthouden. En jullie mogen nooit de moed verliezen en denken dat de kracht jullie zou kunnen ontbreken voor jullie werkzaamheid op aarde, wanneer jullie hart ook door geestelijke werken in beslag genomen wordt en de ziel zich vol verlangen naar boven keert. Het mooiste loon op aarde is het bewustzijn zijn plicht vervuld te hebben op aards gebied. En het zoetste loon van de hemel wacht jullie na afloop van de aardse tijd voor jullie geestelijke arbeid. Laat dus beide zich ontplooien. De aarde vraagt jullie inspanning zolang jullie op de aarde verblijven. Toch zal alles gemakkelijk voor jullie worden als jullie de ziel niet vergeten en de Heer en Heiland die steeds voor jullie klaarstaat en die overal helpend ingrijpt waar jullie Zijn hulp vragen. In Zijn liefde zullen jullie te allen tijde kracht en versterking vinden.
Amen
BD.0340
20 maart 1938
Twijfel aan de goddelijkheid van Christus – Leer van Christus – Menswording
Leg vol vertrouwen je hart aan de voeten van de Heer en Meester opdat Hij het zegent. Een helder ogenblik voert je naar omhoog en laat je de heerlijkheid van God aanschouwen. En door talloze boden die door God gezonden zijn, worden wederom de leringen onder de mensheid uitgevaardigd, want de Heer Jezus Christus vertoeft midden onder jullie, die Hem willen dienen.
En het zal jullie taak zijn om je met de juiste hulp om de lieve aardse broeders en zusters te bekommeren en hun de voorschriften van de Heer bekend te maken. Want Zijn heilige wil laat onder jullie grote dingen gebeuren uit liefde voor de mensheid. En wie steeds Zijn woord navolgt, zal een volgeling van de Heer genoemd worden en als het ware op aarde werken zoals het de opdracht van de discipelen was in Jezus’ tijd op aarde.
Alleen de historische gebeurtenis van de levensloop van de Heer op aarde leeft nog in jullie hart, maar jullie hebben je van Zijn leer verwijderd en jullie weten niet meer hoe jullie in de zuiverheid moeten leven die de Heer jullie heeft bevolen indien jullie Zijn volgelingen willen worden. Want voor jullie heeft de leer aan aantrekkingskracht verloren. Want in deze tijd schenken jullie geen aandacht meer aan de goddelijkheid van de Verlosser der mensheid. Maar jullie zien Hem slechts als mens en de leer van Christus als het werk van een mens. En dat is wat jullie van de waarheid scheidt en wat jullie ook van de hemelse Vader scheidt. En dus zullen jullie met dit geloof moeilijk datgene bereiken wat jullie levensdoel moet zijn.
Voor de periode van het aardse leven zou jullie opvatting weliswaar niet van groot belang zijn. Maar jullie verblijf op deze aarde is slechts van voorbijgaande aard en dan volgt het eigenlijke leven in het hiernamaals, dat echter voor jullie in plaats van leven ook dood kan betekenen. En als jullie ooit het eeuwige leven willen hebben en niet ten prooi willen vallen aan de eeuwige dood, dan moeten jullie volharden in het geloof in de Heiland als Gods Zoon. Maar dan zal de Bemiddelaar tot de hemelse Vader jullie wederom alle kracht geven, indien jullie Hem als zodanig willen aanvaarden. En jullie weg zal gemakkelijker zijn dan zonder enige hulp van Hem die jullie toch verlost heeft van de diepste zondeschuld.
De aardse werkzaamheid van Jezus in Zijn gehele volheid heeft jullie de weg gewezen, opdat het geloof in de Zoon van God jullie eens het eeuwige Rijk zal doen toekomen. Jullie behoren slechts onvoorwaardelijk de Godheid van Christus te aanvaarden en jullie moeten je Zijn leringen eigen maken en alle geboden naleven die de Heer en Heiland de zijnen op aarde gaf. Onder invloed van degenen die de zuivere leer van Christus willen vernietigen, is het voor de mensen steeds moeilijker geworden om de leringen aan te nemen als dat wat ze zijn: als geboden die God zelf aan het volk gaf. En de mensen verwijderden zich steeds verder van de goddelijke waarheid. Ze lieten de leringen van de goddelijke Heiland steeds verder achter zich en keerden zich in plaats hiervan naar nieuwe formuleringen die echter het geloof aan de zuivere leer van Christus steeds meer deden verzwakken en die zich uiteindelijk verloren in dwaalleren.
En vandaag staat de mensheid tegenover een constructie die zeer vaak afwijkt van de goddelijke leer van Christus en om die reden ook steeds gemakkelijker door de mensheid afgewezen wordt. Op die manier wordt tenslotte ook de goddelijkheid van de Heer zelf steeds meer in twijfel getrokken, ja, ook vaak geheel ontkent. En zo staan we nu voor een tijd waarin een hevige strijd om geestelijk goed, om waarheid, om het licht van het inzicht zal ontbranden. Gezegend zij degene die nog verlangen koestert om de waarheid te naderen, hem zal ze op het goede moment toekomen. Maar hoe velen wijzen alle gedachten aan het geestelijke, zelfs maar elke gedachte die verder dan de aardse wereld reikt, resoluut van de hand. Voor hoe velen zijn zulke gedachten een ballast die hen slechts belast en daarom zonder bedenkingen weggeworpen wordt. Voor hen is de heerlijkheid van God, het eeuwige leven, nog zo oneindig ver weg.
En voor hen laat de Heer Zijn boden door het aardse dal gaan, opdat ze overal aan hun harten zullen rammelen. Want het woord van God moet weer bekend gemaakt worden en voor alle tijden getuigen van de menswording van Christus. Gods woord dient opnieuw baan breken. Niemand van jullie mensen dient in volledige blindheid door het aardse leven gaan. Er moet op z’n minst geprobeerd worden dezen de ogen te openen zodat dan alleen de vrije wil van de mens doorslaggevend is voor de mate waarin de inspanningen van de boden van God met succes bekroond worden.
In deze tijd zal vooral daar het geestelijke streven plaatsvinden waar de Heer neerdaalt om eigenmachtig in te grijpen. Degene die zich gewillig aan de goddelijke wil onderwerpt en die zich steeds aan de geestelijke werkzaamheid overgeeft met de bedoeling de Heer te dienen, zal Zijn zegeningen rijkelijk gewaarworden. “Onderwijs de zwakken”, zegt de Heer. En zo zal Hij in alle liefde iedereen onderwijzen die Hem zijn geestelijke armoede voorlegt. En het weten van een dergelijk kind zal steeds groter worden als het zich slechts aan de Heiland overgeeft en steeds bereid is de goddelijke leringen aan te nemen. Want niet een wijze dient onderwezen te worden, maar de wijsheid behoort naar dat kind van God toe te stromen dat het oprecht ten dienste van de mensheid wil ontvangen en doorgeven.
Zo zal de leer van de Heer zich verspreiden onder jullie mensen, ongeacht of jullie haar willen opnemen of niet. Want de opnamevaten zijn in gereedheid gebracht en ze zullen op dezelfde plaats blijven, zodat degene die naar verkwikking verlangt, zich aan de inhoud laaft. De wil van de Heer regeert het ganse heelal. Hij regeert de schepping en elk schepsel zal Hem voor eeuwig onderdanig zijn.
Amen
BD.0341
21 maart 1938
Goddelijke genade – Geestelijke vrienden – Gevaren van buiten – Hulp
Slechts weinigen vernemen de stem van de Heer en daarom is het steeds geboden om heel nederig te blijven en nadrukkelijk om Gods zegen te bidden. Iedereen werkt weliswaar vanuit de drang van zijn hart, maar al deze gevoelens moeten op de eeuwige Heer gericht zijn. Dan zal hij ook, gezegend door de Heiland, al zijn dagelijkse werkzaamheden kunnen ontplooien. Waar de geest zich echter niet gewillig aan alle voorschriften aanpast, zal het moeilijk zijn om aan de goddelijke wil te kunnen beantwoorden. Jullie allen die naar de Heer verlangen, begeef je in Zijn genade. Niemand van jullie zal deze goddelijke genade verliezen, als jullie de innerlijke stem volgen die je steeds de juiste weg zal wijzen. De geestelijke wezens die jullie omgeven, dragen met alle ijver bij aan elke arbeid van de geest. Jullie zijn nooit verlaten, maar jullie staan onder de trouwe bescherming van deze wezens, die zich onophoudelijk inspannen jullie zielen te ontwikkelen en met dit werk hun eigenlijke werk in het hiernamaals vervullen.
Let er enkel op dat jullie weerstand bieden aan alle boze inwerkingen van buiten. Het gevaar omringt jullie steeds. Jullie zijn voortdurend blootgesteld aan verzoekingen die jullie geestelijke arbeid en de arbeid aan jullie zelf teniet willen doen. Geef jullie ook daarin vol vertrouwen aan jullie geestelijke vrienden over. Ze weren alles van jullie af, wanneer jullie maar zelf naar hen verlangen en hun bescherming wensen. Geen enkel wezen op aarde kan zichzelf zo vormen, zijn ziel zo tot voltooiing brengen, wanneer het niet werkzaam ondersteund wordt door de geestelijke wezens. En deze ondersteuning valt jullie zo rijkelijk ten deel, als jullie zelf maar bereid zijn deze bescherming te benutten. Want anders is hulp voor jullie onmogelijk. Jullie moeten steeds door jullie wil zelf de verbinding gecreëerd hebben met hen, vooraleer ze jullie daadkrachtig kunnen ondersteunen en dat op iedere wijze. Zowel bij de aardse activiteit als ook in de geestelijke arbeid staan ze jullie behulpzaam ter zijde en ze helpen jullie om alles voor de Heer en Heiland te volbrengen en voor eeuwig ter ere van Hem te werken.
Amen
BD.0342
21 maart 1938
Mijd de vreugden van de wereld
Zonder enig gevaar kun jij je voor alle geestelijke vragen aan ons overgeven. Wij weten waar nood is. En wanneer je ziel nog bezorgd is, dan komt dit voort uit het diepe verlangen je waardig te betonen voor de liefde en zorg van de Heer. Want degene die zich niet verheugt over een bezit, maakt zich nooit zorgen over het verlies. En daarom wil de Heer je vandaag opwekken in de geest.
Mijd alle vreugden van de wereld. Zo luidt Zijn liefdevolle aanmaning. Maar niet om iets van jullie af te nemen wat jullie vreugde geeft, doch slechts om jullie niet onbekwaam te maken om geestelijke leringen op te nemen. Jullie kunnen het niet allebei tegelijk. Want de zintuigen van de mens keren zich zo graag naar de wereldse genoegens toe. En deze laten dan geen ruimte voor iets wat zich niet tastbaar laat vatten, maar slechts opgenomen kan worden met een geest die van de wereld is afgewend. Geheel uiteenlopend zullen deze twee begrippen het menselijke hart beroeren. De mens zal met zijn aardse lichaam steeds verlangen naar aardse vreugden. Maar des te moeilijker zal de geest erin slagen verblijf te nemen in zijn innerlijk.
De mens richt al zijn verlangens op de wereldlijke genoegens. En het tegemoet komen van het goddelijke Wezen komt hem veraf en onwerkelijk voor, zolang hij nog niet begrepen heeft dat dit pas kan gebeuren zodra er tussen de hemelse Vader en het kind op aarde een contact tot stand gebracht is, dat veroorzaakt is door de eigen wil om met de Schepper in verbinding te treden. Deze wil ontstaat of heeft zijn oorsprong in de ziel van de mens, niet in één of ander orgaan van het menselijke lichaam. Als deze ziel nu bereid is zich aan de Heer te onderwerpen, dan wekt de hemelse Vader dit heilige gevoel in jullie om de vereniging met het hoogste wezen na te streven. En zoals bij elke wil van de mens die spoedig tot daad wordt, zo heeft de vereniging ook reeds plaatsgevonden zodra de menselijke wil dit nagestreefd heeft. En met de vereniging begint voor de mensen een nieuw leven. Een leven dat naast het aardse leven en geheel op zichzelf de menselijke geest vormt en hem tot steeds hogere voltooiing laat rijpen.
Het aardse bestaan als zodanig kan de mensen weliswaar ook genoeg werk geven, zodat daardoor de vervulling van alle aardse behoeften zeker gesteld wordt, maar het geestelijke werken draagt meestal pas vrucht na de voleinding van dit aardse bestaan. Waar het menselijke hart volledig doordrongen is van de wil, de goddelijke Vadergeest te naderen en door de liefde en wijsheid van de Heiland gevoed te worden, daar zal voor het kind van God spoedig zo een rijk innerlijk leven ontstaan dat zijn grootste zorg voortaan zal zijn om van de geestelijke vreugden te mogen genieten. Het zal niet meer naar de wereld en haar vreugden verlangen, maar alle bedrijvigheid van de wereld zal hem oppervlakkig toeschijnen en alleen wat hem geestelijk laaft en verheugt, zal begerenswaard voor hem zijn. En om jullie dit te bieden, om jullie echte vreugden te geven, waarschuwt de Heer jullie voor de vreugden van de wereld.
Amen
BD.0343
22 maart 1938
Gevaar van de eigenliefde – Liefde voor God en de naasten
God de Heer heeft op elk moment troost voor jullie, die Hij jullie in volle mate laat toekomen wanneer jullie je vol vertrouwen naar Hem toekeren. Waar de Heer zelf zich over elk wezen ontfermt, ondervinden jullie dagelijks Zijn genade. Hij wijst jullie hart rechtstreeks de weg naar het eeuwige als jullie er maar naar streven. Een kleine hoeveelheid eigenliefde echter verzwakt reeds de grote genadekracht die de Heer aan jullie overbrengt. Want als iemand maar zijn eigen ik vooropstelt, dan zal hij moeilijk de goede weg betreden of op deze weg blijven. Want de liefde voor God en voor de naasten is het hoogste gebod, dat alles omvat. Moeten jullie niet eerst proberen dit gebod te vervullen? Dan mogen jullie jezelf echter niet op de voorgrond plaatsen.
Alles wat jullie hebben en zijn, is jullie door God gegeven. En in dezelfde mate moeten jullie weer aan jullie medemensen geven. Voordat jullie aan jezelf denken moeten jullie hen bedenken met alles wat jullie zelf van waarde is, en zodoende de naasten liefhebben zoals jezelf. Zo delen jullie ook precies in die mate in de goddelijke genade die de Heer jullie toemeet, als jullie de naasten op dezelfde wijze toegemeten hebben. Oefen jullie in deze hoogste plicht. Het leven op aarde zal jullie dan nog zo onvergelijkelijk mooie dingen bieden, waardoor de weg naar de Vader voor jullie gemakkelijk wordt. En jullie die steeds in de lichtkring van de goddelijke liefde staan, kunnen je ontwikkelen voor de eeuwigheid.
Een kort gebed om kracht voor al het juiste handelen, zal jullie dit gebod ook in de uitvoering gemakkelijk laten lijken. En in levendige gedachtewisseling met jullie geestelijke vrienden zullen jullie ook steeds dieper doordringen tot de liefde en wijsheid van God. En jullie zullen alles op aarde met geestelijke ogen leren bekijken. Het gebod van de liefde zal jullie zelfs tot het einde van jullie leven aansporen tot uiterste werkzaamheid en dan zijn jullie de weg op aarde niet nutteloos gegaan, maar jullie hebben je ziel bij haar ontwikkeling geholpen. Wat jullie uit liefde voor jullie naasten gedaan hebben, is jullie al rijkelijk vergolden als jullie daardoor een volmaaktere toestand hebben bereikt en jullie het loon van de hemel hebben verworven.
Amen
BD.0344
22 maart 1938
De ontwikkelingsweg is een voortdurende strijd – Strijd in de natuur
Begin met jezelf te strijden en je zult zegevieren. Dit zijn de woorden van de Heer die Hij iedereen laat toekomen die de standvastige wil heeft tot Hem te komen. Aan het hart van moeder natuur herkennen jullie steeds weer opnieuw de eeuwige strijd. Alles wil zich handhaven. In het plantenrijk doorbreekt het zaadje het omhulsel dat hem omgeeft. Alles wat op en boven de aarde leeft, gaat de ontwikkelingsweg steeds in een zekere strijd: het oude overwinnen en zich handhaven tot er iets nieuws is ontstaan. Zij het in het planten- of dierenleven, steeds zal het wezen het oude omhulsel moeten afleggen voordat het tot nieuw leven gewekt wordt.
Precies zo is ook dat wat de mensen moet veredelen, steeds alleen maar te bereiken, wanneer eerst alle zwaktes en gebreken bestreden worden en zich uit deze strijd een nieuw, beter en gezuiverd leven ontwikkelt dat bijgevolg de eigenlijke opgave van dit aardse leven moet zijn. Het aardse lichaam is als het ware ook alleen maar het uiterlijke omhulsel dat de ziel omsluit. En zij moet op haar beurt strijden tegen al het troebele, onvolmaakte dat de ziel nog gevangen houdt. Als ze zich uit dit uiterlijke omhulsel kan verlossen, als ze licht en helder uit de boeien tevoorschijn kan komen, dan zal het haar spoedig lukken de goddelijke geest in zich op te nemen en dan is ze wedergeboren tot het goddelijke leven.
Strijd daarom zonder oponthoud, want jullie werpen dan alleen maar een omhulsel van jullie af dat jullie hindert het volle licht op te nemen. In niets doen vinden jullie de vrede niet. Jullie vinden ook het ware inzicht, de helderheid van geest niet, maar jullie ziel is troebel, lichtloos en omsluierd zolang jullie niet aan jezelf werken, zolang jullie in de ware zin van het woord niet strijden tegen alles wat jullie verhindert een lichte geest in jullie op te kunnen nemen.
Voor velen zijn de woorden van het geloof weliswaar een teken van boven, ze aanvaarden de goddelijke leringen geheel en al, maar toch doen ze geen moeite om ze na te volgen. Wat ze moeten aanvaarden, verenigen ze niet met wil en daad. Voor hen is de leer als een rijpe vrucht die goed is en als zodanig geoogst werd, maar nooit werd gegeten. Om die reden diende ze ondanks al het goede niet als voedsel voor de mensen en heeft ze zo ook het nut niet verricht waarvoor ze bedoeld was. De vrucht was een gift van God, doch ze werd niet gewaardeerd, maar achteloos aan het verval prijsgegeven.
Laat de zegen van God niet aan jullie voorbijgaan. Strijd en neem alles in jullie hart op wat de goedheid van God jullie aanbiedt. Laat de geest geen gebrek lijden. Wat jullie geestelijk moeten verwerven en zelfs bevechten, zal jullie onzegbaar verheffen boven al het aardse. Sla er daarom steeds acht op hoe jullie het woord van God voor jezelf in daden kunnen omzetten. Ga niet zonder strijd elk ongemak uit te weg, maar probeer door te zetten opdat jullie een ziel in geestelijke voltooiing voortbrengen. Want voortdurende strijd voert jullie naar de overwinning.
Amen
BD.0345
23 maart 1938
Zegen van ziekte en lijden
Mijn lief kind, gezegend is degene die steeds zijn lijden geduldig draagt, die zijn kruis gewillig op zich neemt en steeds bereid is Mij te dienen. Van hem wil Ik in korte tijd elk lijden afwenden. Let op jullie gezondheid, van het lichaam en van de ziel, want alleen dan kunnen jullie een gezonde geest in jullie dragen. Het lichamelijke lijden vraagt wel gehoorzame mensen, wil het de geest niet misvormen, maar hoewel jullie het noodlot aanvechten omdat het jullie lijden stuurt, vergeet nooit dat het steeds het middel is om jullie gebreken en zwaktes te vernietigen, maar dat jullie ook vaak zelf schuld hebben aan de oorzaak van ziekte en lichamelijke storingen. Ook de krachten van de duisternis leggen het met dergelijke middelen aan om jullie tot struikelen te brengen op jullie weg naar boven.
Wees daarom zeer geduldig en vol overgave, opdat het lijden tot jullie nut aan jullie voorbijgaat. Het lijden dat de mens zuivert en de stempel van overgave op hem drukt, is door Mij gezegend. Maak daarom niet de fout ertegen in opstand te komen, maar dank ook hiervoor jullie hemelse Vader, aangezien het weer een trede is, die jullie hoger tot Hem voert. En weer zal het gebed jullie verzachting brengen wanneer het daar de tijd voor is. Want de Vader legt jullie nooit een kruis op dat voor jullie te zwaar zou zijn om te dragen. Hij weet wat jullie nodig hebben en voert jullie alleen maar langs smartelijke wegen opdat jullie volmaakt worden. Prijs daarom de Vader tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.0346
23, 24 en 25 maart 1938
“En het Woord is vlees geworden”
“En het Woord is vlees geworden”. Verneem de woorden van heil en geef ze door aan alle zoekenden, want in de belichaming van de Heer en Heiland op aarde geschiedde het wonderbaarlijke, het onvatbare: dat Gods heerlijkheid zich in het wezen van een mens verborg om alle wezens op aarde en in het heelal het licht te brengen. Want de toestand van de mensen was zeer duister. Het licht van het inzicht kon deze duisternis niet meer doordringen. Daarom legde God Zijn gehele wezen zelf in de uiterlijke vorm van een mens en gaf er Zijn ganse volheid van licht aan om het grootste kwaad van de mensheid, de nacht van de geest, te verlichten en daardoor voor de ziel van de mens de weg vrij te maken tot het ware leven. Het ganse heelal met ontelbare levende wezens, van het kleinste schepsel tot het volmaaktste geestelijke wezen, buigt voor de heerlijkheid van God.
Het meest verheven en volmaakte goddelijke Wezen daalde af naar de aarde en leefde te midden van Zijn schepselen net zoals hen, als mens onderhevig aan alle natuurwetten. En voor Zijn gang over de aarde golden dezelfde bepalingen, die het bestaan van elk aards wezen van geboorte tot dood begeleiden. Een arbeidsintensieve jeugd in alle bescheidenheid en een vrome opvoeding door vrome ouders ontwikkelden de lichamelijke mens zodanig, dat de goddelijke geest zich spoedig met deze uiterlijke mens verenigde en God in Zijn overvloed van licht Zijn intrek nam in dit menselijke lichaam, dat volledig volgens Zijn wil volmaakt geworden was. En nu werkte de Godheid op aarde tot zegen van de mensheid, tot verlichting van haar geest. Er bestond uiterlijk gezien geen wezenlijk verschil tussen Hem en Zijn leerlingen. Hij troonde menselijk gezien niet als koning boven hen, maar leefde als broeder midden onder broeders. Maar Zijn goddelijke geest vervulde alles om Hem heen met licht en liefde.
De goddelijke geest omvat het hele heelal. Maar in Zijn wezenloze oervorm werd Hij door de mensen niet herkend. Een gemoed kon nog zo bereidwillig zijn, het was niet in staat zich het begrip van God eigen te maken. Er ontstond een onoplosbare vraag die boven al het menselijke denken uitsteeg. En om die vraag op te lossen, om dit begrip voor de mensen aannemelijk te maken, belichaamde de eeuwige Godheid zich in een menselijk omhulsel op aarde. De geest van God, de essentie van al wat bestaat en in wording is, het uitgangspunt van elke scheppingsgedachte, het eeuwige Licht, het Woord. En het Woord is vlees geworden.
O, schenk grenzeloze aanbidding aan deze Heiligste van de hemel en de aarde! Want de menswording van God omvat oneindige liefde voor alle schepselen van het heelal. Want geen enkel wezen bleef daardoor onberoerd. Waar de goddelijke Heiland zijn voet neerzette tijdens Zijn levensloop op aarde, daar opende zich de eeuwigheid en verspreidde een helder licht in de harten van de mensen die nog niet volledig in de macht van de duisternis waren.
Een dergelijk werk van goddelijke goedheid en barmhartigheid moest stralen en zich uitgieten over de zielen van degenen die in Zijn nabijheid verbleven. Het moest voor de mensen aanvoelen als een weldadige regen na maandenlange droogte. En alles moest herademen, aangezien het geen gevaar meer liep, in de brand van de innerlijke nood hopeloos te gronde te gaan. Voor deze korte tijd was er voldoende voor gezorgd dat mensen van alle volkeren in Gods nabijheid kwamen. Want de leer van Christus nam weliswaar haar aanvang waar de Heer verbleef, maar moest verspreid worden over de ganse aarde. De ene wonderbaarlijke gebeurtenis volgde op de andere en in vele mensenharten werd het woord van God levend. Want de geest van God gaf hun de kracht om tot inzicht te komen.
Maar zoals het boze in voortdurende strijd verwikkeld is met het goede, zo was er ook een voortdurende strijd tussen de aanhangers van de oude leer en die van de zuivere leer van Jezus Christus. En deze strijd was toegelaten om het werk van de menswording te voltooien.
Amen
BD.0347
26 en 27 maart 1938
Maar het grootste wonder is de liefde
Het grootst van alle wonderen is echter de liefde. En haar kracht gaat ver boven de grenzen van het menselijke denken uit. De allesomvattende liefde van God zal jullie steeds geven wat jullie ontbreekt. Daarvan getuigt Gods woord dat jullie uit hoogten vol van licht wordt geopenbaard, om jullie te troosten en te verheffen tot levendige vernieuwing. Want dit alles doet de Heer uit overgrote liefde voor de kinderen die Hij graag een eeuwig rijk in hemelse gelukzaligheid wil bieden. En toch hecht de mensheid zo weinig belang aan de bewijzen van Zijn liefde. De wil van de mens om te leven is zo sterk dat hij slechts met onbehagen aan het uur van de dood denkt. En waar opnieuw de lichamelijke nood of zorgen de mens zwaar belasten, daar snakt de mens naar het moment van de dood in de stille hoop daarmee aan al het lijden te kunnen ontsnappen en het leven beëindigd te hebben. Als de goddelijke liefde er nu niet zo lankmoedig voor zorgde dat de mensen steeds opnieuw attent werden gemaakt op de eeuwigheid, wat voor nut zou het leven van zo een mens dan hebben? En voor degene die zijn leven niet graag opgeeft, zou het leven net zo goed nutteloos verstrijken, als de Heer hem niet steeds opnieuw bewijzen van liefde liet toekomen.
Maar de wereld kan de liefde van de hemel niet in haar volle omvang vatten. De aardse mens weet wel dat de liefde alles tot leven wekt, maar in zijn aardse toestand is het begrip van de goddelijke liefde begrensd. Als hij er de wil voor opbrengt, kan hij alleen maar inzien dat de kinderen van de aarde voortdurend begeleid worden door de hemelse Vader en dat ze tot Hem kunnen bidden en altijd verhoord worden, wanneer dit verzoek betrekking heeft op hun zielenheil. Toch zijn er slechts weinigen in staat de onzegbaar grote liefde te vatten, die de Heer bewoog zich zelf voor de mensen en hun zonden op te offeren. Om dit enorme gebeuren in zijn volle omvang te kunnen waarderen, moet er voor het kind van de aarde al een helder licht van inzicht schijnen. Het moet vatten dat elk aards wezen eens de heerlijkheid van de hemel gegund zal zijn en dat Gods wijsheid in eindeloos lange tijden alle middelen en wegen aanwendt om deze heerlijkheid voor dit wezen toegankelijk te maken. Want wat in het rijk van God binnengaat, moet volmaakt zijn en gelijk aan God. En er is weer veel geduld en liefde voor nodig om de schepselen die zich vaak verzetten, de weg te wijzen die als enige kan leiden naar de plaats waar de eeuwige gelukzaligheid hen opwacht.
In tijden van nood gelooft de mens vaak verlaten te zijn door de hemelse Vader en toch is Hij dan dichter bij hem dan ooit. Elke diepe nood is een teken van Gods barmhartigheid en liefde, hoewel jullie dat niet als zodanig kunnen of willen bekijken. Want als jullie je gedwongen door deze nood van het hart naar de eeuwigheid keren, dan is de liefde van de hemelse Vader niet zonder sporen aan jullie voorbijgegaan. Jullie hebben de roep van de liefde gehoord en jullie zijn hem gevolgd. En zo werkt de liefde van de Heer en Zijn oneindige geduld sinds eeuwigheden en Hij zal nooit ophouden de wezens door middel van deze liefde naar zich toe te trekken. In Zijn meest pijnlijke ogenblik, toen de Heer voor de mensheid aan het kruis geleden heeft en gestorven is, daalde de goddelijke liefde neer over het ganse heelal. Ze omvatte elk wezen en liet in alle zielen de goddelijke vonken ontstaan om zo iedere ziel die van goede wil is en die uit de liefde wedergeboren werd in de geest, de mogelijkheid te geven zich te verenigen met God, de eeuwige Liefde.
Amen
BD.0348
27 maart 1938
Vermaning
Op momenten zoals nu is er slechts één ding nodig: geef je volledig over aan de Heer en Heiland, dan zal alles goed komen. Al een klein beetje oplettendheid voor hoe liefdevol de Vader jullie allen leidt, en je vertrouwen in Hem zal groeien. Want Zijn oog waakt over jullie allen die Zijn kinderen zijn. Laat niets je ervan afbrengen je heilige plicht na te komen, want al het andere in het leven is slechts voor de wereld. Maar dit is voor de eeuwigheid.
En zo onderwijst de Heiland je steeds met dezelfde liefde. Hij ontwikkelt het zielenleven voortdurend doordat Hij je geestelijke kennis verhoogt en je bijstaat bij het begrijpen en navolgen van Zijn leringen. In welke gemoedstoestand zijn vaak de mensen aan wie Hij Zijn genade geeft. Hoe vaak maakt het hart zich ongerust in aardse nood. Maar als het de weg naar de Vader vindt, dan geeft Hij het aardse kind alle verkwikking die het nodig heeft. Want niemand zal lijden wanneer het doel van het lijden vervuld is, dat het aardse kind de Vader werkelijk herkend heeft en alleen maar naar Hem verlangt. Slechts een beetje vertrouwen en dan kunnen jullie vele zorgen in de hand leggen van Degene die jullie allen voert en leidt.
Wil de Heer je Zijn leringen overbrengen, dan moeten je oor en je hart aandachtig luisteren om de geestelijke gave te ontvangen. Maar als je gedachten teveel op deze aarde vertoeven, dan lukt het je steeds moeizamer. Dan is de verbinding moeilijker tot stand te brengen, aangezien de innerlijke rust je ontbreekt, waar je echter voor moet strijden en bidden als je het doel wilt bereiken. Bid en je zult in staat zijn de verbinding snel te herstellen.
Amen
BD.0349
27 maart 1938
Mysterie van de menswording – Gods genade en kracht
Mijn lief kind, er ligt een overweldigende gedachte ten grondslag aan het mysterie van de menswording. De Heer kan het je in al Zijn diepste onderrichtingen niet duidelijk maken, aangezien de natuur van de mensen niet over het nodige vermogen beschikt, dat voor een begrip noodzakelijk is. De mensheid wordt beheerst door die ene gedachte dat de wezens van het heelal voor tijd en eeuwigheid verloren zouden zijn zonder de belichaming van de Zoon van God op aarde. En deze gedachte is wel zuivere waarheid, maar geeft toch niet afdoende weer in hoeverre de liefde van de Heiland zich door deze menswording opgeofferd heeft voor de mensheid.
Er bestaat geen mogelijkheid tot vergelijking die jullie bij benadering zou laten inzien welke kracht door dit goddelijke werk van liefde op het gehele heelal werd overgedragen, op alle wezens, in het bijzonder op de kinderen der aarde en hun zielen. Elke ziel ontving zo enorm veel genade, dat de mens zich, wanneer hij dit benut, tot een wezen gelijkend op God kan vormen. Want de liefde die in God woont, neemt dan bezit van het hart van elke mens. Ze zorgt ervoor dat zich uit de liefde volkomen wezens ontwikkelen en voor dit alles heeft God de Heer zelf door de menswording de poorten geopend. Hij effende de weg tot eeuwige gelukzaligheid voor de kinderen op aarde. Hij verloste hen van de eeuwige dood.
Dit eeuwige leven echter ligt in jullie handen. Zoals jullie het voor jezelf op aarde creëren, zo zal het jullie eens opwachten. De Heer heeft zelf de grondsteen gelegd waarop jullie het eeuwige Rijk kunnen bouwen. Maar blijf jullie er steeds van bewust hoe innig de Vader jullie liefheeft, dat Hij voor jullie en om jullie van de eeuwige verdoemenis te redden zich zelf ten offer heeft gebracht en zo voor jullie het grootste werk van liefde heeft volbracht. Probeer in dit besef deze liefde waardig te worden, opdat de Heer voor ieder van jullie een ware Verlosser van de eeuwige dood zal worden en jullie Hem zullen danken tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.0350
28 maart 1938
Kandidaten voor het eeuwige Rijk
Het eeuwige Rijk is voorbehouden aan de trouwe aanhangers van de Heiland. In de hemelse velden van eeuwige zaligheid worden allen opgenomen, die de naam van de Heer in het hart dragen, die op deze aarde trouw zijn aan Zijn leringen en geduldig en zonder morren hun kruis dragen uit liefde voor de Heiland. God heeft zich voor al deze mensen opgeofferd. Zijn lijdensweg was niet voor niets afgelegd, indien Zijn kinderen op aarde Hem navolgden en ze zich van het wezen van de Godheid helder bewust werden. Een leven in welke er gedachteloos op los wordt geleefd, is voor de eeuwigheid vergeefs geleefd. Alleen de voortdurende lankmoedigheid en het geduld van de Heer behoedt de mensen die niet willen erkennen, voor een snel overlijden. En Hij geeft hun steeds maar opnieuw aanwijzingen opdat ze zich bezinnen en eindelijk de goede weg zullen vinden.
Degenen die van goede wil zijn, zullen zeer spoedig in staat zijn de stem van de Heiland te horen en volgen Zijn roep. Maar wie zich afwendt, dwaalt lang in de duisternis van de geest totdat ook in hem eens, hier op aarde of in het hiernamaals, het inzicht zal komen. Maar het inzicht in het hiernamaals is voor hem nagenoeg nutteloos in vergelijking met de zegeningen van het licht dat de mens op aarde reeds gevonden heeft. Op aarde zonder licht leven is gelijk aan geestelijk dood zijn. Maar jullie doel moet het eeuwige leven zijn. Zoek daarom God en laat Zijn woord ingang vinden in jullie harten, opdat jullie je voorbereiden en waardig maken voor het eeuwige Rijk.
Amen
BD.0351
28 maart 1938
Bevolkingsproblemen (1)
Voor de wereld en haar eisen is de geest van God niet nodig. Maar voor de eeuwigheid kan geen enkel wezen bestaan als het de goddelijke geest niet in zich opgenomen heeft en zo voor tijd en eeuwigheid met Hem verbonden is. Daarom leren de mensen de liefde kennen omdat alles in hen op dat moment van liefde edel is en omdat al het goede in hen opvlamt. En dan is de vereniging met de goddelijke geest aanzienlijk gemakkelijker dan in tijden waarin ze enkel materieel ingesteld zijn en elke zachte opwelling in het hart verstikt wordt en er zodoende niets van de liefde getuigt die toch een deel van God is, die van goddelijke oorsprong is.
Hoewel de belichaming voor elk wezen in de schepping een noodzakelijkheid is, is het desondanks niet geboden een planmatige verwekking tot leven binnen een vastgestelde tijdsduur te willen nastreven. En toch zal er geëist worden dat alles wat leven baart zich aan een hogere Wil ondergeschikt maakt. In dit tijdperk heeft de mens geen bestemmingsrecht over zichzelf. Hij zal gedwongen worden om zonder liefde en zonder innerlijke drang zich aan het doel van de voortplanting over te geven. Zijn driftleven zal versterkt worden, zijn geestelijk leven zal echter verkommeren of volledig teniet gedaan worden, wanneer de mens niet sterk genoeg is zich innerlijk tegen dergelijke maatregelen te verzetten. En dan beveelt de Heer zelf jullie: “Laat deze schending van jezelf niet toe, verweer jullie en blijf Mij in de geest en in jullie harten toegenegen”.
Jullie zullen geen enkele weg alleen moeten wandelen. De geest van God zal jullie begeleiden en jullie beschermen tegen elk gevaar. Maar sla de ogen niet neer voor degenen die de scheppingswetten willen omstoten en van goddelijke wezens ware gestaltes van de nacht willen maken. In deze tijd leven velen van jullie in nood en zorgen en door deze te benutten, zullen jullie de stem van jullie hart moeten verraden. Maar blijf in gebed en houd je vast aan Degene die alleen over alles beveelt. Hij zal elk gevaar van jullie afwenden.
Lief kind, met betrekking tot deze regels komt er nog een aanvullende opmerking aan bod die de Heer je nog niet gegeven heeft. Geef je vol vertrouwen aan alle woorden over. Het is een wijs besluit dat je vandaag nog onbegrijpelijk is, maar binnenkort zul je de inhoud begrijpen. En zet nu voort: Een van de velen die opkomen voor de geslachtsdaad die niet met de wil van God strookt, zal de dwaasheid van zijn voorschrift zelf ervaren. Het bezorgt de demonen grote vreugde om te zien dat hun vernietigingswerk aan de mensheid voortgang maakt. Maar het tij zal spoedig keren en wat dan komt, scheidt hen die rein zijn van de zondaars. De zegen ligt niet alleen in de gesteldheid van het bloed, maar in het rein houden van de ziel, die toch in elke mens woont.
De Heer heeft de mensen verschillend op de wereld gezet. Heb elkaar dan ook zo lief en kijk niet minachtend op elkaar neer. Op alle tijden van vernedering volgen ook tijden van verheffing. Maar er storten ook zeer vaak heersers en regenten van hun hoogten wanneer ze Zijn wil niet willen erkennen. Hetzelfde zullen ook degenen moeten ondervinden die niets meer rein houden en totaal geen acht slaan op mijn geboden. In deze wereld van zonden laat de Heer niet met zich spotten en dan bereidt Hij het gericht voor dat voor velen een wereldgericht is, voor anderen echter ook de redding uit de nood van de ziel. Blijf in mijn leer, blijf in mijn wil en Ik zal jullie redden uit de nacht van de duisternis en jullie naar het eeuwige leven voeren.
Amen
BD.0352
29 maart 1938
Bevolkingsproblemen (2)
Mijn lief kind, wees niet bang, geloof alleen maar. Het is de heiligste wil van de Heer om de zijnen hun kracht in de geest te laten oefenen. De diepe verbondenheid met de Heer verzekert je in ieder geval de zuivere waarheid. Het is voor jou een teken van de onverbrekelijke macht van de Heer. Zoals jullie aannemen, zo zullen jullie bedacht worden.
Maar de wereld is zoals je werd aangegeven. Nog een korte tijd en je zult de waarachtigheid van Zijn woorden inzien. Maar wanneer je deze regels niet begrijpt, ontvang dan het volgende: een verandering van levenshervormingen zal ervoor zorgen dat jullie allemaal moeten veranderen en dat jullie het gebod van het verstand buiten beschouwing laten. Het streven van de mensheid zal zich richten op het oplossen van problemen van bevolkingstoename. En het zal op een wijze geregeld worden dat het verloop van alle gebeurtenissen voor jullie zo verschrikkelijk zal zijn zoals jullie het nooit voor mogelijk houden.
Wanneer twee personen paren dan moet de liefde daartoe voorwaarde zijn. Wanneer de geslachtsdaad echter uitgevoerd wordt zonder enige innerlijke of zielsverbinding, dan is dat tegen Gods ordening en legt de mens daardoor in het verwekte wezen de grondstof van alle aardse ondeugden en begeertes. Want het bestaan van de mens is noodzakelijk voor een hoger doel en wanneer de ziel al vanaf het begin van de belichaming zo diep in duisternis wordt gehuld, dan zal ze zich moeilijk kunnen verlossen uit de boeien die haar omgeven, om een lichtvolle weg in te slaan. En voor de korte duur van haar aardse bestaan moet ze onzegbaar strijden als ze het doel van haar belichaming wil bereiken.
In tijden van zulke dwalingen zullen grote tekenen van boven moeten verschijnen om de mensen op het zondige van hun ondernemen te wijzen. Als de mensen naast elkaar leven en ze zich niet volledig aan de ordening van God aanpassen, dan is de bodem voor de macht van de duisternis altijd goed voorbereid om slecht zaad op te nemen. De zorg van de Heer zal de zijnen oneindig zegenrijk bedenken, Hij zal hen beschutten voor tegenspoed. Maar je hart moet elke twijfel ver van zich houden. Ontvang zoals het je wordt aangeboden en vertrouw op de Heer die je op elk moment juist voert als je in Zijn wil blijft. En ontvang de woorden van de Heer: “Jullie allen moeten Mij dienen opdat Ik jullie zegen”.
Amen
BD.0353
29 maart 1938
Gevaar voor het zielenheil van de wereld
Niets is voor jullie gevaarlijker dan de wereld met haar verzoekingen, die jullie steeds weer in de maalstroom van het leven willen trekken, waar jullie dan de Heer en jullie eigenlijke bestemming vergeten. Binnen afzienbare tijd is er een tijdperk voltooid dat jullie in genade gegeven is en waarin jullie door beproevingen en kwellingen voldoende kennis werd gegeven van de wil van de Schepper. Later, aan het einde van jullie leven, zal de Heer jullie de vraag stellen of jullie deze tijd juist hebben benut. Aangezien geen enkele gebeurtenis vergeefs plaatsvindt, zal jullie verdere leven op aarde jullie nog genoeg aanwijzingen brengen. Maar de mens pleegt zijn ganse werkzaamheid slechts op wereldlijke dingen te richten en van de goddelijke zorg weinig notie te nemen. Daarom zal het ook steeds moeilijker voor hem worden in verbinding met de goddelijke geest te treden.
Een mens zal vanuit zichzelf nooit het wonder van de schepping kunnen vatten. Hoeveel minder echter zal hem duidelijk worden dat hij zichzelf tot het hoogste kan ontwikkelen, tot evenbeeld van God, wanneer hij zelf alleen maar de wil daartoe koestert. Wanneer jullie dienaren van de wereld worden, dan zijn jullie daar nooit ofte nimmer toe in staat, maar als jullie van de wereld en haar verzoekingen afzien, dan gaan jullie een lichte toestand binnen die jullie onvergelijkelijk meer biedt dan wat de wereld jullie ooit kan bieden. Wees daarom bedacht op het heil van jullie ziel, neem kennis van Gods aanwijzingen en neem ze voor alles op in jullie hart, dan zal jullie ziel zich ongemerkt losmaken van al het aardse dat jullie nu nog begerenswaardig lijkt. Ze zal vrij worden van de boeien van de aardse verlangens en ze zal zich vanzelf overgeven aan een hogere Wil. En de geestelijke genietingen die haar dan aangeboden worden, vervangen die van de wereld duizendvoudig. Ja, alleen de gaven van de geest zullen jullie nog nastrevenswaardig toeschijnen. Jullie maken je van alles los waardoor jullie ziel nog vastgehouden wordt en jullie maken voor haar de weg vrij naar boven.
In gedachten over het hiernamaals, in een goede en edele levenswijze, in het nastreven van de waarheid en het beoefenen van de liefde zullen jullie voortaan jullie leven op aarde doorbrengen. Jullie zullen – aan de zorgen van alledag onttrokken – velerlei geestelijke boodschappen ontvangen, direct en indirect, als jullie slechts acht slaan op jullie gedachten, op de innerlijke stem en op alles wat voor jullie getuigenis aflegt van het scheppingswerk van de hemelse Vader. Want geen enkel van Zijn kinderen is door de Vader geschapen zonder de bekwaamheid om tot inzicht te komen. De eeuwigheidgedachte kan gewekt en tot leven ontwikkeld worden in iedereen die zijn hart opheft naar de Vader van het heelal en zich tot Hem richt, biddend om genade. En iedereen die slechts de goede wil heeft om te doen wat juist is en met de wil van de hemelse Vader overeenkomt, zal tot inzicht komen. De Heer voert deze mensen zelf uit de bedrijvigheid van de wereld tot Hem in Zijn hemelse rijk.
Amen
BD.0354
30 maart 1838
Geloof
En wie in het geloof blijft, zal steeds gesterkt door het leven gaan, want de Heer laat nooit iemand wankelen die in Hem gelooft. Het geloof is de voorbode van alle zaligheid. En daarom zal iedereen die het gewillig heeft aangenomen zich in alle ernst voorbereiden op de eeuwigheid. Het overige regelmatige er op los leven zonder geloof komt slechts overeen met een machinale bezigheid zonder enige verdere waarde. De mens is dan een levend wezen dat slechts het aardoppervlak vult zonder enig verder nut voor zichzelf. Ze kunnen voor andere aardekinderen weliswaar nog tot afschrikkend voorbeeld dienen, maar voor henzelf blijft er geen resultaat over dat in hun voordeel zou zijn voor de eeuwigheid. De Heer bemiddelt dan ook daar, waar diep ongeloof de mens ongeschikt maakt om voor zijn zielenheil te zorgen. Hij wil hem bijstaan en dwingt hem door last, aardse nood, ziekte en allerlei soorten leed, na te denken over zijn eigen ontoereikendheid.
Wanneer het de mens lukt om zich te bevrijden uit zijn starre opvatting, wanneer hij voelt dat hij aan een hoger wezen onderworpen is en zonder Hem niets kan bereiken, dan is hij voor de eeuwigheid gered. Ook al bereikt zijn toestand niet de graad van volmaaktheid, toch zal hem dan de ontwikkeling van zijn ziel in het hiernamaals veel gemakkelijker vallen met de kennis die hem op aarde gegeven is, dan wanneer hij in volledige blindheid en verstoktheid het hiernamaals binnengaat. Het vechten en strijden van zo een ziel is zo uitermate ellendig, dat jullie als jullie er weet van hadden, je allemaal zouden inspannen tijdens het aardse leven binnen te dringen in het wonder van het geloof met al zijn zegeningen. Jullie vinden de verbondenheid met God toch slechts door het geloof. Geloven is aannemen wat jullie wel in het diepst van jullie hart als waarheid voelen, ook wanneer jullie het niet tastbaar kunnen bewijzen en jullie je in dit geloof onvoorwaardelijk aan de Vader van de schepping overgeven. Wat jullie zijn, zijn jullie toch allemaal alleen maar door Hem, die jullie verwekt en geschapen heeft. Dit moeten jullie toch erkennen, want wie anders gaf jullie het leven.
Als de geleerden jullie anders onderwijzen, dan zal het levensdoel voortaan niet bereikt worden. Want alleen door het geloof aan de eeuwige God, aan Jezus Christus die naar de wereld is gekomen om jullie te verlossen, bereiken jullie het ware leven, dat wil zeggen het besef van al het geestelijke in en rondom jullie. Want wat jullie anders op aarde verrichten, wat het ook is, is zonder dit geloof slechts ijdel maakwerk dat vergankelijk is en jullie slechts wereldse voordelen oplevert, die echter vervallen bij jullie scheiding van deze wereld. En wat jullie jezelf ook verschaffen, denk eraan dat jullie leven de volgende dag al tot een einde kan komen. Wie heeft het in zijn macht het leven met een dag, met een uur te verlengen, wanneer de Heer hem roept. Houd dit zeer nadrukkelijk voor ogen en dan zal het jullie toch raadzamer lijken de verbinding met de eeuwige Vader te zoeken dan de verbinding met de wereld. Want in de wetenschap een kind van de Vader te zijn, gaan jullie toch veel gemakkelijker en vrolijker door het aardse dal dan zonder geloof. Want dan zijn jullie verlaten en beladen jullie je slechts met schatten van deze aarde die je geestelijke leegte alleen maar moeten verhullen. Maar het geloof maakt voor jullie hemelse vreugden toegankelijk en stralende schatten voor de eeuwigheid.
Amen
BD.0355
30 maart 1938
(Hugo)
Zij die zich rondom je bevinden, groeten je en zeggen je:
Zie, er vertoeft er één onder ons, wiens hart met jou verbonden is. Hij heeft de ganse dag aan jou gedacht en was in je nabijheid. En nu is hij gelukkig over de verbinding die hem voor korte tijd toegestaan zal worden.
Mijn lief, je gedachten zijn vandaag bij mij geweest en ik ontvang de kracht die van je uitgaat. Ik wil je iets meedelen dat je blij zal maken. Het hiernamaals is voor jullie allen die nog op aarde vertoeven vaak beangstigend. Maar de mens kan zichzelf op aarde in zoverre ontwikkelen dat het ingaan in het hiernamaals voor hem veel eerder een vreugdevolle gebeurtenis is. En zo moet jij je voorstellen dat ik in heldere, lichte gebieden mag vertoeven waar alleen jij me nog ontbreekt. Je ondervindt in je aardse bestaan zo onzegbaar veel genade van de Heer en door dit te beseffen is ook mijn leven hier in het hiernamaals mooi geworden, zodat ik mijn werkzaamheid vreugdevol vervul en ook veel in je nabijheid kan vertoeven. Ik observeer al je arbeid en geef je wenken zo vaak ik kan, want wat door geestelijke arbeid door jou ontstaan is, legt getuigenis af van de overgrote liefde van de Heiland voor de mensen. En daarvoor dank ik Hem elke dag en elk uur, dat Hij je zo liefdevol op de goede weg gezet heeft. Wij allen die om je heen zijn willen je terzijde staan in boze dagen en in dagen van innerlijke strijd. Maar nu wil je grootmoeder je nog een paar woorden zeggen. Ik voel je nabijheid, kind, en schenk je een afscheidsgroet in gele rozen. Wacht overmorgen op mij.
Waar zo velen je omgeven, is ook mijn geest je steeds nabij. Het is vandaag een belangrijke dag, mijn kind, de grote goedheid van de Heer stelt ons in staat je te beschermen en deze opgave maakt ons allen gelukkig. We lezen toch allemaal je schrijven mee en verwerven daardoor zo onzegbaar veel. En nu heeft de Heer ons toestemming gegeven, in je aardse leven behulpzaam te mogen ingrijpen wanneer het nodig is, en dat maakt ons zo blij omdat we aan al je geestelijke werken zullen deelnemen. Het werk van je handen zal door ons ondersteund worden, opdat de geestelijke arbeid niet zal inboeten. En de bijstand van de hemel zal je steeds gegeven worden wanneer je gebed zich vurig een weg baant naar de hemelse Vader. Nu scheiden we van je en bidden de Heer voor Zijn zegen voor jou.
Amen
BD.0356
31 maart 1938
Aansporing tot werkzaamheid – Gods wil – 7 jaar leed – Woorden van de Vader
Jullie moeten in mijn naam berusten en mijn geboden houden. Dan zal Ik in alle noden van het lichaam en de ziel bij jullie zijn. Laat het licht schijnen en help degenen die zwak zijn in de geest. Druk hun op het hart dat ze alleen maar in mijn liefde genezen. Probeer ze te veredelen en probeer ze attent te maken op de macht van mijn wil. Maak hun mijn werkzaamheid op aarde bekend, hoe Ik steeds wandel onder jullie, die Mij nabij willen zijn. Hoe Ik in de nabijheid ben van iedereen die uit liefde voor Mij ook liefde aan de naasten geeft. Jullie allen vatten nog niet welke kracht er in jullie woont, hoe jullie in mijn wil kunnen werken als jullie alleen maar naar Mij verlangen.
Want mijn wil regeert over alles, over dit aardse leven van jullie en ook over het hiernamaals. Niets blijft voor Mij verborgen en de zwakke wil in jullie, die mijn kinderen zijn, is voldoende om van mijn wil gebruik te maken. Jullie geven je bereidwillig aan mijn zorg over en Ik vervul jullie wil. Bijgevolg hoeven jullie het maar te willen en jullie kunnen ook uitvoeren wat jullie willen. De overwinning van de aarde zal in mijn naam gemakkelijk worden. Mijn geest zal jullie zuiveren en jullie zullen aanschouwen wat tot nu toe voor jullie onbereikbaar was.
Jullie zullen de zeven jaren vol leed weliswaar moeten verduren, maar ze zullen als schimmen aan jullie voorbijtrekken, terwijl ze velen overvallen en weggraaien die Mij vreemd gebleven zijn, die van hun wegen afgegaan zijn en zich niet in hun ware bestemming wilden inleven. Voor hen zal de Heer dan in Zijn kracht zichtbaar worden. Dan zal echter zo een bitter lijden hun dagen verduisteren dat ze op het laatste moment tot inzicht komen. Als jullie hun mijn woord bekendmaken in mijn naam, dan verlichten jullie voor hen de lijdensweg. De nood zal hen inschikkelijk maken en dan zullen nog velen de leer van Christus aannemen tot hun zegen.
Mijn kind, verdiep je steeds in het door Mij gewilde geestelijke geschapene. Het is je levenswerk en het zal in jou nog veel tot rijping brengen als je Mij maar trouw toegenegen blijft. Je denken en streven zal zich alleen maar steeds meer op deze stille werkzaamheden richten en wat je dan gegund zal worden, ontvang dat allemaal als mijn zending, als mijn wil en als de uitdrukking van mijn liefde voor jou. Alles stroomt je toe op mijn bevel. Je hebt niets te vrezen zolang je hart zich in liefde tot Mij wendt. En Ik zal je geest verlichten opdat je steeds mijn wil herkent en jij je al mijn verlangens eigen zult maken. Want wat Ik van jou verlang, druk Ik je op het hart en onderwijs Ik je totdat je volledig in mijn wil bent en dan zul je in mijn plaats alles tot stand kunnen brengen wat Ik wil. Want er gebeurt niets zonder mijn wil en in liefde trek Ik je naar Mij toe en maak Ik je tot dat wat je moet worden.
Amen
BD.0357
1 april 1938
(Verjaardag)
Begin in Gods naam: Je zult je lichaam verlaten en alles rondom je zal helder zijn. Er zal over alles licht schijnen, je zult je omhoog heffen in een gebied boven het etherblauw. En wanneer er rondom je een zingen en klinken is dan weet je dat God de Heer je nabij is, dat je Zijn rijk bent binnengegaan. Verneem steeds de stem van de troost wanneer er zich sombere dagen aan je voordoen. Jullie lijden is gering tegenover de vreugde die jullie opwacht. En als jij je hart volledig aan de Heiland overgeeft, dan zul je mateloos uit Zijn goddelijke genadebron putten. Want wat Zijn kinderen verlangen – om tot Hem te komen – wordt hun overvloedig gegeven. Verlaat je dus steeds op de goedheid en liefde van de Heiland, dan brengt je geloof je op een trap die je zeker naar boven voert.
Verneem nu onze woorden: De Heiland drukt je op het hart altijd voor de armen te zorgen die afkerig zijn van het geloof en zich op de verkeerde weg bevinden. Breng hun Zijn woorden over, want de kracht van deze woorden stroomt onbewust zulke harten binnen. Wat er ook mag gebeuren, er blijft een korreltje in hen achter, ook wanneer de twijfel op dat moment nog groot is. Maar wie zal hen anders redden, behalve de Heer door Zijn woord. Wat jou geluk en tevredenheid gaf en steeds weer opnieuw geeft, zal ook ingang vinden in het hart van nog zo vele mensen. Want de Heer zal je de gave verlenen je op het juiste moment van Zijn woorden te bedienen. Hiermee is het je bekend gemaakt dat de Heer bezit wil nemen van je lichaam tot zegen van velen voor wie het moeilijk wordt om te geloven. Verborgen in je lichamelijke omhulsel, zal de Heer zich uiten en je zodoende de kracht geven een taak uit te voeren geheel volgens Zijn wil. Je zult leven en toch ter beschikking staan van de Heer, totdat Hij je later naar Hem toe zal halen in Zijn rijk. Leg vol vertrouwen alles in de handen van de Heer, wees niet bang, geloof alleen maar. Dan blijf je steeds in Zijn zegen en wat de Heer je aanbiedt, zal je reeds op aarde oneindig gelukkig maken, want Zijn liefde is steeds bij jou.
Amen
BD.0358
1 april 1938
De wil onderwerpen aan de goddelijke wil
Vanaf het begin van de wereld ondervind je de genade van de Heer. Zodra één van jullie zich aan de wil van de Heer onderwerpt, maakt de Heer jullie wegwijs in de geschiedenis van de schepping. En dan wordt jullie kennis geboden die nooit meer van jullie afgenomen kan worden. Want het is de wil van de Heer dat degene die ernaar verlangt te weten, weet en dat degene die in God zijn Vader ziet, de waarheid inziet. Een oppervlakkig geloof garandeert jullie nooit een begrip van de goddelijke wijsheden. Maar hoe dieper jullie in het geloven staan, des te dieper jullie zullen binnendringen in de scheppingswonderen en des te inniger zullen jullie in de geest met de eeuwige Vadergeest verbonden zijn. Want jullie stammen van Hem af, jullie zijn in het eeuwige Licht verwekt. Jullie zijn zelf als deel van het licht een deel van de eeuwige goddelijkheid. Wanneer jullie je inspannen voor het kindschap van God, dan is jullie streven onophoudelijk en steeds alleen maar gericht op de hereniging met de hemelse Vader. Het oerlicht dat jullie oorspronkelijke wezen was, zal in jullie blijven bestaan, ook al is het slechts als een heel klein vonkje aanwezig. Want zijn hoedanigheid zal steeds dezelfde blijven.
Toch moeten jullie je proberen los te maken van wat de wereld toebehoort. Dan zullen jullie bekwaam zijn het licht te herkennen. Jullie zullen ernaar verlangen de intensiteit van het licht te versterken. Jullie zullen alleen nog maar in het licht willen wandelen en het zal steeds lichter worden rondom jullie, totdat jullie de Vader van al het licht genaderd zijn en bijgevolg de vereniging met de Vadergeest kan plaatsvinden, die jullie pas tot volkomen godgelijke wezens verheft, die jullie oorspronkelijk waren en zullen blijven tot in alle eeuwigheid. Zo is de bestemming van de mensheid voorgetekend en de Heer heeft er duizenden uitgekozen, die Zijn geboden op aarde nakwamen, om opnieuw als lichtwezens degenen die nog door geestelijke duisternis omhuld worden, opheldering te brengen. In de fase op aarde staan ontelbare van zulke wezens de kinderen op aarde terzijde en willen graag de geest van zo velen die op aarde wandelen, verlichten.
Wij allen die rondom je zijn, werken actief mee aan de geestelijke gesteldheid van deze velen. Wie zichzelf niet in deze toestand brengt, die hem het voortdurende scheppen uit Gods genadebron mogelijk maakt, die zal moeilijk het licht van de geest verwerven. Want de kracht van God kan slechts daar werken waar aan de randvoorwaarde voldaan is. Alleen het bereidwillig in zich opnemen van de goddelijke geest brengt het aardse wezen in de toestand waarin de genade van de Heer hem onophoudelijk toestroomt, aangezien immers alles wat ontstaat uit de wil om God te bereiken, ook nooit kan vergaan of ophouden. Daarom moet ook iedereen in voortdurend bezit van Gods genade zijn, die samen met de Heer hetzelfde nastreeft: een steeds hoger ontwikkelen van de menselijke ziel, opdat ze bekwaam is om de goddelijke geest te ontvangen.
Zie, dat is de volledige verklaring waarom degene die zijn wil aan de goddelijke wil onderwerpt, hetzelfde doet als wat de Vader in de hemel wil. Hij zal nooit hoeven te vrezen voor een verkeerd handelen, denken of spreken, want hoe zou hij hetzelfde willen als de Heer zelf en toch iets anders doen dan dit. De Heer legt deze kracht bij iedereen in het hart en alleen de vaste wil van de mens laat deze kracht ook in zijn bezit komen, omdat deze van de Vader uitgaat en als eigendom in de wil van de mens overgaat indien het kind op aarde alleen de wil van de Heer uitvoert. Bedenk dat je innerlijke kracht vergroot wordt, steeds wanneer je jezelf aan de Heer overgeeft, en dat je onafwendbaar volgens Gods wil moet handelen en niet verkeerd kunt gaan als je hart zich wendt tot God, de Schepper van hemel en aarde.
Amen
BD.0359
2 april 1938
Geduld en zachtmoedigheid van de Heer – Zijn goedheid duurt eeuwig
We hebben voor jou altijd leringen van de Heer gereed en onverstoorbaar geven we ze jou in Zijn naam. En zo willen we je vandaag iets bekend maken over de lankmoedigheid en het geduld van de Heer. Zijn goedheid duurt eeuwig. Met deze woorden is alles gezegd. Wanneer het de wil van de Heer was, zou een minimale fractie van een seconde voldoende zijn om alles te vernietigen wat jullie in het heelal zien. En miljoenen wezens zouden hun ondergang vinden in een ogenblik. De schepping van de Heer bestaat echter al sinds eeuwigheid en ook de schepselen, de wezens van allerlei soort, zullen eeuwig bestaan. Maar totdat al deze wezens de toestand bereikt hebben dat ze volledig één zijn met het eeuwige Licht, de goddelijke Vader, moeten ze voor jullie oneindige tijden in het heelal verblijven in steeds nieuwe vormen en steeds andere ontwikkelingsmogelijkheden.
De eerste stadia voltrekken zich in een door God gewilde regelmaat en de wezens, of eerder hun zielen, bereiken langzaam de graad die uiteindelijk voorwaarde is voor de belichaming als mens. Maar dan, na een duizenden jaren lange voorafgaande gang van de ziel door steeds weer andere uiterlijke vormen, moet ze zich eigenmachtig vormen tot dat wat haar bestemming is. Het is volledig aan haar overgelaten het licht van het inzicht aan te nemen of af te wijzen. Maar aangezien ze zonder terugblikkend bewustzijn zeer vaak haar bestemming niet herkent, is de hemelse Vader in eindeloze liefde en geduld begaan om haar te helpen en haar zo door bewijzen van Zijn liefde attent te maken op de weg die voor haar moeilijk wordt om te gaan.
Maar de lankmoedigheid van de Heer, Zijn goedheid en liefde duren eeuwig. Zolang zich slechts een vonkje van de ziel van de mens zich over zichzelf bezint, zolang dit vonkje de verbondenheid met de Godheid, hoe gering die ook is, in zich voelt, zolang is ook de liefde van de Vader met deze ziel begaan en staat ze haar behulpzaam terzijde totdat ze eindelijk tot inzicht is gekomen en uit zichzelf, uit eigen beweging, de genade van de Heer afsmeekt. En dan is de weg naar boven veel gemakkelijker. Dan is het inzicht er, dan verlangt de mens of diens ziel vanzelf naar boven, naar de Vader. En de hemelse Vader is een verlangend kind steeds nabij en Hij zal het met zekerheid naar het eeuwige vaderland voeren.
Amen
BD.0360
2 april 1938
Georganiseerde sociale voorzieningen – gebrek aan naastenliefde
Probeer onze verklaringen te volgen waarmee we je weten willen vergroten in opdracht van de Heer. In plaats van de door God ingestelde geboden worden de mensen nu ook geboden gegeven, waarmee men het volk probeert te veredelen. Maar door verkeerde toepassing van deze geboden brengt men geen volledige verbetering van de mensheid tot stand, maar slechts dwangmaatregelen die in het beste geval een georganiseerde verzorging kan zijn. Maar dit resulteert niet in daadwerkelijke naastenliefde, wat voor het volk toch veel zegenrijker zou zijn, als het zich hier meer voor inspande.
Er heeft een jarenlange strijd aan vooraf moeten gaan om dan uiteindelijk zo een organisatie tot stand te brengen. En bij elke maatregel die op een dergelijke manier ontstaan is, zijn materiële belangen steeds doorslaggevend geweest. Deze maatregelen moeten weliswaar schijnbare werken van naastenliefde zijn, maar wijken zeer ver af van de liefde die Jezus op aarde predikte. De mensen moeten elkaar helpen. Ze moeten onderling hun ellende en lijden verzachten. Ze moeten aan de armen geven, hen geestelijk en lichamelijk behoeden of redden uit de nood en benauwdheid. Maar ligt er aan de basis van zulke maatregelen wel een dergelijke of soortgelijke drijfveer die uit de liefde voor God en voor de naasten ontstaan is? Is alles er niet veeleer op afgestemd opschepperige manipulaties op te richten die veel eerder tot doel hebben openlijk en algemeen bewonderd en erkend te worden? En die met het schijnbare hoofddoel veel meer andere belangen verbinden die echter voor het publiek verborgen moeten blijven?
Een rijk dat in zijn opbouw naar zulke middelen grijpt, zal moeilijk voor een lange termijn kunnen bestaan. Want men wil de geboden van God als overbodig afdoen en er door mensen uitgevaardigde geboden voor in de plaats zetten, alleen maar om de macht die men zich heeft toegeëigend uit te buiten. En om iets volledig nieuws te laten ontstaan, wijst men al het oude af en wil men de leer van Christus voor iedereen omverwerpen en onder de mensen als mensenwerk brandmerken om deze leer op te heffen en om er iets anders voor in de plaats te laten ontstaan.
De Heer zal deze inspanningen laten mislukken. Hij zal niet toelaten dat Zijn woord geminacht en van de mensheid afgenomen zal worden. Hij zal het daarentegen veel nadrukkelijker aan het volk bekendmaken, waar men er maar naar wil luisteren. En wat mensen op aanmatigende wijze voortbrengen, waarmee ze de medemensen slechts willen bedriegen en verblinden, zal zich steeds minder staande kunnen houden. Alle geest gaat van God uit, die goed is. Maar het werk van de satan probeert ook in een valse omhulling bij de mensen toegang te vinden. Dit werk wil als het ware ook een goede invloed hebben op de mensen. Maar wanneer men nauwkeurig acht slaat op zijn werk, dan herkent men de oorsprong en ziet men onder het laagje van het schijnbaar edele de waardeloosheid van zulke geboden, die indruisen tegen die van de Heer en nooit een zegenrijke uitwerking op de ziel van de mens kunnen hebben.
Maar aan elke definitieve overwinning gaat ook strijd vooraf die jullie moeten doorstaan. Ga de strijd aan met alles wat het woord van God wil verlagen of vernietigen. Wees allemaal standvastig als één man, dan kunnen jullie nooit het onderspit delven in een strijd die jullie voeren voor Jezus Christus, de grondlegger van de goddelijke geboden. Want het is Zijn weten dat vooruitblikkend ook de uitwerkingen van deze strijd kent. Wat mensen scheppen, vergaat, maar het woord van God blijft in eeuwigheid bestaan.
Amen
BD.0361
3 april 1938
Liefdevolle woorden van de Vader (1)
En de mijnen zullen gezegend zijn, want steeds wanneer ze Mij roepen, geef Ik hun de kracht om voor hun zielenheil te werken. Er zullen echter tijden komen waar alles rondom jullie in duisternis lijkt gehuld. Ook dan ben Ik jullie nabij en jullie hebben niets te vrezen. Leg je oor aan mijn hart en verneem:
Het is je gegund goddelijke gave te ontvangen, mijn kind, en zo zul je ondervinden dat er aan jou een daad van liefde gerealiseerd wordt die al mijn lieve kinderen op aarde geldt. Jullie vertoeven in diepe nood op deze aarde en slaan geen acht op de reddende hand die Ik jullie wil bieden. Maar zoals Ik mijn kinderen die Mij liefhebben, steeds nabij ben, zo vertoef Ik ook in de nabijheid van jullie die Mij niet willen erkennen en wacht geduldig totdat er in jullie hart een zwak verlangen ontstaat, een verlangen naar geestelijke kracht en versterking. Dan sta Ik voor jullie klaar.
Als jullie nu mijn naam heilig willen houden, dan zijn jullie voortdurend gezegend. Laat de wereld dreigen, laat haar vernietigen. Haar macht zal nooit tot in het binnenste van jullie hart reiken. Dit behoort jullie zelf toe, dat kunnen jullie getroost aan jullie Heiland overgeven en jullie zullen deelhebben aan het eeuwige rijk met zijn heerlijkheid. En jullie zullen het rijk op aarde, diens goederen en waardigheden goed kunnen missen. Want mijn rijk is niet van deze wereld. Mijn kind, Ik wil je echter voor altijd bijstaan. Je geloof zal sterk worden en je hart zal alleen nog liefdevol voor Mij slaan. Zo beloon Ik de kinderen die zich aan Mij toevertrouwen en geef hun waarom ze vragen.
Vergelijk je leven nu met vroeger. Ben je niet duizendmaal gelukkiger in mijn liefde? En zal dat ooit kunnen verminderen zolang je Mij je hart schenkt? Alle woorden die Ik voor je heb, zullen je mijn liefde verkondigen. En alle opwellingen die Ik in je hart leg, komen je voortdurend van Mij toe. Want mijn liefde voor jullie mensen is oneindig en Ik wil en kan jullie oneindig gelukkig maken. Voor de tijd op aarde zal je geestelijke werk je zo een diep geluk brengen, dat je het in je leven nooit meer zult opgeven. Dan beloon Ik je doorzettingsvermogen en je vurige verlangen Mij te dienen, mijn kind. Beschouw de liefde steeds als het hoogste gebod en verenig al je denken met werkzaamheden van liefde. En rondom je zal een zingen en klinken zijn in de harten van degenen die je liefde voelen. Want alles wat je uit liefde voor Mij doet, voert je steeds dichter naar Mij toe en zal je later naar de eeuwige hemelse gelukzaligheid voeren.
Amen
BD.0362
3 april 1938
Liefdevolle woorden van de Vader (2)
Neem mijn woorden aan die Ik in je hart leg en ontvang hierdoor mijn zegen. De mooiste beloning van mijn moeite is een hart te zien dat zich door liefde gewonnen naar Mij verheft. Want Ik verlang naar jullie, mijn lieve kinderen en zie in elk kindje dat naar Mij is teruggekeerd de vruchten van mijn liefde. Jullie deel is de gelukzaligheid die uit mijn liefde voor jullie is bereid. En mijn deel is jullie hart dat volledig naar Mij toegewend is, dat Ik voor eeuwig bij Mij opneem, in mijn rijk. Daar bloeit en leeft alles op, daar wordt zo veel moois voor jullie toegankelijk dat jullie dit alles alleen maar in volmaaktheid kunnen verdragen. En mijn nabijheid zal jullie tot buitengewoon grote vreugde stemmen. Want wij worden dan allemaal verenigd door één Geest, één Licht en één Liefde.
Mijn dochtertje, het is raadzaam je leven hiervoor te geven, wanneer het nodig zou zijn. Maar je Heiland beschermt je in elk gevaar en wendt alle tegenspoed van je af als het niet nodig is voor de voltooiing van je ziel. Mijn kind, verenig je, zo vaak je kunt, in gedachten met Mij. Dan zal je kracht groeien, je liefde zal steeds sterker worden en je geloof zal verstevigd worden, zodat je leven op aarde al in een overvloed van licht tot voltooiing zal komen. Want mijn geest stroomt dan voortdurend over in jou en al het geluk zoek je alleen in de liefde voor Mij. Je probeert Mij te dienen en mijn wil te vervullen en vanuit deze liefde wend jij je hart in dezelfde liefde ook naar je medemensen. Aan hen zul jij je kracht beproeven die Ik je geef om zegenrijk te werken aan al mijn kinderen op aarde. Geef me steeds slechts je hart en je wil, dan zal je bestemming op deze aarde vervuld worden.
Amen
BD.0363
3 april 1938
Innerlijke stem – Heerschappij van de ziel over het lichaam
Wie de boeien wil losmaken die hem op de aarde drukken, die moet zijn offer aan de Heer brengen. Hij moet alles wat hem met de aarde verbindt opgeven. Hij moet zijn hart losmaken van alles wat hem tot nu toe begerenswaardig toescheen. Dan pas verheft hij zich in een sfeer waar zijn ziel kan genezen, waar ze zich vrij kan maken van drukkende omhulsels, waar ze de geest van God in zich kan opnemen en zich tot een evenbeeld van God kan omvormen.
Het geestelijke richtsnoer zal hem steeds gegeven worden wanneer de drang naar geestelijke ontwikkeling eenmaal in zijn hart is opgewekt. Dan mag hij zich steeds alleen aan de geestelijke gidsen toevertrouwen die hem ter bescherming voor het aardeleven gegeven werden. Zij weten het beste wat nuttig is voor hem en noodzakelijk voor de ontwikkeling van zijn ziel. Maar er zullen hem ook andere gelegenheden geboden worden, door middel waarvan hij zich zelf hoger kan ontwikkelen en zijn wil kan beproeven. Want alles gaat van God uit. Elk wijzen op de Godheid, elke aanmaning zich te vervolmaken. En elke opwelling tot het goede wordt hem door God zelf in het hart gelegd, wanneer hij altijd alleen maar acht slaat op de innerlijke stem die hem steeds op de goede weg zal wijzen.
Dat nu wederom velen deze stem niet horen, is het gevolg van sterke wereldse prikkels die alle wenken naar de eeuwigheid proberen te overstemmen. Het is een innerlijke strijd die eerst uitgevochten moet worden, een strijd om de heerschappij van het lichaam of van de ziel. Wanneer het verlangen van de ziel over het verlangen van het lichaam zegeviert, dan wordt de ziel zeer spoedig de mogelijkheid gegeven zich van de materie los te maken en nu haar eigenlijke bestemming na te komen. Dat wil zeggen: ze zal nu in de inspanningen om de geest van God op te nemen, gesterkt en ondersteund worden door goede geestelijke wezens en ze zal zich zo kunnen vormen tot steeds hogere voltooiing.
Want er is maar één ding nodig: dat de mens beslist de ziel boven het lichaam te plaatsen. En dat hij als hij dit beslist heeft, niet verzwakt in het streven de ziel een zo hoog mogelijke ontwikkelingsmogelijkheid te geven, doordat hij alles doet wat voor de ziel en haar verlangen bevorderlijk is, ook wanneer hij niet voldoet aan de wereld en haar eisen en wanneer hij gedwongen is een leven op aarde door te maken waarbij hij zich veel ontzegt. Want slechts één ding kan de ziel goed doen: niet de wereld met haar vreugden helpt haar vooruit, maar alleen de verbinding met God zal haar alles doen toekomen wat ze voor haar voltooiing op aarde nodig heeft. Daarom moet het steeds het streven van de mensheid zijn zich als kind van God vol vertrouwen tot de hemelse Vader te wenden opdat Hij hem raad geeft en helpt. En dit verzoek zal niet ongehoord wegsterven.
Amen
BD.0364
4 april 1938
Noodzaak van voortdurende strijd – Reiniging door elementen – Storm
We staan je bij zo vaak je onze kracht nodig hebt. Het is de allerdringendste noodzaak je te schikken in alles wat de Heer over je laat komen. Want je ziel moet zich in volle overgave vormen tot datgene wat voor haar tot uiteindelijke rijping van de geest bevorderlijk is. Elk vasthouden aan zwaktes en gebreken die voor haar niet bevorderlijk zijn, is een hindernis voor haar vooruitgang. Want een volmaakte lichtgeest eist een foutloze, van alle kwaad bevrijde ziel en de mens kan pas in dit stadium komen door voortdurende innerlijke strijd en bestendig werken aan zichzelf.
Zoek de vergelijkingen in de natuur. Hoe vaak komt een storm opzetten om al het kwade weg te vegen, om alle wolken te verjagen, zodat de hemel jullie weer verheugt in stralend blauw. Steeds moet er een gebeurtenis plaatsvinden die voor jullie onaangenaam lijkt, om er een verbetering op te laten volgen. Precies dan klaart alles op in de natuur, zoals ook bij jullie mensen, door en na tegenspoed. Aangezien de Heer in Zijn wijs raadbesluit beslist en bepaald heeft dat al het bestaan alleen maar gereinigd wordt door elementen die de rust verstoren, zo ontwikkelt ook de mens zich niet in een toestand van rust, want in traagheid zou zijn bestemming vergeten worden. Daarom is hij net zo goed onderworpen aan de wet dat een reiniging, een verbetering slechts te bereiken is door op zijn weg gebrachte tegenspoed die hij gedwongen wordt te overwinnen. Alleen zo is een vooruitgang mogelijk op geestelijk gebied. Het menselijke hart moet zelf leren beslissen. Het moet ervaren dat elke druk die hem belast voor hem tot zegen kan worden wanneer de mens praktisch kan toepassen, wanneer hij geduldig draagt wat hem wordt opgelegd. Maar het is allemaal vergeefs als het geen veredelend effect heeft op de mensen.
Houd je daarom voor alles aan de uitspraak: wat God jullie oplegt, moeten jullie vreugdevol uit Zijn hand aannemen, want de Heer weet, wat goed voor jullie is. En deze proeven moeten jullie doorstaan, wil de liefde van de Heer jullie verder bedenken met Zijn genade. Als jullie echter al jullie zorgen vol vertrouwen aan Hem overlaten, dan zal Hij alles van jullie weten af te wenden wat voor jullie te zwaar lijkt om te dragen. Want het is niet Zijn wil dat jullie lijden, maar dat jullie je door het lijden de eeuwige vreugde waardig maken, die Hij voor jullie bereid heeft voor alle eeuwigheid.
Amen
BD.0365
5 april 1938
Woorden van de Vader – Geest – Lijden – Liefde
Mijn lief kind, houd de aanwijzing die Ik je geef, vast in je hart. Bedenk dat elk moment geschikt is om je geest te ontwikkelen en dat je alles moet doen om een aan Mij gelijksoortige toestand te bereiken. Daarom is alles wat rondom jou gebeurt, ervoor geschikt je te vormen. Elk woord dat je toekomt, maakt je mijn wil bekend en in je hart moeten deze woorden een daadkrachtige opwinding opwekken ten bate van al het goede en van de liefde. Want mijn geest verbindt zich met de jouwe en deze kan nooit werkeloos blijven.
Zonder je wil hiertoe zouden mijn leringen zonder resultaat zijn. Maar elk woord verkwikt je, wanneer je wil Mij volgt in alle dingen, in alle levensomstandigheden, in vreugde en lijden. Ik ben bij je en leid je als je aandachtig luistert naar elke geringe opwelling in je hart, die immers ook weer een werk van Mij is, een teken van mijn liefde. Als jij je bereidwillig aan Mij overgeeft, zul je ook gewaarworden hoe innig je met Mij verbonden blijft. Want de ziel die mijn geest opneemt, verlaat Mij nooit. Ze is van Mij en haar dagen op aarde zijn een zaligheid, hoewel aardse moeilijkheden haar ook vaak lijken te bedrukken. Een voltooide geest leeft in een sfeer die hem het lijden op aarde niet zo laat ervaren. Daarom kan een in Mij en met Mij levend kind van de aarde voor de omgeving bijna ondraaglijk schijnende dingen over zich laten gaan zonder daar diep door aangedaan te zijn. Het vertoeft immers in mijn wil en het neemt met de opwekking van het hart al het geestelijke op en heeft voor het lichamelijke weinig of bijna geen gevoelsvermogen.
Hieruit kun je afleiden dat mijn liefde in staat is mijn kinderen die met Mij verbonden zijn, te beschermen tegen leed dat jullie van buiten bedreigt of op jullie afkomt. Als je Mij je hart zo bereidwillig geeft dat je niet aarzelt en niet wankelmoedig bent, dan zal al het andere, ook wat je zwaar lijkt, van je afstuiten. Je zult niet hoeven te lijden zolang jij je aan Mij overgeeft. Nog even en dan treed Ik met zo een geweld je leven binnen dat je zult huiveren en dan zal je liefde voor Mij zo beginnen te gloeien, dat je Mij gewillig zult ontvangen en je op elk moment voor Mij klaarstaat. Leed en zaligheid, onzegbaar geluk en verdriet, alles zal zich van je meester maken. Als je Mij steeds alleen maar wilt dienen.
Voortaan zal je leven gezegend zijn. Mijn adem zal je aanraken, waar je ook vertoeft. En het verheffen van je gedachten naar Mij zal je onzegbaar geluk bezorgen. Want je liefde is rein en wil alleen Mij dienen. Zulke verkondigers van mijn woord zullen zegenrijk werken en degenen die je bijstand geeft in hun nood, die zullen Mij ook zoeken en weten te vinden. Je moet elke twijfel uit je hart verbannen. Ik sta je bij en geef je kracht. En als je deze op elk moment uit mijn woord haalt, dan ben je onmetelijk rijk.
Maar sla steeds acht op de reinheid van je hart, blijf waarheidsgetrouw en rechtvaardig, dan zul je alles inzien en zul je mijn woorden steeds juist opvatten. Want Ik geef de mijnen zoals ze in staat zijn te ontvangen. De overvloed aan geestelijke werken waarborgt je het juiste denken. Als je in deze scheppingskracht wilt blijven, ga dan steeds in jezelf en probeer niets alleen te volbrengen, maar steeds al je denken en handelen met jouw Jezus te verenigen. Dan wordt je in elke situatie bijstand gegeven. Want als jullie je in mijn bescherming begeven, zal er geen onheil jullie, die mijn kinderen zijn, bedreigen. Want zie, Ik ben bij jullie alle dagen.
Amen
BD.0366
5 april 1938
Strijder voor God – Woord van God – Graanschuur
Zo is de werkzaamheid van een ogenblik gunstig om een heldere opflakkering van de heilige vlam in de mensen te ontsteken. De mens leunt op alles wat voor hem in moeilijke dagen tot steun is. Een merkwaardig gevoel in zijn hart zegt hem wat juist is en na lang wikken en wegen blijft hem slechts die ene weg open waar hij niet voor terugschrikt om te gaan, wanneer het volle besef van de waarheid hem verlicht, wanneer hij de dwaalleren van de wereld als zodanig herkend heeft.
Zeer weinigen zijn weliswaar bekwaam te ontvangen wat hun geboden wordt. De mensen zullen vaak met weinig weerstand succes weten te hebben, wanneer de heiligste wil van de Heer ingrijpt. Maar wat dan uit deze mensen spreekt, wat uit deze overvolle harten stroomt, is geen dood woord, maar waarachtig, levendig, diep geloof in de eeuwige Godheid. Degenen die steeds deze woorden ontvangen, zullen zonder schroom of remming dit geloof belijden. Want God de Heer heeft de woorden voor hen krachtig en ononderbroken laten klinken en op dezelfde manier zullen ze toegang vinden tot de harten van de mensen.
Aan dit woord alleen al is de zegen van God te herkennen. Zonder bedenkingen is de strijder voor God bereid van dit woord gebruik te maken, want de Heer gaf en nam tegelijkertijd. De mens ontving uit Zijn hand zijn hoogste taak en deze in waarachtigheid uit te oefenen was zijn meest innerlijke drijfveer. En daarom volgt uit het inzicht ook het handelen. Want wie eenmaal de wijsheidstuin van God inkijkt, diens blik zal zich niet afwenden, maar hij verlangt er naar binnen te dringen en zijn hart is vol vurig verlangen naar deze poort toegekeerd.
Er zullen jullie daarom leringen toekomen, die jullie zullen overtuigen van de leidende vaderhand, die als levend zaad in jullie zullen overgaan. Het is door God zelf in de mensenharten gezaaid, in volledige wil hierin opgenomen, en het is in liefde beschermd en verzorgd. Zo moet het woord van God gedijen. Zo moet het vrucht dragen en de oogst zal onzegbaar groot en rijk zijn. Want de Heer draagt Zijn boden op de zielen die naar het hemelbrood verlangen, te eten te geven. Jullie zullen geen gebrek lijden, maar ten volle verzadigd worden met het brood des levens. Wat aan geestelijk goed wordt uitgedeeld, zal als het ware in de graanschuur van het hart bewaard worden, opdat de voorraad onuitputtelijk is.
Maar de Krachtschenker zij dank tot in alle eeuwigheid. Hij bedenkt degenen die hunkeren en Hij richt allen op die met een moedeloos hart de toekomst tegemoet zien. Waar zal de liefde van de Heiland jullie gebrek laten lijden die voor Zijn naam strijden? Maar belijdt Hem voor heel de wereld, laat het heiligste in jullie – het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God – nooit verkommeren. Als jullie dit hebben, dan zijn jullie aan de wereld en de dood ontsnapt. Jullie zullen in eeuwigheid nooit sterven, maar het eeuwige leven hebben.
Amen
BD.0367
6 april 1938
Boodschappen door God zelf gegeven zijn onvernietigbaar
Alles wat het begrip heelal omsluit, is door Gods wijze raadbesluit zo samengevoegd dat het nuttig is voor de ontwikkeling van de afzonderlijke wezens die met vele miljoenen door het heelal zwermen. De meest verheven leringen zijn niet in staat over het scheppingswonder in zijn ganse diepte uitsluitsel te geven. Want waar het natuurlijke denken van de mensen begrensd is, laten wijsheden zich niet onbegrensd overbrengen.
De Heer van de schepping zij dank dat Hij jullie mensen de buitengewone genade geeft een blik te werpen in een deel van de schepping om jullie het wonderbaarlijke werken van de Godheid duidelijk te maken. De zegen van deze openbaringen zal niet uitblijven. Een nieuw fris denken zal de mensen doen opleven. Men zal de oren spitsen en gemakkelijker en duidelijker de goddelijke geest herkennen dan tot nu toe het geval was. De weinige onvernietigbare waarden van deze aard, die God de mensen direct heeft overgebracht, leggen getuigenis af van het goddelijke werkzaam zijn en van de liefde waarmee het hoogste Wezen alle andere wezens in het heelal omgeeft.
Deze werken zullen blijven bestaan, geen menselijk vernietigingswerk zal macht hebben over de boodschappen die God zelf aan Zijn kinderen op aarde heeft gegeven. Laat de tijd erover heengaan en jullie zullen je realiseren hoe wijs al Zijn kinderen geleid worden opdat ze zich met elkaar verbinden en in gezamenlijke werken de wil van de Heer uitvoeren. Alleen zo zal de aarde gereinigd kunnen worden van de leringen die hen verkeerd leiden, maar nooit zal een macht er invloed op hebben, die zich tegen deze woorden verzet. Want zonder toedoen van de Heer zou de wereld een rouwkleed moeten aantrekken. Ze zou in de diepste duisternis ondergaan en grenzeloos zielenleed zou de kinderen der aarde overvallen, wanneer de Heer zich niet in Zijn grenzeloze liefde over hen zou ontfermen en er door steeds weer nieuwe gebeurtenissen een weg zou worden geschapen die vanuit al dit zielenleed opnieuw naar lichtvolle wegen zou voeren.
Met de kennisname van Zijn woord verlaten jullie de duisternis, want door het woord dat jullie in goede wil opnemen, zal jullie zo veel kracht gegeven worden, dat jullie van nu af aan voortdurend om de genade zullen worstelen en bidden. En dan bevrijdt jullie ziel zich steeds meer uit haar boeien. Ze wordt licht en helder. Ze herkent en neemt in dankbare vreugde alles aan wat haar ter sterking en ontwikkeling geboden wordt. En dan is de grote nood overwonnen. De weg naar de Vader is geëffend en Zijn liefde trekt de ziel voor eeuwig naar zich toe in Zijn vaderhuis.
Amen
BD.0368
6 maart 1938
Gloeiend hart – Vormen van de ziel – Macht van de liefde
Een gloeiend ijzer neemt de vorm aan waarin het geperst wordt. Een van liefde gloeiend hart zal zich op dezelfde manier vormen volgens mijn wil. En jij, mijn kind, kunt het moment verwachten waarop al het onreine zich van je ziel scheidt en zij zich volledig aan Mij overlaat, opdat Ik haar de juiste vorm geef. En deze nu gevormde ziel neemt een overvloed aan goddelijke geest in zich op, aangezien ze in staat is deze te vatten. In haar reinheid is ze een vat geworden dat de Heiland als Zijn verblijfplaats benut. En zal alles in jou dan niet vervuld zijn van liefde voor je Schepper? Zul je niet beven van het geluk dat de vereniging met de Heiland je bezorgt?
Laat jou niet de gedachte bekruipen dat aan mijn verblijf op aarde in jullie midden ooit een einde zou kunnen komen. De verbinding die eenmaal tot stand gebracht is, laat Ik niet vernietigen. En je hart zal zo vurig naar Mij verlangen, dat Ik je nooit meer kan verlaten, aangezien de liefde Mij steeds naar jullie toe trekt, aangezien Ik in de liefde voortdurend alomtegenwoordig ben en aangezien Ik de liefde zelf ben. Zo zullen jullie – die alleen je gedachten, je harten naar Mij verheffen – Mij nooit verliezen. De meest eerbare wereldlijke eerbetuiging zal jullie niet kunnen geven wat een ogenblik van zaligheid in jullie harten veroorzaakt, als Ik daarin verblijf. En net zo zullen jullie geen andere gelukzaligheid verlangen dan mijn tegenwoordigheid. Het heiligste gevoel in jullie zal steeds de liefde blijven. Want wie Ik met mijn liefde bedenk, die vergeet Mij voor eeuwig niet.
Maar Ik verlang jullie volledige overgave als jullie de mijne willen zijn. Dan moeten jullie Mij openlijk aanvaarden. Als jullie gelukkig willen zijn in mijn liefde, probeer dan ook deze liefde op jullie medemensen over te brengen, probeer voor hen de levensbron te openen. Probeer hun harten en oren voor Mij te winnen en jullie zullen het aantal van mijn schaapjes vergroten. Jullie zullen ze van de ondergang redden. Jullie zullen deel hebben aan hun eeuwig leven zodra jullie hen naar Mij, jullie Heiland, toegevoerd hebben.
Jullie allen kennen de macht van de liefde niet. Jullie kennen de grote omvang van de schuld niet waarin de vijand jullie heeft verstrikt. Waar zouden jullie met deze schuld zijn, als mijn liefde deze niet delgde en een lichtje voor jullie aanstak zodat jullie de levensweg niet in het donker hoeven te gaan en daardoor verkeerd lopen. Ik verlang niets meer dan jullie hart, maar dan geheel en al, opdat Ik het volgens mijn wil kan vormen, als jullie je wil volledig aan Mij opofferen.
Word zoals de kinderen, laat jullie leiden, laat jullie ook straffen, waar mijn liefde het voor juist houdt, zodat jullie me steeds inniger leren liefhebben en jullie ganse bestaan op Mij richten. Dan zijn jullie in gloeiende liefde zo geworden dat Ik jullie in de mooiste vorm kan gieten, in het evenbeeld van God. Oh, jullie kennen de liefde nog niet die jullie plotseling kan veranderen in het edelste, helderste kristal, in het zuiverste goud, het stralendste licht.
Heb daarom lief. Heb God de Heer lief boven alles en heb al jullie medemensen lief. Want alleen vanuit de liefde zullen jullie onmetelijk zalig kunnen zijn tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.0369
7 maart 1938
Scheppende geesten – Vrije wil
Alle gedachten worden uit de eeuwigheid geboren. Een leger aan scheppende geesten vult de oneindige wijdte van de hemel. Maar de mens is alleen maar de mogelijkheid gegeven een heel klein deeltje van de oneindigheid met zijn gedachten en ideeën leven in te blazen. Al het andere is ondergeschikt aan de wereld van de scheppende geestelijke wezens die, steeds de wil van de Heer uitvoerend, onvermoeibaar in de ruimte werkzaam zijn. De materie van het hele heelal is aan deze wezens onderworpen en wat gewild wordt, dat gebeurt.
Een dergelijk leger van geestelijke wezens omgeeft nu ook de aarde en grijpt in alle gebeurtenissen op aarde bepalend in, hoewel ze de krachten die tegen de wil van de Heer in werken, ook ruimte en macht laten. Want de aarde moet van beide kanten beïnvloed worden, aangezien anders het belangrijkste in de schepping uitgeschakeld zou worden – de vrije wil. Een wezen kan zich niet gelijksoortig aan God ontwikkelen als zijn doen en laten slechts precies zo moet zijn als een hoger wezen het bepaalt. Het moet veeleer de zelfbeschikking behouden. Het moet aan beide prijsgegeven zijn, de goede en de slechte macht, en dan uit eigen kracht een oordeel kunnen uiten. Er moet een innerlijk streven op gang komen om ten dienste te staan van deze of gene machten.
Maar het leger van geestelijke wezens dat jullie begeleidt, blijft buitengewoon actief in zijn werken. Wat jullie als vanzelfsprekend beschouwen in de natuur om jullie heen en boven jullie, wordt voortdurend door deze wezens tot leven gewekt. Zij grijpen daarmee tegelijkertijd ook in jullie binnenste wezen in, want ze vormen jullie en wijzen jullie gedachten voortdurend op de schepping. Ze geven jullie als het ware inzicht in hun werkzaamheid. Ze zorgen ervoor dat jullie juist door de jullie omgevende sfeer eigenlijk pas levensvatbaar zijn. Zo moeten jullie je realiseren dat jullie je in een door God geschapen omgeving kunnen vormen, wat jullie nastreven.
Stel jullie eens de vraag: Wie van jullie mensen is slechts een eenzijdige opvattingmogelijkheid gegeven? Wie van jullie kan niet tegelijkertijd het goede en het kwade rondom zichzelf herkennen? Wie van jullie ontbreekt de bekwaamheid goed en kwaad te onderscheiden? Waar dus van beide voorhanden is, zal de mens ook noodgedwongen zelf kunnen en moeten beslissen over wat hem begeerlijk lijkt. En dan is eerst de vrije wil werkzaam om het verlangen van de ziel op te helderen. En wederom blijkt daaruit de grote zegen die het gevolg is van een innige verbinding met de jullie omgevende geestelijke wezens.
Met hoe meer vertrouwen jullie al je denken aan hen onderwerpen, des te zekerder zullen jullie geleid worden en des te helderder zullen jullie gedachten het goede en het kwade kunnen vatten. Jullie leren inzien en keren je volledig uit vrije wil naar hetgeen jullie de hoogste voltooiing garandeert. Jullie moeten dan immers volmaakt worden wanneer jullie geleid worden door de meest volmaakte wezens die jullie ooit kunnen omgeven. Jullie zullen nimmer verkeerd kunnen gaan, aangezien de kracht van het goede onvergelijkelijk meer invloed op jullie zal hebben dan die van het kwade. En jullie zullen daarom ook zeker de weg naar het eeuwige leven betreden, wanneer jullie je overgeven aan de machten en krachten die de wil van de Heer uitvoeren en jullie je aldus ook bereidwillig aan de hemelse Vader onderwerpen.
Amen
BD.0370
7 april 1938
De groep discipelen van de Heiland – Joodse rijk
In Zijn ganse lijdenstijd was niemand op aarde de Heer en Heiland zo toegenegen als Zijn groep discipelen, die Hem liefhadden en Hem graag ver van elk leed gehouden zouden hebben als het in hun macht had gelegen. Hoewel velen zich om Hem schaarden, was er toch maar een kleine kring zo doordrongen van Zijn goddelijkheid, dat ze in Hem hun meester, hun goddelijke Schepper herkenden. En waar al het licht van Hem in hun harten vloeide, werd spoedig ook de minste twijfel verstikt. Spoedig zagen ze in de goddelijke voltooiing van hun wezen het enige doel van hun leven.
In de zuiverheid van Zijn hart herkende iedereen zeer spoedig dat het enige belangrijke op aarde was Hem na te volgen. Ze begrepen dat niemand van hen deze volmaaktheid kon bereiken wanneer de Heer zelf Zijn genade niet voortdurend over hen liet komen. En verder begrepen ze hoe belangrijk het voor het bereiken van de volmaaktheid was om elkaar in liefde te dienen. Hun streven ging er nu naar uit in de diepste deemoed en zelfvernedering zich de genade van God waardig te maken.
Ze verlieten alles. Ze gaven de wereld op en leefden slechts in Zijn leer die de Heiland hun gaf in de dagelijkse omgang met hen. Zo heeft geen andere gebeurtenis dan het voortdurende vertoeven in Zijn nabijheid het tot stand gebracht dat hun harten vervuld werden met overgrote liefde voor de Heiland en dat hun kennis van goddelijke wijsheden groter werd, hoe langer ze hun Meester meemaakten en kenden. Ze ontvingen met het hart en God gaf hun de kracht en genade alles te kunnen vatten wat Hij hun bood. Want ze zouden zonder de hulp van de Heer nooit bekwaam geweest zijn in deze wijsheden de weg te vinden. Zonder de goddelijke opheldering zouden ze zich de grootheid van de Heer nooit duidelijk en aanschouwelijk bewust zijn geworden. En bijgevolg zouden ze hun Leermeester nooit als de Zoon van God aanvaard hebben, als hun geest niet verlicht was geworden door het goddelijke licht.
De Heer kwam hun menigmaal te hulp bij benauwdheden van de geest, steeds wanneer ze zich zwak voelden, daar de Heer alleen de liefde zag die Zijn leerlingen voor Hem waardig maakte. Bijgevolg verliet Hij de zijnen niet en gaf hun troost op elk moeilijk moment, maar Hij eiste ook hun ganse inzet wanneer Hij er niet meer zou zijn, wanneer Hij teruggekeerd was naar dat wat Zijn Vader is.
Want de aarde droeg in die tijd een volk dat enorm van levensbelang was. Het was de stam die voor de verbreiding van de christelijke leer, het ware christendom, uitgekozen was. Dit was het joodse rijk. Zijn verlangen dit volk te redden uit de nood van de ziel, vond geen weerklank bij dit volk. Het lachte Hem uit en hoonde Hem. Het was in buitengewoon sterk aantal vertegenwoordigd om de ondergang van deze Godenzoon te bewerkstelligen en liet zich er nooit toe bewegen het geloof aan Hem als aan de Afgezant van God aan te nemen. Het zag in Hem een vijand van hun leringen. Het zag in Hem niets meer dan een buitengewoon begaafde redenaar die Zijn gaven om te spreken gebruikte om het volk afvallig te maken van de leer van de voorvaderen.
En aangezien ze in zonden en obsceniteiten volhardden, kon hun geest ook niet tot verlichting komen. Ze wezen elke liefde van de Heer af en vergolden deze met smaad en uiteindelijk met het voornemen Hem van het leven te beroven. En Zijn mildheid en goedheid vergaf hen. Met engelengeduld wees Hij hun op hun woorden, want Zijn hart keerde zich naar iedereen toe en probeerde hen te redden. Maar de almacht van God liet deze mensen hun wil opdat het woord vervuld werd dat de Heer op de wereld was gekomen om de mensheid te verlossen.
Amen
BD.0371
8 maart 1938
Antroposofen – Gedicht
Zacht klinken de woorden van de Heiland in je oor. Word zoals kinderen en Ik wil jullie mijn zegen geven. En als jullie geloof schenken aan mijn woorden, zal de kracht jullie nooit meer ontbreken. Wijs alles af wat jullie geloof aan het wankelen zou kunnen brengen. Want alleen waar het licht schijnt dat uit de ware deemoed geboren is, daar zal ook mijn geest ingang vinden, maar niet in grotten die met stenen muren omgeven zijn. Dat zijn de harten die hun hele wijsheid putten uit een kunstmatig geconstrueerd en moeizaam samengebracht menselijk bouwwerk, uit eindeloos vele geschriften van mensen die wel de waarheid zoeken, maar afkerig zijn van het kinderlijke geloof.
Ze creëerden een leer die God als een wezen voorstelt dat buitengewoon moeilijk te bereiken en moeizaam te verwerven is. Ze leven in het geloof dat het in de wereld steeds alleen maar voor die mens is voorbestemd om de waarheid en het inzicht te naderen, die zich zelf door lang moeizaam geestelijk, dat wil zeggen verstandelijk werk een weten eigen maakt dat wederom op dezelfde wijze verworven werd, maar nooit het zuivere liefdeswerk, de deemoed en de onvoorwaardelijke overgave aan de wil van God als grondslag heeft. Alleen hierop kan een waar weten opgebouwd en verworven worden. Al het andere dat zijn oorsprong ook in een gelijksoortige manier van werken heeft, voert immers met de tijd van de eigenlijke waarheid af en ten slotte komt daar een bouwwerk uit voort dat niet meer is, wat met mijn leer overeenkomt.
Ontvlucht alles wat in tijden van geestelijke arrogantie ontstaat. Dit kan nooit ofte nimmer met de volle waarheid overeenstemmen. Jullie zullen het woord van God slechts daar zuiver in ontvangst nemen waar jullie de leiding van jullie geest volledig aan de Heer overlaten. Jullie zullen wel worstelen, onophoudelijk worstelen, maar niet om louter verstandelijke kennis, maar veeleer om de voltooiing van jullie zelf, om de voltooiing van jullie ziel, die jullie enkel kunnen bereiken, wanneer jullie je inspannen eerst je hart te ontwikkelen door je te oefenen in de liefde, de deemoed en de zachtmoedigheid en wanneer jullie niet in de laatste plaats de genade van de Heer afsmeken en in dank aannemen.
Want zonder deze genade is jullie worstelen vergeefs. Jullie zijn dan gelijk aan een koude, levenloze massa die de levenwekkende adem van de goddelijke genade niet voelt en die zonder deze niet tot het levenswarme uitrijpen van zichzelf kan komen. Jullie bergen wel een bepaalde geest, maar die kan jullie niet het ware leven overdragen, dat de Heer alleen belooft aan degenen die in Hem blijven. Daarom is er geen enkel gevaar zo groot als dat van de arrogantie. Want ze sluit alles uit wat voorwaarde is voor de enige ware kennis. En het worstelen van deze zielen zal zo lang vergeefs zijn, totdat ook zij zich meer en meer aan de goddelijke genade overgeven, totdat ze de dode weg herkend hebben die hun zielen gegaan zijn.
Het ware licht, het ware leven, wordt alleen maar aan diegene gegeven,
Die als kind de weg naar de Vader vindt,
Die alleen maar overwint wat hem tegenstand biedt.
Maar jullie allen die zonder Gods genadebron zoeken, zullen het doel niet bereiken.
Jullie geest zal pas dan licht en helder zijn, wanneer deze wereld zich voor jullie ziel ontsluit,
Wanneer jullie geheel als kinderen om de genade van de Vader vragen.
Dan herkennen jullie de geest van de liefde die jullie leidt
En jullie zullen Hem eeuwig loven, die deze lof toekomt.
Amen
BD.0372
9 april 1938
Verstandelijk willen overbrengen – Innerlijk besef
Een inzichtvol mens zal zich steeds inspannen de leringen van de Heer aan te nemen. Maar als hem elke wil daartoe ontbreekt, dan ziet hij hierin nooit een gave van de Heer, ook wanneer hij het ontstaan ervan niet kan ontraadselen. En daarom zal er aan je streven steeds een grens gesteld worden wanneer het gebaseerd is op de intentie om louter verstandelijk over te dragen. Het woord en zijn leringen zullen ook pas op vruchtbare bodem vallen wanneer de ziel erin mee beweegt, wanneer het lukt innerlijke opwellingen op te wekken, zodat de mens hierdoor vervuld wordt van de drang naar verbondenheid met God. En dan zal de werkzaamheid van zo een ziel geen grenzen kennen om de goddelijke Heer ter wille te zijn. Dan vat het verstand het bliksemsnel, omdat de ziel gelijktijdig werkzaam is.
Zo kan de mens weliswaar moeite doen zich in een dergelijk probleem in te leven, het ontbreekt hem nog aan de kracht van het innerlijke besef. Alles is nog dood in hem en hij kan zich pas dan ontplooien en gestalte geven wanneer de leringen zijn denken werkelijk levend beïnvloeden. Het genezingsproces kan pas aanvangen wanneer het gemoed van de mens alleen vanuit zichzelf de Vader zoekt en de juiste verhouding tot de Vader vindt. Maar dat mag jou de moed niet ontnemen. Trouwe helpers ondersteunen je steeds waar de weerstand groot is. En je weet dat vele geestelijke wezens net zo hun best doen voor dergelijke harten en je dankbaar zijn voor elke ondersteuning. Want je woorden sterven niet zonder indruk weg. Zo wekken veel woorden interesse, die ervoor zullen zorgen dat er in verdere gebeurtenissen toch een samenhang gezocht en gevonden wordt. En als de mens op deze manier de weg van het zoeken betreden heeft, dan is het succes niet meer volledig te ontkennen, hoewel het nog ver weg lijkt.
Wat beweegt het hart van zo een mens het meest? De geschiedenis van de schepping met haar vele vragen die onoplosbaar lijken. Wanneer nu de mens op dit gebied een verklaring gegeven wordt die voor hem bevredigend is, dan verliest al het andere al aan onwaarschijnlijkheid. Hij probeert dan alles te bekijken met de ogen van een onderzoeker in God. En het succes zal niet uitblijven, want wie de weg met God gaat, zal van nu af aan juist geleid worden het ware geloof te belijden.
Amen
BD.0373
11 april 1938
Het doel van het lijden – Beproevingen – Traagheid van de geest
Er zijn zoveel gebeurtenissen in het leven die de mens moedeloos maken, het is als een band die het hart van zo’n mens omspant. Steeds weer komt er twijfel op over de goedheid en barmhartigheid van God wanneer zorgen en verdriet te vaak opduiken. En toch geven alleen deze jullie de innerlijke rijpheid, die jullie anders in een veel langere tijd zouden moeten verwerven.
En omdat het aardse leven maar een korte tijd duurt, zullen zich zulke kwellende of pijnlijke gebeurtenissen des te vaker en soms snel na elkaar moeten voordoen, opdat er voor jullie zegen uit kan voortkomen. Opdat jullie ernstig en bezonnen het leven vastgrijpen en je verlangen zich steeds meer afwendt van de wereld en haar bekoringen, die voor jullie tegelijkertijd een ernstig gevaar betekenen.
Voor sommigen schijnt het leven vaak ondraaglijk. Soms raakt het mensenkind zelfs vermoeid en laat het de moed zakken, het laat zich drijven zonder zelf iets te doen om dit moedeloze leven te veranderen. En toch zou het voor jullie zo eenvoudig zijn, zodra de juiste instelling tot God jullie de weg toont die jullie moeten gaan. Let toch eens op de vele schijnbaar onoverwinnelijke hindernissen in je leven. Zouden jullie daar wel aan ontsnapt zijn, wanneer de hulp van boven niet telkens weer tussenbeide was gekomen?
Weliswaar herkennen jullie deze hulp niet altijd als van boven gezonden, en toch is ieder gebeuren een uitvloeisel van de genade van God. Of het goed gaat of verkeerd, het heeft altijd hetzelfde doel, namelijk veredelend in te werken op jullie, mensenkinderen. En als jullie in staat zijn in iedere beproeving een middel te zien tot verbetering, dan is er ook reeds de erkenning van eigen tekortkomingen en zwakheden, en met het besef komt ook de stille wens die te bestrijden.
Dan heeft iedere beproeving reeds haar doel bereikt. En daarom moeten de gedachten in alle moeilijke omstandigheden erop gericht worden dat deze beproevingen nodig zijn om een hogere graad te bereiken. Dat zij als het ware de treden op de ladder zijn die tot de volmaaktheid van de ziel leiden. Een leven zonder strijd zou slechts betekenen dat jullie stil blijven staan op steeds dezelfde trede. Alleen is de strijd tegen zichzelf veel moeilijker te voeren dan tegen vijanden die van buitenaf op de mens toekomen.
Ieder ontwaken uit de traagheid van geest is een vooruitgang, want de waakzame mens zal ook aan zijn geest denken, hij zal hem geen gebrek laten lijden. Doch de traagheid is een achteruitgang en is in geen geval stimulerend te noemen. Zij zal iedere drang tot werkzaamheid verstikken, en daarom kan ze nooit bevorderend op de ziel inwerken.
Laat jullie daarom niet afschrikken als de last van het leven jullie zwaar te dragen lijkt. Als jullie hierdoor jullie fouten hebben ontdekt en daartegen hebben gestreden, dan zal de last in niet al te lange tijd weer van jullie wijken. Want de Heer laat zulke beproevingen slechts zolang toe tot zij hun doel bereikt hebben en verbeterend op het hart van de mens hebben ingewerkt, want Zijn wil is niet dat jullie moeten lijden, maar alleen dat jullie je hierdoor waardig maken voor de eeuwige vreugde.
Amen
BD.0374
12 april 1938
Goddelijke geboden – Werk van de geestelijke wezens
Verneem volgens de instructie van de Heer: In Zijn gebied leven duizenden wezens aan wie de zuivere instandhouding van de goddelijke geboden als wet gegeven werd, die zich er evenwel nooit mee bezighouden deze geboden na te komen. Het is in zo’n geval nauwelijks aan te nemen dat ze hetzelfde oordeelsvermogen zouden kunnen bezitten, dat ze zich de waarde van de goddelijke geboden kunnen realiseren. De hen omgevende geestelijke wezens hebben echter stelselmatig geen ander verlangen dan degenen die zo in de duisternis van de geest vertoeven, zoveel mogelijk opheldering te geven.
En daarom wordt hun voortdurend onder ogen gebracht hoe alles in verval raakt wanneer de geboden van God niet gerespecteerd worden. De toorn van God treft al degenen die tegen Zijn woord in werken, want dan zou de grondsteen van alle opbouwwerk voor de eeuwigheid met opzet vernietigd zijn. Zonder dit woord van God zou ook degene wiens wil goed is, in het duister tasten. En zo wordt alleen daarop alles opgebouwd, wat vervolgens pas rijp en volmaakt kan worden voor de eeuwigheid.
Om de geboden van God te kunnen volgen, moet eerst onderwezen worden wat de Heer verlangt. Geen enkel wezen heeft uit zichzelf de gave zonder enige instructie van de Heer in de diepste wijsheden van de schepping binnen te dringen. Evenzo is het wezen niet in staat zich aan de wil van God te onderwerpen en dan deze wil uit te voeren, wanneer het niet in kennis gesteld wordt van zijn opdracht, waarvan de vervulling hem pas de toestand waarborgt, waarin hij dan inzicht krijgt in zijn bestemming in het heelal. Het ene kan niet bestaan zonder het andere. Het ene moet het andere zoals voorgeschreven opvolgen.
En daarom is allereerst het overdragen van de geboden van God noodzakelijk, omdat dan het werk van de mens aan zichzelf pas kan beginnen, want om de hoogte te beklimmen moet deze de voorwaarden vervuld hebben. Wie nu gelooft zonder zulke zelfwerkzaamheid, zonder dit werk aan zichzelf zijn doel op aarde te kunnen vervullen, heeft een uitermate verkeerde opvatting. Hierdoor hebben de omringende geestwezens een moeilijke taak om deze kinderen van de aarde de aanpassing aan Gods ordening en wil duidelijk te maken.
En dit kan enkel gebeuren door wenken en aanwijzingen die de mensen op aarde zelf aangaan en die, op kleine schaal, precies dezelfde verhouding tot stand brengen als die van het kind tot de hemelse Vader. Dat wil zeggen: dat jullie alles wat jullie de hemelse Vader verschuldigd zijn, ook als vanzelfsprekend van jullie medemensen verlangen. Dan beroert het jullie zelf voelbaar, wanneer de vervulling van dergelijke aardse geboden jullie geweigerd wordt, en daaraan herkennen jullie hoe jullie de Vader toch hetzelfde weigeren die het in veel grotere mate van jullie heeft te verwachten.
Daarom kan nooit de tegenwerping worden opgeworpen dat de mens niet bekwaam is de geboden van God te erkennen als Gods leringen. Hij kan de stem in zijn hart die tot hem spreekt niet verstikken en hij zal daarom nooit kunnen afwijzen dat hetzelfde wat hij verlangt, ook van hem verlangd moet worden, als hij zich waardig wil maken in de gemeenschap van wezens te leven die door God verwekt zijn en hetzelfde – de vereniging met de eeuwige Vader – moeten nastreven. Deze stelt echter eerst een bereidwillig onderwerpen voorop. En daartoe zijn ook de geboden van God gegeven, opdat jullie allereerst jullie wil ondergeschikt maken aan de goddelijke wil, aangezien jullie pas één kunnen zijn met de Vader, wanneer jullie dezelfde wil hebben.
Amen
BD.0375
12 april 1938
Weten – Innerlijk leven – Waardeverschil tussen geestelijk en aards weten
Een mens met inzicht heeft nooit het verlangen in de diepste wijsheden van God binnen te dringen om alleen maar zijn weten te verrijken, maar hij zal vanuit dit weten de verbinding met God zoeken. Hij zal er nooit tevreden mee zijn alleen maar te weten. De verhouding die hem met de Schepper van alle wonderen verbindt, zal hem veel waardevoller toeschijnen. En als hij dan de juiste houding tot de Schepper gevonden heeft, dan pas zal het weten hem zegen brengen. Want welk nut haalt de mens aan het einde van zijn leven uit al zijn kennis van de dingen, als hij in de tijd op aarde zich de waarde van het weten niet ten nutte heeft gemaakt.
Desalniettemin verlangt de mens er steeds weer naar zijn weten te verrijken. Dit is ook een gave die de Heer zelf hem schenkt op aarde. De drang naar steeds nieuw weten is bij de mens aangeboren. Waartoe zou alles in de natuur, in en rondom de mensen zelf ook dienen? Dit alles is steeds weer een verwijzing naar de eeuwige Schepper. En Zijn geest is in de mensen werkzaam wanneer de drang om te weten in het kind van de aarde wakker begint te worden. Al deze bijzonderheden wijzen al van het begin van de aardse levensweg op een ingrijpen van de goddelijke macht.
Het innerlijke leven van de mens is een volledig op zichzelf staand en van het eigenlijke lichaam afgezonderd gebied. Geen enkele macht van buiten, geen vreemde wil kan hier bepalend op inwerken wanneer de menselijke wil niet zelf dergelijke invloeden opneemt. Het innerlijke leven is steeds iets wat de mens helemaal alleen kan bepalen, dat hij rijkelijk en waardevol kan vormgeven, maar dat hij ook braak kan laten liggen of het zo hardnekkig sluit dat er geen enkele lichtstraal doordringt. Zodat hij op die manier geen geestelijk weten opneemt ofwel zich zodanig met aardse kennis verrijkt dat dit hem geheel en al in beslag neemt en hij nu onbekwaam is goddelijke wijsheden in zich op te nemen, ja, deze wijsheden hem twijfelachtig lijken en hij zodoende met al de aardse kennis een geheel ondeugdelijk wezen is bij het verlaten van de aarde.
Als de mens wijs van hart is, dan zal hij zich niet overbelasten met aardse kennis, want deze is nutteloos voor hem. Als hij echter de geestelijke werkzaamheid, de drang naar geestelijke waarheden in zichzelf tot bloei laat komen, dan zal hij buitengewoon wijs handelen en de rijkdom van zijn ziel zal toenemen met onvergankelijke goederen. Al de kennis die de Heer jullie overdraagt, heeft weergaloze waarde met betrekking tot de schepping. Maar alle aardse inspanningen voor geleerdheid zullen later niet erkend worden, wanneer er naar de waarde van de ziel geoordeeld en beloond wordt. Want de wijzen van de wereld zullen onwetend zijn. En al het aardse streven zal hun geen loon opleveren. Boven hen zullen daarentegen degenen staan die altijd de gave van God, de goddelijke wijsheid, dankbaar in ontvangst nemen. Want ze zullen door de Heer gezegend zijn.
Amen
BD.0376
13 april 1938
Bouwwerk en fundering – Druk van de geschriften – Waarschuwing
Jullie mogen nooit de moed opgeven. De Heer zal altijd bij jullie zijn, die verlangen volgens Zijn wil te leven. Wat de Heer jullie oplegt, dient slechts om jullie geloof te sterken en het vurige verlangen naar de Heer te vergroten. Want Hij wil dat jullie volledig in Hem opgaan. Hij wil een huis bouwen dat vast en onwankelbaar alle bestormingen van buiten trotseert. En jullie moeten je schikken naar de wil van God en alles met geduld en overgave op jullie nemen en steeds alleen de Heer laten beschikken. Dan zal het bouwwerk, waarvoor de Heer jullie als fundering heeft gekozen, goed gebouwd zijn.
En nu, mijn kind, willen we je verlangen vervullen en je met een buitengewone opname sterken. Want de Heer wil je bekendmaken hoe je verdere leven dient te verlopen. Er zal zich binnenkort iemand tot je wenden wiens wil het is zich met jou in verbinding te stellen voor het drukken van de geschriften. Dit zal in een kring zijn die je nu nog niet kent. Deze kring heeft als principe een zelfde streven God te dienen. En daarom zal alles wat daar ondernomen wordt, door God gezegend zijn. In deze situatie mag je dan niet twijfelen. Je moet steeds weten dat de Heer je stuurt en deze aardse medemensen naar je toe voert en dat je dus volledig in Zijn wil bent. Laat de Heer daar dan verder besturen. Verenig je met hen en laat je hart steeds alleen maar naar de Heer gericht zijn, dan wordt het juiste denken je op elk moment ingegeven.
Nu zullen er voor jou echter moeilijkheden ontstaan die uit het huidige bevel voortvloeien, dat samenkomsten ten behoeve van geestelijke ontwikkeling niet toegestaan zijn. Laat jullie allen hierdoor niet bang maken. Waar de Heer onder jullie vertoeft, zal dit bevel voor jullie zonder effect zijn. In deze periode zal menigeen van jullie, vervuld van angst, de instorting van het bouwwerk vrezen. Maar vertrouw te allen tijde op de Heer. Wat hij gaf, zal duizenden nog tot zegen strekken.
Geloven jullie, dat deze tekenen van Zijn grote liefde voor jullie mensenkinderen door mensenhanden vernietigd kunnen worden, wanneer dat tegen de wil van de Heer in gaat? Let er daarom steeds alleen maar op, dat er geen vreemde persoon inzage krijgt voordat het tijd is, opdat het verloop van de gebeurtenissen niet bemoeilijkt wordt, opdat er niet voortijdig ingegrepen wordt, voordat het werk voltooid is.
Want jullie worden steeds door vijanden omringd en daarom is uiterste voorzichtigheid geboden, zodat jullie niet willekeurig iemand vertrouwen die jullie nadert. Maar de Heer zal jullie op het juiste moment aanwijzingen geven. En leg nu vol vertrouwen al je zorgen, je gedachten en je geestelijke arbeid in Gods handen. De grootste bescherming is het gebed dat jullie de lieve Heer en Heiland met vertrouwen schenken. “Dat waar jullie om bidden, zal jullie gegeven worden.” Zo roept de Heiland jullie toe, die zich zorgen maken om de noden van het lichaam en van de ziel. Word zoals de kinderen en jullie ontvangen alles wat jullie verlangen.
Amen
Verwijzing van Bertha Dudde naar Het Grote Johannes Evangelie, deel IV, Hoofdstuk 79:
[5] Wie van jullie met zijn gehele hart een vriend zal zijn van de armen, voor hem zal ook Ik een vriend en ware broeder zijn in het tijdelijke en het eeuwige, en hij zal de innerlijke wijsheid niet van een andere wijze hoeven te leren, maar Ik zal hem die in alle volheid in zijn hart geven. Wie zijn naaste arme broeder zal liefhebben als zichzelf en een arme zuster niet zal wegjagen, van welke stam of welke leeftijd zij ook mag zijn, tot hem zal Ik altijd Zelf komen en Mij getrouw aan hem openbaren. Ik zal het zijn geest, die de liefde is, zeggen en die zal daarmee de gehele ziel en haar mond vervullen. Wat hij dan spreken of schrijven zal, zal door Mij voor alle tijden der tijden gesproken en geschreven zijn.
BD.0377
13 april 1938
Doorgeven van geestelijke kennis – De Heer stelt grenzen
Degene die zelfzuchtig verlangt in de kring der wetenden opgenomen te worden, degene die zich nooit inspant om te geven van wat hij ontvangt, misbruikt de goedheid van de hemel. De Heer heeft hun Zijn liefde betoond, maar zij betonen niet dezelfde liefde aan hun medemensen. En zo kan de ziel zich ook nimmer losmaken van de materie. Dan is dit weten zoals de vanuit zichzelf verkregen kennis. Het wordt niet als vooruitgang van de ziel gewaardeerd, maar slechts als dode opname van hetgeen hem levend is overgedragen.
Zeg dit aan degenen die vanwege aards voordeel in de materie volharden. Maak hen attent op de woorden van de Heer: het belangrijkste in het leven is het volgen van de leer van Christus en degene die niet bereidwillig geeft wat hij ontvangen heeft, kan deze leer nooit naleven. In je naaste omgeving zal duidelijk worden welke invloed het navolgen van de geboden van God heeft, waar diegene steeds gezegend zal blijven, die de woorden van de Heer bereidwillig doorgeeft.
De mensen letten niet op de nood van hun omgeving en dus geven ze ook geen hulp waar het zo nodig zou zijn. Wie in de genade leeft, de liefde van God te kennen, moet zich er alles aan gelegen laten liggen anderen bij te staan en hij moet in het innerlijk besef van zijn eigen nood ook de nood van zijn broeders leren te verstaan. Weliswaar ontbreekt het meestal niet aan de wil, maar zijn eigen welzijn staat bij zo menig mensenkind voorop, terwijl echter het welzijn van de medemens hem niet bijzonder beroert. Dat is geen liefde zoals de Heer het predikt. Het eigenbelang zal voor zo’n mens het eigen loon verminderen en er zullen hem voortaan grenzen gesteld zijn aan het inzicht in de goddelijkheid.
De eigenliefde vertroebelt de intensiteit van het licht. De zielen die in het licht wandelen, is het echter bevolen mee te werken aan de verlichting van de geest van zo vele dwalenden. En wanneer dan het moment komt dat de Heer ter rechtvaardiging heeft uitgekozen, dan zullen vele leemtes zichtbaar zijn waar het grootste gebod was in liefde te werken. In het besef door de Heer begenadigd te zijn, zich voortdurend liefdevol overgeven aan zijn opdracht, ook anderen aan deze genade te laten deelnemen, zal de mens pas de rijpheid geven die voor het liefdeswerk in het hiernamaals bevorderlijk is. “Laat het mijn zorg zijn”, zegt de Heer, “waar Ik de grenzen van het geestelijke weten wil plaatsen. Niemand moet geloven dat Ik over Mij en mijn wil laat beschikken.”
En Ik zal wel op het juiste moment ingrijpen, wanneer aan iets een einde moet worden gemaakt. Maar jullie die de genade nog niet ten volle erkend hebben, mogen geen bevel voeren over degenen die Ik voor de arbeid in mijn wijngaard heb bestemd. Wie echter moeite wil doen om mijn woord aan te nemen, die wil Ik opnemen in mijn schare van degenen die Mij dienen. Ik wil hun zelf de weg wijzen, opdat de weg naar het geloof voor hen gemakkelijk wordt. Zichzelf in alle liefde wijden aan de zorg om het heil van de mensenkinderen, zal in ieder geval zegenrijker zijn dan te piekeren over de dingen die de menselijke kennis niet kan doorgronden. En neem daarom de woorden gelovig aan die door Mij zelf gegeven zijn en neem ze op in jullie harten. Dan gaan jullie de juiste weg.
Amen
BD.0378
14 april 1938
Zuivering van de ziel voorwaarde voor de vereniging met God – Hulp aan de dwalenden
Als de geest van God in jullie ontwaakt, dan zal leven wat voordien dood was. De ziel zal opstaan en in beweging komen. Ze zal haar omhulsel verlaten en steeds alleen maar het licht zoeken. En wat dan uit dit licht geboren wordt, zal voor eeuwig niet meer vergaan. En zo heeft de Heer alle wezens op aarde de bekwaamheid gegeven, de goddelijke geest in zich op te nemen, wanneer het verlangen maar actief wordt en de mens zijn bestaan beschouwt als een buitengewone opdracht.
Aangezien de verbinding met de goddelijke Vadergeest steeds opnieuw tot stand moet worden gebracht om het eeuwige leven te bereiken, zal een inspannende arbeid aan de vereniging vooraf moeten gaan: het werk van een zuivering van de ziel, die de geest van God immers moet opnemen. Deze zuivering van de ziel kan wederom alleen plaatsvinden, wanneer haar verlangen afgewend wordt van de materie, wanneer ze gewillig alles opgeeft wat haar tot nu toe ketende om dat in te ruilen voor iets dat veel kostbaarder is, om juist in verbinding te treden met de goddelijke geest.
Niets kan de ziel bepalend beïnvloeden. Ze moet zich uit zichzelf over haar opgave bezinnen. Ze moet willen dat ze vooruitgaat op de weg van het inzicht. Tegelijkertijd moet ze ook de wil om zich met de hemelse Vader te verenigen, omzetten in daden. De wil die zo gevormd is, blijft dan steeds ondergeschikt aan de goddelijke wil. De geest van God laat daarna geen teruggang meer toe, want wie eenmaal deze weg betreden heeft en eindelijk in de wil van de Heer is, blijft voor altijd en eeuwig met Hem verbonden. De Heer zal zo een ziel nooit opgeven.
De eerste voorwaarden zijn vervuld en zo een ziel gaat nu bestendig opwaarts en blijft in de goddelijke genadezon. Slechts één ding mag ze niet nalaten: haar gelijken opmerkzaam te maken op de verwarmende stralen van deze genadezon. Want de duisternis overschaduwt zo oneindig veel wezens, dat elk mensenkind dat door de goddelijke geest verblijd is, zich vol medelijden naar hen moet toewenden, opdat de morgen ook voor hen aanbreekt en dat velen van hen het licht tegemoet mogen gaan. Voor de liefde die jullie aan deze wezens doen toekomen, zal de Heer jullie duizendvoudig belonen. Want het gaat erom hen allen te redden van de verdoemenis. En wie de geest van God in zich heeft opgenomen, zal inzien hoe onzegbaar moeilijk vele zielen zich kunnen losmaken. En hij zal ze daarom liefdevol tegemoetkomen en hun geven wat hij kan, opdat ze net zoals hij in helderheid van geest de Heer opnemen, om tot in eeuwigheid in Hem te verblijven.
Amen
BD.0379
16 april 1938
Goddelijke krachten – Uitstroming van de liefde van God
Voor je levensweg zal steeds gelden, de wetten die je hart je voorschrijft na te komen. Je moet dezelfde weg gaan als al diegenen die Ik geboden heb voor mijn leringen op te komen. In dezelfde betekenis moet jij ook voor Mij werken. Laat alleen steeds de zorg om het zielenheil overheersen. Waak ervoor zelf te oordelen wie deze zorg nodig heeft. Ik heb al mijn kinderen voorbestemd voor de eeuwige zaligheid. Zodra ze zich van Mij afwenden, spant mijn liefde zich dubbel voor hen in. En voor deze wereld is de strijd om deze zielen onmetelijk groot.
En als jullie op de weg van het inzicht voorwaarts zijn gegaan, dan moeten jullie het ook voelen hoe mijn liefde jullie koestert. Want Ik laat alleen maar de ene gebeurtenis op de andere volgen, opdat jullie geest zich verheft boven al het aardse. Als er rondom jullie goddelijke krachten werkzaam zijn die niets met de aarde gemeen hebben en jullie laten hun zegeningen aan jullie voorbij gaan, dan zullen jullie weer lang moeten strijden, voordat zulke genade jullie toevloeit. Want wat is er van waarde buiten datgene wat van boven komt en ernaar verlangt jullie hart binnen te gaan?
In zulke nood van de ziel heeft de Heer erbarmen. Hij geeft, waar jullie maar willen ontvangen. Hij vervult het vurige verlangen van jullie hart en Hij laat de geest ontwaken. Zo is alles wat jullie geest doet opleven, een uitstroming van mijn liefde voor jullie. En als jullie de diepe betekenis van mijn gave vatten, dan zijn jullie vrij van alle zorgen. Verlaat nooit de weg, aangezien Ik zelf onder jullie wandel. Jullie zullen in mijn kracht gaan en waar deze werkt, hoeft jullie hart niet te vrezen. De daad moet voor jullie belangrijk zijn, want door de daad bewijzen jullie Mij, dat jullie in Mij de Hoogste erkennen.
Wanneer jullie mijn woorden opvolgen, bekennen jullie je tot mijn leer. Dan is jullie werkzaamheid op aarde enkel een zichtbare uitoefening van mijn wil. Breng jullie levensopdracht in overeenstemming met mijn wil, dan zal niets jullie meer bang maken. Want Ik wil op zo’n manier onder jullie vertoeven, dat jullie je goddelijke Meester moeten herkennen. Wie enkel voor zichzelf streeft, benut niet de kracht die hem gegeven is. Hij vorst naar dingen die voor hem verborgen zijn, zolang de liefde niet werkzaam is. Maar als de liefde de drijfveer is, kan hij zichzelf vormen. Hij zal tijdens dit aardse bestaan zijn kennis op zaligmakende wijze kunnen gebruiken. Hij zal zich gewillig in een ban laten doen die hem opnieuw verlost. Hij zal zijn Schepper voor tijd en eeuwigheid dankbaar zijn. Want voor hem is reeds op aarde zijn vurig verlangen in vervulling gegaan om onmetelijke genade te putten uit de bron van de eeuwigheid, de goddelijke liefde.
Amen
BD.0380
17 april 1938
Woord van God – Kracht – Genade – Onbegrensde gave van de geest
Volg mijn aanwijzing. Je zult alles bevestigd krijgen, wat je gezegd werd: dat je onder mensen vertoeft voor wie de gave van God onverklaarbaar is, maar die er toch naar verlangen de woorden te horen. En nu beleef je daarin het wonderbaarlijke, dat de Heer voor jou verbinding tot stand brengt, al naar gelang van de noodzaak. Want Hij kijkt in de harten van degenen die naar Hem verlangen. En waar hun gedachten naar boven gericht zijn, daar wijst de Heer hun spoedig de juiste weg.
Zie, zo is het de wil van God dat Zijn woord in de toekomst in vervulling gaat. Jullie zullen je steeds verenigen wanneer het erom gaat Hem te dienen en voor de periode op aarde staan jullie onder Zijn bescherming. En wederom blijft alleen de naam van de Heer de poort waardoor jullie Zijn rijk binnengaan. Want als jullie Hem belijden, blijven jullie in zijn genade, maar als jullie Zijn woord laten wegsterven en niet in jullie hart opnemen, dan gaat deze genade voor jullie verloren. En zonder genade ontbreekt jullie de kracht en jullie zullen vermoeid worden in de strijd van het leven. En de last van de ziel is verschrikkelijk. Ze vecht en ze komt niet los van haar boeien, wanneer het haar aan kracht ontbreekt. En waar is dan het nut van jullie aardse bestaan? Hoe herkennen jullie de Heer, wanneer de geest in duisternis gehuld blijft?
De woorden van de Heer brengen Zijn genade over. En Zijn onvermoeibare liefde is duidelijk werkzaam wanneer jullie de Heer maar erom smeken. Hij weigert haar aan niemand. Maar steeds weer moet het verlangen overheersen om met de Heer in contact te treden. Jullie kunnen al het boze ontvluchten als de wil maar in jullie aanwezig is. En evengoed kunnen jullie de gaven van de geest ontvangen als jullie daarnaar verlangen. Want God de Heer deelt onbegrensd uit aan degene wiens verlangen onbegrensd is. Hij heeft Zijn woord steeds bereid. Wie het maar wil horen en wie steeds zijn hart opent, zal rijkelijk bedacht worden en niet meer hoeven te hongeren en te dorsten naar de waarheid. En degene die Zijn woord navolgt, zal ook de kracht ontvangen. Want dan stroomt hem levendige versterking toe, opdat de belofte in vervulling gaat: “Ik wil jullie laven met mijn woord.”
Slechts een beetje vertrouwen en jullie kunnen eindeloos veel bereiken, aangezien de Heer jullie bijstaat in elke nood. Wijs daarom de wenk naar het woord van God niet af wanneer die op jullie levenspad komt. Sla dan acht op deze wenken en jullie zullen alles bereiken om tot rijpheid te komen. Alleen moet jullie wil goed zijn en zich graag aan de goddelijke wil ondergeschikt maken. En dan voelen jullie de hand van jullie Vader in de hemel, die zich naar jullie uitstrekt. En degene die deze hand vastpakt, zal juist geleid worden tot in alle eeuwigheid.
Amen
BD.0381
18 april 1938
Volharden in de wil van God – Openbaring – “Mijn Vader” – Loon
Gezegend zijn zij die altijd in mijn wil blijven. Zie, op aarde heeft er echt niets zoveel waarde als het voortdurende volharden in Gods wil. En zoals jullie de kracht gegeven werd volgens eigen wil te denken en te handelen, zo zal het de verdienste van ieder zijn jullie wil volledig aan Mij op te offeren. Want dan hebben jullie het beste deel gekozen. Dan zal jullie weten, jullie kracht en jullie geloof toenemen. Jullie zullen je realiseren hoe wijs en goed jullie geleid worden. Jullie hebben je verantwoordelijkheid overgegeven aan de Heer als jullie je aan Zijn wil onderwerpen. En nu zijn jullie goed beschermd.
Mijn kind, de geest van de liefde zal zich aan jou zelf openbaren, zodat het gehele wezen van de Godheid je zal vervullen. Op zulke momenten krijgt je hart een bovennatuurlijk vermogen tot ontvangen en dan zal alles wat je aan geestelijke leringen toekomt je zo oneindig gelukkig maken. Zulke leringen, die je anders niet zou kunnen vatten, zullen je zelf gemakkelijk en aanschouwelijk overgedragen worden. Want je ontvangt op een gemakkelijke en begrijpelijke manier kennis van dingen, die je gemoed en je geest geheel versteld doen staan. In het licht van deze openbaringen zal de grootsheid van de goddelijke schepping door je geestelijke ogen herkend worden. En dit binnendringen in het goddelijk werken ontneemt je elke twijfel. Dan zal de liefde van God je met zulk een macht grijpen, dat je hart zich steeds meer in liefdevol verlangen naar je Heiland toewendt. En hoe inniger je naar Mij verlangt, des te dichter zal Ik bij je zijn en je lichaam en ziel beschermen.
Mijn allergrootste verlangen is jouw hart, evenals de harten van al mijn kinderen, volledig te bezitten. Pas wanneer jullie Mij je hart volledig in eigendom hebt gegeven, kan ik het vormen naar mijn wil. Mijn liefde en genade hebben pas invloed op zulk een hart, wanneer niets of niemand buiten Mij er deel aan heeft. Wat Mij aangeboden wordt, wordt door Mij vastgegrepen en niet weer opgegeven. Want het is Gods wil dat alles zich aan Hem overgeeft. En wie vol overgave tegen Mij “mijn Vader” zegt, zal in alle overvloed de vaderliefde kunnen voelen.
Wat Ik voor mijn kinderen bereid heb, is al sinds eeuwigheid voor hen bestemd. Maar wanneer jullie de fout maken dat jullie al op aarde het loon wensen te ontvangen en jullie niet leren je geduldig en bescheiden op te stellen, dan zal jullie bezwaarlijk de eeuwige zaligheid wachten, maar hebben jullie met de vreugden van de wereld reeds voldoende vergoeding ontvangen voor de daden op aarde. Maak jullie daarom niet druk om de goederen van de aarde, geef alles gewillig weg. En tracht met al jullie wilskracht alleen het eeuwige loon te winnen door mijn leiding aan te nemen en steeds slechts te willen wat mijn wil is. Want Degene die jullie leidt gedurende jullie aardse bestaan, wil zeker het beste en mooiste voor Zijn kinderen. Hij wil niet dat de ziel ondergaat, maar dat ze het eeuwige leven heeft.
Amen
BD.0382
19 april 1938
Weerstand tegen het kwaad door het verlangen naar God – Geest van het licht – Woord van God als wapen
Degene die steeds zijn blik naar boven heft, weerstaat de duistere machten. Een enkele gedachte aan de Heiland en jullie zijn door Hem verlost uit een dergelijke macht. Want onmiddellijk ontstaat er dan een diepe kloof tussen jullie en deze macht, aangezien alles, hemel en hel, aan de Heer ondergeschikt is. De vijand rekent erop in jullie een gewillig schepsel te vinden waarop hij alle ondeugden en begeertes kan overdragen om het dan in zijn macht te krijgen. Maar als er tegen hem de geringste weerstand ontstaat doordat het hart van de mens zich verlangend naar de Heiland toekeert, dan is alle macht van het kwaad gebroken. En zonder schade te hebben opgelopen, is hij van de boze krachten bevrijd.
Aan de macht van het kwaad zullen jullie echter moeten herkennen hoe waakzaam jullie moeten zijn, opdat de strijd om de vooruitgang van jullie ziel niet vergeefs is. Geef voorrang aan de goede geestelijke wezens die jullie omgeven. Laat jullie door hen beschermen en laat jullie lichamelijke omhulsel en jullie ziel aan hen over. Dan zullen de machten van de duisternis het moeilijk met jullie hebben. Ze zullen vergeefs proberen jullie zuiverheid aan te tasten of jullie volgzaam te maken aan jullie (hun, de uitg.) schandelijke lusten. Denk bij elk gevaar aan de Heiland, dan hebben jullie reeds degene die jullie graag in het verderf wil storten, overwonnen.
En daarom is het voor de korte tijd van het aardse bestaan steeds geboden het woord van God na te komen, dat jullie door zichzelf de kracht geeft en tegelijkertijd de bescherming is tegen het kwaad. Want het is jullie door God gegeven, opdat jullie het rijk van God bereiken. Derhalve moet het tegelijkertijd ook het beste wapen zijn in de strijd tegen de duisternis die toch de meest tegenwerkende kracht is van de eeuwige zaligheid. Pas daarom vooral op voor hetgeen tegen de leer van God gericht is en wat de mensen in geestelijke duisternis wil plaatsen en hun zo de ware inzage in het onophoudelijke liefdeswerk van de Heer wil ontnemen.
Waar dichte duisternis heerst, zal de tegenstander steeds aanhang vinden. Want de tegenstander schuwt alles wat naar het licht streeft. En wanneer jullie de Vader innig om opheldering van jullie geest vragen, dan wordt de macht van het kwaad steeds meer gebroken, hoe inniger in het mensenkind het verlangen naar geestelijk licht overheerst. De duisternis heeft immers nog nooit gezegevierd over het licht.
Zo is het aan jullie mensen nu ook voorbehouden de weg van het licht of van de duisternis te betreden. En het moet jullie allen tot waarschuwing dienen, dat de Heer alleen in het licht bij jullie is, maar dat er in de duisternis andere machten heersen. En daarom moet jullie streven steeds alleen op het licht en de eeuwige Godheid gericht blijven, als jullie aan de macht van het kwaad willen ontsnappen en door de Vader zelf in bescherming genomen willen worden. De geest van het licht en de waarheid zal steeds over alles heersen wat aan de duisternis onderworpen is. De wijzen zullen echter streven naar licht en wanneer dit hun gegeven is, blijven ze gevrijwaard tegen alle aanvallen van de vijand. En ze zullen de wereld voor altijd overwinnen.
Amen
BD.0383
20 april 1938
Zuiverheid van het hart – Innerlijke deemoed – Zelfkennis
Voor jouw gang over de aarde valt je alle volheid ten deel. Des te ijveriger moet jij je inspannen om te bewijzen dat je deze volheid waardig bent. En daarom moet alles wat van je liefde moet getuigen, ook aangewend worden waar de geest van tweedracht heerst. Want kan een kind dat in de genade van God staat, deze wel waard zijn, wanneer het zich niet steeds inspant een zuivere klank van zich uit te laten gaan, ook daar waar het begrip ervoor ontbreekt?
De geestelijke verbondenheid wordt iedereen gewaarborgd, die ernaar streeft. Maar alleen degene die rein van hart is, is toegelaten tot de kennis van de diepe waarheid. Het is van zeer grote waarde voor jou om in grenzeloze overgave te kunnen ontvangen, waar anderen nog uitermate moeten strijden. En ondanks alles moet de innerlijke stem ook jou laten weten, wanneer je gefaald hebt. Anders zou een rijpen, een vervolmaken van je ziel niet mogelijk zijn. Onophoudelijk aan zichzelf werken is de enige mogelijkheid om de toestand te bereiken, waar de vereniging met de eeuwige Godheid jullie gegund is.
Er mag echter nooit een verwaandheid in de plaats komen van het besef van de eigen ontoereikendheid. Het gevaar voor elk wezen dat door God buitengewoon begenadigd is, is dat het zeer snel de innerlijke deemoed verliest en dat dan de genade verloren gaat. Pas daarom op voor alle dingen, want de vaderliefde van God heeft je zo een heerlijke opdracht gegeven, dat je er alles voor moet doen om in Zijn genade te blijven. Pas wanneer jij je gering en klein voelt, zal de kracht in je boven je uit groeien. Dan vervul je dat waarvoor je uitgekozen bent, volgens de bedoeling van de Heer.
Schik je volledig in Gods wil, dan zal Zijn zorg je steeds begeleiden en je zult voor de jouwen nog zegenrijk kunnen werken, omdat immers alles wat de Vader voor de zijnen doet, vanuit een wijs vooruitzien geordend is om juist hen tot licht en tot inzicht te brengen. Zo zullen de vruchten van je werk je reeds hier op aarde gegund zijn en later in de eeuwigheid. Maar ken steeds jezelf en span je in voor de zuiverheid van je hart, die je te allen tijde verzekert van de liefde van de hemelse Vader.
Amen
BD.0384
21 april 1938
Bloementuin – Hart van de mensen – Deugden – Gedicht
In de tuin van de Heer bloeien vele bloemen die een zorgvuldige verzorging nodig hebben. En de Heer laat al deze bloemen gedijen onder Zijn toezicht. Elk zaadje in deze tuin werd door de Heer zelf gezaaid, opdat zich daaruit een edel gewas ontwikkelde dat wederom tot vreugde van ontelbare wezens zou gedijen en bloeien.
Zo heeft de Heer ook onder Zijn schepselen die op dezelfde manier uit Zijn macht ontstonden, zo menig mensenkind voorbestemd om – als wonderbaarlijke, mensen verblijdende bloemen – een vreugdeverwekkend bestaan te leiden, gekoesterd en verzorgd door een liefdevolle hand. En dit mensenkind oefent daarbij door zijn bestaan op vele harten een invloed uit, die lijkt op een buitengewoon mooie bloem met haar aroma en bekoorlijke pracht.
Een mens zal maar zelden afstand willen doen van de vreugde die de bloesems en bloemen van iedere gading hem bezorgen. Zo zal ook de zegen die van zulke mensenkinderen uitgaat, niet graag gemist worden, zoals ook menigeen die door de eentonigheid van zijn leven bedrukt wordt, dit leven graag vol bloesems zou willen vormgeven. En dit wordt precies door zo een wezen tot stand gebracht, wanneer het zich inspant overal helpend in te grijpen en werkelijk als een bloem werkzaam te zijn. Heb jullie medemensen lief en geef hun vreugde.
De allergrootste vreugde is het echter, wanneer bloemen van liefde geplant en verzorgd worden, die met steeds mooiere bloesems tot eer en lof van hun Schepper zingen. Zo dient ook het hart van ieder mens werkelijk rijkelijk met bloesems getooid zijn. Dit hart dient een tuin van God te zijn, waar alle deugden als bloesems en bloemen verzorgd en zorgvuldig beschermd worden, om dan in heldere schoonheid te stralen en zowel de eeuwige Schepper als ook Zijn schepselen, de mensenkinderen, te verblijden. In een omgeving die zo gevormd is en die de ogen en het hart verblijdt, wanen zij zich reeds op aarde in het paradijs. En ze zullen zich steeds inspannen een zo goed aangelegde tuin zorgvuldig te verzorgen, opdat deze tuin ook de Heer verblijdt die in Zijn liefde al het mooie geschapen heeft, opdat de menselijke ziel daaraan de grote goedheid van de Vader herkent en Zijn altijddurende liefdevolle zorg voor alles wat in het heelal ontstaat.
Zo bloeien alle bloemen slechts voor jullie vreugde op aarde,
En elke bloem moet voor jullie een zinnenbeeld zijn,
Opdat jullie je in kleur, vorm en geur steeds meer vervolmaken,
Opdat jullie je steeds naar het licht toewenden, zoals elke bloem dat doet.
Wie van de geur van bloemen nooit blij wordt, is nooit uitverkoren
Zulke heerlijkheid, uit Gods liefde geboren, te verzorgen.
Amen
BD.0385
22 april 1938
Geestelijk schouwen – Verspreiding van het woord van God in zuiverste vorm
De geest van God zal je vervullen zodat je alleen nog kunt willen wat mijn wil is. Zo spreekt de Heer tot jou en Hij zal daardoor je hart steeds meer naar Hem toetrekken. Alles wat onder Hem staat, zal de wet moeten vervullen. Bijgevolg moet elk schepsel zich voor de duur van zijn aards bestaan aan de drukte van de wereld onttrekken en zich naar het eeuwige doel toewenden. Als je dit met steeds lichter hart kunt, zodat jij je volledig alleen maar aan de Heer en Heiland overgeeft, dan zul je de goddelijke leringen steeds beter leren begrijpen. Je zult je met de inzet van je ganse wil ook bekwaam maken om een kijkje te nemen in gebieden die geestelijk schouwen vooronderstellen. En dit geestelijke schouwen is het resultaat van een hart dat de Heer innig liefheeft en de waarheid zoekt.
Je zult binnenkort verregaand onderwezen worden. Maar desondanks moet je onophoudelijk strijden voor de rijpheid van je ziel, als je wilt dat de geest van God haar vervult en jij uit zo een vereniging met de goddelijke geest een kracht put die je voor verdere voltooiing nodig hebt. Welke arbeid je nog als taak hebt, dat kun je vandaag nog niet overzien. Maar de leringen van God moeten zich weer tientallen jaren lang van mond tot mond voortplanten om dan opnieuw bezit te nemen van het binnenste van de harten der mensheid. Deze opdracht is aan de basis van je geestelijke arbeid gelegd, de verspreiding van het woord van God in de zuiverste vorm. De woorden van liefde moeten spreken en overal opnieuw liefde opwekken. Want waar de Heer zelf verblijft door Zijn woord, daar moet het levend worden en op eigen kracht de ingang in de mensenharten afdwingen.
De mensen willen te alle tijde het brood des hemel, maar als het hun aangeboden wordt zoals voorheen, dan weigeren ze gemakkelijk het aan te nemen. Maar wat hun als levendige beschrijving, wat hun zo echt aantrekkelijk en aanneembaar aangeboden wordt, dat nemen ze graag in ontvangst en ze bewaren het later ook in hun harten wanneer het eenmaal ontvangen is.
Moet derhalve de overbrenger van Gods woord ook niet door de Heer zelf geleid zijn, opdat hij slechts de uitvoerende kracht van een hogere wil is? Kan het woord van God dan wel afgewezen worden, wanneer het met zo zichtbare bewijzen van bovenaards ingrijpen aan het mensenkind geopenbaard wordt? Moet de ergste twijfelaar niet achterdochtig worden en zichzelf bekennen dat hij een kracht wilde verloochenen die nu toch niet te ontkennen is? Heeft de liefde van de Heer zich ooit zo zichtbaar geuit, dat ze hetgeen zo’n uitermate zegenrijke invloed heeft op de mensen, zo duidelijk op hen overdraagt? Dat de liefde van de Heer zich van een gewillig mensenkind bedient, om door dit kind Zijn werken te openbaren.
En de Heer is voortdurend werkzaam en draagt al Zijn dienaren die Hem toegedaan zijn op, Zijn woord bekend te maken. Want door dit woord moeten allen genezen die tot dan toe geestelijk ziek door het aardse leven gingen en het doel van hun aards bestaan nog niet herkenden. Zonder deze genade van God zou de duisternis van de geest nog veel erger zijn. Maar daarom probeert de Heer licht te brengen op aarde. En reeds velen die van goede wil zijn, wandelen zo in de genade van het inzicht.
De wil is vrij. Als hij zich tot God de Heer wendt, dan is de mens die zijn wil aan de goddelijke wil heeft geofferd en nu de uitstroming van de goddelijke wil voortdurend in het eigen hart voelt, oneindig rijk. Het geluk zal hem reeds op aarde ten deel vallen, want hij werkt vanaf het moment van inzicht met inzet van zijn gehele kracht voor Degene van wie zijn ziel houdt, voor de goddelijke Heer en Heiland die in eindeloze liefde ook met dit mensenkind in nauwe verbinding staat, tot aan het einde van zijn leven.
Amen
BD.0386
23 april 1938
Voorspelling – Wet – Taak op aarde – Leer van Christus
Binnen enkele maanden gaat voor jullie de openbaring in vervulling dat zich een geest verheft die tegen Gods geest wil getuigen. En als hij de woorden zal neerzetten zoals het in de bijbel wordt gezegd, dan zullen jullie daaraan herkennen dat er voorbijgegaan zal worden aan al het oude en in dezelfde geest, dat wil zeggen: achter dezelfde woorden, iets nieuws zal ontstaan dat de mensen echter niet door God is ingegeven, maar door de tegenstander om hen te gronde te richten.
In deze tijd zullen vele mensenkinderen zich in gewetensnood afvragen hoe ze zich wel tot alles moeten verhouden. Dan gaat de ernstige vermaning naar jullie allen uit: Maak jullie niet los van het geloof in de Heer Jezus Christus. Hij alleen zal jullie de juiste weg wijzen. Als jullie Zijn leringen aannemen en bereid zijn, Zijn naam luid te bekennen, dan zal jullie door de andere macht geen haar gekrenkt kunnen worden, want de Heer beschermt de zijnen. Alleen het ware geloof geeft jullie de juiste kracht en sterkte. En zoek deze kracht waar al het heil vandaan komt, hoog boven het heelal.
Jullie zullen het heil van de ziel niet in aardse wetten vinden. Wie alleen voor de aarde werkt, verzuimt de belangrijkste opdracht te vervullen. Alleen het navolgen van de leer van Christus is de opgave die jullie gesteld werd voor de periode van jullie leven. Als jullie nu meer oog hebben voor de wereldlijke wetten en als jullie in de eerste plaats aan deze wetten proberen te voldoen, dan gaat de genadetijd die jullie tot rijpheid van de ziel werd gegeven, snel voorbij in nutteloze arbeid. Jullie zullen weliswaar je aardse opdracht nakomen, maar met welk nut? Waar zal dan de zegen rusten, die toch alleen de hemelse Vader jullie kan schenken?
De aardse macht kan echter niets vervullen van wat ze jullie ook ooit belooft, als haar de zegen van boven niet wordt gegeven. En hoe kan de hemelse Vader zich ontfermen over een aangelegenheid die helemaal niet volgens Zijn wil is? Hoe kan iets voor de mensen een goede uitwerking hebben, wanneer het tegen de geboden gericht is die door God gegeven zijn, wanneer een leer afgewezen wordt die duizenden jaren, generaties lang, in haar zuiverheid bewaard moet worden?
Jezus Christus kwam op de wereld om de mensheid te verlossen. Het verlossingswerk duurt voort en duurt tot in alle eeuwigheid. De mensheid wil echter wat tot dan toe was, ongeldig maken. Ze wil zich van deze leer afkeren en ze wil op basis van wereldlijke opvattingen een nieuwe leer vormen die totaal niet meer gelijk is aan wat door Christus aan de mensheid gegeven werd. Hoe systematischer zo een leer opgebouwd is en hoe verstandiger ze aan de mensen voorgelegd wordt, des te minder basis ze zal hebben. Want de Heer wil niet dat zulke autoriteiten zich met de verbetering van een leer bezighouden die als werk van God veel edeler is. En Hij wil niet dat dit door iets werelds vervangen wordt dat beter aan de eisen van de mensen voldoet.
Bijgevolg zal de nieuwe leer die mensenwerk is, volledig afwijken van het ware woord. En haar ontwikkeling zal hetzelfde zijn als die van wereldlijke maatregelen. Ze zal ontstaan, ze zal veranderd en zogenaamd verbeterd worden en ze zal ten slotte instorten. Want zo vergaat het elke leer die niet van God komt, en dus ook nooit onder de goddelijke zegen kan staan. Want alleen de zuivere leer van Christus kan duizenden jaren lang bewaard blijven. En ook al is er sprake van zogenaamde dwalingen, deze zijn slechts op een verkeerd begrip en een verkeerde uitleg terug te voeren. Toch zal ze steeds dezelfde blijven en ook door zulke hervorming niet uit de wereld verwijderd kunnen worden.
Want de mensen vergeten één ding: dat een werk van God niet naar believen weggedaan kan worden, maar dat het zich in alle tijden handhaaft en onveranderd door elke strijd geleid wordt en eeuwig onveranderd blijft bestaan. Want Gods werken kunnen niet verbeterd worden. Wanneer mensen dit nastreven, zijn ze in grote dwaling verstrikt. Want het geloof tegen Gods geboden te kunnen optreden, is reeds een volledig verkeerde gedachte die alleen de tegenstander de mensen kan ingeven, maar die nooit uitvoerbaar zal zijn.
Gods woord, de leer van Christus, blijft in alle eeuwigheid onaantastbaar en mensen kunnen nooit ofte nimmer vernietigend ingrijpen zonder hun ziel te schaden. Let daarom op de tekenen van boven die niet bedriegen en die jullie de wil van de Heer te kennen geven. Volg deze opdat jullie behoed worden voor ongeloof en opdat jullie je steeds inniger naar de leer van Christus toewenden.
Amen
BD.0387
24 april 1938
Voorspelling – Daniël – Strijd van de geestelijke wezens uit de lichtsfeer
Degenen die zich geroepen voelen een bestaande wereldordening te hervormen, zullen nog voor hun einde geoordeeld worden. Aan hen zal de profetie zich voltrekken van Daniel in de leeuwenkuil, die de wereld waarschuwt voor een ingrijpen in de wil van Jehova. Volgens deze profetie zal een klein schepsel de Heer trotseren en het zal zich willen verheffen boven de Heer en dat zal tijdelijk en voor eeuwig zijn ondergang zijn.
Want zoals alles in afzienbare tijd zal veranderen, zoals alles wat van vroegere grootheid getuigde, zal vergaan, zo zal er zich weldra ook in de geestelijke wereld een kentering kenbaar maken, dat ook een merkbare invloed op de mensenkinderen zal hebben. Want de geestelijke wezens proberen met alle macht de gedachten van de kinderen op aarde te bemachtigen. Ze zetten zich tot het uiterste in zich toegang tot hen te verschaffen om de korte tijd dat hun het werken voor de zielen van de mensen gegeven is, op alle denkbare manieren te gebruiken.
Het zal een grote oogst worden die de Heer wil houden. En hoewel de wereld nog ontelbare zielen met haar bekoringen gevangen houdt, zal het verlangen naar geestelijk goed toch steeds levendiger in hen worden, omdat er een zichtbare veredeling van de mensenkinderen bereikt wordt door de inwerking van de goede geestelijke wezens. Want er bemiddelen krachten die uit de lichtsferen naar de mensen gekomen zijn en die tot oneindig veel in staat zijn om de zielen gewillig te maken en die nooit nalaten te strijden, om zielen voor Christus te winnen.
Zo zal echter ook weerstand geboden worden aan de vijandelijke machten. Wat slechts de minste wil in zich heeft de goede weg te betreden, zal hun ontworsteld worden. En ontelbare wezens zetten zich met noeste geestelijke arbeid in om de wil in de mensen op de goddelijkheid te richten. En hun loon zal niet gering zijn, want elke ziel is voor de hemelse Vader van onvergelijkbare waarde. Ze is immers een deel van de eeuwige Godheid. En daarom is de worsteling om deze zielen zo onvermoeibaar.
Als de tegenstander nu een plan voorbereidt om de mensen in groepen te gronde te richten en als er om dit voornemen uit te voeren een systematisch omvormen van goddelijke wetten nagestreefd wordt, dan ondergaat ieder die zoiets nastreeft, onvermijdelijk het gericht van God. Want zijn handelen is te verafschuwen omdat het niet alleen de ondergang van zijn eigen ziel betreft, maar omdat hij ernaar streeft vele duizenden op een verkeerde weg te trekken en omdat hij een handelen naar de wil van God volledig uitsluit.
Want alles is onderworpen aan de eeuwige Schepper en Hij zal op het juiste moment ook diegenen ter verantwoording weten te roepen die ondergeschikt zijn aan de vijandige macht en zich aanmaten de geest van de mens volledig verkeerd te beïnvloeden. Daarom moet God in Zijn genade de mensen buitengewone middelen geven en Hij moet door bewijzen van zeldzame aard eerst een helder beeld geven van de eigenlijke bestemming van de mensen.
Doch de liefde van de Heer zal nooit ophouden en ze vindt altijd de zielen die naar de Heer toegewend zijn of in hun hart nog niet het juiste begrip gevonden hebben, maar toch bereidwillig zijn zich aan een hoger wezen te onderwerpen. De Heer begeleidt hen liefdevol totdat ze Hem herkend hebben. Hij laat hen geen schade lijden want Zijn liefde en goedheid duren eeuwig.
Amen
BD.0388
25 april 1938
Het geweten
Het geweten is de juiste wegwijzer naar het eeuwige leven. En wie ernaar luistert hoe zijn innerlijke stem hem vermaant en onderwijst, zal niet hoeven te vrezen verkeerd te gaan. En wanneer één van de kinderen de weg kwijtraakt, dan heeft het allicht niet gelet op hetgeen de Vader door de stem van het hart geëist heeft. En dit is er de enige verklaring voor wanneer de roep van het geweten steeds zwakker en zwakker wordt en tenslotte elke waarschuwing in de mens verstikt wordt. Dan heeft de mens het aan zichzelf toe te schrijven, wanneer het voor hem zo moeilijk wordt om de geboden van God na te komen. Want zijn onverschilligheid tegenover de innerlijke stem trok hem van de juiste weg af.
Het lichamelijke oor van de mens nam liever al het andere op. Het wilde geen vermaningen en geen waarschuwingen horen, die hem van binnenuit, uit het hart toekwamen. En zo werd deze stem langzaam zwakker om uiteindelijk volledig te zwijgen, omdat de roep van de wereld deze innerlijke stem overstemde en veel liever gevolgd werd.
Als er een waarschuwing ongehoord aan het hart en het oor van de mensen voorbij gaat, dan zal er ook geen enkele verontschuldiging te vinden zijn. En de mens die niet volbrengt wat de innerlijke stem hem voorschrijft, zal zo ook in het duister moeten wandelen. God de Heer heeft de mens zo geschapen, dat hij onderscheid kan maken, indien hij het wil. Voor dit doel heeft Hij hem een voortdurende controle over zichzelf gegeven in de stem van zijn geweten. Als hij deze stem hoort, dan zal hem zeer spoedig duidelijk zijn voor welk nut en doel zijn leven bedoeld is.
En als hij nu gewetensvol deze stem volgt, zal hij ook tot inzicht komen. Ze zal hem steeds sturen en de mens heeft geen andere wegwijzer nodig, zolang hij niet tegen deze innerlijke stem vecht, maar haar als permanente vermaning van de Heer beschouwt. En hoe doelmatig heeft de Heer jullie geschapen dat jullie je zelf moeten vormen en Hij daarvoor een permanente begeleider gaf en er op die manier niemand van jullie zonder het bewijs van Zijn gunst bleef. Dat wil zeggen dat elk van jullie mensenkinderen deze innerlijke stem zeer goed verstaat en bijgevolg niet als uitvlucht kan zeggen zonder waarschuwing of vermaning gebleven te zijn.
Jullie kunnen allemaal denken. En zouden jullie dan niet allemaal in je hart moeten voelen wat juist en wat onjuist is? En zullen jullie niet naar vermogen proberen steeds te doen wat juist is? Wanneer jullie voortdurend vermaand worden, dan moeten jullie de hemelse Vader dankbaar moeten zijn die elk kind door de stem van het geweten Zijn wil bekendmaakt, hoewel het door zeer weinigen op een juiste manier herkend wordt. Hij spreekt met ieder van jullie afzonderlijk en zo begint het werken van de Godheid aan jullie mensen vanaf het begin van het vrije denken. De vrije wil wordt door de stem van het geweten niet geremd, want jullie kunnen haar aannemen, maar jullie kunnen haar ook niet horen. Maar dan zullen jullie de fijne opwellingen die jullie met al het geestelijke verbinden, verstikken en jullie strijd op aarde zal veel moeilijker zijn.
Wie vol liefde voor de Heiland buigt, die zal in de stem van het geweten de liefdevolle woorden van de Heiland vernemen en hij zal al Zijn verlangens vreugdevol nakomen. En zo zal de stem van het geweten voor hem de ware steunpilaar zijn voor al het geestelijke denken en beleven. Want wie aandachtig naar deze stem luistert, diens geest en hart zal steeds meer verlicht worden. En het zal hem nooit meer aan kracht ontbreken om de poort naar de eeuwige zaligheid te ontsluiten. Want hij handelt dan helemaal zoals de innerlijke stem, die de stem van God is, het hem voorschrijft.
Amen
BD.0389
26 april 1938
Mijn leider en beschermer – Controlegeest – Leerling – Leraar
Verneem de woorden van de Heer. Je verdere leven is geregeld. Een zuiver geestelijke uitwisseling zal steeds plaatsvinden wanneer je hart ernaar verlangt. Je zult goddelijke leringen ontvangen en de genade van de Heer zal je het volle inzicht geven in wat je opneemt. Want het zijn er niet weinig die bereid zijn aan jou te geven en die allen graag zouden willen bijdragen aan je geestelijk werk. Ze realiseren zich steeds meer de opdracht die je gesteld is en in ijverig streven zijn ze erop bedacht je in innige verbinding het geestelijke goed over te dragen.
In de groep van de leraren en de gemachtigde boodschappers die jou omringen is er iemand die met geheel je wezen overeenstemt en die je zeer is toegedaan. Met volle belangstelling wendt hij zich steeds weer tot jou. Hij schenkt aandacht aan je werk en moedigt je aan in je streven. Want zijn grootste opgave in het hiernamaals betreft degenen die hun diensten gewillig aan de Heer wijden. Hij spant zich voortdurend in om hen vooruit te helpen. Wat je nu aan geestelijke leringen toekomt, wordt gewetensvol door hem gecontroleerd. En als hij jou en je werk begeleidt, ben je onder goede bescherming.
De verschillende wezens die je omgeven, spannen zich met dezelfde zorg in. Want elk van hen wil toch door jou werken, om door een mensenkind dat ten opzichte van hen gewillig is, hun liefdeswerken aan de onwetende, aan hen toevertrouwde zielen te volbrengen. De geestelijke hoedanigheid van de mensen heeft zeer dringend ondersteuning van lieve geestelijke wezens nodig, maar ze vinden zeer weinig geloof bij de mensen en nog veel minder directe hulp van bereidwillige mensenkinderen. Als er zich nu een ziel met het hiernamaals verbonden heeft zodat ze gewillig en bekwaam geworden is om geestelijke leringen te ontvangen, dan willen talrijke geestelijke wezens graag die bereidwilligheid in beslag nemen. Ze willen zich allen bekendmaken en daarom zijn ze voortdurend in je nabijheid.
Maar je controlegeest, je leider en beschermer, moet naargelang je krachten aan je geven. Je wil is wel goed, maar je krachten zijn nog niet sterk genoeg. De liefde van de Heer laat je onophoudelijk Zijn woord toekomen en zo zul je opgeleid en ontvankelijk worden voor goddelijke leringen en wijsheden, die je weldra gemakkelijk en moeiteloos zullen toekomen, wanneer jij je maar steeds vol liefde aan jouw arbeid overgeeft en je vol vertrouwen aan je geestelijke beschermer overlaat. Hij heeft het op zich genomen je in alle leringen van de Heiland te onderwijzen en hij zorgt steeds voor jou. Op grond van zijn overgrote liefde voor de Heiland is ook zijn liefdeswerkzaamheid buitengewoon bedrijvig en omvat hij al de zielen die hun wil geheel aan de Heer onderwerpen. Hij kan daar inwerken op de harten en in hen de liefde voor de goddelijke Heiland doen ontvlammen, totdat de beschermer en de beschermeling elkaar in deze liefde zo aanvullen dat het overdragen van al het geestelijke steeds maar gemakkelijker wordt en het aardwezen heel gemakkelijk de overdracht vanuit het hiernamaals leert verstaan en het zich in vurige liefde voor de Heiland met steeds meer overgave aan zijn opdracht wijdt.
Want steeds is de graad van liefde doorslaggevend in hoeverre de goddelijke leringen in de menselijke harten worden opgenomen. En wanneer de overdrager van al het geestelijke zijn liefdeswerk overbrengt op een kind dat tot liefde bereid is, zal het steeds vuriger ontvlammen in de liefde voor de Heer. En in zulke liefdesgloed zullen steeds alle goddelijke wijsheden, alle leringen en onderwijzingen in het hart worden opgenomen. En zo moet een dergelijk mensenkind zich nu vormen en ontwikkelen. De leerling moet gelijk worden aan de leraar. De enige opgave die een leraar zijn leerling stelt, moet naar tevredenheid van de goddelijke Leermeester worden volbracht. En daarom word je onvermoeibaar begeleid en onderwezen door de geestelijke kracht die je als leider en beschermer toebedeeld werd en die met grote vreugde zijn taak uitoefent. Het wezen dat je voortdurend omgeeft, dat je gedachten stuurt, is je welgezind. Het is de liefste dienaar van de Heer, Johannes.
Amen
BD.0390
27 april 1938
Voorwaarde voor de graad van rijpheid – Onderzoekingsgeest – Droom? – Zorg van de Vader
Op dit gewijde moment belichaamt de geest van God zich in je lichamelijke omhulsel en openbaart je alles wat je vandaag gegund is te ontvangen. Je gelooft wel dat je in de wil van de Heer volhardt en het is wijs dat je dat denkt. Maar voor het beleven van al het geestelijke, voor het volledige binnendringen in de schepping van God is een graad van rijpheid nodig waarnaar je dagelijks moet streven, om des te eerder aandeel te krijgen in deze grote genade om door de Heer ingewijd te worden in de wonderen van het hemelse rijk.
Daarom zal je vandaag een verklaring gegeven worden hoe je deze graad van rijpheid kunt verwerven en wat er allemaal nodig is om aan de eisen van de Heer en Heiland te voldoen die Zijn genade mateloos uitdeelt aan degenen die naar Hem verlangen. Aan Zijn kracht zal het niet ontbreken. Volg daarom onze aanwijzing op en wend je dagelijks vol vertrouwen tot Hem om Zijn bijstand opdat Hij je geloof, je liefdeskracht en je deemoed moge sterken. En smeek Hem niet in de laatste plaats om Zijn genade, want zonder Zijn genade is je worsteling te zwaar.
Voor de geest van een onderzoeker is het bereiken van deze graad van rijpheid maar beperkt mogelijk. Hij strijdt niet vanuit het hart, maar begint zijn werk vanuit het verstand. En dit kan alleen ook dan succes hebben, wanneer hij daarnaast een vroom hart heeft dat de Vader (weloverwogen) in het heelal zoekt. Maar het verstandelijk willen begrijpen helemaal naast zich neerleggen en slechts diep in het hart vechten om het bezit van de ware vaderliefde, en het daaruit ontspringende diep deemoedige geloof en zich inspannen om alles vanuit innerlijke liefde te doen wat de hemelse Vader welgevallig is, dat brengt jullie in de toestand waarin het licht in jullie ontstoken wordt en het jullie zo helder zal verlichten dat jullie de geest van God in jullie harten voelen en herkennen.
De Heer heeft veel liever dat jullie je onder Zijn bescherming plaatsen zodat Hij nu volgens Zijn wil in jullie kan werken, dan dat jullie proberen om starre kennis te verwerven door voor jullie ver gelegen gebieden te onderzoeken, waarmee jullie noch de goddelijke Vader verheugen, noch jullie zelf daardoor in een geestelijk ontwikkelde toestand brengen. Jullie zullen veel meer bereiken en met veel minder moeite, als jullie je bewust zijn van jullie hulpeloosheid. Want de Vader in de hemel bedenkt iedereen die zich arm van geest voelt. Hij brengt hun mateloos Zijn gaven. En de volheid van deze gaven waarborgt hun een hoge mate van geestelijke kennis.
Voor je streven op aarde zal de Heer je eveneens genade verlenen, maar het is aan jou om dit te willen aannemen. In een droom wil Hij je blik in het hiernamaals laten zweven en er zal je daar een opdracht toegewezen worden, die je kunt nakomen of ook niet. Stuur de Heer een vurig gebed om verlichting opdat je kracht zou mogen vinden om het juiste te kiezen en te verlangen. In je zorg voor het welzijn van je medemensen kan je hart weliswaar aarzelen, maar denk niet aan aardse zorgen. Laat de zorgen voor de eeuwigheid op de eerste plaats staan. Onder zulke hoede, onder de bescherming van de Heer, laat je de jouwen achter. Maar je vindt in het werk van je ziel een zo zegenrijke, je diep gelukkig makende bezigheid, dat alle andere aardse zorgen heel klein zijn in vergelijking met de geestelijke rijkdom die je oogst als je de goede weg gaat.
Laat dit voldoende voor je zijn: de Vader zorgt voor al degenen die Zijn ware kinderen aan Hem toevertrouwen. Hoe zou Hij je dan in nood laten, wanneer jij je inspant Hem en alleen Hem te dienen. Hij zal je met al Zijn liefdesgloed omvatten en Hij zal balsem voor je hart zijn bij aardse pijn. Maar je moet Hem in de eerste plaats liefhebben en al het andere gewillig voor Hem opgeven, want je ontvangt tienvoudig en honderdvoudig terug uit Zijn hand wat je voor Hem opgeofferd hebt. Bid en vecht dus zonder onderbreking opdat de grootste zegen je gegeven wordt en je een blik mag werpen in de oneindig mooie zaligheid die de hemelse Vader voor jullie bereid heeft. Hij alleen is in staat jullie het heerlijkste te geven als jullie slechts Hem alleen liefhebben en jullie in staat zijn je bereidwillig los te maken van het liefste op aarde. En dan vervult de geest van God jullie en wijst jullie de weg. En dan bereiken jullie de hoogste graad van rijpheid die jullie in staat stelt de heerlijkheid van God te aanschouwen.
Amen
BD.0391
29 april 1938
Afzondering van de wereld – Klooster
Werp al uw zorgen op de Heer. Zie, als u Mij maar volgt, zal Ik al uw leed van u af weten te nemen. En in de dagen van innerlijke opbouw zullen u steeds weer krachten toevloeien, die Ik te allen tijde voor u bereid heb en daaraan zult u zien, hoe nabij de Vader u is, wanneer u Hem maar vraagt, omdat Ik u alles wil geven, wat u zult wensen. Nu zie, mijn dochter, het leed van de wereld is het gevolg van de zonde der wereld. Tracht u Gods loon te verkrijgen, dan bent u aan al het leed op aarde veel minder blootgesteld. U hebt dan alleen te dragen, wat u uit liefde voor uw naasten vrijwillig op u neemt, om dezen hun leed te lenigen en zo zegen Ik dit leed dubbel. En wanneer u nu in het geloof leeft, binnen te gaan in Gods heerlijkheid, zonder de laatste rijpheid van de ziel te hebben verworven – wanneer u dus een volmaaktheid van de ziel wel nastreeft, maar u aan al het leed op aarde zou willen onttrekken – dan zult u bezwaarlijk die staat kunnen binnengaan, die u tot op God gelijkende wezens verheft.
Wie deelneemt aan het verlossingswerk van Christus, wie het kruis draagt, dat hem is opgelegd, wie zonder morren en klagen de goddelijke Heiland al zijn leed offert, bevindt zich daardoor onafgebroken in goddelijke genade en zijn scheiden van deze wereld zal heerlijk zijn. Daarom gaf Ik u niet de opdracht u terug te trekken uit de wereld, waar wel overal gevaar dreigt. U moet daarentegen dit kruis van de wereld gewillig op u nemen, bij zijn gevaren sterker worden, deze overwinnen en de naaste uw voorbeeld geven als overwinnaar van de wereld. U moet proberen de goedheid van de Heer en Zijn barmhartigheid te verwerven, die u van de nodige kracht en genade voorziet, opdat u aan alle eisen van de wereld voldoet en daarbij toch in staat bent u uit uw boeien los te maken. Want zoals Ik ieder mijn genade verleen, waar ieder kind uit de bron van de genade van mijn liefde mateloos mag putten, is u daar ook de macht gegeven de wereld te weerstaan.
Zie, mijn kind, er zijn zo verschillende krachten werkzaam in de natuur. Van al deze bedient de Heer zich, om de mensen de mogelijkheid te geven geheel rijp te worden. Het doel van deze natuurkrachten is, in de mens het begrip goed en kwaad te wekken en te ontwikkelen. En zo zijn ook de gevaren van de wereld toegelaten voor het kiezen van een definitieve richting, hetzij voor het goede, hetzij voor het kwade. Dit losmaken van de ziel uit de ketenen der duisternis moet helemaal uit vrije wil worden nagestreefd en volvoerd. Maar daartoe moet het kwade ook invloed kunnen uitoefenen, want kent een ziel het kwade niet, dan zou zonder een worsteling daarmee de toestand van volmaaktheid heel wat minder te waarderen zijn, dan één, die door voortdurend worstelen is bereikt. Weliswaar is er in elke levenssituatie voldoende mogelijkheid gegeven tegen het kwade te strijden, toch zal de macht der duisternis wel in het aardse gewoel overheersen. Ze zal proberen van alle kanten op het mensenkind af te komen en de verdienste van zo’n ziel zal verreweg een grotere zijn. De liefde van de mensen op aarde voor Mij, hun Schepper en Heiland, is wel een goed getuigenis van allen, die Mij willen dienen, maar zonder deze liefde zou dan een verblijven in afgeslotenheid toch alleen maar een vlucht zijn uit een voor de mensheid speciaal geschapen omgeving met het doel zich te vervolmaken, die zonder zegen zou blijven voor de mensen, omdat de toetsstenen en oorden van verzoeking niet overwonnen, maar ontweken werden. En de liefde voor de goddelijke Heiland te beoefenen, te midden van het gewoel van de wereld, is verrukkelijk. Vanuit deze liefde zich de aardse vreugden en begeerten te ontzeggen, leidt op aarde al tot een God welgevallig kind, dat door de Vader ook vol zorg wordt omgeven en liefdevol en vaderlijk om alle klippen van het leven wordt geleid. Denk er toch eens aan, u mensen op aarde, dat u zelf deze toestand van belichaming op aarde gekozen hebt; dat u van zins was al het moeilijke op aarde op u te nemen, om de graad van “kind van God” te bereiken, die u tot God gelijkende wezens moet vormen.
Wanneer u zich nu aan het lot, dat u is beschoren, onttrekt, dan is wel uw vrije wil, ook zeker met het goede voornemen Mij te dienen, niet te veroordelen, maar u berooft uzelf daardoor van de mogelijkheid, een trede van volmaaktheid op te klimmen, daar u zich immers bewust van zo’n mogelijkheid heeft ontdaan. De mens rijpt en vormt zich, hoe gewilliger hij het leed van de wereld op zich neemt. Hij wordt daardoor tot kruisdrager en gaat vrijwillig de smalle weg, die niet begrensd is en gemakkelijk weer voor de brede weg van aardse vreugden en lusten kan worden verruild, in tegenstelling tot de smalle weg, die een overstappen op de brede straat tot een onmogelijkheid maakt. En zo is de eerstgenoemde weg wel bepaald verdienstelijker voor uw ziel, die naar bevrijding en licht verlangt.
Amen
BD.0392
1 mei 1938
Weerleggen van twijfels over schrijven – Geloof – Teken
Zie, mijn kind, het regelmatig opnemen alleen al geeft je de kracht die je nodig hebt. En zo volgen op elke opname de versterkingen die je vraagt. Want Ik geef een bereidwillig kind altijd de genade en sta het bij als het hart slechts verlangend bij Mij is. Het heeft een buitengewone kracht, ongeacht wie zich ook maar naar Mij toewendt. En deze kracht zul je gewaarworden in elke geestelijke verbondenheid, waar je hart zich losmaakt van de wereld om zich aan Mij aan te bieden.
Een regelmatige werkzaamheid zoals jouw aardse, laat in ieder geval het vermoeden toe, dat je geest zich gemakkelijk kan ontwikkelen en daardoor ontvangstbekwaam wordt. Dat wil zeggen, zoals de mensen dit begrijpen dat een soort verstandelijke kennis, of zoals de mensen geloven een soort inbeelding in je geestelijke leven is binnengedrongen. Maar als deze twijfelaars of loochenaars eens eenmaal zouden willen bedenken hoe moeilijk een kennisgeving die op een dergelijke manier gevormd is, op natuurlijke wijze ontstaat en hoeveel denken en piekeren daarvoor nodig zou zijn, en hoe de inhoud niet stand zou houden wanneer deze in een ernstig onderzoek in detail geanalyseerd werd.
Ze zouden moeten bedenken hoe je geschriften wel betwist of niet erkend kunnen worden uit gebrek aan inzicht of ook vanuit het gevoel alles beter te weten, maar hoe niemand ooit een volledig oordeel erover kan vellen, omdat hij eenvoudigweg niet tegen de inhoud opgewassen is. Hij kan het weliswaar afwijzen, maar dan steeds alleen maar omdat hij het niet aannemen wil. Maar hij kan niet in alle ernst weerleggen wat je hebt neergeschreven en hij kan nooit zijn afwijzing geheel en al funderen.
Een kleine wenk zou genoeg zijn om al deze twijfelaars tot zwijgen te brengen, maar hoe zou dan het ontwikkelingsproces van de ziel bij hen moeten verlopen? Hoe vaak al is de mensen een bewijs gegeven van een regelmatig zich verstaanbaar maken van wezens van het hiernamaals aan de aardebewoners? Voor degene die gelooft, schittert het inzicht, want alleen op deze basis was het mogelijk zo een verbinding te handhaven. Geloof, diep geloof, is nu eenmaal de eerste voorwaarde en alleen daardoor is een vooruitgang op geestelijk gebied te bereiken. Voor deze wereld moet het voor jullie voldoende zijn, slechts met bepaalde tussenpozen deel te hebben aan de zegeningen van zo’n verbinding. Vanaf nu zal het jullie echter in steeds kortere tijdsbestekken worden aangeboden.
En jullie zullen weldra gewaarworden, dat deze buitengewone mededelingen voor jullie alleen maar tot voordeel zijn. Jullie laten je een wereldbeschouwing inprenten die toch voor de eeuwigheid weinig of geheel geen waarde heeft. Jullie zien niet de tijdsgeest. Het duurt niet lang of jullie blijven aan een onopgeloste vraag hangen. Jullie zullen je afvragen waartoe zo’n strijd in deze korte tijd op aarde dient. En jullie kunnen daar zelf het antwoord op geven. Jullie bekijken jezelf in de verste verte niet als datgene wat Ik in jullie zou willen zien, als mijn kinderen. Hoe willen jullie dan deel krijgen aan wat de Vader voor jullie bereid heeft?
En bijgevolg is een niet aannemen van de goddelijke woorden van de Vader of een bewust afwijzen ervan alleen maar een gebrek aan geestelijke bekwaamheid. Hoe velen hebben in wat hen omgeeft, de goddelijke Schepper onderscheiden, hoe velen is het duidelijk geworden in welke verhouding ze staan tot de hemelse Vader en hoe velen hebben desondanks nog niet het juiste vertrouwen in Mij gevonden? Zij doen Mij verdriet. Ze geloven zonder Mij te kunnen gaan en brengen zo vele jaren nutteloos door op aarde.
O, wat een dwaasheid geen acht te slaan op de hand van de Schepper en toch te willen doorgronden wat achter de gehele schepping wel verborgen is! En wanneer jullie deze weg van het geloof niet betreden, hoe willen jullie dan de laatste verklaringen kunnen vatten? Deze kunnen alleen in jullie hart ontvangen worden op basis van het geloof, anders zijn alle inspanningen tevergeefs. De woorden sterven als holle klanken weg aan de oren van degenen die niet kunnen geloven. Hoe ver zijn ze nog verwijderd van het juiste weten en hoe ver verwijderd van de ware liefde? Want wanneer deze liefde voor de Heiland eenmaal hun hart omvat, begrijpen ze het plotseling. En welke vruchten het geloof dan oplevert, zullen jullie later herkennen aan degenen die Ik liefheb.
Blijf Mij trouw. Wees ware apostelen van mijn leer. Geef, steeds wanneer jullie gevraagd wordt. En dan zal jullie ook voortdurend genade toestromen, zoals Ik iedereen zegen die niet alleen Mij liefheeft, maar in deze liefde ook al zijn medemensen op aarde insluit. Dat hij geeft waar hij moet geven, omdat het hart hem aanspoort, maar niet uit eigenbelang, want dit brengt geen zegen. En zo zal iedereen zelf in zijn hart gewaarworden wat zijn taak is. En hij zal ook voelen hoe hij moet gaan op aarde om dit leven welgevallig voor God te voltooien.
Amen
BD.0393
2 mei 1938
Onderzoeken en dwaling – Liefde en waarheid – Bouwmeester
Ik doe onafgewend goed voor degenen die Mij liefhebben. Let er daarom op dat jullie geen dag gebrek hoeven te lijden en blijf in mijn liefde. De mensheid zoekt zich een weg waarvan ze gelooft dat hij naar het inzicht in de Godheid leidt en gaat daardoor gemakkelijk verkeerd. Want deze weg moet in het hart gevonden worden, maar niet door onderzoeken en het willen doorgronden met het verstand. En dus heeft een mens zelden het juiste resultaat.
Degene die slechts onderzoekt, komt beslist wel waarheden tegen, maar zijn geest zal nooit totaal verlicht zijn. Aan degenen die in mijn liefde blijven, geef Ik zelf de leermeester te kennen en dan is een volledige kennis van de goddelijke waarheden voor hen verzekerd. Zo leg ik voor jou altijd de grondsteen en wacht enkel op je volle wil dat je daarop voortbouwt. Als de geest van God zich in jou beweegt zodat je verlangt te ontvangen, zodat je hetgeen je ontvangt, in het hart opneemt, zodat elke dag je nieuwe dingen laat toestromen die je geest verheffen, dan zal de bouw goed vorderen en niet meer door aardse macht af te breken zijn.
Elk bouwwerk heeft immers zijn bouwmeester en waar deze bouwmeester je Heiland zelf is, moet ook het werk slagen en tot in eeuwigheid bestaan blijven. Niets kan vernietigd worden waartoe Ik zelf mijn zegen gegeven heb en wat in mijn wil ontstaan is. Laat je attent maken op de woorden van de Heer: degene die bouwt en werkt voor de eeuwigheid, zal niet hoeven te vrezen zijn werk kapot te zien gaan. Het heerlijkste resultaat dat op aarde bereikt kan worden en dat onvergelijkelijk waardevol is, is een medearbeider van de Heer te zijn en talloze zielen behulpzaam te zijn om het rijk van God te bereiken. Zegen op aarde en hemelse gelukzaligheid later eenmaal zal het loon zijn voor zulke arbeid.
Je huidige arbeid is in de plaats gekomen van een bezigheid die voor de eeuwigheid nutteloos is. En voor eindeloze tijden zullen de kinderen van de wereld de woorden vernemen die de Heer zelf tot hen spreekt door een kind dat Hem toegenegen is. Het is een onzegbare genade voor de aarde dat de Heer voor Zijn schaapjes zorgt en hun kennis wil geven van Zijn nabijheid en Zijn bereidwilligheid deze schaapjes op te nemen in Zijn kudde. Hoor Zijn roep en volg hem. Sla acht op Zijn dienaren en laat alle vermaningen die de Heer door dezen overdraagt, niet ongehoord wegsterven. Dan leren ook jullie het wezen van de Godheid kennen en gaan jullie de juiste weg.
Amen
BD.0394
2 mei 1938
Wereldlijk leven – Geloof – Liefde van God
Het komt zoals de Heer het bepaald heeft. Zolang de mens in werkeloosheid volhardt, zal zijn ziel zich niet kunnen ontwikkelen. Ze kan zich niet van haar ketenen ontdoen en blijft wat ze vanaf het begin van haar belichaming op aarde was: een wezen dat niet de weldaad van het licht bij zichzelf heeft gevoeld. Het wereldlijke leven heeft op zich weinig waarde en wordt toch als hoofdzaak van het leven beschouwd. En een strijden voor dit wereldlijke leven houdt de ziel er steeds meer van terug de geestelijke school te doorlopen.
En zo kan ze ook nooit van een vooruitgang spreken, wanneer deze zich niet zo uit dat het steeds lichter wordt in de ziel. Dan verbleekt de glans van de wereld voor dit licht en de mens heeft overwonnen, zodra hij zich uit de ketenen van de wereld gered heeft en hij doorgeworsteld heeft tot een onwankelbaar geloof en nu een omvorming van het gehele wezen kan bewerkstelligen. De boze machten zullen steeds weer proberen een afval te veroorzaken. Maar de mens moet sterk zijn in het geloof en de Heer om hulp vragen, dan zal de ziel verlost worden door de grote liefde van de Heiland die zich overal uit waar het mensenkind zich niet afkeert van het woord van God en waar het in alle eenvoud van het hart belijdt een kind van de Vader te zijn.
De liefde van de Heer is onmetelijk. Ze reikt in oneindige verten. Ze omvat ontelbare wezens en maakt diegenen gelukkig die de Heiland innig zijn toegedaan. Zo tracht de liefde van de goddelijke Vader onophoudelijk Zijn kinderen op aarde voor zich te winnen. Zolang hij nog op aarde verblijft, begrijpt geen mens hoe de genade van God juist door de liefde verworven wordt en deze de mensen dan weer op de rechte baan brengt. Hoe zich vanuit deze liefde ook een onderwerping aan Gods wil ontwikkelt en hoe heilzaam de woorden van de Heer zijn, die het bereidwillige kind dan mag ontvangen. Dit alles moet aan de mens een kracht overbrengen die hem steeds verder en zekerder de weg naar het eeuwige vaderland doet gaan.
Amen
BD.0395
3 mei 1938
Aanmaning om hen die geestelijk dwalen te helpen
Ontferm jullie over elk wezen dat jullie in duisternis wandelend aantreffen. Want het strekt jullie tot zegen als jullie hen behulpzaam zijn de weg naar het licht te vinden. Hun dwalen is vol kwelling, reeds hier en nog veel meer in het hiernamaals. Jullie zullen geen gemakkelijk werk aan hen hebben, maar de Vader in de hemel verheugt zich over elke ziel die jullie Hem toevoeren.
In deze omgeving vertoeven ook mensenkinderen die licht nodig hebben. De gang over de aarde is voor hen gemakkelijk geweest, ze vatten toen niet een zo vast geloof om vanuit dit geloof de ware weg te vinden en te betreden. De wereld was voor hen te allen tijde voldoende en dit was voor hun geest niet zo bevorderlijk. De Heer draagt allen die Hem willen dienen, op actief te zijn tegenover zulke mensen. Je scheppingskracht is sterk en zal zowel geestelijk als ook lichamelijk onder Gods zegen staan. Laat het nooit voldoende voor je zijn alleen te volbrengen wat nodig is, maar span je voortdurend in de hoogte te bereiken, want alleen voortdurend streven brengt je omhoog. En een verlammen of een vermoeien is altijd een achteruitgang.
Je zult steeds kunnen bolwerken wat van je gevraagd wordt. Op geestelijk gebied moet je echter zelf vechten om een steeds helderder licht te ontvangen en om dit ook op je medemensen te kunnen laten uitstralen. Geef steeds aan de anderen, waar je maar kunt. Dit genereert vanzelf zegen en weldra zullen jullie kunnen heersen waar jullie gediend hebben. Dit is goed te verstaan wanneer jullie aan de ijzeren wilskracht denken die jullie eigen is en die jullie kunnen aanwenden om te bereiken wat jullie je voorgenomen hebben. Jullie moesten een korte tijd van knechtschap ondergaan, maar de tijdsduur hiervan ligt in jullie hand. Des te meer jullie zelf worstelen, des te gemakkelijker vallen de hinderlijke ketenen van jullie af en zijn jullie vrij.
Maar ontferm jullie daarom ook over degenen die niet weten in welke vrijheidsketenen hun ziel nog smacht. Zie, deze zielen zullen jullie er later innig dankbaar voor zijn, maar de strijd om deze zielen is niet gemakkelijk. Er hoort geduld en liefde bij om hun te wijzen op hun toestand. Maar God voorziet elk gewillig kind van kracht en jullie allen wordt op het hart gedrukt deze te benutten. Werk daarom en wees bedrijvig. De hemelse Vader zorgt ervoor dat jullie de juiste weg gaan, wanneer jullie je innig aan Hem toevertrouwen.
Amen
BD.0396
3 mei 1938
Gevoel voor natuurschoon en de bedoeling hiervan voor de mensen
Er beheersen jullie af en toe wezens die jullie aantrekken door gedachten over het ontstaan van het heelal. Dit zijn de wezens aan wie de macht verleend is over alles wat jullie in de natuur op aarde omgeeft. Ze leggen ook gedeeltelijk het gevoel in jullie hart, opdat het aanzwelt en geprikkeld wordt zodra de natuur rondom jullie bijzonder aantrekkelijk is.
Jullie allen kennen het geluksgevoel wel dat in elk jaargetijde bezit van jullie neemt, maar vooral wanneer alles opnieuw ontstaat en groen wordt en bloeit. Een goede geest verbindt de wezens aan wie dit alles ondergeschikt is, met de kinderen op aarde. De wezens proberen alsmaar de eeuwige Godheid aan de mensen bekend te maken. En op die manier is elk blaadje, elke bloem, elke grashalm, alles wat het hart van de mensen in de natuur verheugt, alleen maar een zichtbaar teken dat naar de goddelijke Schepper verwijst, aan wie alle scheppende geesten ondergeschikt zijn.
Waar deze wonderen reeds zulke zaligmakende kracht op jullie gevoelsleven uit laten stromen, daar moet elke denkende mens nader tot de eeuwigheid komen, wanneer hij niet – zoals de toestand bij de mens helaas de overhand genomen heeft – al deze wonderen als iets alledaags beschouwt en er weinig notie van neemt. Deze zullen er wederom moeilijk toe komen de eeuwige Waarheid door deze wonderen van de schepping verklaard te zien. De duidelijke tekenen waarmee de Schepper dit alles bewerkstelligt, zullen geen indruk maken. En de zeer verharde mensenharten zijn er slecht aan toe omdat de eerste grondbegrippen hun ontbreken die pas een diep begrip mogelijk maken.
Daarom legt de hemelse Vader jullie allemaal de zin voor schoonheid in het hart. Hoe meer jullie deze zin onderhouden doordat jullie alles rondom jullie geestelijk leren bekijken, des te gemakkelijker zullen jullie kunnen vatten dat het gevoel voor schoonheid ook het geluksgevoel in jullie opwekt. Maar omgekeerd zal jullie moeilijk iets geboden kunnen worden, wanneer jullie aan zulke duidelijk zichtbare werken van de geestelijke wezens niets buitengewoons kunnen ontlokken. Wanneer jullie blind door dit mooie leven op aarde gaan en jullie niet in staat zijn de duizenden wonderen die jullie dagelijks omgeven, te herkennen.
De geestelijke wezens die alles rondom jullie laten ontstaan, zijn jullie welgezind. Hun doel is, net zoals dat van alle hoger ontwikkelde wezens, het worstelen om de zielen der duisternis. En ze wenden alle middelen aan die hun ter beschikking staan, opdat de mens aangespoord wordt tot nadenken en er zich door het spel van de natuur een vraag aan hem opdringt: hoe staat de mens in verhouding tot alles wat hem omgeeft? Als deze vraag eenmaal is opgeworpen, dan begint hij langzaam tot inzicht te komen. Dit wordt levendig ondersteund door deze geestelijke wezens, want de zorg voor deze mensen ligt ook hun nauw aan het hart. En daarom spannen ze zich voortdurend in om een verklarende en verblijdende invloed op de mensen te hebben, om een gevoel van verbondenheid met God in hen op te wekken. Hieruit wordt dan een licht van inzicht ontstoken en nu, in zo’n verlichte toestand, wordt het aardse bestaan benut voor de eeuwigheid.
Het is de wil van de Heer dat het ontstaan van de natuur jullie elk jaar aan het denken zet, dat jullie je erop bezinnen waartoe en met het oog waarop de pracht van de aarde aan de mensen getoond wordt en wat uiteindelijk de opgave van de mens is te midden van deze omgeving.
Amen
BD.0397
4 mei 1938
Boze gedachten – Bewuste herkenning van God – Graad van rijpheid
Wijk van mij, jullie slechte gedachten! Wend deze verzuchting aan wanneer je geplaagd wordt door dergelijke gedachten, wanneer je innerlijke rust begint te wankelen. Dan zul je onmiddellijk bevrijd zijn en je zult je vol vertrouwen tot de Heer kunnen wenden. Het ontgaat je dat een huidig volharden in zulke gedachten je aan de vijandige macht uitlevert en dat jij je daarom heel ernstig moet inspannen om hieraan te ontsnappen. De middelen die de vijand aanwendt om jullie te winnen zijn zo veelzijdig dat jullie werkelijk niet genoeg kunnen bidden en vechten om de aanvallen te weerstaan. Een klein woordje of een daad van liefde, hoe klein ook, bevrijdt jullie van een dergelijke macht, want de liefde is het sterkste wapen tegen al het kwaad.
Richt dus nu je volle aandacht op ons en luister: het wezen dat God geschapen heeft, blijft eeuwig onvergankelijk. Als de geest van God dit wezen nu geheel en al wil beheersen, dan moet dit wezen niets anders zijn dan een pure lichtgestalte. Dan moet het wezen in zo’n graad van volkomenheid staan, dat de goddelijkheid daar nu bezit van kan nemen. Elk wezen is echter onderhevig aan dezelfde vrijheidswet, dat wil zeggen: het heeft volkomen vrijheid over zichzelf en het is in staat deze vrijheid juist te gebruiken en zich uit volledige vrije wil naar boven te wenden. Dan zal het van boven de hoogst mogelijke ondersteuning krijgen en zich zo tot een godgelijk wezen kunnen vormen.
Maar de Godheid die over alles in het wijde heelal regeert, laat weer oneindig veelvormig die opwellingen op de mensen inwerken, die het bewustzijn en de drang naar het goddelijke in de mensen opwekken. Want er begint reeds een onbewuste werkzaamheid voordat het wezen zich op aarde belichaamt. De ziel vormt zich in zekere mate voordien in zoverre dat ze dan een lichamelijk omhulsel kan aannemen. En hierin begint nu pas de bewuste strijd met de vijandelijke machten.
Maar hoe meer de mens nu van het bewustzijn van een goddelijke kracht vervuld wordt, des te gemakkelijker zal hem de strijd tegen zijn tegenstanders vallen. En om nu op aarde een buitengewone graad van rijpheid te bereiken moet de mens zich van de goddelijke genade bedienen, die hem geboden wordt en hem onophoudelijk toevloeit, als de mens zich daarvoor inspant.
Allereerst moet alles door de menselijke ziel gewild worden, dan kan het pas in haar werken. Het staat de mens volkomen vrij om datgene aan te nemen wat het hoogste Wezen zelf aanbiedt ter ondersteuning van de strijd op aarde, of om het af te wijzen en er geen gebruik van te maken. Jullie zullen begrijpen hoe weinig zegen dit laatste voor jullie mensenkinderen met zich meebrengt. Want niemand is in staat uit eigen kracht een dergelijke graad van rijpheid, een stadium van volmaaktheid te bereiken, zodat de eeuwige Godheid zich in dit wezen zou kunnen bergen.
Daarom wordt het jullie steeds weer opgedragen te strijden en de goddelijke genade af te smeken die jullie mateloos wordt toebedeeld en onzegbaar bevorderlijk voor jullie is, als jullie je willen ontwikkelen om de eeuwige zaligheid te bereiken, om met de geest van de goddelijke Vader verenigd te zijn.
Amen
BD.0398
4 mei 1938
Rotsvast geloof is noodzakelijk voor de nabijheid van de Heiland
Mijn lief kind, waarom ben je bang en aarzel je? Zie, er vallen je zoveel genaden ten deel dat je hart zich altijd alleen maar moet verheugen en toch geloof je nog niet sterk genoeg. Het is donker in je gemoed omdat je ruimte geeft aan twijfels. Laat toch al je zorgen vol vertrouwen aan je Heer en Heiland over en je zult voortaan getroost en gerustgesteld door het leven gaan. Slechts een enkel woord en je hartslag is vol vreugde. Want je herkent nog niet de macht van de goddelijke liefde. Je weet niet hoe het vuur van de liefde je kan verteren, wanneer je eenmaal de nabijheid van de Heer voelt.
Verwerf dit mateloze geluk door je er waardig voor te maken. En daartoe behoort in de eerste plaats een rotsvast geloof, want zonder dit geloof kun jij je niet in je diepste innerlijk met de Heiland verbinden. Wat je vanuit het diepste geloof beleeft, maakt je pas waardig voor het hoogste geluk. De liefde van de goddelijke Heiland wil elk mensenkind naar zich toe trekken. Ze wil het ook inzicht bieden, wanneer het hart van dit kind zo vurig voor de Heiland slaat dat de Heer in deze liefde het mensenkind graag de vervulling van al het verlangen wil geven.
Maar waar is zo een diep gelovig kind dat de Heer en Heiland boven alles liefheeft? Aan de geringste steen nemen jullie aanstoot en steeds weer opnieuw moeten jullie om de genade strijden om in de tegenwoordigheid van de Heer te mogen vertoeven. En zo maken jullie te weinig vooruitgang waar jullie aan zulke innerlijke twijfels toegeven en jullie daardoor onwaardig maken voor de liefde van de Vader. Hij die een rijk in de eeuwigheid voor jullie bereid heeft, vertoeft ook voortdurend in jullie nabijheid. Maar pas wanneer jullie je hart vrijwillig aan Hem geven, wanneer jullie in diepe liefde verlangen dat Hij in jullie hart komt, pas dan kan Hij daarin Zijn intrek nemen en jullie hart zegenen.
Amen
BD.0399
5 mei 1938
Liefdadigheid – Kommer – De Heiland tegenwoordig in liefde
“De mijnen zullen Gods heerlijkheid zien en hun zal alle zegen van de hemel ten deel vallen. Respecteer elkaar daarom en heb elkander lief, want door de liefde worden jullie datgene wat jullie tot mijn kinderen maakt.” Jullie hebben in elke levenssituatie vele gelegenheden waarin jullie deze liefde kunnen uitoefenen. Het zal niemand ontzegd blijven loon te verzamelen door liefdadigheid. Daarom laat de Heer op je levensweg zo vaak mensen met vragen naar jullie toekomen en beproeft Hij jullie, hoe jullie je tegenover hen verhouden.
En steeds zal jullie door de stem van het geweten een wenk van boven worden gegeven. Als jullie nu naar deze stem luisteren en dus de gelegenheid gebruiken, dan rijpt jullie ziel spoedig in deze liefde. En zo realiseren jullie je steeds weer dat de liefde de enige ware weg is naar het hart van de Vader. Met Zijn levensloop op aarde in gedachten, toen de Heer alle mensen door de liefde probeerde te winnen, zullen ook jullie je moeten inspannen om steeds alleen de drijfveer van jullie hart te volgen die jullie steeds zal aansporen in liefde werkzaam te zijn.
De levensloop van Christus op aarde is telkens het richtsnoer voor dit leven. Als jullie Hem en Zijn woorden kunnen navolgen, dan zullen jullie gemakkelijk datgene bereiken wat het doel moet zijn voor oneindig veel wezens in het heelal.
Door de liefde begeven jullie je in de genade van de Heer, want overal waar liefde overheerst, is de Heer zelf onder jullie. En in die nabijheid van de goddelijke Heiland vloeit Zijn genade in jullie over en als de goddelijke genade jullie ondersteunt zal deze strijd op aarde steeds gemakkelijker worden.
Dit moeten allen goed bedenken op wie de last en kommer van de aarde drukt. Als ze zich steeds meer erop toeleggen werken van liefde te verrichten, dan laat de Heer hun zo veel kracht toekomen, dat ze dit snel in zichzelf gewaarworden en al de zorgen van alledag hun niet meer bedrukkend lijken. Deze zorgen worden hun dan veel eerder van de schouders genomen en het leven is vanaf dan gemakkelijk te dragen.
In al deze zorgen van de aarde wil de eeuwige Schepper zich zelf openbaren. Wie zonder gedachten aan de Godheid door het leven gaat, moet opmerkzaam gemaakt worden op een Kracht die hem beheerst, waaraan hij zich niet op eigen kracht kan onttrekken. Als er nu ware liefde aan de basis van het handelen van de mens ligt, dan zal hij in deze liefde ook weldra bekwaam zijn om in alles God de Heer te herkennen, zelfs in wat hem bedrukt en belast. En als hij dit eenmaal ingezien heeft, dan dringt de Heer zelf zijn hart binnen. Want Hij verblijft toch steeds daar waar ware liefde de drijfveer van al het handelen is.
Als jullie nu de goddelijke Schepper niet kunnen herkennen en als jullie toch voortdurend in liefde handelen, dan is jullie ziel toch al lang tot inzicht gekomen en duurt het nog slechts een korte tijd totdat jullie geestelijke ogen volledig geopend zijn. Heb daarom lief als eerste gebod. Laat de één voor de ander zorgen. Laat geen van jullie medemensen gebrek lijden, waar jullie kunnen geven, en zorg niet in de laatste plaats voor hun geestelijk welzijn. Wanneer jullie zelf tot inzicht gekomen zijn, moeten jullie hun helpen om ook tot dit inzicht te komen en dit alles kunnen jullie alleen maar door de liefde die een uitstroming is van God, de hemelse Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen
BD.0400
5 mei 1938
Het uittreden uit de moederkerk
De allergrootste dwaasheid in het leven wordt begaan, als de mensen zich afwenden van hun kerk, waar zij bij horen. Het is geen gemakkelijke situatie, waarin de geestelijken zich tegenwoordig bevinden. Zij doen hun uiterste best om hun schaapjes bij elkaar te houden, en toch zondert de één na de ander zich af en vindt vaak de weg niet meer terug. Het is dan ontzettend moeilijk om op de zielen van die afvalligen in te werken, wat toch de opdracht van iedere geestelijke is en moet zijn.
Nu legt God de gave van het onderricht in handen van door Hem zelf uitgekozen dienaren. Niet om de geestelijken uit hun ambt te verdringen, maar alleen om hen behulpzaam te zijn, opdat zij die zich buiten de kerk bevinden, ook de zegen van Zijn woord zullen verkrijgen. Maar wie luistert en neemt het woord aan?
Voor degene die vrijwillig de kerk heeft losgelaten, is het ontzaglijk moeilijk zich aan de geboden van God te onderwerpen. Niet dat hij de mogelijkheid niet zou hebben de juiste weg te gaan. Want als zijn hart hem ingeeft wat God welgevallig is en hij volgt die stem, dan zal hij heel spoedig een niveau bereiken dat hem veel hoger kan brengen. Maar meestal willen deze mensen, die hun moederkerk verlaten, van zuiver geestelijke dingen helemaal niets meer weten. Zij loochenen alles en bevinden zich daarom in een uiterst gevaarlijke toestand, doordat zij zichzelf aan kwade machten uitleveren.
Zij hebben ieder houvast dat de kerk nog voor hen was, opgegeven. Zij zijn nu veel eerder geneigd geheel ongelovig te worden en al hun gedachten gelden alleen nog maar het materiële en de dag van vandaag. En dat zij niet geloven in een leven na de dood, is meestal ook de oorzaak dat zij het geloof, dat zij tot nog toe hadden, loslaten. Laat deze mensen eens in grote nood komen te verkeren, dan weten zij zich geen raad. Zij zoeken dan naar hun God en weten niet waar ze Hem moeten zoeken.
De geestelijkheid zal nooit meer in staat zijn de oude tucht te handhaven, want ze zijn de kracht kwijt geraakt die voor de verkondigers van Gods woord hun ambt lichter maakte. Want ook hun zelf ontbreekt vaak het ware diepe geloof. Zij kunnen niet meer met heilige ijver opkomen voor hetgeen zij onderrichten. En zo verklaart het een het ander.
Het woord van God moet levend worden in de verkondiger. Wie tot het volk spreekt moet van de ware liefde tot de Heiland doordrongen zijn, dan zal ieder woord dat uit zijn mond komt door God zelf gesproken zijn. Dan zal ook ieder woord tot de harten van de mensen doordringen, en steeds inniger zal de kleine kudde op aarde, die de Heiland navolgt en bereid is Hem te dienen, zich aaneensluiten.
Maar wie de moederkerk verlaat loopt gevaar zich van de goddelijke genade te verwijderen, als hij niet uit vrije wil de goddelijke leer in zijn hart opneemt. In de tegenwoordige tijd is een dergelijke worsteling in het hart van grote waarde, als jullie niet ten onder willen gaan. Waar een kleine gemeenschap samenkomt om Gods woord te horen, daar wordt ook in het hart van de mens de bodem gereedgemaakt. En als dan ook de liefde in de mens werkzaam is, dan wordt dat mensenkind spoedig de zegen van Gods woord gewaar, terwijl het nu ook bekwaam wordt steeds dieper tot de goddelijke leer door te dringen, waardoor hem ook het juiste inzicht in Gods woord gegeven wordt. En zo is de grondslag gelegd voor het geloof in een dergelijke gemeente. En staat deze gemeente ook voortdurend onder leiding van een trouwe herder die alleen God dient, dan zullen Gods woorden ook wortelen in de harten van de gelovigen en worden zij op de juiste weg naar boven geleid.
Blijf daarom jullie moederkerk trouw en verlaat haar niet. Want iedere kerk kan jullie nog de basis geven waarop jullie je opwaarts kunnen ontwikkelen, als jullie niet alleen met de oren maar ook met het hart luisteren naar wat jullie hemelse Vader jullie laat verkondigen door Zijn dienaren. Waar jullie dus Gods woord horen – weet dan, dat de Heer zelf door Zijn dienaren tot jullie spreekt. Weet, dat iedereen die de Heer dient, ook bestemd is Zijn woord te verkondigen, opdat er eenmaal een rijke oogst zal zijn. En let op allen die werkzaam zijn in de wijngaard van de Heer. Wie Zijn woord verkondigt, die heeft de opdracht van Hem en de kracht daarvoor. Luister naar hem en Gods zegen zal over jullie komen.
Amen
