BD.8944
26 februari 1965
Na het lezen van een boek over indische religies
U hebt een belangrijke taak op u genomen, de zuivere, u van
boven toegestuurde waarheid te verbreiden. En deze taak is daarom bijzonder
voornaam, omdat daar van allerwegen tegenin wordt gegaan van de kant van mijn tegenstander. En het zal u begrijpelijk zijn, dat hij het overwicht
heeft, omdat de mensen door hun wezen aan hem zijn vervallen, omdat ze
alles aannemen, wat hen wordt aangeboden, maar niet in staat zijn te onderscheiden,
waar de herkomst ervan is te zoeken. En toch zou het gemakkelijk vast
te stellen zijn, want wanneer het de waarheid is, moet onvoorwaardelijk
van het verlossingswerk van Jezus Christus melding worden gemaakt. Dit
werk van erbarmen moet als summum van de zuivere waarheid naar voren
worden gebracht. En dan ziet u gemakkelijk in, wat met de waarheid overeen
komt. Want Ik heb het duidelijk benadrukt, dat iedere geest, die belijdt,
dat Jezus Christus vlees heeft aangenomen om de wereld te verlossen, u
ook niet verkeerd zal onderrichten, omdat het nu eenmaal dáárom
gaat, dat Jezus Christus de Verlosser is van zonde en dood.
U mensen bent met de zonde van de oerschuld belast en u zult daar alleen
maar vrij van kunnen worden, wanneer u ze onder het kruis draagt. En u
zult dit moeten geloven. Er kan niet voor honderd procent een bewijs daarvoor
worden geleverd, omdat u in vrije wil de weg naar het kruis zult moeten
gaan. Slechts dat alleen levert u een leven in gelukzaligheid op, wanneer
u het aardse lichaam zult moeten verlaten en binnen gaat in het rijk hierna,
in uw ware vaderland, dat u nu ook het lot biedt, dat u op aarde hebt
nagestreefd. U mensen zult moeten geloven, dat u die gevallen oergeesten
bent, dat de gang over de aarde beperkt is, die alleen een beproeven van
de wil van u vraagt, om dan weer de eigenlijke hoedanigheid aan te nemen,
om dan weer als gelukzalige geesten in mijn rijk te kunnen scheppen en
werken, wanneer u niet faalt in de laatste wilsproef en dan weer de gang
door alle scheppingswerken zult moeten gaan.
En dit is de zuivere waarheid, waarvoor u zich zult moeten inzetten, want
de dwaling neemt in omvang toe, omdat de mensen in de laatste tijd leven
en het mijn tegenstander lukt hen te misleiden en hij zo handig deze kunst
verstaat, dat hij vele lichtgelovige aanhangers vindt, die echter slachtoffer
worden van mediums van hypnose, van zelfmisleiding door suggestie, die
alle weer het doel dienen, afwijzend te staan tegenover de goddelijke
Verlosser of Hem als "alleen maar mens" voor te stellen, die
wel de hoogste doeleinden nastreefde, maar niet de belichaamde Godheid
zelf was. Maar wie het ernstige verlangen heeft, de waarheid te weten
te komen en zich door een leven in liefde zo vormt, dat mijn geest zich
in hem kan uitgieten, wordt ook het weten over Jezus Christus en Zijn
verlossingswerk ontsloten. En valt hem dit niet ten deel in het aardse
leven, dan is de graad van zijn liefde doorslaggevend, om hem bij het
binnengaan in het rijk hierna dit weten bliksemsnel te doen toekomen en
ook hij zal de genaden van het verlossingswerk nu ten volle benutten.
Hij zal in de Armen van de goddelijke Verlosser snellen en daar ook verlossing
vinden van alle schuld. En zo is alleen maar een leven in liefde nodig,
om dit weten in ontvangst te nemen, dat echter steeds hetzelfde zal zijn,
omdat alleen dát waarheid kan zijn, wat Ik zelf doe toekomen aan
de mensen, die zich als een (opname)vat van de geest gereed maken.
Dat er steeds weer lichtwezens zich aanbieden naar de aarde te gaan om
de mensen het juiste weten te doen toekomen, is niet te ontkennen. Maar
dezen hebben een moeilijke houding van vooropgezette meningen tegenover
zich, omdat ze tot andere geloofsrichtingen behoren. En al doen de mensen
nog zo hun best zich te vervolmaken, ze kunnen dat alleen bereiken door
een leven in liefde. Maar dan zijn ze ook ontsloten voor juiste onderrichtingen,
die handelen over de goddelijke Verlosser.
Maar waar zich hele volkeren afsluiten voor de waarheid, waar slechts
enkelen bereid zijn deze aan te nemen, daar kan mijn liefde geen dwang
uitoefenen. En Ik neem genoegen met een goede levenswandel, die dan ook
zijn vruchten zal dragen, maar Ik wijk ook niet van de waarheid af, in zoverre
dat Ik andere wetten laat gelden dan tegenover alle mensen, hoewel Ik
ook anderzijds toesta, dat mensen met een hoge graad van rijpheid zich
buiten hun menselijke vermogens kunnen begeven. Maar dan is ook in hen
het besef van Jezus Christus als de goddelijke Verlosser, tot wie allen
moeten gaan om hun oerschuld kwijt te raken. Want alleen dit weten levert
u een gelukzalig leven op in het geestelijke rijk, dat u echter na uw
lichamelijk leven hebt te verwachten, want uw bestaan op aarde is begrensd.
Het geestelijke rijk is uw ware vaderland, waar u weer zult vertoeven,
wanneer u verlossing heb gevonden door Jezus Christus, in dezelfde toestand
zoals het was in het allereerste begin.
Amen |