Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.8851
11 september 1964

Het afwijzen van het goddelijke woord

Wanneer mijn evangelie u rechtstreeks van boven wordt aangeboden, wijs het dan niet af. Want u bekent daardoor alleen dat u de schrift niet kent die van Mij getuigt. En het zal u eens bitter berouwen, wanneer u beseft Wiens woord u hebt afgewezen en hoeveel te meer u zou hebben kunnen vooruitgaan, de weg omhoog. Weliswaar is uw wil goed, en u meent dat de bijbel is afgesloten en dat elk verder woord van Mij overbodig is, maar Ik stel u hier iets tegenover dat zuiver en onvervalst is: het is mijn woord zoals het u niet zuiverder kan worden aangeboden. En dat zult u moeten aannemen en boven de schrift stellen die niet meer in die zuiverheid bewaard is gebleven zoals ze van Mij is uitgegaan. En denk aan dat ene, dat Ik mijn woord aan al diegenen laat toekomen die al een zekere graad van rijpheid hebben verkregen. Dat ze mijn stem daarin goed kunnen herkennen, dat alleen de wil nog bereid moet zijn door Mij te worden aangesproken. Het is een groot geschenk van genade dat hun ten deel valt en dat moet niet worden afgewezen. Doch nog duidelijker kan Ik de mensen niet meer aanspreken, om hun vrije wil geen geweld aan te doen die volledig vrij moet beslissen, daar het anders voor Mij gemakkelijk zou zijn om op mijn openbaringen de stempel van de waarheid te drukken, maar dan ook het zelf beslissen vervallen zou zijn.

Maar u mensen zult mijn stem kunnen herkennen als u maar de liefde beoefent. Maar u zult u niet mogen laten leiden door hen die nog zwak in de liefde zijn en u daarom afkerig willen maken van mijn woord dat u rechtstreeks wordt toegestuurd. Ieder zal vrij uit zichzelf moeten beslissen en zich niet moeten laten afbrengen van de weg die hij bereid is te gaan. En wanneer hij met heel zijn hart de waarheid begeert, zal hij ze ook vinden door mijn rechtstreekse aanspreken, omdat dit hem antwoord geeft op elke vraag die het hart maar uitspreekt en die hij beantwoord wil hebben.

Heb Ik niet duidelijk genoeg gesproken door mijn apostel Paulus, dat Ik het verstand van de verstandige wil verwerpen en de wijsheid van de wijze teniet wil doen en dat Ik door eenvoudige prediking zalig maak die in Mij geloven? U allen werkt u door de schrift heen en zult toch zonder opwekking van de geest niet op de geestelijke betekenis kunnen komen. En wat voor u gemakkelijk is te begrijpen, neemt u niet ter harte. U wilt niet dat laten gelden wat Ik u toch evenzo niet mis te verstaan heb gezegd. En u zult evenzo veel verwijzingen naar het werkzaam zijn van de geest in u in de schrift vinden, terwijl u zich echter die passages uitzoekt die zogenaamd mijn rechtstreekse aanspreken als satanisch of door Mij niet gewild kenmerken.

Waarom neemt u de eerstgenoemde niet aan? Waarom houdt u zich aan de laatstgenoemde en laat het denken van uw verstand overheersen? Mijn woord spreekt alleen tot het hart en het kan ook alleen door het hart worden begrepen. Daarom kan het alleen door een liefdevol mens worden begrepen. En daarom is ook maar zelden een mens ervoor te winnen die over een groot verstandelijk weten beschikt, wanneer hij niet tegelijkertijd in de liefde leeft. En mijn rechtstreekse woord zal steeds afwijzing ondervinden van de kant van hen die menen geroepen te zijn voor onderrichtende werkzaamheden, maar die Ik niet zelf daarvoor heb aangesteld. Want hun ontbreekt de opwekking van de geest. En zonder deze is het slechts een dood weten wat de mensen wordt toegevoerd. Het kan niet levend zijn en daarom ook geen levend geloof tot gevolg hebben, terwijl mijn woord al een levend geloof aantoont en een mens die mijn woord ontvangt, waarlijk ook een door Mij aangestelde dienaar in mijn wijngaard is.

Amen