BD.8686
27 november 1963
Verschillende geloofsrichtingen - Schijngodsdienst
Het is net als ten tijde van de komst van Christus op de aarde.
De mensen denken nog net zo verward, ze staan dezelfde dwaalleren voor,
ze geloven de enige waarheid te bezitten en bevinden zich toch midden
in de onwaarheid. Ze zetten zich, net als toen, in voor niets zeggende
geloofsrichtingen en toch wijken ze alle van elkaar af, elke richting
komt op voor de eigen opvattingen en elke gelooft aanspraak te kunnen
maken op de waarheid van al datgene wat ze leert. En het aantal geestesrichtingen
is aanzienlijk toegenomen, het zijn er niet slechts een paar die tegenover
elkaar staan, integendeel hebben velerlei meningen tot velerlei geloofsgemeenten
geleid, die alle aanhangers trachten te winnen en fanatiek vasthouden
aan de geestelijke opvattingen die ze voorstaan.
En het is zo nodig dat de mensen de waarheid wordt gebracht, dat ze eens
te weten komen wat God van de mensen verlangt. Het is nodig dat hun de wil van God bekend wordt gemaakt, dat ze leren inzien dat het vervullen
van Zijn wil zin en doel van het aardse leven is. Elke kerk of geloofsrichting
echter leert dat door haar de wil van God wordt verkondigd en toch stemmen
de verschillende geloofsrichtingen niet met elkaar overeen. En ten tijde
van de komst van Christus op aarde schepten de mensen evenals nu, behagen
in het uitoefenen van velerlei gebruiken, er werd fanatiek godsdienst
bedreven, waaraan (echter) al het levende ontbrak, zodat de mensen geen
innig contact met hun God en Schepper tot stand brachten.
En in de huidige tijd is het zelfde op te merken: een formele godsdienst
waar met alle gewoonten en gebruiken rekening wordt gehouden, waar voor
de wereld de band met God wordt gedemonstreerd en het hart van de enkeling
ver van deze innige band met Hem verwijderd is. Het is allemaal schijn
en bedrog, er is geen waarachtigheid meer in de levenswandel van de mensen.
Ze behoren alleen nog maar de aardse wereld toe en zelfs wanneer ze de
schijn willen wekken met God verbonden te zijn, zijn het dode vormen die
ze in acht nemen maar hun zielen blijven onaangeraakt. En tegen deze schijngodsdienst
zult u moeten strijden, u die de waarheid van God ontvangt, en er aan
denken dat ook Jezus zich tijdens Zijn leven op aarde niet inhield voor
diegenen die dwaalleren voorstonden en trachtten hun schijngodsdienst
te rechtvaardigen als "de alleen aan God welgevallige" en die
alles verdoemden wat in strijd was met hun leerstellingen.
En de mensen zullen ook nu hun geestelijke opvattingen die ze van mensen
hebben overgenomen, niet willen opgeven en ze zullen daarom steeds in
dwaling verkeren omdat ze weigeren de zuivere waarheid aan te nemen die
hun alleen van boven - door de eeuwige Waarheid - kan worden geschonken.
Maar om zo'n genadegeschenk aan te nemen is de vrije wil vereist. De waarheid
kan niet onder dwang aan die mensen worden toegezonden die niet bereid
zijn haar aan te nemen. En daarom is het moeilijk dwaalleren uit te roeien,
zelfs wanneer de onjuistheid ervan hun met redenen wordt omkleed en rechtgezet.
Er zullen steeds maar weinigen openstaan voor wat God zelf de mensen toezendt, omdat
ze zo'n openlijk werkzaam zijn van God niet willen aanvaarden, omdat ze
er helemaal niets over weten dat God Zijn geest uitstort over diegenen
die zich bereidwillig voor Hem openstellen om de zuivere waarheid uit
God te ontvangen.
Voor de komst van Jezus op aarde, voor Zijn kruisdood, was het uitstorten
van de geest in een mens niet mogelijk en daarom bevond de wereld zich
in de grootste dwaling. Echter na Zijn kruisdood kon de waarheid bij de
mensen binnenkomen en zodoende was het mogelijk dat de mensen algehele
opheldering gegeven werd over: of en wanneer hun denken verkeerd was,
ze konden door de geest worden onderricht en zich van elke dwaling ontdoen.
Doch gedwongen werden de mensen niet en daarom is de dwaling steeds weer
binnengeslopen, die als waarheid werd verdedigd en overgeleverd met een
hardnekkigheid die het moeilijk maakt de mensen van hun foutieve denkbeelden
te overtuigen en ze zich daarom ook steeds zullen verzetten de zuivere
waarheid uit God aan te nemen en de dwaling op te geven.
En toch moet ter wille van de waarheid zelf alles worden geprobeerd de
mensen in hun opvattingen aan het wankelen te brengen, er moet getracht
worden hen tot nadenken te brengen, er moet alles aan gedaan worden hun
de zuivere waarheid te doen toekomen, want ze kunnen alleen maar het laatste
doel bereiken op de weg van de waarheid. Zolang ze nog verkeerd denken,
zullen ze in het rijk hierna de gelukzaligheid, die steeds alleen door
een helder licht kan worden gewaarborgd, niet deelachtig worden. Slechts
alleen de waarheid schenkt licht, daarom brengt alleen de waarheid de
gelukzaligheid, omdat daarmee weer ontelbare wezens gelukkig gemaakt kunnen
worden en de gelukzaligheid in het geestelijke rijk in het toezenden van
licht bestaat.
Daarom zult u, mensen niet in 'n onjuist denken terecht mogen komen, daarom
wordt de waarheid u steeds weer aangeboden, daarom wordt van de kant van
God alles gedaan, dat uw denken juist gericht is, maar uzelf zult de wil
moeten hebben in de waarheid te wandelen. Want in het geestelijke rijk
is het nog belangrijker dat u in de waarheid wandelt dan op aarde, want
daar zult u zonder waarheid niet zalig kunnen zijn. En wanneer u al op
aarde geen aandacht schenkt aan uw duistere toestand, in het geestelijke
rijk zal deze u kwellen, omdat slechts licht alleen gelukzaligheid is
en licht steeds alleen maar van de waarheid uitstraalt, van God zelf, die het Oerlicht is van eeuwigheid.
Amen |