BD.8066 Tweede brief van Petrus, 3:10 "De dag des Heren zal komen als een dief in de nacht!" De dag waarop Ik Mij aan alle mensen met een donderstem openbaar, die ieder horen zal en waaraan zich geen mens kan onttrekken, want eens moet het werk dat de aarde verandert, plaats vinden, eenmaal moet de ordening hersteld worden. De aarde moet weer tot een verblijfplaats worden waar het geestelijke geschoold wordt dat rijp moet worden en z'n voltooiing bereiken. Deze dag is sinds eeuwigheid voorzien, mijn plan is daarop gebaseerd dat zo'n verandering eens moet plaatsvinden omdat de mensheid zelf daar de aanleiding toe geeft, wat mijn wijsheid wel inzag. Dus zal mijn macht ook alles ten uitvoer brengen en u zult met zekerheid deze dag kunnen verwachten. Hij zal een verlossingsperiode beëindigen en er zal een nieuwe beginnen - zoals het verkondigd is in woord en geschrift. Steeds weer wijs Ik u erop, maar omdat u, mensen ongelovig bent, daar u mijn woord niet serieus neemt, zult u dus verrast zijn. En ofschoon ook mijn tegenstander in de laatste tijd voor het einde heerst over heel de aarde, waardoor hij de meeste mensen in zijn macht krijgt zodat in hen ieder geloof verloren gaat - en ze op het laatst alleen nog ware duivels zullen zijn die de mijnen in het nauw brengen en in de grootste nood terecht laten komen, zal satan toch zijn macht niet behouden, want Ik zal hem die afnemen. En allen die zich niet van hem gescheiden hebben, die niet tot de mijnen behoren, worden met ontzetting overvallen wanneer Ik de mijnen voor hun ogen wegneem - en ze dan inzien dat er voor hen geen redding meer is - dat ze aan het door hen in werking gezette vernietigingswerk ten prooi vallen en door de aarde verzwolgen worden. Want op een andere manier kan de aarde niet gereinigd worden. Al wat erop geschapen is moet worden ontbonden en al het daarin gebonden geestelijke in nieuwe vormen worden ondergebracht. Er moet een alles omvattend reinigingswerk voltrokken worden, zodat de ordening hersteld wordt die een positieve ontwikkeling waarborgt en die de activiteiten van mijn tegenstander voor een lange tijd helemaal uitsluit, om welke reden hij met zijn aanhang gekluisterd wordt. Steeds weer wordt u, mensen deze dag van het einde aangekondigd, maar slechts weinige geloven eraan en, ook dezen hebben er geen vermoeden van hoe nabij het voor hen ligt. Maar tot aan het einde zal Ik nog steeds mijn vermaningen en waarschuwingen herhalen. Tot aan het einde zal Ik u allen steeds weer aanspreken en u erop attent maken - en tot aan het einde zal er voor ieder van u nog de mogelijkheid bestaan een zodanige beslissing te nemen, dat hij aan de verschrikking van het einde ontsnapt. En omdat u weet wat dat einde allemaal met zich meebrengt, treur dan niet om hen die Ik voortijdig uit het leven wegroep. Treur niet om hen, want hun lot is beter dan dat van hen die tot het einde toe leven maar niet aan Mij geloven. De eersten hebben nog de mogelijkheid in het hiernamaals het licht te bereiken, de laatsten echter zinken steeds dieper weg, want Ik weet dat ze ook in het rijk hierna alleen de weg naar de diepte nemen, dus ook de genade van een vroege dood niet zullen benutten, omdat Ik toch van de toestand van de wil van iedere ziel op de hoogte ben en in overeenstemming hiermee ook het lot op aarde vorm geef. En valt het ook moeilijk om aan een einde van de aarde te geloven, toch kunnen de mensen zich dan niet verontschuldigen want, ieder weet wat goed en kwaad is en ieder kan, als hij maar wil, mijn geboden van de liefde nakomen. En als hij daarnaar leeft zal het einde voor hem ook niet als resultaat de kluistering in de vaste materie hebben. Dan zal hij of tot diegenen horen die Ik op de nieuwe aarde plaats, of hij zal nog tevoren naar het geestelijke rijk worden weggeroepen en ook niet verloren gaan. Het is in ieder geval goed, wanneer ieder zich op een nabij zijnde einde voorbereidt, wanneer hij met de mogelijkheid rekening houdt, als bij verrassing oog in oog te staan met een werk van vernietiging, waaruit er zonder mijn hulp geen ontkomen meer aan is. Wie deze gedachte eenmaal bij zich overdenkt, die zal ook zeker zijn weg naar Mij nemen, naar zijn Schepper van hemel en aarde, die alles uit zich liet ontstaan en die ook alles weer vernietigen kan als het zich niet meer aan Zijn ordening houdt. Maar Ik zou u allen graag van het verderf willen redden en daarom zal Ik u steeds weer het laatste vernietigingswerk voor ogen houden. En wie gelooft, die zal ook deze dag niet hoeven te vrezen, want hij zal er zich met alle kracht op voorbereiden en als hij ook nog zwak en onvolmaakt is zal hij in Mij toch een barmhartige rechter vinden, want Ik waardeer zijn wil, Ik zal hem daarom niet veroordelen maar hem veeleer het eeuwige leven verschaffen. Amen |