Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.6488
29 februari 1956

Verstandelijk weten - Studie - Openbaringen

De mensen hebben een te hoge dunk van hun verstand, daar ze anders tegen het werkzaam zijn van de geest en de resultaten ervan niet in verzet zouden komen. Ze voelen zich superieur aan al het op geestelijke weg verkregen weten en aanvaarden dit laatste daarom niet omdat als het ware het verstandelijk denken is uitgeschakeld en ze een bewijs als waar zouden moeten erkennen dat het verstand geen garantie biedt voor het juiste weten, omdat ze zouden moeten toegeven dat ontoegankelijke gebieden ook zonder verstandelijke activiteit kunnen worden onderzocht. Ze overschatten zichzelf zonder er over na te denken dat er geen pienter verstand nodig is om zalig te kunnen worden, dat het verwerven van het rijk Gods niet alleen het recht van een schrander mens is maar dat dit rijk ook openstaat voor de eenvoudigste mens, omdat God niet het verstand, integendeel alleen de liefde van het hart beoordeelt. En deze liefde is de sleutel tot de wijsheid.

De liefde geeft het helderste inzicht ook in de meest verborgen zaken, de liefde schenkt inzage in tot nu toe gesloten gebieden, de liefde alleen garandeert 'n weten overeenkomstig de waarheid, alleen de liefde onderzoekt de diepten van de wijsheid. Waar de liefde ontbreekt, kan het verstand alleen niet in de waarheid binnendringen, dus moet de mens op de eerste plaats zijn eigen ontoereikendheid inzien en in deemoed een scheiding opstellen tussen aardse kennis en geestelijk weten. En zo behoort ook de theologie zo lang tot het weten van de wereld waarmee alleen het verstand van de mens zich bezig houdt, als de mens zelf nog zonder liefde is. Pas door de liefde kan ze tot geestelijk weten worden en dan pas kan de mens denken in overeenstemming met de waarheid, die hem tevoren onmogelijk is.

Zolang echter een bestuderen wordt geëist en zolang die studie zo hoog wordt gewaardeerd dat daarin alleen maar de waarheid als bewezen geldt waar ijverige studie aan is vooraf gegaan, zolang wordt het verstand van de mens te hoog aangeslagen en zolang is voor hem de deur gesloten die naar de waarheid leidt. Want wat het verstand wetenschappelijk meent te kunnen onderzoeken, dat verschaft de liefde met zekerheid in korte tijd met uitschakeling van het verstandelijk denken. Want nu is het denken van de mens door de geest verlicht en dit betekent dat hij nu alles helder en duidelijk inziet en de overtuiging van de volkomen waarheid in zich heeft. En daarom staat er geschreven: "God zal het verstand van de verstandigen verwerpen en de wijsheid van de wijzen teniet doen", en daarom zien de mensen de waarheid niet in, ondanks studie, zolang de geest Gods niet in hen werkzaam kan zijn door de liefde. Want hun ontbreekt de deemoed, die echter het binnenstromen van de goddelijke geest teweegbrengt. De deemoed echter schept niet op.

Maar de verstandsmens is met zichzelf ingenomen en hecht teveel waarde aan zijn verstand, dat echter zonder liefde alleen maar een dood weten voort kan brengen zonder geest en leven, dat alleen maar een werelds weten kan beheersen maar ook dit zal niet vrij zijn van dwaling zonder de liefde. Dat zouden al degenen ter harte moeten nemen die tegenover het geestelijk goed, dat anders dan op de weg van het verstand werd verkregen, twijfel en weerstand stellen. En daar zouden op de eerste plaats diegenen aan moeten denken die geloven het woord Gods op aarde te vertegenwoordigen, dat ze slechts dienaren van de wereld zijn, zolang ze alleen maar met het verstand hun ambt uitoefenen, dat de liefde hen pas in staat stelt een ware vertegenwoordiger van God te zijn, omdat ze dan pas met Zijn geest zijn vervuld en in staat zijn de waarheid van de dwaling te onderscheiden en omdat ze pas dan de zuivere waarheid kunnen uitdragen, wanneer ze door "Zijn geest in alle waarheid zijn geleid".

Het verstand zonder liefde is zonder waarde, maar bovenmate zegenrijk zal de mens op aarde kunnen werken wiens denken door de liefde is verlicht, die de verlichting door de geest heeft ervaren. Want aan hem zal God zelf zich openbaren en hij zal van Gods liefde, wijsheid en almacht getuigenis kunnen afleggen, hij zal in het diepste weten binnendringen en met succes werkzaam zijn op aarde voor God en Zijn rijk.

Amen