Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.6012
30 juli 1954

Gebed in stilte - Getuigenis afleggen voor de wereld

Zij die Mij aanbidden, moeten dit doen in geest en in waarheid. Alleen wat uit de grond van het hart komt, is Mij welgevallig en bereikt ook mijn oor. Ik kijk dus alleen in het hart van de mens en sla geen acht op de woorden die de mond uitspreekt wanneer het hart daar niet bij betrokken is. Bent u nu in staat u volledig af te sluiten van de wereld om met Mij innige samenspraak te houden, dan looft u Mij al zonder woorden door uw wil om met Mij in verbinding te treden. Dan is het een zwijgend gebed dat u in gedachten tot Mij richt, een echte aanbidding die uw ziel rijke zegen oplevert, want de verbinding met Mij laat u in het bezit komen van kracht en genade, welke de ziel ervaart als hulp om rijper te worden. Deze innige manier van bidden is het ware gebed dat Mij welgevallig is, want dan bent u uit uzelf Mij dicht genaderd, zo dicht dat de kracht van mijn liefde, die u steeds inniger naar Mij toe trekt, u kan aanraken.

Wilt u met Mij praten, dan is de taal van de mond waarlijk overbodig, want deze kan gemakkelijk iets verbergen of willen voorspiegelen, wat Ik wel doorzie, maar aan de medemens niet duidelijk hoeft te zijn, om welke reden deze zich gemakkelijk laat verblinden en nu van zijn kant dezelfde gebedsvorm gebruikt. Ga in de stilte wanneer u bidden wilt. Trek u terug in de diepste stilte, daar zult u Mij veel gemakkelijker vinden en met Mij contact kunnen hebben, zoals een kind met zijn vader contact heeft. En u zult Mij alles zeggen, zonder schroom en in kinderlijk vertrouwen. Uw vragen zullen verhoord worden omdat uw gebeden nu tot mijn oor doordringen. Want dit heb Ik u beloofd met de woorden: Kom tot Mij die belast en beladen bent, Ik wil u verkwikken. Tegenover hem die dus tot Mij komt, maak Ik ook mijn belofte waar, en dit des te duidelijker, hoe vertrouwelijker hij naar Mij toekomt, hoe inniger hij zich bij Mij aansluit en zich in stille samenspraak aan Mij toevertrouwt.

Het spreken met de mond moet door u gebruikt worden voor de onderlinge verstandhouding. Maar Ik heb geen woorden nodig, want Ik weet alles. Ik kijk in uw hart en lees uw gedachten en dus zult u Mij niet om de tuin kunnen leiden met nog zulke mooie woorden, evenals er ook geen woorden nodig zijn als u Mij wilt prijzen en loven, omdat stille dankbaarheid, een deemoedige roep tot Mij, een leven volgens mijn wil, een door de liefde levend geworden geloof Mij waarachtig verblijdt en lofprijzingen insluit.

Maar tegenover uw medemensen moet u Mij belijden met de mond. Als het om uw instelling tot het geloof gaat, moet u zich vrij en openlijk voor Mij uitspreken en geen vrees hebben voor de gevolgen van uw vrijmoedigheid, want dit getuigen moet weer een aansporing zijn voor uw medemensen die nog zwak in het geloof zijn. En tegelijkertijd is het een blijk dat u achter de waarheid staat, dat u niet naar buiten toe een indruk wilt wekken die niet met uw innerlijk denken, met uw overtuiging overeenstemt.

Steeds moet u oprecht zijn en Mij en mijn naam boven alles plaatsen wanneer deze getuigenis van u verlangd wordt. Maar wat u Mijzelf te zeggen hebt, kunt u stil en heimelijk aan Mij voorleggen, want Ik wil de stem van het hart vernemen, niet alleen maar woorden die de mond eruit kraamt wanneer het hart er niet bij betrokken is. En zulke gebeden hebben een ongehoorde kracht wanneer ze verenigd tot Mij klinken, wanneer mensen bijeenkomen om Mij aan te roepen over een bepaalde aangelegenheid, wanneer allen uit de grond van hun hart hetzelfde vragen, hetzelfde verzoek naar Mij opzenden, al is het maar een korte roep. Ik zal hem horen en verhoren zodra ze tot Mij bidden in geest en in waarheid.

Amen