Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.5976
15 juni 1954

Verspreid mijn woord

"Verspreid mijn woord in de wereld", zo sprak Ik eens tot mijn discipelen en vervulde hen met mijn geest, zodat zij Mij en mijn leer konden verkondigen. Zij vernamen voortdurend mijn woord in zich en waren derhalve levende verkondigers van het goddelijke rijk. Zij hadden nooit dit ambt kunnen bekleden als zij niet door mijn geest met Mij in verbinding hadden gestaan, naar wiens stem zij luisterden en wiens leiding zij volgden. Door het woord herkenden zij Mij en waren zich zo van mijn tegenwoordigheid bewust. Wanneer Ik dus in deze tijd van het einde de mensen weer het evangelie van de liefde wil verkondigen, dan moet het weer op deze manier gebeuren, dat Ik Mij weer discipelen kies die mijn stem in zich kunnen vernemen. Daarom moeten deze discipelen van de eindtijd Mij zelf in zich aanwezig laten zijn en moeten Mij tot zich laten spreken door de geest. Want dan spreken niet mijn discipelen tot de mensen, maar Ik zelf spreek in mijn vaderliefde mijn aardse kinderen aan om hun het heil te brengen.

Ik zelf spreek hen aan om ze nog voor het einde tot een ommekeer te bewegen, omdat zij niet de juiste weg gaan en dan weer in de diepte verdwalen. Woorden van mensen zouden deze ommekeer niet meer tot stand brengen, mijn woord kan echter doordringen en in de mens een geweldig oproer veroorzaken. Want mijn woord heeft een kracht met ongekende uitwerking, als het niet openlijk weerstaan wordt.

Waar dus de mogelijkheid bestaat dat Ik zelf nog een mens kan aanspreken, al is het dan ook door een door Mij gekozen werktuig, daar bestaat nog een kans op succes. Maar daarvoor is ook een met liefde vervuld mens nodig, een bemiddelaar wiens liefde elke weerstand overwint. Ook Ik kan alleen spreken door een van liefde vervuld mens, omdat de liefde van die mens mijn tegenwoordigheid mogelijk maakt.

Mijn eerste discipelen waren vervuld van liefde voor hun medemensen, en ook in deze eindtijd kies Ik voor Mij ware discipelen - omdat het nodig is dat mijn stem naar de aarde weerklinkt als een laatste vermaning en waarschuwing. Ik wil nog eenmaal mijn evangelie aan de mensheid verkondigen om hen voor het laatste oordeel te redden, om hun het heil te brengen.

Derhalve spreekt het woord de mensen aan en dat dat woord is God zelf, want Ik zelf ben dat Woord. Als dus dat woord voor u weerklinkt ben Ik zelf bij u, u hoort dan geen mens spreken maar u hoort de Geest van eeuwigheid die u door Zijn macht en liefde in het leven riep, en die door het woord steeds met u verbonden is.

En deze liefdegeest van eeuwigheid moet u willen toebehoren, want daarom lok Ik u voortdurend met mijn woord opdat u naar Mij luistert, Mij herkent en uzelf onvoorwaardelijk aan Mij overgeeft. Ik wil u, die Ik vanuit mijn liefde heb geschapen, onbegrensde zaligheden bereiden die u echter alleen kunt verdragen als u zelf in licht en kracht wandelt, waartoe mijn woord u kan vormen. Daarom zal Ik ook steeds en overal tot u spreken waar een liefdevol hart Mij toelaat, waar mijn geest niet afgewezen wordt als hij zich wil openbaren. Want overal waar men mijn liefde laat binnenkomen zal ook mijn geest van eeuwigheid aanwezig zijn, welke voor al mijn schepselen geldt vanaf het begin.

Amen