BD.5744
11 augustus 1953
Tot godloochenaars
Tot hen wil Ik nu spreken die nog niet het juiste besluit
kunnen nemen, die evenwel niet onwillig zijn om te geloven, maar Mij toch
ook nog niet met overtuiging kunnen aanvaarden. Tot hen, die hun verstandelijke
kennis nog tegenover het weten stellen waarmee mijn aanhangers op aarde
hen in aanraking mochten brengen. Tot hen, die eerst alles bewezen willen
hebben en met diep nadenken geloven alles te kunnen doorgronden of te
weerleggen. Maar hun kennis doodt de geest, want dat wat als hogere waarheid
wordt aangeduid, dat wat aards daarom niet te bewijzen is omdat er geen
geloofsdwang mag worden uitgeoefend in dit aardse leven, dat kan wetenschappelijk
niet worden doorgrond en daarom is het scherpste verstand van de mens
geen waarborg voor het juiste denken op geestelijk gebied.
U, mensen wil Ik de vraag voorleggen; in welke categorie van de schepping
deelt u uzelf in? Beseft u niet dat alleen u wezens bent die kunnen denken
en concluderen, terwijl alle andere scheppingswerken dit denkvermogen
niet bezitten? Reeds daardoor kunt u al opmaken dat u door een Macht werd
geschapen die eveneens kan denken en bovendien in onbeperkte mate machtig
is. Want uzelf kunt in weerwil van uw denkvermogen geen schepselen laten
ontstaan met hetzelfde denkvermogen. En u kunt uw nakomelingen niet als
bewijs aanvoeren want die hebt u niet geschapen, maar u daarbij alleen
aangepast aan de bestaande natuurwetten die u weer een Wetgever bewijzen.
Bedenk verder; is een natuurkracht in staat te denken? Kan ze wezens laten
ontstaan die denken kunnen en wier organisme getuigt van een hoogste wijsheid?
Moet dan deze natuurkracht niet zelf als een Wezen worden gezien en aanvaard
dat in de hoogste wijsheid kan denken en willen, dus ook doelmatige vormen
kan scheppen en tot leven brengen. Is zo gezien de schepping geen bewijs
genoeg, zelfs voor de denker met het scherpste verstand? Of kunt u "het
er niet zijn" van zo'n almachtig Wezen bewijzen? Of kunt u slechts
bij benadering iets ter vergelijking aanvoeren als bewijs dat een "kracht"
geordende scheppingen voortbrengt, als die kracht haar meester niet vindt
in de wil van een mens?
Laat nu eens een kracht ongebreideld werkzaam worden, u zult dan iets
vreselijks beleven - maar geen scheppingen kunnen boeken die u om hun
doelmatigheid en harmonie bewondert!
Reeds op grond van uw verstand kunt u dus een hoogste Wezen aanvaarden,
Dat u als de Schepper van eeuwigheid moet aanzien. Het strekt u waarlijk
niet tot eer als u dit Wezen loochent, als u Zijn werkzaam zijn dat u
zichtbaar wordt in Zijn schepping slechts als uitwerking van een niet
geleide kracht uitlegt, wanneer U dus iets onbewusts, blindelings werkend
aan het ontstaan van de schepping ten grondslag legt. Zo'n verklaring
is waarlijk geen bewijs van een juist gebruikt verstand, het is veel meer
een eigenzinnige uitweg die u zoekt omdat u geen God wilt aanvaarden.
Want waar maar een beetje wil daartoe aanwezig is, daar zullen eerst beide
mogelijkheden worden overwogen en dan geeft de mens meestal eerder de
voorkeur aan een wezenlijke Kracht die zich in de schepping bekend maakt
dan aan een afwijzing daarvan.
Als u, mensen wist wat een verstrekkende gevolgen een afwijzen, een loochenen
van een wezenlijke Godheid heeft voor uw ziel, dan zou u ook begrijpen
waarom Ik u graag opheldering wil geven, opdat u vanzelf uw verkeerde
gedachten een goede richting geeft. Opdat u zou kunnen geloven wat u onaannemelijk
toeschijnt, zolang u alleen eenzijdig oordeelt, zolang u gelooft verstandelijk
de waarheid te kunnen doorgronden.
Het geloof aan een God en Schepper is echter nodig om zich met Hem te
verbinden - en die verbinding met Hem is de eigenlijke zin en het doel
van uw aardse leven, anders zou u zich waarlijk niet hebben mogen belichamen
op deze aarde, die alleen voor dat doel werd geschapen dat de mens de
verbinding met God herstelt die hij eens vrijwillig heeft opgegeven.
Verloochent u echter een God, dan betekent dat, dat u nog heel ver van
Mij verwijderd bent. Het betekent een hernieuwde weerstand in vrije wil
die u een vreselijk lot bezorgt in het hiernamaals of zelfs de hernieuwde
kluistering in de materie, als het einde van deze aarde is gekomen.
Daarom zou Ik u aan willen spreken en tot nadenken brengen voordat het
te laat is. En al is uw aardse kennis nog zo groot, u zult gegarandeerd
in een veel dieper weten kunnen doordringen als u zich toevertrouwt aan
Hem, die u heeft geschapen en die als uw God en Schepper van eeuwigheid
herkend wil worden, om u dan helpend te kunnen bijstaan.
Amen |