BD.5741
7 augustus 1953
Verandering van wil in vrijheid - Volmaaktheid
Niet mijn wil kan de afstand tot Mij verkleinen, maar alleen
uw wil moet dit volbrengen. Want niet mijn wil heeft u verstoten, maar
uzelf bent in vrije wil van Mij weggegaan. U hebt Mij afgewezen en daardoor
een kloof tussen u en Mij geschapen, die u nu zelf ook zult moeten overbruggen
als u weer bij Mij wilt komen. Ik zelf neem u met open armen weer op als
u terugkeert in het vaderhuis.
Maar Ik zal u nooit tegen uw wil tot Mij trekken, omdat Mij er minder
aan gelegen is u te bezitten dan uw liefde voor Mij, die dan ook uw wil
verandert, zodat u vrijwillig naar Mij terugkeert. Een terugkeer naar
Mij betekent echter onbeperkte gelukzaligheid. En zo zult u voor uzelf
de staat van gelukzaligheid zelf kunnen en moeten verschaffen. Hij kan
u niet door Mij worden gegeven, wanneer de voorwaarde van de Mij toegekeerde
wil niet aanwezig is.
Ik ben bereid u alles te geven. Ik zal u waarlijk niets onthouden wat
u begeert. Maar het is Mij onmogelijk uw wil onvrij te maken, omdat Ik zelf dan in strijd zou moeten handelen met mijn wet van de eeuwige ordening.
Want mijn schepselen zijn geschapen naar mijn evenbeeld. Het waren wezens
die de vrije wil in zich moesten hebben, omdat ze volmaakt uit Mij zijn
voortgekomen. En wat volmaakt uit Mij is ontstaan, kan wel uit eigen wil,
maar niet door mijn wil onvolmaakt worden. Dus het kan zelf zijn wil van
Mij afkeren, maar Ik kan nu niet de vrije wil onvrij maken en daardoor mijn schepsel het bewijs van zijn goddelijke oorsprong afnemen.
Want Ik ben volmaakt en handel daarom niet tegen mijn ordening van eeuwigheid
in. Dus daarom kan Ik de mensen niet verhinderen te zondigen en een verkeerde
levenswandel te leiden. Ik kan ze niet dwingen om in Mij te geloven en
nog minder kan Ik ze dwingen Mij lief te hebben, dus weer naar Mij terug
te keren. Ik kan alleen alles doen wat hun wil zou kunnen veranderen,
echter niet moet veranderen, daar er anders waarlijk geen wezen meer zou
bestaan dat ver van Mij verwijderd is, maar ook geen vrij, gelukzalig
wezen dat volmaakt zou zijn. De vrije wil is oerwet van eeuwigheid en
hij is van oorsprong ook wettelijk in ieder door Mij geschapen wezen.
En dat moet voor u mensen de verklaring zijn voor de toestanden op de
aarde, die u gebrekkig voorkomen en die alleen de vrije wil van de mens
zelf kan veranderen. Wat mijn macht kan volbrengen, heeft mijn liefde
al gedaan. Maar waar de vrijheid van uw wil moet worden gehandhaafd, daar
zult alleen nog maar uzelf werkzaam kunnen worden. En mijn liefde zal
u elke ondersteuning verlenen, omdat Ik zelf immers wil dat u naar Mij
terugkeert. En al gaan er eeuwigheden voorbij tot u in vrije wil weer
op Mij aanstuurt, dan zal Ik u toch nooit onder dwang terugleiden, omdat
Ik wil dat u uw staat van volmaaktheid weer bereikt, omdat Ik wil dat
u zich als mijn kinderen vrijwillig in liefde aan Mij onderwerpt.
Amen |