BD.5648
11 april 1953
Het aardse levenslot stemt overeen met de wil
Ik ben uw aller Vader, en zo zal het u ook begrijpelijk zijn
dat Ik ieder van mijn kinderen mijn vaderliefde ten deel laat vallen en
dat Mij ieders lot na aan het hart ligt, dat Ik zelf ieder kind bij de
hand neem tot het zelf kan gaan, tot het is volgroeid tot een Mij gelijkend
wezen - tot het ten nauwste met Mij verbonden is en dan dus denkt en handelt
volgens mijn wil.
Van eeuwigheid af is de ontwikkelingsgang van ieder wezen uitgestippeld,
wat echter niet betekent dat het willoos deze weg moet volgen, veeleer
zag mijn wijsheid in, welke weg beantwoordt aan de wil van het wezen en
nochtans de grootste mogelijkheden biedt het naar Mij te voeren. Want
Ik zag zowel de weerstand alsook het afnemen van de weerstand in een wezen
en mijn heilsplan paste zich aan die wil aan. Ieder wezen mist de herinnering
aan de vroegere staat van zaligheid in het allereerste begin, maar ook
aan zijn val in de diepte. Bijgevolg kan zijn wil zich volledig vrij uitspreken
voor elke richting - en hij wordt door Mij op geen enkele manier beïnvloed.
Maar mijn liefde en wijsheid plaatst het wezen steeds in de,voor de verandering
van zijn wil, gunstige omstandigheden. Het kan heel gemakkelijk een goede
beslissing nemen, maar het is er niet toe gedwongen.
Nooit zal Ik zelf zijn ontwikkelingsgang voor hem verzwaren, omdat Ik
een oneindige liefde voel voor datgene wat uit Mij is voortgekomen, en
omdat deze liefde steeds alleen vurig verlangt naar de terugkeer van het
wezen, naar Mij, zal Ik het dus het wezen steeds makkelijk maken de juiste
weg naar Mij te vinden. Ik zag ook van eeuwigheid af de mislukkingen.
Ik zag de hernieuwde afval van mijn schepselen van Mij, welke steeds een
nieuwe gelegenheid vereist, mijn doel eens te bereiken. Maar ook deze
mislukkingen zijn meegerekend en remmen Mij niet in het genezingsproces
door Mij, ze verlengen dit alleen en vragen om meer doeltreffende middelen
- en eens leiden die ook naar het doel.
Hoe dus het lot van de mens op aarde is, stemt steeds overeen met mijn
heilsplan van eeuwigheid, daar Ik ook van eeuwigheid af op de hoogte ben
van diens wil en steeds beantwoordend aan deze wil hierop inwerk - het
aardse leven dus zo op de mens afkomt zoals het gunstig is voor de verandering
van zijn wil. Als Vader van mijn kinderen ken Ik waarlijk ook elk karakter
en moet Ik derhalve ook ieder van mijn kinderen anders aanpakken om het
voor Mij te winnen - om zijn liefde voor Mij te verwerven. want dat is mijn doel dat ze Mij hun liefde schenken. En daarom dwing Ik hen niet,
maar laat hun hun vrijheid, want dwang kan slechts tot gehoorzaamheid
uit vrees leiden, nooit echter tot gehoorzaamheid uit liefde.
Ik echter verlang vurig naar de liefde van mijn kinderen en daarom verlies
Ik nooit mijn geduld, zelfs wanneer mijn plan om ze terug te voeren lange
tijd vergt. Ik zal steeds rekening houden met de wil van ieder van mijn
schepselen, maar eens zal het vrij voor Mij kiezen, eens zal de liefde
tot Mij doorbreken, het zal zijn wil aan Mij onderwerpen, het zal naar mijn liefde verlangen - en mijn vaderliefde zal het kind tot zich trekken
en het nu eeuwig niet meer laten gaan.
Amen |