BD.5616
8 maart 1953
Troostrijke woorden van de Vader
Ik ben u waarlijk zeer nabij, ook wanneer u zich door Mij verlaten voelt, want Ik vergeet u niet. Alleen houd Ik Me vaak verborgen om u aan te sporen naar Mij te roepen. Want u zult Mij niet moeten vergeten. De verbinding in gedachten van u met Mij heeft de uitwerking van een waar wonder op uw ziel en dit wil Ik de ziel doen toekomen. En daarom zult u niet lauw mogen worden in uw verlangen naar Mij.
U zult zich steeds weer door middel van gedachten op Mij moeten richten, omdat u zich dan opent en mijn krachtstroom tot u leidt, die naar allen gaat die zich met Mij verbinden. Daarom overkomen u ook ogenblikken waarin u bedrukt bent, waarin de nood u angstig maakt en u hulp zoekt bij Mij. En u zult geen vergeefs verzoek doen. Want als u Mij roept, hoor Ik u en geef Ik u wat u verlangt: mijn aanwezigheid die steeds hulp voor u betekent.
Elke angst en zorg is waarlijk onnodig zolang u contact met Mij mag zoeken in gedachten of door werken van liefde. Ik ben niet ver van u vandaan. En zou Ik het wel zijn, dan is uw roep om mijn nabijheid waarlijk het beste middel om u van mijn aanwezigheid te verzekeren. Want elk verlangen van het hart vervul Ik, omdat toch een gelovig hart Mij roept en Ik dit nooit teleur zal stellen. Elke gedachte van u trekt Mij tot u, zodra die zich bevestigend naar Mij uit.
Daarom zou er geen nood hoeven te zijn op aarde. U zou elke zorg kunnen bezweren, zodra u maar Mij zou aanroepen en Mij al uw noden en zorgen zou voorleggen. Want Ik kan en wil u helpen wanneer u Mij vertrouwt. En uw vertrouwen komt tot uitdrukking in de verbinding met Mij door middel van gedachten, in de hoop die u op Mij vestigt als op uw Vader die Zijn kinderen liefheeft en ze dus ook niet in nood zal laten. Vergeet Mij niet. Blijf in gedachten steeds met Mij verbonden en dan zal Ik altijd bij u aanwezig zijn. En waar Ik ben kan geen nood zijn. Waar Ik ben is steeds de Helper die alle nood kan uitbannen.
Amen |