BD.5581
19 januari 1953
De onbeduidendheid van aardse zorgen
Hoe onbeduidend zijn toch alle aardse zorgen en hoe ernstig
en groot acht u ze. En wat alleen belangrijk is, daar schenkt u mensen
weinig aandacht aan. En daarom worden uw noden en zorgen steeds groter,
omdat ze u ertoe moeten brengen aan Mij te denken en aan uw eigen ziel.
En als dit wordt bewerkstelligd, dan waren de noden en zorgen een zegen
voor u. Maar waar ook deze het niet tot stand brachten dat de mens zich
naar Mij keerde, is vaak groot gevaar dat er nu lagere krachten in werking
treden en de mens helpen, maar dan steeds met verlies van de ziel die
de vorst der duisternis probeert te winnen.
De ongelovigheid wordt steeds groter. Zonder bezwaar geven de mensen Mij
prijs en grijpen begerig naar materiële goederen, die ze als het
ware als koopsom ontvangen, omdat ze Mij weggeven en dus ook hun ziel.
En daarom neemt ook de aardse nood toe en is deze zo duidelijk te herkennen
als door satan in de wereld gebracht. Het ongeloof en aardse verschrikkingen
zullen steeds samen optreden, omdat de satan heerst waar geen geloof meer
is. Het diepe geloof echter betekent steeds een uitweg uit elke nood.
Daarom hoeft de aardse nood niet zo groot te worden geacht, want het diepe
geloof in Mij kan en zal ze opheffen. Maar dit stelt ook een zekere rijpheid
van de ziel voorop, een innige verbinding met Mij, die u dan altijd bijstaat
en de nood laat ophouden. De ongelovige schijnt een nood enorm groot toe,
op de gelovige maakt dezelfde nood nauwelijks indruk, want hij weet dat
er iemand boven hem staat die ze heeft gestuurd en ze ook weer van hem
weg kan nemen. De ongelovige echter zet de eigen kracht in om de nood
de baas te worden. En daar het hem niet lukt, neemt hij de bijstand van
beneden aan, dat wil zeggen: hij grijpt naar de middelen die succes beloven
en met grote zekerheid en verwachting bedwingt hij alles wat hem terneer
scheen te drukken.
Het ongeloof is echter ook een kracht, voor welke gewaarschuwd moet worden.
Want de ongelovige staat in verbinding met hem die ook over kracht beschikt,
maar ze verkeerd gebruikt en zo dus ook die ontvanger van kracht ze voor
zondige activiteiten gebruikt. Daarom kan deze kracht onvoorstelbare schade
aanrichten, wanneer de mens zich eraan overgeeft, wanneer hij zich zo
totaal van Mij losmaakt, dat mijn tegenstander volledige macht over hem
heeft.
Elke aardse nood moet u mensen naar Mij toe leiden. En in elke aardse
nood zult u in de eerste plaats aan uw ziel moeten denken, of ze deze
nood wel gebruikt om zich met Mij aaneen te sluiten. Een dergelijke ernstige
vraag kan de last al verminderen, want ze wordt in u gelegd opdat u oplet
en de zin van uw zorgen inziet. U zult heel gemakkelijk van deze zorgen
af kunnen komen, door Mij ernstig te verzoeken om kracht en hulp. Ik wacht
slechts op een dergelijk verzoek, om u dan mijn hulp te kunnen verlenen.
Want Ik wil alleen uw zielen behoeden voor de diepte. En Ik kan dit doen
zodra u uw ogen omhoog richt en Mij aanroept.
Maar laat uw hart niet koppig zijn. Geloof niet uit eigen kracht u uit
elke moeilijke situatie te kunnen bevrijden. U mensen bent allen zwak
en hebt ondersteuning nodig. Maar wend u tot de ware bron, uit welke u
kracht zult kunnen putten. Laat u niet verleiden door mijn tegenstander,
die u alles belooft en uw ziel schade toebrengt die u niet meer zult kunnen
goedmaken, tenzij u Mij aanroept dat Ik u genees.
Amen
|