BD.5572
9 januari 1953
De tegenstander weet dat hij niet veel tijd meer heeft
De tegenwoordige tijd staat onder de invloed van mijn tegenstander,
wat toch niet zeggen wil dat Ik mijn macht, mijn liefde en genade niet
laat zien. De mensen zelf geven hem gelegenheid door hun wil hun gezindheid
hun handelen en spreken. Zij verwijderen zich daardoor van Mij en kunnen
op die manier de invloed van mijn liefdestraling niet meer bespeuren,
waarvan de werking hen van zijn invloed bevrijden kon. Het is nu de tijd
van het einde zoals geschreven staat, en hij weet dat hij niet veel tijd
meer heeft.
Daarom woedt hij zeer opvallend en wordt toch niet door de mensen herkend,
en mijn tegenstander strijdt bijzonder hard waar er duidelijk naar Mij
gestreefd wordt. Dat zal voor u altijd de verklaring zijn als mensen,
wanneer zij streven naar het geestelijke, in conflict raken met zichzelf
of met hun omgeving.
Het geestelijk streven, dat wil zeggen: uw blik op Mij richten is voor mijn tegenstander
een gruwel en vervult hem met haat en vernietigingswoede. Hij bedenkt
de schandelijkste plannen en de uitwerkingen ervan zijn duidelijk onder mijn kinderen te bespeuren, onder hen die Mij trouw willen dienen, onder
hen die het licht ontvangen en moeten uitdragen in de wereld. Want dit
"licht" onderbreekt hij hinderlijk met zijn dwaallicht, hem
stoort het licht van boven en hij zou het graag uitdoven. Hij vecht om
iedere ziel die hij dreigt te verliezen, en omdat het merendeel van de
mensen hem vrijwillig volgt is hij vertoornd over elke ziel die hem herkent
en zich nu van hem losmaakt.
Het is een tijdsverschijnsel dat echter alleen begrepen wordt door de
mens die oorzaak en doel kent van het beëindigen van deze aardse
periode, die weet van de strijd tussen licht en duisternis en van het
nabije einde. En hoe meer het einde nadert des te heftiger zal hij woeden
en verwarring stichten onder de mensen. Voor hem is elke list en iedere
leugen goed, hij gebruikt alle wapens gewetenloos ook als zij de ziel
voor wie hij vecht de dood brengen. Hij zal optreden onder een masker
en vaak moeilijk te herkennen zijn, hij zal ook onder de mijnen verschijnen
en alle misleiden die zich door zijn masker laten misleiden. En Ik verhinder
het hem niet, want tot aan het einde van deze wereld heeft hij macht en
kracht en die kan hij ook beproeven. Maar in gelijke mate sta ook Ik klaar
met mijn genadegaven, die als zij maar benut worden de overwinning over
hem behalen op de dag van het gericht.
Wat lang van tevoren aan u mensen verkondigd werd moet ook vervuld worden,
en daartoe behoort ook het woeden van satan in de laatste tijd voor het
einde. Toch is er voor u allen altijd een weg die uit de chaos voert,
er blijft u een toevluchtsoord over waarheen u kunt snellen in ieder gevaar.
Kom allen tot Mij als u belast en beladen bent, Ik zal u verkwikken. Draag
al uw leed, uw bange vragen, uw angsten, zorgen en twijfels tot Mij, Ik
sta altijd en overal voor u klaar. Ik zal u altijd bijstaan en kracht
geven als u zwak bent en Ik zal u uit de nood van uw ziel weghalen. Want
die Mij in ernst zoekt behoeft niet te vrezen in handen van mijn tegenstander
te vallen, omdat Ik reeds bij hem ben als hij naar Mij verlangt.
Nog een korte tijd, en de vlam van de wereldbrand die mijn tegenstander
ontstoken heeft om zichzelf in deze gloed te verbergen zal hoog oplaaien.
zijn tijd is nog niet ten einde, dus is hij nog volop bezig en benut die
tijd goed. Maar zij zal beëindigd worden wanneer Ik dat wil, want
Ik ben waarlijk Gebieder over hemel en aarde, over de goede- en slechte
geestenwereld en niets kan geschieden zonder mijn wil of toelating.
Zodoende is het mijn wil dat hij gekluisterd wordt duizend jaar lang,
dat hem de macht en invloed over het menselijke geslacht voor een tijd
ontnomen wordt. Het is mijn wil dat er eenmaal weer vrede zal komen onder
de mensen, en dat zij die zich als de mijnen hebben laten kennen verlost
worden van zijn gewelddadige invloed.
Het is mijn wil dat de mijnen de zegepraal over hem behalen, dus zal Ik
ze ook in de tijd van de hevigste strijd niet verlaten en Ik zal hen steeds
nabij zijn en niet toelaten dat zij door hem verdrukt worden boven hun
krachten. Ik zou steeds bij u willen zijn, dat wil zeggen: u moet ondanks alle
aanvechtingen van zijn kant altijd in de liefde volharden omdat Ik zelf
dan bij u kan zijn en hij dan van u wijken moet van u, die hij nu definitief
aan Mij verloren heeft.
Amen |