Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.5405
2 juni 1952

De smalle weg

Ik wil in u wonen, Ik wil heersen in uw hart, maar met een liefde die u gelukkig zal stemmen. Ik wil in u zijn. Deze tegenwoordigheid van Mij maakt u ook tot mijn kinderen, dan ben Ik tot de mijnen gekomen en zij hebben Mij opgenomen. Aan u, die als mijn schepselen op deze aarde vertoeft, behoort heel mijn liefde toe. Ze zorgt voor u en voert u op wegen, die echter vaak vol stenen zijn en moeilijk af te leggen. Ik leid u - en toch sta Ik weer bij het doel en verwacht u. U hebt dus mijn altijddurende hulp en niemand kan zeggen, nooit mijn hulp te hebben ondervonden. Maar wie mijn liefdevol aandringen en de roep van mijn liefde niet volgt, die blijft achter. En die Mij volgen verkrijgen een grote voorsprong en ze bereiken het doel. Ikzelf neem hen aan mijn vaderhart en leid hen binnen in mijn huis. Het kind heeft de weg naar huis gevonden naar de Vader, van wie het een eindeloos lange tijd verwijderd was door eigen schuld. Het heeft nu eindelijk de weg terug gevonden omdat het de enige weg gegaan is die naar Mij leidt, de weg van de liefde.

Doch deze weg is niet makkelijk te gaan, hij biedt geen verlokkingen, is geen lust voor het oog, hij is niet vlak en moeiteloos begaanbaar, maar hij moet schrede voor schrede beklommen worden omdat hij steil omhoog voert en omdat vele hindernissen tevoren moeten worden weggeruimd voordat hij begaanbaar is. Maar hij is begaanbaar, omdat een Leider voortdurend naast u gaat, u beschermend en ondersteunend, u kracht bezorgend als u wilt opgeven. Hij spreekt u toe vol liefde, Hij neemt u de last af die u dragen moet, Hij leidt u zorgzaam over gevaarlijke klippen heen, Hij is voortdurend uw begeleider. Zodoende kunt u het doel bereiken, vooropgesteld dat u de wil daartoe hebt.

Nu is het voor u ook mogelijk uw blik op de brede weg te richten, en deze brede weg kan u gemakkelijk begerenswaard toeschijnen, want hij is omzoomd met vreugden en genietingen van velerlei aard. De lieflijkste beelden lokken de wandelaar een sprong te wagen van de smalle, moeilijk begaanbare weg naar de brede lokkende straat, waar velen zich te buiten gaan aan werelds genot. De verzoekingen zijn heel groot en menigeen kan ze niet weerstaan. Hij verlaat de moeilijke weg en hem wordt altijd hulp geboden naar de brede weg over te steken, want overal staan gestalten die hem wenken en hem de hand reiken, die zich verheugen de wandelaars weg te kunnen lokken van het smalle pad. De brede weg voert echter niet naar hetzelfde doel, hij voert naar omlaag, zo zeker als de smalle weg omhoog voert.

Dit beeld maakt u duidelijk dat het laatste doel alleen te bereiken is door zelfoverwinning. Dat het een zekere strijd kost met zichzelf en met de moeilijkheden die zich voordoen. Het laatste doel kan de mens dus alleen bereiken als het hem ernst is, als hij geen acht slaat op alle moeilijkheden, als hij zijn oog alleen naar boven richt waar Ik hem wenk als heerlijkste doel. Dan draag Ik zelf hem zo, dat zijn voeten de hindernissen niet raken, dan ziet hij ze niet, veeleer hecht zijn blik zich aan Mij, die hem mijn hand toesteek waaraan hij zich vast kan houden en die hem zal leiden tot aan het einde van de weg.

Hoe verschillend is echter het leven van hen die op verschillende wegen gaan. Hoeveel vreugden en wereldse geneugten kan de ene laten zien, hoeveel ontberingen, lijden en moeiten de andere. Vol afwisseling verlopen de dagen voor de een, terwijl de ander alleen nood ziet bij zichzelf en bij anderen, en hij buiten de eigen last vaak nog die van de medemens draagt, omdat de liefde hem daartoe aanzet. Maar eenmaal komt de vergelding, en die zal uitvallen zoals de mens het zelf verlangde en hoe hij dit verlangen van hem heeft bewezen. Geestelijke goederen zal ontvangen wie naar het geestelijke gestreefd heeft, wie Mij niet bij alle beslommeringen vergeten heeft maar Mij onverdroten tegemoet gaat. Zij echter die de brede weg bewandelden, zien plotseling dat hij in de diepte eindigt.

En de diepte zal allen opnemen, want zij zijn onophoudelijk naar beneden gegaan, de weg die aanvankelijk wel met goede voornemens geplaveid was, die echter snel werden opgegeven omdat de verleidingen alle overwegingen deden verdwijnen, omdat de zonde de overhand neemt, daar waar mijn tegenstander kan inwerken op de ziel van de mens. En de brede weg is door hem aangelegd met het doel de mensen in het verderf te storten.

En zo wordt u mensen door twee machten gelokt, maar uzelf kunt beslissen. U kunt zelf kiezen naar wie u zich wil begeven. U kunt mijn kinderen worden, u kunt echter ook zijn kinderen blijven. Dat is de beslissing die u mensen op aarde moet nemen. Dit is een uitermate verantwoordelijke beslissing, want ze bepaalt uw gehele eeuwigheid. Daarom zendt ieder van de beide machthebbers zijn dienaren uit. Niemand die de brede weg bewandelt zal geen waarschuwende en vermanende ontmoeten, want zij staan aan de kant van de weg en zij kennen de Heer, die alleen heil kan bieden, en dit inzicht spoort hen aan ook hun medemensen deze tijding te doen toekomen en ze weg te lokken van de uiterst gevaarvolle brede weg.

Slechts zelden lukt het, de wandelaars zo te beïnvloeden dat zij de brede weg verlaten en zich bij de pelgrims op de smalle weg aansluiten. Dezen pak Ik echter vast met mijn liefde en erbarmen en Ik maak voor hen de weg omhoog licht omdat zij zichzelf overwonnen. En de overwinnaars hebben een heerlijke kroon in het vooruitzicht. Zij zullen de eersten zijn omdat zij mijn gehele vaderliefde bezitten die Ik ook de anderen zou willen schenken, maar van wie Ik moest ondervinden door dezen afgewezen te worden. Want wie de brede weg gaat, die gaat zonder Mij, omdat de liefde voor de wereld iedere liefde voor Mij en voor de medemensen verstikte. En zonder liefde kan de kloof niet worden overbrugd.

Ga de kruisweg van de liefde, heb lief en lijd, draag uw aardse last in deemoed en overgave en weet, dat u daardoor de weg naar Mij aanzienlijk bekort, dat uw ziel steeds helderder en lichter wordt hoe hoger u stijgt. Weet, dat u die zielen overvleugelt die het niet gelijk u deden, en dat u eens in het geestelijke rijk zult kunnen werken aan hen die achterbleven in hun geestelijke ontwikkeling, dat u hen dan helpen kunt en zult, zodat ook zij het licht bereiken. Want Ik kan niet willekeurig diegenen in het lichtrijk plaatsen die in het aardse leven tekort schoten, die niet leefden zoals het mijn wil was, maar zich alleen lieten beheersen door hem, die mijn tegenstander is.

Desondanks zullen zij niet voor eeuwig verloren gaan. En dit is eenmaal uw missie, de zielen aan de duisternis te onttrekken, verlossing te brengen aan hen die gekluisterd worden gehouden in de duisternis, hen te helpen zalig te worden, ofschoon zij nooit de graad van licht zullen bereiken die een juiste weg op aarde oplevert.

Amen