Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.5394
17 mei 1952

Voordeel van de ontvangers van het woord (de genade) in vergelijking met de ongelovigen

Voor u allen, die mijn woord zult ontvangen, rechtstreeks of overgebracht door mijn boden, is de levensbron geopend. U allen bent ontvangers van genade, die Ik zelf naderbij kom en zal uitdelen wat u nodig hebt om gelukzalig te worden. U allen zult u mogen laven aan het levenswater. U zult mijn bewijs van liefde in ontvangst mogen nemen, mijn woord dat allen mogen horen die het willen horen. U zult een weten in ontvangst nemen dat u de samenhang laat inzien van dat wat is, een weten dat u mijn heersen en werkzaam zijn zal verklaren, en u zult leren Mij lief te hebben omdat u ook Mij zelf zult leren herkennen door mijn woord. En u zult uw taak op aarde inzien en u zult proberen ze te vervullen.

U bent aanzienlijk in het voordeel vergeleken met de mensen die niets van Mij weten omdat ze niets uit mijn hand willen aannemen, die mijn boden met mijn genadegeschenk afwijzen, bij wie geen licht kan schijnen omdat ze het ontvluchten en die daarom ook Mij zelf niet leren herkennen en bij wie het aardse leven een leegloop is en blijven zal, omdat het donker is in hen. U bent in het voordeel vergeleken met hen en zult u daarom in erbarmen over hen moeten ontfermen. U zult moeten proberen in hen een licht te ontsteken en met de genadegave werken waar het maar mogelijk is. U zult u voortdurend kunnen verkwikken. De anderen echter lijden gebrek, al is het ook uit eigen wil en bijgevolg door eigen schuld. Doch u zult hun voeding moeten doen toekomen, waar u maar kunt.

Uit mijn levensbron stroomt onophoudelijk het water van het leven. Deel de frisse drank uit wanneer u iemand tegenkomt die vermoeid en hongerig op aarde ronddoolt. Menigeen zal in zijn ellendige toestand toch naar de lafenis grijpen en menigeen zal zich daaraan verkwikken en zal nooit vergeten dat hij kracht heeft ontvangen.

Bied iedereen de kostelijke gave aan, ook op het gevaar af dat u wordt afgewezen. Maar niemand moet kunnen zeggen dat hem mijn genadegave geweigerd zou zijn gebleven. U allen die mijn woord ontvangt, zult voor Mij uit dankbaarheid minstens voor één zwerver moeten zorgen. U zult op dezelfde manier moeten uitdelen, zoals Ik aan u mijn gaven uitdeel. U zult in liefde moeten aanbieden wat u zelf kostelijk voorkomt. U zult uw medemensen moeten proberen te winnen voor mijn woord.

En Ik wil de inspanning van ieder mens zegenen. Ik wil mijn liefdesstroom uitgieten over allen die de grote geestelijke nood willen tegengaan, die meehelpen bij het verlossingswerk in de laatste tijd voor het einde. Ik geef onbeperkt. U zult mogen nemen in overvloed en u zult weer moeten uitdelen in de geest van mijn liefde, waar u maar geestelijke nood zult zien.

Onophoudelijk zal uit de levensbron het kostelijke water stromen dat een leven wekkende uitwerking heeft. En iedereen heeft toegang tot de bron. Wie echter zelf niet komt, hem zult u levenswater moeten brengen, opdat ook hij de kracht zal ervaren die het levenswater in zich bergt, opdat ook hij tot leven zal worden gewekt en nu voortdurend naar het levenswater verlangt.

Beloon Mij zo de liefde die Ik u zal schenken door het doen toekomen van mijn woord. Want de nood is groot en Ik wil haar tegengaan, waarbij u Mij zult moeten helpen omdat Ik door mensenmond moet spreken om hun wil te winnen. Wees vlijtige arbeiders in mijn wijngaard als u Mij zult willen dienen. Ieder kan werken in zijn omgeving en steeds zal hij als mijn knecht door Mij gezegend zijn.

Amen