BD.5278
21 december 1951
Einde van een verlossingsperiode - Het heilsplan van God
Ik heb u een doel gesteld en u daarvoor een termijn toegekend
waarin u, mensen dit doel goed zou hebben kunnen bereiken. En ook nu nog
is het u mogelijk, wanneer u het ernstig wilt, dat u bij dit doel aankomt.
Maar de u geschonken termijn is voorbij, nog maar 'n korte tijd scheidt
u van het einde en wie het doel dan nog niet heeft bereikt, diens geestelijk
leven is verspeeld, hij heeft het verbeurd, hij wilde niet leven en zijn
lot is de dood. Er loopt een verlossingsperiode ten einde en een nieuwe
begint, maar het thans als mens belichaamde geestelijke is onvermijdelijk
bij het einde aangekomen en als het faalt, moet het de kringloop van de
ontwikkeling weer beginnen, opdat mijn Wet van de eeuwige ordening vervuld
zal worden.
De termijn is afgelopen en slechts minuten scheiden u van het uur van
de ondergang van de oude aarde, waarin de scheppingen hierop worden ontbonden
om weer opnieuw te ontstaan, om weer nieuwe mogelijkheden te geven voor
de ontwikkeling van het nog onrijpe geestelijke. En al stel Ik u steeds
weer dit uur voor de geest, het gaat zonder indruk te maken aan uw oren
voorbij, u gelooft het niet. Maar uw ongeloof houdt mijn plan van eeuwigheid
niet tegen, het geeft Mij echter aanleiding u steeds duidelijkere tekenen
te zenden opdat een dichtbij einde u geloofwaardig voorkomt.
Uw ongeloof noodzaakt me u uitermate pijnlijke wonden toe te brengen opdat
u zich zal bezinnen over wat uw leven eigenlijk is en hoe u het benut
hebt. Uren van nood en ellende kunnen u niet bespaard blijven, ze kunnen
er toch nog toe bijdragen u naar het doel te leiden, dat u waarlijk nog
zult kunnen bereiken wanneer u het ernstig wilt. Ik help u op duidelijke
wijze en geef u kracht, maar uw hart moet Mij aanroepen om hulp opdat
uw wil zich laat zien.
Alles kan en wil Ik voor u doen om u gelukzalig te maken, maar mijn heilsplan
van eeuwigheid kan Ik niet omverwerpen, het moet volgens de wet van de
eeuwige ordening worden uitgevoerd en dit in vastgestelde tijd, die nu
haar einde vindt.
De geestelijke gesteldheid van de mensen heeft al sinds lang haar dieptepunt
bereikt dat een einde van de aarde met zich mee brengt, maar Ik talm nog
steeds ter wille van de weinige die zwak en besluiteloos zijn, opdat Ik
hen nog win, voordat de termijn is afgelopen. Maar dan zijn alle mogelijkheden
uitgeput, dan moet ieder de gevolgen van zijn instelling tegenover Mij
dragen, dan wordt onherroepelijk het gericht gehouden en ieder zal het
lot ten deel vallen dat hij verdient, eeuwige gelukzaligheid of verdoeming,
een leven in het paradijs op de nieuwe aarde of een hernieuwde kluistering
in de schepping weer voor eindeloos lange tijd.
Amen |