BD.5085
16 maart 1951
"Ik heb u nodig" - De zorg van de huisvader voor
Zijn knechten
Ik heb u nodig. De nood op aarde is reuze groot en kan alleen
opgeheven worden met uw medewerking, omdat Ik niet met mijn almacht kan
inwerken op de zielen van de mensen, maar hun vrije wil moet worden aangespoord
waarbij u moet meehelpen. De nood is groot en Ik heb maar weinig medewerkers
op aarde die deze geestelijke nood willen tegengaan. Deze weinige echter
staan onder mijn bescherming, zij worden door mijn vaderliefde met zorgen
omringd en zullen nooit zonder beschutting zijn.
Zou u weten hoe Ik uw geestelijke arbeid waardeer dan zou u niet de minste
twijfel meer hebben over mijn vaderlijke zorg voor u. U zou geen ogenblik
bang zijn maar vol vertrouwen steeds hulp verwachten in aardse nood. Want
u moet de geestelijke arbeid ononderbroken verrichten. Dus zal Ik er ook
voor zorgen dat u ze kunt verrichten, want van deze arbeid van u hangt
voor veel zielen de hulp af die hun anders niet gebracht kan worden.
De arbeid voor Mij en mijn rijk wordt op aarde maar zeer nonchalant uitgevoerd,
want maar zelden wordt de geestelijke nood in haar gehele grootte begrepen.
Maar weinig mensen hebben inzicht, slechts weinig mensen kennen de zin
en het doel van het aardse leven en zin en doel van de schepping. Maar
weinig mensen zijn daarom in staat hun medemensen vanuit dit weten te
onderrichten, en daarom kunnen maar weinig mensen juiste verkondigers
van het evangelie zijn omdat er absoluut bij dit ambt hoort dat de verkondiger
zelf in dit weten vaststaat.
Daaruit zult u nu kunnen concluderen dat Ik uiterst zorgzaam waak over
diegenen die voor zo'n verkondigersambt bruikbaar zijn, daar zij van Mij zelf dit weten in ontvangst hebben genomen. De reeds misvormde leer is
niet ten volle geschikt als reddingsmiddel voor de dwalende zielen, alleen
de zuivere waarheid kan hun profijt opleveren. Alleen de zuivere waarheid
is het middel om de geestelijke nood op te heffen. En wie nu door zijn
wil en zijn liefde tot Mij tot een drager van de waarheid is geworden
die is voor Mij een trouwe medewerker, die Ik waarlijk niet verliezen
wil omdat Ik ook de vele nog dwalende zielen niet zou willen verliezen,
maar ze nog terug wil winnen voor het te laat is.
Ik heb u, mijn medewerkers op aarde nodig en Ik zeg het u steeds weer,
dat Ik mijn dragers van het licht voor mijn dienst op aarde opleid omdat
zij in mijn plaats "het rijk van God" onder de mensen moeten
oprichten, dat deze dragers van het licht echter ook in mijn dienst staan
en dus ook door Mij hun Heer, op iedere manier verzorgd worden.
Wie dus voor Mij werkt moet geen aardse zorgen vrezen. Wie voor Mij werkt
moet zich ook in vol geloof aan Mij toevertrouwen, hij moet als een kind
naar zijn Vader opzien en er altijd zeker van zijn dat hij ook als een
kind door zijn Vader behoed wordt. En de sterkte van zijn geloof zal hem
rust geven ook in iedere aardse nood, die Ik ophef als het daar de tijd
voor is.
Amen |