Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4980
5 oktober 1950

Dogma: Maria hemelvaart

Zoals u zich op de waarheid instelt, zo is ook uw geestelijke ontwikkeling. Wie ze zoekt, vindt ze en gaat onvermijdelijk vooruit. Wie ze afwijst of zich er onverschillig tegenover gedraagt, kan geen geestelijk resultaat hebben, want deze leeft ook niet in de liefde, die met de waarheid nauw is verbonden. De houding van de mensen tegenover de waarheid stemt ook overeen met hun houding tegenover Mij, die zelf de eeuwige Waarheid en ook de eeuwige Liefde ben. En zo zult u nu begrijpen, dat Ik steeds zal streven, de mensen de waarheid te doen toekomen, omdat begrijpelijkerwijs de dwaling van Mij wegvoeren móet. Elke dwaling moet worden rechtgezet en onjuiste leren moeten aan de kaak worden gesteld, omdat ze het denken van de mens vergiftigen, omdat ze de ziel van de mens diegene in handen speelt, die de leugen vertegenwoordigt.

Bijgevolg kan het ook niet worden geduld, dat de dwaling de mensen in de vorm van een geloofsleer wordt aangeboden, die ze moeten aannemen. Elke leer, die het bekennen ervan gedwongen verlangt, heeft mijn afkeuring, al is ze overeenkomstig de waarheid. Want het geloof aan een dergelijke leer onder dwang heeft geen resultaat voor de ziel. Maar veel erger is het, wanneer een onjuiste leer de mensen wordt opgedrongen, die op zich ook geen waarde heeft voor de ontwikkeling van de ziel. Nooit kan een maatregel, die de vrije wil van de mens beknot, mijn instemming vinden. En elk dogma is een aantasten van de vrije wil. Tevens is het van geen belang voor de navolgende mensheid, op welke wijze de Moeder van Jezus de aarde heeft verlaten, want zolang de mensen geestelijk niet zo ver zijn gevorderd, dat ze het proces van de vergeestelijking van een ziel kunnen begrijpen, levert de voorstelling van een hemelvaart alleen maar opnieuw duisternis op. Twijfel en ongeloof zal daar zijn, waar elk inzicht daarin ontbreekt.

De hemelvaart van Christus is wel anders te beoordelen, want Hij was toch de goddelijke Verlosser, aan wie elke macht moest gehoorzamen en die een werk heeft volbracht, dat alle mensen geldt, van wie ook alle mensen kennis zouden moeten verkrijgen en wiens aardse leven daarom van begin tot einde de mensen bewust en begrijpelijk zou moeten zijn. Zijn hemelvaart was de afsluiting van het goddelijk werkzaam zijn op aarde. Zijn hemelvaart was de bekroning, het was de vervulling van vele voorspellingen en de beëindiging van Jezus's levenswandel op deze aarde. Maar ook het geloof daaraan moet niet worden geëist. Integendeel, het moet de mensen volledig vrij blijven daaraan te geloven, omdat het levende geloof pas het gevolg is van een levenswandel in liefde en een diep verlangen naar de waarheid. En daarom is het noch van waarde, noch tot voordeel, de mensen een nieuw geschilpunt te verschaffen, dat het menselijk verstand niet kan bewijzen en dat een hogere graad van ontwikkeling vraagt om begrepen en geloofd te kunnen worden, maar dat bij de mensen niet meer is aan te treffen en daarom de verwarring alleen maar groter wordt, waar de mensen inzicht zou moeten worden gegeven.

Amen