BD.3920
1 november 1946
Het navolgen van Jezus - De levensweg in liefde en zelfverloochening
Wie niet net als Ik zachtmoedig en geduldig is, wie zich niet wat betreft de navolging erin oefent dat hij alle eigenschappen aflegt die passen bij het wezen van mijn tegenstander, wie niet onophoudelijk streeft naar de deugden die hem tot een goddelijk wezen bestempelen, die zal moeilijk het doel bereiken de vereniging met de Vader van eeuwigheid te vinden die in zich pure liefde is en die zich alleen met die schepselen aaneen kan sluiten die aan Hem gelijk tot liefde zijn geworden. Mijn leven op aarde moest u tot voorbeeld dienen, want als mens was Ik aan dezelfde verzoekingen blootgesteld als u omdat Ik de weg moest gaan die als enige een ziel naar de volmaaktheid kon leiden.
Net als u moest Ik strijden tegen alle begeerten van het vlees, evenals tegen alle eigenschappen van een niet goddelijk wezen, daar anders mijn levenswandel u niet als voorbeeld kon dienen wanneer Ik, vrij van alle menselijke fouten geboren, de beproeving van mijn wil zou hebben kunnen omzeilen. Ik moest het leven op aarde ten diepste bewust ervaren, dat wil zeggen met betrekking tot dezelfde zonden vanuit het lichaam de mogelijkheid hebben om ze in vrije wil achterwege te laten en alle prikkels daartoe te vermijden. Ik moest tegen vleselijke begeerten strijden en daardoor de ziel in Mij sterk maken en gewillig om zich met Gods geest te verenigen. De zondigheid van de mensen om Me heen stelde mijn liefde en geduld vaak zwaar op de proef. Toch wilde Ik zachtmoedig en van ganser harte deemoedig blijven, mocht Me ook niet ergens op laten voorstaan. En Ik had medelijden met de zwakheid van de medemensen, dat ze geen weerstand boden aan de verzoekingen, en mijn liefde nam toe. Ik wilde diegenen helpen die terneer lagen en zelf niet overeind konden komen. Want als zelf mens was Ik op de hoogte van alle zwakheden van een mens en deze kennis versterkte mijn zachtmoedigheid en geduld.
Als zelf mens kon Ik Me altijd verplaatsen in de ziel van degene die zondigde, ofschoon Ik zelf zonder zonde was, hoewel Ik zelf op grond van mijn wil overwinnaar was gebleven bij alle verzoekingen van het vlees en van de ziel. Maar Ik ontleende de kracht daartoe aan de liefde. En ieder mens die de liefde beoefent, zal ook de kracht en de wil opbrengen tegen zijn fouten en zwakheden te strijden en ook hij zal de zege behalen, want de liefde zelf is de kracht. En wie dus in liefde werkzaam is zal ook alle deugden beoefenen die een goddelijk wezen kenmerken: hij zal zachtmoedig en geduldig zijn, barmhartig, vredelievend, deemoedig en rechtvaardig. Want als hij de medemensen liefde geeft is ook zijn denken vol liefde en hij bestrijdt alle zwakheden en fouten met gemak. Volg Mij na, leid een levenswandel net als Ik in liefde en zelfverloochening en u zult u bevrijden van alle zondige begeerten. U zult zelfs niet in zonde vervallen, u zult u aan het wezen van de eeuwige liefde aanpassen en al op aarde de vereniging met haar vinden en u zult zeker uw doel bereiken. En dus zult u ook te allen tijde uw kruis op u moeten nemen, net als Ik, en u zult niet ongeduldig mogen worden, want als u Mij ernstig vraagt om bijstand, help Ik u het te dragen en uw ziel zal zich des te eerder bevrijden van aardse begeerten, hoe gewilliger ze het kruis draagt dat de liefde van de Vader haar heeft opgelegd opdat ze helemaal rijp zal worden.
Volg Mij na en neem mijn levenswandel op aarde als voorbeeld en nooit meer zult u in zonde geraken. U zult u verlossen als gevolg van uw wil en de liefde. U zult vrij worden, oneindig gelukzalige wezens worden, voorzien van alle goddelijke eigenschappen. U zult vol van licht en kracht zijn in het geestelijke rijk en gelukzalig leven in eeuwigheid.
Amen |