BD.3686
14 februari 1946
Ernstige onderzoekingen en het willen van de waarheid
Elk weten moet tevoren worden onderzocht, voordat het als volledig waar geestelijk goed door de mens wordt aangenomen, dus tot zijn eigendom wordt gemaakt. En aan dit onderzoek moet de ernstige wil om waarheid te bezitten ten grondslag liggen. En daarom moet hij zich tot Mij als de eeuwige Waarheid zelf wenden en Mij vragen zijn geest te verlichten, zijn denken de juiste richting te geven en zijn verstand het vermogen te begrijpen en te oordelen. En hij zal waarlijk niet door Mij worden misleid als hij de waarheid begeert. Dit zult u zich moeten inprenten, dat mijn doel altijd en eeuwig is, mijn schepselen naar de waarheid te leiden en dat de mens van het ontvangen van de waarheid zeker kan zijn als zijn wil zulks maar nastreeft.
Alleen de wil heb Ik nodig om hem de waarheid te doen toekomen. Maar waar deze wil niet serieus is, waar hij alleen door woorden wordt vervangen en dus het verlangen naar de waarheid niet duidelijk zichtbaar is voor Mij, Die tot in de verste hoekjes van het hart kan kijken, daar zal de mens bezwaarlijk een serieus onderzoek doen en daarom ook niet in het volle bezit van de waarheid uit Mij kunnen zijn. Voor hem is elk geestelijk goed toegankelijk. Hij verzet zich niet tegen foutieve leren, evenals hij echter ook niet de waarheid als zodanig herkent. Hij laat zich binnendringen in een geestelijke richting uit traditie en blijft werkeloos in het onderzoek naar haar waarde. Maar eens moet hij zich verantwoorden voor zijn denken en willen, omdat hij de gave van het verstand onbenut liet en zichzelf de geestelijke vooruitgang daardoor verhinderde.
Hij zal zich ook niet kunnen verontschuldigen met het zich nauwgezet houden aan de hem gegeven geboden. Integendeel, de juiste verhouding tot de Vader van eeuwigheid geeft ieder mens ook inzicht in zijn taak op aarde. En als de mens dus de juiste verhouding tot Mij tot stand heeft gebracht, zal hij Mij zelf en mijn wil boven de geboden plaatsen van diegenen die hij als mijn plaatsvervangers op aarde beschouwt. En hij zal mijn woorden meer geloof schenken, omdat Ik op het denken inwerk van diegenen die mijn ware kinderen willen zijn, om ze naar de waarheid toe te leiden.
Ik heb alleen de ernstige wil van mens nodig. Is deze op Mij gericht, dan zal de mens zich spoedig als mijn kind voelen en uit de hand van de liefdevolle Vader bereidwillig elke gave in dankbaarheid aannemen. Hij zal zich liever door Mij zelf laten bedenken dan door diegenen die zich mijn plaatsvervangers op aarde noemen. Want het hart van een waar kind dringt steeds op het hart van de Vader aan. Het gaat zijn weg rechtstreeks en probeert niet langs omwegen de liefde en goedheid van de Vader te bereiken. En Ik zal het ook steeds tegemoet komen, opdat het Mij gemakkelijk kan vinden. En wat zou Ik mijn kind wel liever aanbieden dan de zuiverste waarheid?
Denk hieraan, u mensen die de rechtstreekse verbinding met Mij nog niet tot stand hebt gebracht, die nog te zeer aan uiterlijke vormen vastzit en deze niet zou willen opgeven, denk eraan dat Ik niet in een uiterlijk omhulsel te vinden ben, maar in uzelf wil worden onderkend, om dan echter ook altijd bij u te zijn. Laat uw verstand actief worden en neem door middel van gedachten uw standpunt in tegenover het weten dat van buitenaf naar u toekomt. En roep Mij aan om ondersteuning. En Ik zal u helpen het juiste en ware in te zien en u los te maken van de dwaling, want alleen de zuivere waarheid voert u naar Mij. Alleen de zuivere waarheid levert u het eeuwige leven op. Streef er daarom ijverig naar in de waarheid vast te staan, zodra u gelukzalig zult willen worden.
Amen |