Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.3670
28 januari 1946

Geestelijke scheppingen - Gelukzaligheid - "Wat geen menselijk oog ooit heeft gezien"

Alles wat zichtbaar is getuigt van mijn macht en kracht en liefde. Maar ook onzichtbare scheppingen liet de kracht van mijn liefde ontstaan en deze zijn het, die u gelukkig zullen maken in het geestelijke rijk. Echter pas dan, wanneer u de staat van vrijheid hebt bereikt die geestelijk schouwen toelaat. Dan zult u wel met bewondering naar de wonderwerken van mijn liefde kijken, ze zullen u verrukken, maar ze zullen toch begrijpelijk voor u zijn, want dan herkent u Mij zelf als kracht en liefde. Dan bent u daar zelf al van doordrongen, zodat u in staat bent te begrijpen, dat zij de diepste grond van elke schepping is en dan zult u alleen maar Hem loven en prijzen, die Zijn wil handelend laat optreden om voortdurend werkzaam te zijn in liefde.

De geestelijke scheppingen zijn door de mensen op aarde niet voor te stellen, ze zijn het toonbeeld van harmonie, volmaaktheid, schoonheid en veelzijdigheid. Het zijn uitermate wonderschone maaksels, die door voortdurende afwisseling steeds prachtiger zijn om te bekijken, die de ogen van de toeschouwer nooit vermoeien of oververzadigen, maar steeds het diepste geluksgevoel uitlokken en dankbaarheid tegenover Mij, de Schepper van hemel en aarde. De aardse scheppingen komen de mens ook wel lieflijk voor en doen zijn hart sneller kloppen, in het besef tegenover de Schepper van eeuwigheid te staan, die ten volle almacht en liefde is. De mooiste scheppingen van de aarde zijn echter slechts een zwak afschijnsel van de geestelijke scheppingen en ze kunnen een vergelijking hiermee niet doorstaan, omdat op de aarde mijn liefde niet zo duidelijk herkenbaar zijn kan, omdat de mensen zelf zich nog niet hebben veranderd tot liefde.

Maar zielen die liefde zijn geworden, kan Ik ook de volheid van mijn liefde doen toekomen. De vormende liefde kan zich in hen openbaren en Ik kan hen laten zien en geven wat Ik hun heb beloofd: "Wat geen menselijk oog ooit heeft gezien en geen menselijk oor ooit heeft gehoord, heb Ik diegenen bereid, die Mij liefhebben". En de scheppingen zullen steeds mooier worden, hoe dieper het wezen in staat is lief te hebben. De diepe liefde geeft hen inzage in mijn besturen en heersen in het geestelijke rijk, ze staan niet meer onvolmaakt tegenover Mij, maar ze zijn geworden wat Ik zelf ben: liefde. Ze zijn zelf vol van macht en kracht, om in hoogste volmaaktheid zelf te kunnen scheppen en vormen naar mijn wil, door mijn kracht.

Een vergelijking voor hun werkzaamheid in het geestelijke rijk is de mensen op aarde niet te geven, omdat er geheel andere wetten heersen en het geestelijk werkzaam zijn niets met de materiële arbeid, met de bezigheid op aarde gemeen heeft. Maar het is een werkzaam zijn in gelukzaligheid, een werkzaam zijn dat het hoogste geluk betekent voor het wezen dat liefde is geworden, dat denken, voelen en willen kan, dat in staat is te zien en te horen, dat als apart wezen gewaar wordt en toch, in verbinding met andere wezens, uitermate gelukkig is, omdat het kracht en liefde daardoor vermeerdert en zijn vermogen om werkzaam bezig te zijn vergroot. Het is een staat van de gelukzaligste harmonie waarin de bewoners van de geestelijke werelden zich bevinden, een staat waar voortdurend naar wordt gestreefd, zodra de ziel tot inzicht is gekomen op aarde of in het geestelijke rijk.

Het is een staat waarin Ik alle wezens zou willen overplaatsen, omdat Ik hen liefheb en hen de heerlijkheden van mijn rijk wil laten aanschouwen. Want het werkzaam zijn van mijn liefde geldt onafgebroken het gelukkig maken van mijn schepselen. Mijn liefde is oneindig en wil geven en gelukkig maken en daarom wil Ik mijn schepselen waardig maken, in geestelijke scheppingen te mogen vertoeven. Maar zij moeten dit zelf willen, ze moeten zich vormen tot liefde in vrije wil, om in het geestelijke rijk onuitsprekelijk gelukkig gemaakt te kunnen worden, tot in alle eeuwigheid.

Amen