Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.3326
11 november 1944

God openbaart zich - Beloften

Mijn wil wordt bekend gemaakt aan u die zich aan Mij overgeeft en Mij wil dienen. Want Ik spreek zelf tot u, nu en altijd, zoals Ik steeds tot de mensen heb gesproken die door werkzaam te zijn in liefde zich in staat stelden mijn stem te vernemen. Ik was in het woord onder hen en zal immer in het woord bij de mensen vertoeven, tot aan het einde van de wereld.

Want Ik heb de mijnen beloofd, dat Ik me aan hen zal openbaren als ze Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden, dat Ik ze in de waarheid zal inleiden en dat ze mijn geest zullen ontvangen. Mijn geest echter is mijn woord. Mijn geest is "Ik zelf" en dus ben Ik zelf bij degenen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. En daarom kunnen ze ook mijn woord rechtstreeks van Mij vernemen, want Ik openbaar me door de innerlijke stem en maak hun mijn wil bekend.

En zo vernamen mijn leerlingen mijn stem. Ik was in het woord bij hen, nadat mijn verlossingswerk was volbracht. Ze hoorden Mij, ofschoon Ik niet lichamelijk onder hen vertoefde. En ze tekenden het woord op, omdat dit mijn wil was. In alle zuiverheid gaven ze datgene weer, wat ze door de innerlijke stem hadden vernomen. Want mijn woord weerklonk helder en duidelijk in hen, zodat ze voortdurend op de hoogte waren van mijn wil. En dit woord deden ze de mensen toekomen, opdat mijn wil aan allen werd verkondigd, opdat ze deze wil konden naleven en dan gelukzalig konden worden.

Maar de tijd heeft dit woord van Mij niet zuiver en onbedorven bewaard. Het is niet allemaal mijn woord dat als zodanig de mensen wordt bijgebracht. Het heeft een verandering doorgemaakt door eraan toegevoegd mensenwerk, dat alleen van de zuivere waarheid, van het door Mij zelf naar de aarde gestuurde woord is te scheiden door diegenen die weer zelf het woord kunnen vernemen door werken van liefde en de wil Mij te dienen.

Nooit zal mijn woord kunnen vergaan. Steeds zal de zuivere waarheid blijven bestaan. Ze zal behouden blijven tot in alle eeuwigheid. Maar mensenwerk blijft niet bestaan. Wat dus aan de menselijke vernietigingsdrang ten prooi valt, wat door besluiten en geboden krachteloos en werkeloos wordt, zijn menselijke bijkomstigheden. Want wat van Mij is, is onvergankelijk en zal alles doorstaan.

Maar Ik streef een reiniging na van datgene, wat als mijn woord de mensen wordt aangeboden en niet meer geheel overeenstemt met het woord dat uit Mij is, dat mijn leerlingen van Mij hebben ontvangen. En daarom stuur Ik het woord weer rechtstreeks naar de aarde. Ik openbaar me opnieuw en zoek me weer mijn leerlingen uit die Ik door mijn geest in alle waarheid geleid.

Want Ik zal steeds in het woord onder de mensen zijn en hun het brood uit de hemel aanreiken. En in het bijzonder dan, wanneer ze gebrek lijden en het hun aan geestelijke spijzen ontbreekt, aan voedsel dat hun zielen tot leven moet wekken. Dan open Ik de bron waaruit het levende water stroomt. Ik geef de mensen te eten en te drinken, doordat Ik hun het voedsel uit de hemelen aanbied: Mijn woord. Mijn vlees en mijn bloed.

Wie wil Mij dat verhinderen? Wie wil het goddelijk werkzaam zijn van mijn geest als beëindigd beschouwen met het woord dat mijn discipelen werd aangeboden? Ik blijf bij u tot aan het einde der wereld, zo luidt mijn belofte. Waarom zal Ik niet spreken met de mijnen als hun hart ernaar verlangt? En u mensen hebt mijn woord nodig, dat u steeds weer mijn wil bekend moet maken.

Want het woord heeft de kracht verloren als het de mensen niet meer zuiver wordt aangeboden, zoals mijn discipelen het eens van Mij hebben vernomen. Maar u mensen hebt de kracht nodig die uit mijn woord stroomt. En dus geef Ik u weer de zuivere waarheid. Ik kom in het woord opnieuw naar de aarde en zal overal weerklinken, waar de mensen die gewillig en in staat zijn liefde te geven, Mij hun diensten aanbieden en in hun binnenste luisteren om mijn woord te vernemen. En naar dezen moet u luisteren, want ze brengen de zuiverste waarheid aan u over. Ze maken u bekend met mijn wil en ze wijden u in een weten in, dat alleen Ik zelf door mijn woord naar de aarde kan brengen. Geloof daarom, dat Ik steeds weer tot de mensen spreek en in het woord bij hen ben.

Amen