Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.2474
15 september 1942

Leugen - Waarheid - Het bestrijden van de dwaling

Er moet tegen de dwaling gestreden worden, want ze is in de wereld gebracht door hem die de waarheid wil verdringen. Maar de Waarheid is God en wie voor God is, moet ook in de waarheid wandelen en de leugen verafschuwen. Leugen is alles wat tegen de waarheid gericht is, leugen is het werk van diegene die het verst van God af staat en die ook de mensen van God verwijderen wil. De leugen is het product van de duisternis, ze schuwt het licht, daar ze niet kan bestaan waar de waarheid, het helderste licht uit de hemelen, straalt. En daarom moet de leugen bestreden worden, want de leugen is opzettelijke misleiding die niet genoeg verafschuwd kan worden. Wie in de waarheid wandelt, zal ook de leugen herkennen en ertegen te velde trekken, want de waarheid duldt niet dat de dwaling naast haar voortgaat.

Maar de vorst van de leugen wendt alle middelen aan om te verhinderen dat de waarheid baan breekt. Hij kleedt de leugen in zo'n vorm dat ze moeilijk is te herkennen door diegenen die niet uitsluitend naar de waarheid streven, want de leugen doet zich aan hen voor als waarheid. Maar de mens herkent ze niet als dat wat ze is, omdat hij nog geen diep verlangen naar de waarheid heeft. En zo wint de dwaling veld en houdt zich zolang staande, tot een ijveraar voor de waarheid tegen haar ten strijde trekt. Want deze herkent de dwaling als het werk van de tegenstander en hij verafschuwt haar. En daar hij voor God vecht, heeft hij ook de ondersteuning van de kant van God te verwachten, daar God wil dat de waarheid verbreid wordt in de wereld. Want waar onwaarheid is, is duisternis en duisternis is onwetendheid en de duisternis moet door het licht worden verdrongen, de zuivere waarheid te weten moet verbreid worden.

Alles wat door de tegenstander onder de mensen aan dwaling wordt rondgestrooid, moet voor de zuivere waarheid wijken en de waarheid moet naar God leiden, die in zich de Waarheid is. En ieder mens die God dient, moet zich ook inzetten voor de waarheid, hij moet ophelderend werkzaam zijn, hij moet de dwaling blootleggen en de mensen onderwijzen waar de zuivere waarheid alleen te zoeken en te vinden is. Want alleen door de waarheid kan de mens tot inzicht komen, alleen door de waarheid komt hij tot een juist geloof en alleen door de waarheid kan de ziel zich positief ontwikkelen.

Maar waar de leugen het denken van de mens beheerst, wordt ook de mens zelf op 'n dwaalspoor gebracht, want nooit wijst de leugen op God, integendeel verwijdert ze de mens steeds meer van Hem tot wie hij moet terugkeren. En dus verhindert de dwaling de mens zijn bestemming te zien, bij kan nooit het doel bereiken dat hem gesteld is op aarde, want nooit zal hij dat nastreven wat doel en zin is van het aardse leven, daar de kennis daarvoor hem ontbreekt.

Waar de leugen is, heeft de tegenstander de overhand en de ziel is in gevaar. En daarom leidt God Zijn strijders op, opdat ze tegen de leugen te velde trekken, opdat ze voor de waarheid opkomen en zonder pardon de dwaling brandmerken als product van de tegenstander. Want alleen zo kan de waarheid worden verbreid, doordat de leugen verdrongen wordt door de waarheid. Wie echter in de waarheid vaststaat, zal niet bevreesd zijn tegen de leugen op te treden, want het is zijn taak ook de medemensen uit de duisternis van de geest in het heldere licht binnen te leiden. En in het licht te zijn betekent, de zuivere waarheid te weten, omdat slechts alleen de waarheid de mensen naar God toe kan voeren.

Amen