BD.2415
19 juli 1942
"Wat geen menselijk oog ooit gezien…"
Wat geen menselijk oog ooit gezien en geen menselijk oor ooit gehoord heeft, dat heeft God diegenen bereid die Hem liefhebben. Het weten daarover heeft God de mensen onthouden. Hij eist alleen het geloof in een heerlijkheid in het hiernamaals, die hun ook niet te beschrijven zou zijn zolang ze op aarde vertoeven. Want wat God Zijn kinderen aanbiedt, is niets aards, met aardse ogen niet waarneembaar en met aardse zintuigen niet te voelen. Maar Zijn woord is waarheid en dus wacht de ziel van de mens een buitengewoon gelukzalige staat waarin ze de meest wonderbaarlijke dingen kan zien en beleven.
Er bestaat op aarde niets dat ter vergelijking zou kunnen worden aangevoerd en bij benadering overeenstemt met de waarheid. Het is een staat van gelukzaligheid, het is een eeuwigdurend schouwen in de geestelijke wereld, die zich onvoorstelbaar rijk aan afwisseling aan het geestelijk oog onthult. Het is uiterste harmonie en evenwichtigheid die alle geestelijke wezens met elkaar verbindt. Het is een voortdurend werkzaam zijn in liefde, een aaneensluiten en zich vervolmaken, een voortdurend God dienen en ontvangen van geestelijke kracht, een voortdurend gelukkig maken en vergroten van de liefdeskracht.
Het is een niet te beschrijven gelukzaligheid. Een blik alleen in deze heerlijkheid zou de mensen aanzetten tot een volledig andere leefwijze, maar deze zou niet zo te waarderen zijn als een echte levenswandel voor God zonder van het loon op de hoogte te zijn. De mens moet uit meest innerlijke aandrang goed zijn, wil hij deze vreugden van het hiernamaals deelachtig worden. Maar de belofte heeft God de mens gegeven en zodra hij ze als waarheid aanneemt, zodra hij gelooft, is het weten van de gelukzalige staat in het hiernamaals voor hem geen gevaar meer, want dan is hij zo met God verbonden, dat hij uit zichzelf zal streven goed te zijn en hij zich niet door beloftes aangespoord voelt tot een goede levenswandel.
Want God heeft die heerlijkheden bereid voor diegenen, die Hem liefhebben. De liefde voor God is vereiste, maar deze moet in het diepst van het hart geboren zijn. En alleen de graad van liefde wordt beoordeeld, niet een daad die vanwege het loon wordt volbracht. Waar echter de liefde is, daar moet ook geluk en gelukzaligheid zijn. Want de Liefde is God zelf en Gods nabijheid is voor de ziel het mooiste en meest gelukkige. De liefde is de vervulling, de liefde Gods is het summum van hemelse gelukzaligheid.
Amen |