BD.2304 Levensbeschouwing met Jezus Christus Alleen een levensbeschouwing die positief staat tegenover Jezus Christus en dus is gebaseerd op de goddelijke leer van de liefde, zal een volk tot zegen strekken en het zowel geestelijk als ook aards een opbloei garanderen. Want een volk dat zich zo’n levensbeschouwing eigen heeft gemaakt, blijft in het diepst verbonden met de Verkondiger van de goddelijke leer van de liefde. Het zal geestelijk rijpen en aards niet aan zo grote tegenspoed zijn blootgesteld, omdat het zijn best doet in overeenstemming met Gods wil te leven en daarom ook geen groot leed nodig heeft dat het moet veranderen. Een volk dat een voorbeeld neemt aan de goddelijke Verlosser, dat Hem erkent en zich dus positief tegenover Hem opstelt, leeft niet alleen een werelds leven en zal daarom niet alleen materiële interesses hebben, maar het streeft ook naar geestelijke goederen. Het leidt een innerlijk leven en stuurt aan op de hemel, want het is door zijn geloof ook meer wetend omdat het geloof werken van liefde van de mensen vraagt en dit het weten oplevert. En wetende mensen leven hun leven bewust met God. Dat wil zeggen: ze zullen zich nooit van Hem afkeren en de wereld haar tol betalen. Ze zijn dus al overwinnaar van de materie geworden, omdat ze, door de liefde van God vastgepakt, in aaneensluiting met Hem hun levensdoel zien. Een volk dat zich dus vrij heeft gemaakt van de materie, heeft een hoge graad van rijpheid. Maar het zal nooit proberen terrein te winnen tegenover andere volkeren. Het is vredelievend en tot hulp bereid. Het probeert niet zijn macht te vergroten of te laten gelden. Het leeft stil voor zich heen en in teruggetrokkenheid. Het zal dus in de wereld weinig aanzien hebben, maar bij God hoog in aanzien staan. Zo’n volk zal het ook nooit kunnen begrijpen dat een andere opvatting, die alles ontkent wat van goddelijke oorsprong is, zich ooit baan kan breken. Een opvatting die dus ook de goddelijke leer van de liefde uitschakelt en door menselijke leerstellingen wil vervangen. Doch dit laatste zal geen bestendigheid hebben. En het volk zal wegzinken in het oeverloze dat het aankleefde. Want niets blijft bestaan wat niet van goddelijke oorsprong is. En hiertoe moet ook een levensbeschouwing zonder Jezus Christus worden gerekend. En al zullen de mensen ook strijd tegen Hem voeren, Zijn leer - de goddelijke leer van de liefde - zullen ze nooit kunnen vernietigen. En een levensbeschouwing zonder Christus zal in elkaar storten, zoals ook een volk dat zich deze opvatting eigen maakt, op langere of kortere termijn het verval tegemoet gaat. |