BD.1885
11 april 1941
Nieuwe leefwijze na de catastrofe
Het lijkt de mensen onmogelijk, dat een natuurcatastrofe zo'n
uitwerking zou kunnen hebben, dat de mensen gedwongen zijn een geheel
nieuwe leefwijze aan te nemen. En toch staan ze er vlak voor. En deze
verandering van leven zal zo menigeen onnoemelijk zwaar vallen, want welke
aardse bezigheid hij ook verricht, ze zal met allerlei soorten hindernissen
verbonden zijn en het zal buitengewone liefde en geduld vragen om ze nu
te kunnen uitvoeren.
En toch zal ieder zijn aardse werkzaamheden moeten verdubbelen, want er
zal veel worden gevraagd van degenen die door het werk van hun handen
de onvoorstelbare chaos te boven weten te komen. Deze mensen kennen de
liefde. Ze zijn hulpvaardig en zoeken nu de juiste gelegenheid om hun
kracht ten volle te benutten in dienst van Hem, die al het leed over de
mensen zendt, maar die ook het leed van de mensen kan wegnemen als Hij
wil. En daarom zal God die mensen met Zijn hulp terzijde staan, als hun
de last ondraaglijk toeschijnt.
Doch slechts een klein deel van de mensheid zal volkomen gelovig zijn
en de goddelijke stem herkennen. De geheel gelovige mens ziet in het natuurgebeuren
alleen de bevestiging van de van boven gegeven geschriften. Zodra de grote
natuurcatastrofe zijn voortekenen vooraf laat gaan, let hij er extra op
zich te vormen naar Gods wil en te bidden.
Want de innerlijke stem zegt hem wanneer de tijd gekomen is. Hij ziet
zich voor grote opgaven geplaatst. Maar de mens moet hebben afgedaan met
alles wat zijn hart nog heeft verheugd. Dan zal de natuurcatastrofe hem
geen noemenswaardige schade berokkenen, want het doel ervan is, dat de
mens leert zich los te maken van aardse goederen. Wie deze laatste vrijwillig
opgeeft, zal weer van God ontvangen wat hij nodig heeft om te leven.
Amen |