BD.1862
24 maart 1941
Woorden van de Vader - Het gelovig gebed - Voorspraak
Wie zich in vol geloof aan Mij toevertrouwt, diens gebed verhoor
Ik. Het leven zonder strijd brengt geen rijpheid van ziel tot stand, de
mens moet strijden en alleen dan kan hem de strijd bespaard worden, wanneer
hij uit eigen aandrang zijn hele leven in mijn handen legt, wanneer hij
zich aan Mij toevertrouwt en gelovig op mijn hulp bouwt. Dan is hij zo,
zoals Ik mijn kinderen hebben wil. Hij erkent Mij als zijn Vader, wiens
almacht en liefde zo groot is dat Hij Zijn kind niet in nood laat. En
hij gaat nooit alleen, maar hij roept Mij steeds aan zijn zijde. Hij is
niet bezorgd en twijfelachtig, maar vol vertrouwen. Hij vreest niet, maar
gelooft. En dit geloof stel Ik niet teleur. Wie zo in Mij gelooft, zal
geen vergeefs verzoek doen. Ik zal hem bijstaan en zijn verwachtingen
vervullen en daardoor zal zijn geloof steeds dieper en onwankelbaarder
worden.
Het zal vrede in hem zijn, want hij vreest niets meer, hij weet dat hij
nooit alleen en verlaten is. En diegene voor wie het gebed bedoeld is,
zal de kracht ervan bemerken. Het zal geestelijke helderheid teweegbrengen
en kracht om te geloven. De mensen zullen gewaarworden dat er kracht tot
hen komt en de geestelijke blik zal omhoog gericht zijn. Ik zal zelf een
flits van inzicht zenden in de harten van hen voor wie het gelovig gebed
van mijn kinderen geldt. Wat dezen vragen wordt hun verleend en mijn liefde
waakt over de zwakken en hulpbehoevenden, dat ze niet vallen of verdwalen.
Want zij die op aarde bidden voor hen van wie ze houden en die smeken
voor het heil van hun ziel, zenden de kracht van het gebed naar die anderen
en dus kan de genade aan dezen worden overgebracht.
De voorbede is een werk van naastenliefde. De voorspraak is het doeltreffendste
middel om hen te helpen. Mijn geest zoekt nu de vereniging met hen en
voert ze naar het inzicht. Wat de mens uit eigen kracht niet kan, dat
bereikt een gelovig gebed dat voor hem naar Mij omhoog wordt gezonden.
En Ik ontferm me in het bijzonder om deze zielen. Ik laat ze niet in onwetendheid.
Ik neem ze in bescherming met mijn genade, met mijn geest, want de liefde
van een mensenkind smeekt niet vergeefs om mijn bijstand. En zo, wees
onbezorgd, ieder gaat de weg die hij moet gaan naar zijn voltooiing. Zoals
het komt, zo is het goed voor de positieve ontwikkeling van de ziel. En
als u Mij vol geloof vertrouwt, leid Ik u door alle noden het eeuwige
vaderland tegemoet.
Amen |