BD.1567
14 augustus 1940
Het belijden van Jezus Christus voor de wereld - Goddelijke
bescherming
Wie Jezus Christus belijdt diens leven is in Gods hand, ook
al verklaart de wereld en haar gezag hem de bitterste strijd. Reeds van
het uitspreken van de goddelijke naam gaat al kracht uit, en de liefde
van de Heiland zegent allen die zich aan Hem overgeven, dat wil zeggen: die in
Hem geloven, Hem beminnen en Zijn geboden onderhouden.
Slechts weinig mensen echter nemen het leven van Jezus tot richtsnoer
van hun leven. Wie zich echter de moeite geeft in alles de Heer na te
volgen, die zal ook spoedig inzicht verkrijgen en zal de goddelijke Heiland
en Verlosser niet meer willen opgeven. Zijn liefde openbaart zich zo indringend
dat in de mens het verlangen naar de hemelse Vader steeds toeneemt. Het
is als een gestadige regen die het uitgedroogde aardrijk drenkt met Zijn
onontbeerlijk woord dat van boven tot de mensen op aarde gebracht wordt.
En dat woord spoort nu de mensen steeds aan Hem aan te nemen die door
de wereld verloochend wordt.
De mens die Gods kracht duidelijk ervaart moet zich ook voor dat woord
inzetten, hij moet frank en vrij spreken over alles wat de Heer zelf op
aarde geleerd heeft. De mens moet alles doen om vooreerst het menselijke
hart geschikt te maken de waarheid aan te nemen die de mensen van boven
wordt overgebracht.
Eens heeft de Heer zelf gezegd: "Wie Mij voor de mensen belijdt die
zal ook Ik belijden voor mijn Vader". Dus heeft Christus de mensen
geboden voor Zijn naam op te komen, opdat hij dan eveneens de goddelijke
bijstand ervaart als hij de hulp van de Vader in de hemel begeert.
Wie voor de goddelijke naam opkomt zal in de komende strijd tegen Christus
betrokken worden, want men zal trachten de mensen iedere herinnering aan
Hem en Zijn werken op aarde te ontnemen. Men zal de mensen met harde straffen
dreigen die ten doel hebben het verdwijnen van het geloof in Jezus Christus
als Verlosser der wereld. De mens zal serieus moeten strijden om stand
te kunnen houden tegen al deze influisteringen van kwaad gezinde krachten,
en alleen de mens die zich voor Jezus Christus inzet en in gelovig gebed
de Heer zijn noden en zorgen toevertrouwt en Hem om bescherming en kracht
vraagt, zal sterk en vrij zijn. Want dat belooft de Heer al zijn strijders,
als zij Hem als de goddelijke Heer en Verlosser belijden voor de mensen.
Hier zal de goddelijke macht duidelijk bewijzen dat zij sterker is dan
aardse macht, en zij zal waken over ieder aards kind, onverschillig in
welke gedaante het de Heer en Heiland belijdt. Daarom behoeft de mens
niet bezorgd te zijn dat het aardse gezag hem zou kunnen vervolgen om
hem schade te berokkenen, omdat hij een aanhanger is van het ware christendom.
Jezus Christus kan nooit uit de wereld van haat en liefdeloosheid verdrongen
worden, ook al wordt de strijd openlijk gevoerd. Maar wie zijn aardse
leven liefheeft diens hart zal angstig kloppen en hij zal makkelijk de
geboden van het wereldlijk gezag in acht nemen, dus zijn Heer en Heiland
verraden ter wille van aards succes.
Maar wie de dood niet vreest zal vrijmoedig de naam belijden van Hem die
de wereld verlost heeft van de zonden, zelfs als hij er voor moet boeten
door de aardse macht. De Vader in de hemel houdt echter Zijn handen beschermend
over dat aardse kind, en dan zal het voor de tegenstander lijken alsof
bovenmenselijke krachten tegen hem strijden. Hij zal aan de kalmte die
ondanks dreigingen onmiskenbaar is de kracht van het goddelijke woord
en de liefdevolle zorg van de Vader in de hemel herkennen, die de zijnen
beschut als zij Hem maar belijden voor de wereld.
Amen |