BD.1542
28 juli 1940
Woorden van de Vader - Terugkeer naar het vaderhuis
Word als kinderen opdat u binnen kunt gaan in mijn rijk. Geef u vol vertrouwen over aan uw Vader in de hemel en laat Hem zorgdragen en Zijn liefde zal u de weg op aarde gemakkelijk maken. En daarom gaat naar u allen de aanmaning uit, aan Mij te denken op al uw wegen, want alleen als u Mij zult roepen, kan Ik u zo bijstaan dat u mijn hulp herkent en alleen dan kan Ik uw zorgen van u afnemen. Het is een verre weg die u moest gaan en die nu door het leven op aarde beëindigd moet worden. Wilt u nu aan het einde van de weg geheel met Mij verenigd zijn, dan zult u tevoren al vurig moeten verlangen naar mijn aanwezigheid. U zult als kinderen naar de Vader moeten verlangen, u zult mijn nabijheid van ganser harte moeten begeren en het moet uw diepste behoefte zijn met mij te verkeren in geest en in waarheid.
U zult nooit mogen geloven dat Ik onbereikbaar ben voor een van mijn aardse kinderen. U zult met een rotsvast vertrouwen altijd en overal mijn liefdevolle zorg moeten verwachten en u zult daarom met elk verlangen naar Mij moeten komen opdat Ik u mijn vaderliefde ten deel kan laten vallen en u, onmondige kindertjes, evenzeer kan behoeden en met zorg omringen. Want u bent in waarheid mijn kinderen naar wie Ik verlang. Ik verlang vurig naar uw terugkeer in het vaderhuis. Ik laat niets vallen wat van Mij is en mijn Geest in zich draagt. Ik leef en lijd met u mee en Ik verlang er sterk naar dat u vrij wordt. En als u Mij nu uw hart schenkt, geeft u Mij het recht de ketenen van u los te maken, want u biedt Mij uw wil aan en dit betekent vrij worden uit de macht van diegene die de schuld heeft aan uw afval van Mij. En het moment van het vrij worden uit zijn macht is het ogenblik van de vereniging met Mij, want Ik trek ieder wezen aan mijn hart dat zich uit vrije wil losmaakt uit deze macht, dat naar Mij verlangt en Mij erkent als zijn God en Vader, opdat het eeuwig zal verblijven in mijn nabijheid.
Er gaat een zacht ruisen door de hele wereld. Mijn liefde tracht alle wezens tot zich te leiden. Ze herkent de gewillige mensenkinderen en trekt ze naar zich toe. Want Ik onderricht mijn boden, dat ze diegenen kracht overbrengen die van goede wil zijn en deze krachtstroom wekt hen op. Hij maakt als het ware de aan de aarde gebonden wezens los en stelt ze in staat de zachte stem te vernemen die de uitdrukking is van mijn liefde voor hen en die overal klinkt waar het hart de stem vernemen wil en zich dus door mijn liefde wil laten doorstromen.
Ik bedenk de mijnen onophoudelijk. Ik laat deze stroom niet opdrogen, zolang ze ernaar verlangen. En Ik zal nooit of te nimmer het gelovige vertrouwen van mijn kinderen op aarde beschamen doordat Ik hen zonder bijstand laat als ze deze nodig hebben en Mij aanroepen om hulp. En wie mijn liefde begeert, diens hart zal haar voelen. Want Ik zal bij hem zijn en werkzaam zijn in hem en door hem. Want dit is mijn gave, dat Ik diegenen met kracht vervul die zich geheel en al op Mij richten, opdat ze in het leven op aarde al de verrukking van de vereniging met Mij gewaarworden, en alleen nog streven naar de vervulling van hun vurigste verlangen, voor eeuwig met Mij verenigd te zijn.
Amen |