BD.1517
12 juli 1940
"Ga heen en onderwijs alle volkeren"
De grootste list van de tegenstander is, het denken van de
mensen te vertroebelen en aan zijn plannen te onderwerpen. Als nu in diepste
deemoed de mens de goddelijke geest vraagt, zal zijn denken juist zijn
en zal hij het duidelijkst de zin van deze woorden inzien. Hij zal ook
inzien, dat de wil om te heersen het werkzaam zijn van de goddelijke geest
uit moest schakelen, dat nu het denken verkeerd was en een valse leer,
die de zin van het goddelijke woord ernstig misvormde, zo moest ontstaan.
En God weert de mens niet, want hij tast de vrije wil van de mens niet
aan. Het evangelie heeft Hij Zijn discipelen geleerd en Hij heeft hen
de opdracht gegeven, het te verbreiden met de woorden: "Ga heen
en onderwijs alle volkeren". De diepe gelovigheid van Zijn discipelen
garandeerde het werkzaam zijn van de heilige geest en dus konden de leerlingen
niets anders dan de waarheid onderwijzen. Dus zal er steeds de zekerheid
bestaan voor de waarheid van een onderwijzende dienaar Gods, als
deze in het diepste - dus levende - geloof vaststaat. Deze
zal een echte navolger van Petrus zijn en een aanhanger van de kerk, die
Jezus Christus zelf heeft gegrondvest, maar die nooit een wereldse macht
zou vormen, maar zich alleen zuiver geestelijk zou uitbreiden onder alle
volkeren der aarde.
Nooit heeft God de mensen als opgave gesteld, op aarde een instituut te
vestigen en nu, in het kader van menselijk uitgevaardigde geboden, er
de zuivere goddelijke leer weliswaar tussen te voegen, echter in zekere
zin dwangmatig de vervulling van de geboden te eisen, wat tegen de goddelijke wil ingaat. De mens moet in volledige vrijheid van wil de leer van Christus
in zich opnemen en trachten de goddelijke wil te vervullen. Deze leer
moet de mensen worden aangeboden door waarachtig gelovige leraren, die
God willen dienen en die dan ook verlicht zijn door de geest Gods,
als ze deze leer verkondigen. Maar de geest uit God kan nooit dáár
werkzaam zijn, waar een bouwwerk van wereldlijke macht is ontstaan en
het enige doel van de vele verordeningen en geboden - die zogenaamd met
de hulp van de heilige geest werden uitgevaardigd - was, deze macht
te versterken en zo de leer van de onfeilbaarheid van het hoofd van de
kerk ontstond. Steeds weer is de heilige geest werkzaam om deze onjuiste
leren te weerleggen en de mensen opheldering te geven. Maar steeds weer
is de menselijke wil zo sterk, de zuivere waarheid af te wijzen en de
dwaalleren aan te hangen. En de wil van de mens kan niet worden gedwongen
de waarheid aan te nemen. Hij kan ook niet onder dwang ertoe worden gebracht
God zelf als Gever van dagene, wat hem als waarheid wordt voorgehouden,
te erkennen. Het moet aan hemzelf worden overgelaten, de waarheid in te
zien. Maar er staat hem daar veel behulpzame kracht ter beschikking. Die
maar een weinig verlangen naar de waarheid in zich heeft, zal erop gewezen
worden en wie gewillig is - dat wil zeggen aan wie het er serieus om te
doen is - de goede weg op aarde te gaan, zal in het gebed te allen tijde
om het vermogen van het inzicht kunnen verzoeken.
Amen |