Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.1504
5 juli 1940

De zorg voor het heil van de ziel - Onbaatzuchtige naastenliefde

Elk ongestoord uur moet worden gebruikt voor een werk dat het welzijn van de mensheid betreft. Het geestelijke welzijn moet boven het aardse welzijn worden gesteld, want er is geen tijd te verliezen. Ook de duivel gebruikt elke gelegenheid om de mensheid geestelijk schade toe te brengen en daarom moet de kracht die hier tegenin gaat onophoudelijk bezig zijn om zijn werkzaam zijn te verhinderen. De goede geestelijke kracht moet zich verenigen in het werkzaam zijn tegen deze macht en daarom mag er zich geen onverschilligheid en geen nalatigheid voordoen, die de tegenstander alleen maar tot voordeel zou strekken. Want des te sterker zet hij nu zijn optreden in, hij verzwakt ook de wilskracht van hen die niet ijverig zijn bij het werken tegen hem en maakt dat ze moe worden.

Tegen het gebod van de naastenliefde zondigt ook, wie verslapt in de strijd om het heil der zielen van degenen die hulpbehoevend zijn. Het moet uw ijverigste zorg zijn hen te helpen, die de geestelijke ondergang nabij zijn. U mag hen niet aan de duisternis van geest overlaten en u niet onverschillig van hen afwenden, want ze hebben uw hulp nodig. Ze zijn zwak en niet meer in staat zich uit de macht van de tegenstander te bevrijden. Ze beseffen de nood van hun ziel niet, want alles om hen heen is donker en zonder licht en daarom begeren ze ook het licht niet.

Maar het moet uw streven zijn, het lichtje aan te steken en deze armen een klein lichtschijnsel te brengen, opdat ze opletten en uw werk in acht nemen. U moet alles proberen om de onverschilligheid tegenover het geestelijk weten te veranderen in opmerkzaamheid. U moet hun gedachten de goede weg wijzen. U moet ze onderrichten en ze met klem vragen aan hun ziel te denken en de zin van het leven te begrijpen. U moet proberen ze te bewegen om het geloof in Jezus Christus aan te nemen en hun voorhouden hoeveel zegenrijker een gang over de aarde in liefde is, dan alleen maar te leven voor de eigenliefde, voor de vervulling van aardse wensen. U moet ze niets onthouden van wat u de weg omhoog liet vinden. U moet hun de leer van Christus in overweging geven, dat ze alleen maar door dienen in liefde opwaarts kunnen gaan. U moet alles doen wat deze zielen uit de nacht van de geest naar de helderheid van de dag kan voeren. Dan bent u in de meest ware zin van het woord liefdadig.

Dit is de meest onbaatzuchtige naastenliefde die alleen het heil van de ziel van de medemens geldt. Dit is een taak die oneindige liefde en geduld vraagt, want de wezens die zich in de duisternis bevinden zijn moeilijk te bewegen het woord Gods aan te nemen. Ze zullen er allen weerstand tegen bieden, omdat de vijand zelf uw sterkste tegenstander is en de wil van deze mensen aanzet tot zeer sterke weerstand. En toch kan de liefde van de mens overwinnaar zijn, als met onvermoeibaar geduld steeds weer om deze zielen wordt gestreden, juist met de middelen der liefde. Er moet niet op de uiterlijke kant van de mens worden gelet, maar op zijn ziel, die zich in een beklagenswaardige toestand bevindt en zelf niet meer de kracht opbrengt zich uit de boeien te bevrijden, waarin de tegenstander haar heeft geslagen.

Wie zich nu in het licht bevindt - dat wil zeggen: bekend is met de waarheid - diens liefde zal de nood van zulke zielen herkennen en niet ophouden zich voor dezen in te spannen. Hij zal door innig gebed proberen hun hulp te brengen. Hij zal de nood van deze ziel voorleggen aan de Vader in de hemel en Hem om kracht vragen voor het verlossingswerk, als de eigen kracht niet voldoende zal zijn en de wil van de mens vermoeid raakt, voordat de ziel voor het eeuwige leven is gewonnen. Wees daarom onophoudelijk werkzaam in liefde en doe alle liefde toekomen aan de mens van wie de ziel zich in nood bevindt. Laat u niet door mislukkingen terneerdrukken, maar verlang te allen tijde naar de kracht uit God, dan zult u in staat zijn de moeilijkste taken te volbrengen. U zult de tegenstander de zielen ontrukken en ze naar de hemelse Vader leiden. En deze zielen zullen u er dankbaar voor zijn tot in alle eeuwigheid.

Amen