BD.1456
6 juni 1940
Almacht van de goddelijke liefde - Wereldgebeuren
Schrijf het volgende op: U mensen hebt een totaal verkeerde
voorstelling van de almacht van de goddelijke liefde. U neemt een andere
maatstaf, waarnaar u de gebeurtenissen beoordeelt, die zowel leed als
ook vreugde voor de mensen betekenen. U ziet alleen de uitwerkingen in
aards opzicht, maar kunt u niet in de verste verte de noodzaak enerzijds,
evenals de gevolgen anderzijds in geestelijk opzicht voorstellen. U legt
steeds menselijke gevoelens aan uw beoordeling ten grondslag en dat laat
u de liefde Gods zelfs als wreedheid voorkomen. Maar u bent niet op de
hoogte van de kwellende toestand, die de zielen eens wacht, wanneer Ik
van hen alle leed op aarde op een afstand houd en hen schijnbaar alleen mijn liefde geef.
Deze liefde van Mij is zo groot, dat Ik mijn schepselen het leed in het
hiernamaals graag wil besparen en ze dus tevoren laat lijden in een toestand,
die hen dit leed niet zo laat voelen. En toch herkent u mijn liefde niet
en schept er genoegen in tegen Mij in opstand te komen. U leeft in een
wereld, waarin zinnelijk genot u een zekere bevrediging laat vinden, maar
in de wereld hierna zult u, als u inzicht hebt, streven naar de verbinding
met Mij. Tevoren zult u echter elke verbinding met de materie moeten hebben
verbroken om u met Mij te kunnen verenigen.
Maar u bent daar nog zeer ver van verwijderd, want de materie houdt u
nog te zeer gevangen en wel zodanig, dat u ze nog als aantrekkelijk ervaart.
En daarom verwoest Ik met geweld datgene van u, wat u hindert in de richting
van een veel groter geluk. Ik wil u de weg op aarde verkorten, waarin
u nog in de vorm moet gaan. Ik wil dat u de materie leert verachten, die
slechts een hindernis voor u is, en u herkent mijn liefde niet. U zit
nog te vast aan uw eigen wil en onderwerpt u niet aan de goddelijke wil, die u waarlijk alleen maar zo bedeelt, zoals het voor uw ziel dienstig
is.
Probeer u altijd en overal mijn overgrote liefde voor te stellen als beweegreden
van wat Ik zend of toelaat, en u zult anders leren denken. Ik schep er
waarlijk geen plezier in mijn schepselen te zien lijden en Ik probeer
daarom het grote leed van u af te wenden. Alleen zo zult u moeten leren
kijken naar het wereldgebeuren om heen, dat voor u meer een bewijs van mijn liefde zou moeten zijn, dan een daad van wreedheid. Weer deze gedachten,
die u laten twijfelen aan mijn liefde, want het is alleen de liefde, die
Mij zo doet handelen dat u schijnbaar het slachtoffer bent. U bent alleen
te zwak en wenst te weinig de kracht, die u de materie zou doen overwinnen.
En zo bekommer Ik me om uw nood en ruim Ik voor u de hindernis voor uw
positieve ontwikkeling uit de weg. Ik ontneem u elk aards bezit, opdat
juist deze lichamelijke nood u naar Mij laat vluchten en u dus innig contact
zoekt met Mij. En dan pakt mijn oneindige liefde u vast en mijn oneindige
liefde helpt u overwinnen.
Maar voor u zich aan Mij heeft toevertrouwd, zult u het verlies van het
aardse goed smartelijk ervaren en dus is uw toestand nog onvrij. U bent
nog te zeer met de materie verbonden en u herkent Mij en mijn liefde nog
te weinig. En u bent zelfs geneigd Mij helemaal te willen loochenen, omdat
u al het gebeuren beschouwt vanuit een aards standpunt en er niet aan
denkt hoe zeer geestelijk de noodzaak zich voordoet, om u niet verloren
te laten gaan.
Het is het gevaar van uw geestelijke ondergang, die Mij noodzaakt zo in
te grijpen, dat u mijn liefde in twijfel trekt. Maar Mij gaat alleen uw
geestelijk welzijn aan het hart en alles wat geschiedt moet u dit geestelijk
welzijn opleveren. Vertrouw u daarom met een gerust hart toe aan mijn
leiding en neem deemoedig en berustend uw lot uit mijn handen aan. En
het zal u tot zegen strekken en eens zult u Mij danken, dat Ik daardoor
groter leed in het hiernamaals van u heb afgewend.
Amen |