BD.1377 Ceremoniën - Kindschap Gods (2) U moet aan diegenen denken, die steeds hun best doen goed
en rechtvaardig te zijn en toch niet bij een bepaalde geloofsrichting
horen. Hun wil is gericht op God, dus op het goede. Het ontbreekt hen
alleen aan het juiste inzicht. Dit moet evenwel in het diepst van het
hart ontwaken en - evenals bij hen - ook bij ieder, die lid is van een
bepaalde geloofsrichting. Dit innerlijke inzicht is absoluut noodzakelijk
voor ieder mens. Zonder dat baat hem het naar buiten herkenbare geloof
niets. Maar omgekeerd brengt het innerlijke inzicht ook zonder dit de
juiste verhouding van de mens tot God tot stand; de verhouding van het
kind tot de Vader. En dit moet als eerste worden nagestreefd. Op grond
van de geloofsleer van een kerk kan deze eis wel gemakkelijk begrepen
en ook vervuld worden, maar het niet behoren bij een bepaalde kerk sluit
ditzelfde niet uit. Het is nu ook wel begrijpelijk, dat deze verhouding
tot de Vader eerst tot stand moet worden gebracht om van kindschap Gods
te kunnen spreken en dat het behoren bij deze of gene kerk dit laatste
niet garandeert, maar alleen het diepe innerlijke gevoelen van het hart
doorslaggevend is. |