BD.1368
2 april 1940
En leid ons uit de bekoring - Het "Onze Vader"
En leid ons niet in verzoeking. U hebt de zonde altijd te
vrezen, want ze ligt voortdurend op de loer. En daarom moet u waakzaam
zijn en niet vergeten te bidden. U moet God herhaaldelijk aanroepen, opdat
Hij u beschermt tegen elk gevaar voor de ziel. De listen en het bedrog
van de vijand moet men vrezen. Hij kronkelt zich in elke vorm dichter
om het mensenkind heen om zijn invloed te laten gelden. En steeds zal
hij de zonde zodanig vorm geven, dat het de mens lokt en hij alle goede
voornemens vergeet.
En daarom moet u waken en bidden. Waakzaam zijn, opdat hij u niet te slim
af is en bidden om kracht, om hem te kunnen weerstaan. En als u tot God zelf uw toevlucht neemt, dan zal Hij uw vertrouwen belonen en zichzelf
bereid verklaren u te beschermen. En Hij zal verhinderen dat de tegenstander
verder zijn intriges tegenover u realiseert. En als de wil van de mens
sterk is, dan zal de tegenstander verliezen. En dit brengt hem ertoe om
het opnieuw te proberen onder een andere vlag.
En daarom spreekt de Heer: "Vraag Mij om hulp, Ik wil ze u geven."
Alleen al de gedachte, die u vragend omhoog zendt, zal een muur rondom
u oprichten, die de vijand niet kan afbreken. Want God laat wel de tegenstander
de vrijheid zijn macht te gebruiken om daardoor ook de wil van de mens
op te wekken weerstand te bieden, maar als de goddelijke Heiland eveneens
wordt aangeroepen om een mensenkind te redden en als u dus in geest en
in waarheid uw handen opheft, dan zult u altijd op Zijn hulp kunnen rekenen,
want Hij zelf heeft u gezegd hoe u bidden moet.
Hij zal u sterken en kracht geven om weerstand te bieden, maar Hij zal
ook de verzoekingen van de vijand van u afwenden. Want dat is de wil van de Vader, dat u het gebed gebruikt dat Hij u zelf heeft geleerd. Het omvat
alle vragen die bijna uitsluitend het zielenheil gelden. Als u deze vragen
innig aan de Vader in de hemel voorlegt, zal Hij u bedenken overeenkomstig
uw waardigheid. En streef er dus naar de goddelijke genade waard te worden,
opdat ze in u overvloeit en u dus de kracht uit God in ontvangst kunt
nemen.
En de Heer belooft u Zijn hulp. Benut deze daarom en dank de Schepper
van hemel en aarde voor Zijn oneindige liefde en goedheid, die zorg draagt
voor ieder mens. En de invloed van de tegenstander wordt steeds geringer.
Hij zal het voortdurend strijden moe worden en u opgeven als hij geen
resultaat merkt. Dus zult u "verlost zijn van alle kwaad."
Amen |