BD.1027
29 juli 1939
Kloosterleven? (1)
Zodra de overgang begint in het zielenleven van een vrouw,
neemt ook het opnamevermogen voor al het geestelijke toe en kan alles,
wat aards in zo'n tijd wordt meegemaakt, een weerslag hebben op
de toestand van de ziel. Er zijn in een reeks jaren bepaalde natuurwetten,
die het menselijke lichaam zo beïnvloeden, dat het niet zonder beschadiging
in strijd hiermee kan handelen. Deze dwang is in zekere zin nodig, om
het driftleven van de mens in stand te houden, dat wederom voor de voortplanting
volstrekt noodzakelijk is. Zolang deze drift naar buiten toe zich laat
gelden, zolang de mens ingespannen is, steeds alleen maar hiermee rekening
te houden, zolang zwijgt ook de begeerte van de ziel naar geestelijk voeding.
En dit is des te begrijpelijker, hoe verder de mens zich van het verlangen
naar lichamelijke vervulling van de natuurdrift verwijdert. Onwillekeurig
houdt juist dit verlangen de mens als met kettingen aan de aarde vast.
Hij is niet in staat zich geestelijk naar boven te verheffen en dientengevolge
is de ontwikkeling van zijn ziel te betwijfelen. En daarom kan er nooit
een zuivere, God welgevallige verhouding tot stand worden gebracht van
de aarde naar de geestelijke wereld, indien het verlangen van het lichaam
nog het vervullen van zijn natuurdrift betreft, want dit zijn twee werelden,
die niet met elkaar overeenstemmen. Weliswaar heeft God zelf deze natuurdrift
in de mens gelegd, maar hem is ook de mogelijkheid gegeven deze te weerstaan
uit eigen aandrang. Waar er zich echter ongeremd aan wordt overgegeven,
is voor de ziel de weg naar boven versperd, terwijl elk weerstaan van
deze begeerte de boeien van de ziel losmaakt. En daarom is het ook buitengewoon
zegenrijk, wanneer de mens zijn begeerten bestrijdt in de tijd. Door God
gewild is alleen het toegeven aan deze aandrift, met het doel nieuw leven
te verwekken en daarom zou ieder mens overigens moeten streven naar een
uitermate reine levenswandel, daar hij daardoor de ziel onvermoede voordelen
verschaft in geestelijk opzicht.
Als nu deze lichamelijke aandrift is overwonnen, hem met succes weerstand
werd geboden en derhalve het voldoen aan de lichamelijk sexuele prikkel
de ziel niet meer bant in een gekluisterde toestand, is haar de vlucht
omhoog vrijgegeven en ze zal nu zonder enige remming met de geestelijke
wereld in verbinding kunnen treden. Nu is de mens elke weerstand om te
overwinnen in het leven toegevoegd. En het is heel wat verdienstelijker
de wereld met alle weerstand te hebben weerstaan en getrotseerd, dan deze
weerstand bewust te hebben omzeild. De Vader in de hemel kent elk verlangen
en de graad van liefde voor Hem, daarom bedenkt Hij ook Zijn kinderen
met beproevingen, om hun wil, weerstand te bieden, te toetsen en hieraan
zou u moeten voldoen.
Onderbreking (zie BD.1028) |