BD.1021 24 juli 1939 Het samenzijn in liefde maakt de aardse weg gemakkelijker De langste weg op aarde is niet zo moeilijk te gaan als de mens die niet alleen hoeft af te leggen, want met zijn tweeën draagt men al het leed en alle zorgen gemakkelijker. Een eenzame reiziger draagt alle last en moeite alleen, hij heeft geen liefhebbend hart waarmee hij zijn zorgen kan delen, niemand die hem steunt als hij dreigt te bezwijken en niemand die hij wederom moed kan inspreken en hem een steun kan zijn op een moeilijk moment. En dit is ook het lot van velen op hun levensreis, dat zij alsmaar hun weg alleen gaan, ofschoon ze door veel mensen omgeven zijn. Zij sluiten zich van de wereld af en wijzen alle troost of goede raad en alle daadwerkelijke hulp af. En zo moeten ze een vermoeiende uitermate lange weg op aarde gaan in voortdurende eenzaamheid. De natuurwet bindt de mensen aaneen, de natuurwet eist het samenzijn, want ze is toch de grondslag om te bestaan van de schepping en haar levende wezens. Alles in de mens dwingt hem naar een tweede "ik", de mens voelt, volgens zijn natuur de drang in zich, zich te verbinden met een mens van gelijke aard. In ieder mensenhart woont de liefde die zich uiten wil tegenover deze andere. Daarom is de verbinding van man en vrouw onomstotelijk wet - ingesteld door de wil van de goddelijke Vader zelf. Aan elke verbintenis moet echter ook de diepe liefde ten grondslag liggen, ieder moet zich beijveren uit de diepste grond van zijn hart de ander te dienen, alle liefde te bewijzen en een gemeenschap te vormen die geheel beantwoordt aan de goddelijke wil. Dan zal ook op zo'n verbintenis de zegen van God rusten en beiden zullen dan de weg door dit leven gemakkelijker gaan omdat de liefde voor elkaar al het zware helpt dragen, en deze liefde immers ook de zekerheid geeft dat de Vader eveneens tegenwoordig is waar zuivere liefde twee mensen verbindt. Want daar zal dan ook het werkzaam zijn van de eeuwige Godheid te merken zijn, de zuivere liefde zal de mensen veredelen en hun blik naar boven richten; zij zullen God de Heer herkennen krachtens de liefde die in hen werkt, die toch goddelijk is, en vanuit dit besef zullen zij ook de kracht putten alle moeilijkheden in het leven te overwinnen. Zij gaan hun weg als het ware samen met God - zij zijn zich in gelukzalige saamhorigheid bewust geworden dat daar, waar liefde is, ook God aanwezig moet zijn, en dit inzicht stemt gelukkig - want de mens weet zich dan geborgen in de trouwe hoede van de Vader. Amen |