BD.1017
22 juli 1939
Wereldbrand - Profetieën
De wereldbrand zal worden ontstoken en onuitsprekelijke nood
zal er over de mensen komen. Zo staat het geschreven in de voorspellingen,
die handelen over de komende tijd. En de woorden van de Heer zullen worden
vervuld, want Hij zag de komende tijd en met haar de afval van God. Hij
liet veel aanmaningen naar de mensen uitgaan en vond toch geen gehoor.
Het licht is nagenoeg aan het uitgaan en de macht van de tegenstander
is groot, om welke reden er geen aandacht meer wordt geschonken aan de
Vader in de hemel.
En om deze nood nu tegen te gaan, moet het lot van de mensen op aarde
tot in het ondraaglijke gestalte worden gegeven. En daarom zal er een
zware tijd over de aarde komen. En te midden van vechtende strijders zal
ook het woord Gods hevig worden omstreden. In de grootste tegenspoed zullen
allen Gods woord begeren, aan wie het grote leed het juiste inzicht
bracht. Maar die aards voordeel verwachten van de strijd der volkeren
tegen elkaar, zullen het afwijzen.
Gezegend zal zijn, aan wie de nood het inzicht van het goddelijk werkzaam
zijn heeft gebracht. Want het grote gevaar waarin hij verkeerde is voorbij.
En nu kan hem niets meer schrik aanjagen, wat leed voor het lichaam is.
Zijn ziel heeft de juiste weg gevonden, die wegvoert uit alle nood. Maar
zonder weerstand zal het goddelijke woord zelden ingang vinden in de harten
der mensheid. Overal zal een zware strijd voorafgaan en de strijders voor
God zullen moeten vaststaan en niet weifelend mogen worden en onbevreesd
en moedig openhartig tot iedereen spreken.
Want de Heer heeft van deze tijd gewag gemaakt. Hij heeft al het leed
aangekondigd en alle begeleidende verschijnselen voorspeld. En bijgevolg
is het tijdstip gekomen, waarin het wereldse gebeuren de vrije loop moet
worden gelaten van de kant van de Schepper. Want de mensheid luistert
alleen nog naar de klank van de wereld, maar niet naar de goddelijke Stem, die aanspoort om om te keren voordat het te laat is.
Amen |