BD.9030
17 en 23 augustus 1965
Waarschuwing om Gods woord niet te veranderen
Dat u zich toch steeds weer stoot aan de vorm, zoals mijn
woord uit den hogen tot u komt. Dit is zo eenvoudig uit te leggen, omdat
Ik me van het bevattingsvermogen van een mens bedien, maar dit niet met
algemene ontwikkeling mag worden verwisseld, want Ik vind maar zelden
een mens aan wie het mogelijk is mijn woord in dictaat op te nemen, omdat
daartoe de bekwaamheid hoort, gedachten die hem treffen bliksemsnel vast
te pakken en ze als dictaat op te schrijven, wat echter niet te verwisselen
is met eigen, in het verstand geboren, gedachten. Dit zou tot de verkeerde
aanname kunnen leiden, dat het eigen gedachtengoed zou zijn, dat de mens
nu als geestelijk ontvangen, tracht voor te stellen. Het verstand van
de mens werkt dan niet, maar hij hoort innerlijk wat de geest uit God
tot hem spreekt.
Nooit zal datgene wat u als mijn woord ontvangt, onbegrijpelijk voor u
zijn wanneer u het met de nodige opmerkzaamheid leest die voor een begrijpen
is vereist. En een wijziging is in zoverre misplaatst omdat ook u, mensen
van uitdrukkingen voortdurend verandert, dus moet mijn woord zo blijven
gehandhaafd zoals het is ontvangen. Want de inhoud getuigt van de goddelijke
oorsprong en al naar zijn opnemingsvermogen hoort nu de ontvanger mijn
woord, ook wanneer het door een lichtgeest naar de aarde wordt gestraald,
want deze kan niet anders dan mijn woord uitstralen. Het dictaat komt
des te helderder tot stand naarmate de mens de verbinding met Mij inniger
tot stand brengt, maar hij zal nooit fouten maken, want waar een fout
door storingen binnensluipt zal ook de ontvanger daar spoedig op worden
gewezen, zodat hij deze zelf kan rechtzetten.
(23 augustus) Want het gevaar ligt juist daarin, dat mijn woord heel gemakkelijk
aan zulke veranderingen is blootgesteld, omdat de mensen al naar hun "graad
van ontwikkeling" het een vorm willen geven die evenwel absoluut
misplaatst is, want Ik weet hoe Ik iedere mens kan aanspreken om door
hem te worden begrepen. En de zin van mijn aanspreken is steeds te begrijpen,
als er door de liefde maar een zekere graad van rijpheid is bereikt, die
echter niet door een nog zo verstandelijke formulering is te vervangen.
En op dat ene zult u steeds bedacht moeten zijn: dat, met het oog op het
dichtbij zijndee einde, u, mensen mijn woord waarlijk op zo'n wijze wordt
aangeboden dat u het zonder twijfel zult kunnen aannemen als waarheid,
omdat Ik weet dat alleen slechts de waarheid voor u mensen redding betekent
en dat Ik alles doe om u de waarheid te doen toekomen, maar u ook steeds
ervoor zal waarschuwen, zelf veranderingen aan te brengen, ook wanneer
dit met de beste bedoelingen gebeurt.
Amen |