BD.9012
10 juli 1965
Het wondere werk van de goddelijke schepping
Alles wat zich door de schepping aan u openbaart, bewijst mijn macht, mijn wijsheid en mijn liefde. Maar pas wanneer u daarover
nadenkt, wordt u zich ervan bewust, welke wonderen zich dagelijks om u
heen afspelen. Anders gaat u er geheel onverschillig aan voorbij.
Maar talloze bewijzen stellen ieder nadenkend mens ervan in kennis, dat
er een hoogst volmaakt Wezen bestaat, dat in liefde en wijsheid alles
leidt en regeert, dat voor de instandhouding zorgt van datgene wat uit
Zijn hand is voortgekomen. En dus kan de mens Mij herkennen. En hij moet
ook erkennen dat Ik besta, want hij kan het niet loochenen dat de schepping
uit een Kracht moet zijn voortgekomen, die in hoogste wijsheid en diepste
liefde werkzaam is, die alles wat ze heeft geschapen een bestemming met
een bepaald doel gaf.
Maar hij moet ook inzien, dat deze schepping alleen ter wille van de mens
is ontstaan en dus ook concluderen, dat de mens meer is dan alleen maar
een wezen, dat slechts een zekere tijd bestaat en dan weer in het niets
vergaat. Mijn gehele schepping zou hem dit inzicht moeten geven en hij
zal het ook verkrijgen, zodra hij zich er maar eenmaal diepgaand mee bezighoudt.
Dan stuur Ik waarlijk zijn gedachten zodanig, dat ze dicht bij de waarheid
komen. Want dat is het eigenlijke doel van de schepping: dat de mens,
die met verstand en vrije wil is uitgerust, zich er grondig in gedachten
mee bezighoudt, dat hem alles wat hij ziet te denken geeft. Want Ik heb
hem niet voor niets het denkvermogen gegeven, omdat juist de richting
van zijn gedachten hem ertoe kan bewegen ook zijn wil juist te richten,
die alleen doorslaggevend is voor zowel zijn leven op aarde als ook voor
zijn verdere lot.
Want dat de mens in feite onvergankelijk is, zal hij dan ook inzien, omdat
hij naar zichzelf leert kijken als middelpunt van de gehele schepping
die hem behulpzaam is volmaakt te worden. Want hij is het enige denkende
wezen, dat een vrije wil heeft, terwijl alle scheppingen - ook de dierenwereld
- denken noch willen kan, alleen als instinct daar een zwak vergelijk
mee heeft, waarvan het schepsel zich niet bewust is.
En dit wezen, dat denken kan, moet nu ook zijn verstand gebruiken om erover
na te denken en alles zal zich aan hem openbaren als het grootste bewijs
van goddelijke liefde en wijsheid. Want Ik schiep de hele wereld met alle
zichtbare en onzichtbare scheppingen alleen voor u mensen, opdat u weer
de volmaaktheid zult kunnen bereiken.
Maar dat u vooreerst hiervan zult moeten weten, kan alleen uw wil tot
stand brengen. Want zonder de wil denkt u er niet over na en het gehele
scheppingswerk laat u koud. En toch bent u door zoveel wondere werken
omgeven, door werken die u zelf niet tot stand kunt brengen, waarvan u
zou moeten inzien dat het de werkzaamheid is van een denkende Macht, die zelf een wil heeft die getuigt van liefde en wijsheid.
En u vervolgt uw levensweg in onverschilligheid, ofschoon u steeds alleen
de Schepper ervan zou moeten loven en prijzen, die u naar deze wereld
heeft overgeplaatst, alleen maar opdat u zich weer zult kunnen vervolmaken.
Want dit ene zult u moeten inzien, dat u niet voor niets door deze wereld
heengaat; dat u - net als de scheppingen rondom u - een doel zult moeten
vervullen. Dat u ook ter wille van een doel in deze schepping vertoeft
en dat u dit doel van het aardse leven alleen te weten komt, wanneer uw
wil ertoe bereid is het te weten te komen. Dan zal u ook opheldering toekomen
en dan zal nog steeds alleen uw wil bepalend zijn of u het doel zult bereiken,
dat zin en reden van uw leven op aarde is.
Maar aan degene die blind voortgaat, kan geen licht worden geschonken.
Want ook dat heeft mijn wijsheid wel overwogen, dat geen mens gedwongen
mag worden zijn wil te veranderen. Dat hij geheel vrij moeten beslissen,
maar dat hem daarom het wonderwerk van mijn schepping steeds voor ogen
wordt gehouden. En zodra hij erover nadenkt, kan zijn wil vanzelf actief
worden en dan zal hij ook zijn doel bereiken.
Amen |