BD.9009
6 juli 1965
Het ware vaderland van de mens
Laat u niet irriteren wanneer mijn woord als vals verworpen
wordt, want alleen van Mij zelf kan de zuivere waarheid voortkomen. En
dat u door Mij zelf onderwezen wordt kan gemakkelijk vastgesteld worden
wanneer mensen van goede wil zich met het onderzoek van het geestelijke
goed, dat hun door u gebracht wordt, gaan bezig houden. Hun zal weliswaar
geen bewijs gegeven kunnen worden omdat de mensen door eigen schuld de
geestelijke openbaringen niet kennen, en in verband met de geloofsvrijheid
kan het hun niet door bewijzen bevestigd worden. Maar een ieder die van
goede wil is zal in zichzelf de overtuiging hebben op de juiste weg te
zijn, dus kan hij ook zonder bewijzen geloven en toch weten dat het juist
is wat hij gelooft. Maar de wereld en het geestelijke rijk zijn twee geheel
verschillende rijken die alleen door het geloof met elkaar verband houden.
Wanneer u nu kennis ontvangt uit het geestelijke rijk welke niet door
een verstandelijk denken verkregen kan worden, dan kunt u mensen het toch
zonder bezwaar aannemen als teken van de realiteit van dit rijk omdat
voor u gebieden ontsloten worden waarvan alleen Ik zelf u naar waarheid
opheldering kan geven.
Daarom is het geen teken van een scherp verstand wanneer een mens dit
rijk loochenen wil, alleen maar omdat hij zelf daar niet van op de hoogte
is. Ieder mens zou zich deze bewijzen van een geestelijke wereld kunnen
verschaffen wanneer hij Mij daarover zou raadplegen, maar meestal wordt
hem dat door zijn verstand belet dat alleen maar dat wil begrijpen wat
te bewijzen is.
Daarom kan hij niet over de grenzen van zijn verstand heenkomen omdat
hij zichzelf grenzen zet door zijn ongeloof dat hem verhindert om over
zulke problemen na te denken die voor hem onoplosbaar zijn, omdat hij
niet de Schepper zelf om opheldering bidt. Daar hij echter eerst aan een
Schepper geloven moet, kan ook alleen de gelovige mens de verbinding met
Hem herstellen. De ongelovige mens neemt genoegen met de wereld die hij
met zijn ogen ziet en die voor hem de realiteit betekent.
Welke resultaten echter zou de mens kunnen bereiken die naast zijn scherp
verstand ook diep gelovig is, die zich met alle vragen tot Mij wendt en
die Ik hem dan ook zou beantwoorden. Maar hiervan zijn er maar enkele,
want meestal vermijden de mensen zo'n verbinding met het geestelijke
rijk te hebben omdat zij door hun medemensen als bovennatuurlijk aangezien
worden die in het samenstel van deze wereld niet passen. Maar zo u wist
hoe zegenrijk zulke mensen kunnen werken en hoe belangrijk de kennis is
die zij van boven ontvangen - dan zou u alles in het werk stellen om uzelf
met deze kennis te verrijken. Want het is voor u mensen de weg om van
het aardse tot het geestelijke rijk te komen dat een ieders ware vaderland
is, en dat eenmaal allen zal opnemen, onverschillig of zij volmaakt zijn
of niet.
Ik zelf bied u een geweldige genade aan doordat Ik met u spreek om deze
twee rijken met elkaar te verbinden, om daardoor alle mensen de mogelijkheid
te geven de stap uit het aardse in het geestelijke rijk te doen. Maar
u wijst deze genade af omdat uw verstand zich daartegen verzet en u uw
hart niet laat spreken. En dat hart kan niet tot u spreken omdat de liefde
u ontbreekt, zodat u onafgebroken tot liefde wordt gemaand. Want alleen
de liefde tot Mij kan uw hart zacht stemmen en u bent dan ook eerder bereid
Mij aan te horen. Steeds verlang Ik alleen liefde van u om u een kennis
te kunnen geven die uw begrip te boven gaat, en die u waarlijk gelukkig
zal maken. Want inzicht te verkrijgen in gebieden die anders voor het
sterfelijke oog gesloten zijn zal ieder mens zalig maken omdat zij hem
de stille vreugde geven kan van een wetende, die niet meer in het donker
wandelt en voor wie nu alles helder en duidelijk is.
En de omstandigheid met zijn gedachten in een tot nu toe onbekend gebied
te kunnen ingaan, moest u al van de waarheid van zulk een kennis overtuigen.
U moet dus ook zelf proberen deze kennis te verkrijgen altijd met de gedachte
dat ook u dat rijk eens zult bewonen, dat u maar voorbijgaand op deze
aarde bent en eenmaal in uw ware vaderland zult binnen gaan. Want dan
herstelt u weer de verbinding met Mij, die u in de diepte gevolgd is, die zolang gewacht heeft tot u uzelf als mens weer bewust met Mij kon
verbinden. En om u dan ook weer door het doen toekomen van de kennis die
u eertijds in zo hoge mate bezat, gelukkig te maken. Dan echter zult u
niet ver meer af zijn van uw uiteindelijke terugkeer in uw vaderhuis,
dat u eens vrijwillig verliet.
Amen |