Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.9004
29 juni 1965

Geestelijk weten moet overeenstemmen met het woord dat van boven toegezonden is (2)

Slechts één ding kan gelden als zuivere waarheid: wat Ik zelf van boven u laat toekomen. En dus moet alles ermee overeenstemmen, opdat er aanspraak op de waarheid wordt gemaakt. Want er is maar één waarheid en deze gaat van Mij zelf uit en zal iedereen gelukkig maken die in het juiste denken wil staan. Wat nu echter in tegenspraak is met het rechtstreeks van Mij ontvangen weten, kan niet als "waarheid" verdedigd worden. Want de richtlijnen daarvoor zijn altijd dezelfde, zodat daaraan kan worden afgemeten of een mens zich in de waarheid begeeft.

En wanneer u mensen nu een weten wordt overgebracht, dat u aanleiding geeft te twijfelen, dan moet u zich als eerste afvragen: Welke instelling hebben de mensen die dit weten huldigen, tot Jezus Christus en Zijn verlossingswerk? U is van boven duidelijk opheldering gegeven, wat het verlossingswerk voor de gehele mensheid betekent. En u moet nu aan elk ander weten minder waarde hechten, want als de mensen daarover generlei kennis werd gegeven, kan het ook geen aanspraak erop maken, als zuivere waarheid te gelden.

En om weer de motivering en betekenis van het verlossingswerk te begrijpen, moet u ook de kennis gegeven worden van de oerzondeval van de geesten, aangezien uzelf deze gevallen geesten bent. Het is wel goed en mooi, de mensen te willen overtuigen van een verder leven na de dood, maar als u hun niet ook kennis geeft van de aanleiding voor hun mens-zijn, is ook het weten over het voortleven na de dood niet toereikend om hen eenmaal tot zaligheid te laten komen. Want zonder de verlossing door Jezus Christus kan voor u het lichtrijk niet geopend worden. En eeuwigheden zult u in het rijk aan gene zijde ronddwalen wanneer de lichtzielen zich daar niet over u ontfermen en u het weten toevoeren, dat u op aarde niet wilde aannemen, omdat u in een onjuist denken verkeerde.

En zo vloeit hieruit voort, dat ieder mens zich moet opmaken als een vat voor de goddelijke geeststroom, wat hij alleen kan doen door de liefde, die hem dan sterk verlicht. En het licht van binnen kan hem dan ook het juiste inzicht geven. Daar dit echter in de liefdeloze tijd amper nog mogelijk is, moeten de mensen zich rondom een vat scharen, waaruit het levenswater overduidelijk opwelt. Ze moeten zich bukken en zich daaraan laven, om op zijn minst het belangrijkste in ontvangst te kunnen nemen: het weten over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk. Want dit weten is nodig en kan door niets anders vervangen worden, omdat er maar Eén is, die de mensen de vergeving van de oerschuld kan schenken, maar die dan ook alle schuld uitwist, die de mens begaan (op zich geladen) heeft tijdens het aardse leven.

Want de missie van de mens Jezus, dat Hij zich opofferde en de schuld door Zijn kruisdood vereffend heeft, was uniek. U mensen moet steeds weer daarover in kennis worden gesteld. U kunt het aardse leven van Jezus niet alleen maar als een leven in hoogste volmaaktheid omschrijven - dat het wel geweest is - wanneer u toch geen kennis hebt van de diepe geestelijke motivering voor zijn kruisdood, die uniek was en voor alle mensen van het verleden, het heden en de toekomst volbracht werd. Want het erkennen van Zijn verlossingswerk als een werk van grootste barmhartigheid voor het zondig geworden geestelijke en de bede om vergeving zijn pas de sleutel tot de poort naar het lichtrijk, die u zonder Hem nooit meer zult kunnen openen. Want uit liefde tot God en Zijn gevallen broeders heeft Hij de zonde vergolden, die bestaan heeft uit het afwijzen van de goddelijke liefdeskracht.

En deze zonde kan niet anders dan door de erkenning van Jezus als Verlosser van de wereld vergeven worden, om welke reden ook een leven in de door Hem zelf gepredikte liefde de eerste voorwaarde schept, Hem te erkennen. Maar de genade van Zijn verlossingswerk moet in het volle bewustzijn aangenomen worden om verlossing van de oerschuld te vinden. Steeds weer moet u mensen de kennis daarover verschaft worden. Steeds weer moet u in een weten geplaatst worden, dat het niet voldoet dat u zich Zijn leer eigen maakt. U zult echter bewust de verlossing van uw oerschuld moeten begeren, wat welzeker een in liefde geleefd leven u zal bezorgen, omdat het resultaat van een leven in liefde is, dat u het licht van het besef opgaat.

Dan zult u echter ook niet meer de verlossing door Jezus Christus ontkennen. U zult weten, dat u in Hem de Redder gevonden hebt die de grote last van de oerzonde van u afgenomen heeft en die voor u weer de poort opent naar het rijk van licht en zaligheid.

Amen