BD.8996
15 juni 1965
Het eeuwige Woord zelf spreekt u aan
Het eeuwige Woord zelf spreekt u aan. De Vader wil dat u Hemzelf opnieuw ervaart zoals het was in het allereerste begin, dat u opnieuw dezelfde zaligheid ervaart wanneer Hij Zijn liefdeslicht in u kan laten stralen. Hij wil u opnieuw gelukkig maken zoals eens, toen u als vrije wezens was uitgegaan van Hem, toen u echter ook wist wat u was.
Hij wil u nu dit weten opnieuw ontsluiten, dat u verloren had door uw afkeer van Hem. En daarom weerklinkt Zijn woord van boven voor u. U zult het kunnen vernemen als u zichzelf openstelt voor de ontvangst van Zijn liefdesstraal. Dan bent u echter ook dicht bij uw voleinding, dan heeft u met succes de terugweg naar Hem ingeslagen, en dit betekent dat u zich definitief vrij heeft gemaakt van hem die u geketend hield tot u de goddelijke Verlosser gevonden had. En dat is het teken dat Hij dicht bij u is, dat u met Hem zult kunnen praten, dat u Zijn woord zult kunnen vernemen in het hart en u die toestand zult bereiken waar u zich opnieuw zult kunnen aansluiten bij de Heer van de zalige geesten om met God en naar Zijn wil nu te kunnen handelen.
Dat u het woord van uw Vader van eeuwigheid in u zult kunnen vernemen wanneer u nog als mens op de aarde leeft is een zichtbaar teken van Zijn tegenwoordigheid, want om u te kunnen aanspreken moet Hij ook in uw nabijheid zijn, zo dichtbij dat u Hem in de stilte van het hart zult kunnen horen. En wanneer Hij zich aan u openbaart is dat ook een teken dat u Hem bewust zoekt en gevonden heeft, dat u verlangt naar Zijn aanspreken en dat Hij u die ook schenkt. Want nog is het een geschenk, een onuitsprekelijke genade, omdat Hij ook diegenen aanspreekt die nog niet die rijpheid hebben, die deze echter door Zijn aanspreken kunnen bereiken, daar Zijn woord een kracht heeft die u niet meten kunt. En wie daartoe bereid is zich ook te laten aanspreken, wie Zijn woord geen weerstand biedt, die zal ook waarlijk zijn kracht voelen, want die komt duidelijk een genade toe die zijn ziel helpt rijp te worden.
Want de Vader onderwijst Zijn kinderen, Hij onderwijst hen in Zijn wil en Hij laat hun kennis toekomen die ze verloren hadden, die echter voor de mens een helder licht betekent waardoor hij nu de weg naar boven kan gaan. Het woord is het uitvloeisel van Zijn liefde. Het is de essentie van dat wat de ziel eens onmetelijk gelukkig zal maken. Het brengt de verbinding tot stand van het hoogste Wezen met de mens die Zijn woord horen wil. En er zou door alle mensen vurig om gevraagd moeten worden, omdat het als het ware de ingang wijst in het geestelijke rijk dat nog gesloten blijft voor allen die niet ontvankelijk zijn voor het woord van de Vader.
Steeds opnieuw spreekt de Vader Zijn kinderen aan om zich aan hen te bewijzen, doch geloof vindt Hij slechts bij diegenen die reeds zelf de verandering naar liefde hebben voltrokken. Want de liefde opent hun de ogen, de liefde maakt het hart ontvankelijk voor het woord dat zich nu in een tot liefde geworden opnamevat kan uiten. En het zal zich uiten zolang de aarde bestaat, want het woord weerklonk in het begin en zal nimmer vergaan. Het zal voor altijd en eeuwig weerklinken in het geestelijke rijk en op de aarde, maar daar enkel dan, wanneer er zich een opnamevat bevindt dat zich door de liefde zo gevormd heeft dat het goddelijke woord - de liefde-uitstraling van de Vader - daar naar binnen kan stralen.
En u allen moet deze genade juist benutten, want als u deze maar op u laat inwerken, zult u onherroepelijk ook het leven verkrijgen dat u eeuwig niet meer zult kunnen verliezen. Wie dit echter naast zich neerlegt, voor hem zal het woord zelf tot gericht worden. Want die heeft niet de grote genade aanvaard, het geschenk dat de Vader hem aanbood. Hij heeft niet de helpende hand gegrepen die hem naar boven wilde trekken. Hij heeft het woord veronachtzaamd, dat hem de liefde van de Vader wilde laten toekomen. De zonde van de afweer van de goddelijke liefdeskracht heeft zich herhaald en hij zal opnieuw de gang moeten gaan door de schepping, die hem opnieuw talloze kwellingen bezorgt. Want dat is de zonde tegen de Geest, wanneer zich de mens bewust tegen het aanspreken van de Vader keert, wanneer hij Zijn woord erkent als Gods woord en er toch geen acht op slaat, want daarvoor moet hij zich verantwoorden.
Amen |