BD.8995
14 juni 1965
Leven binnen de goddelijke orde
Indien u mensen zich allen binnen de goddelijke orde zou bewegen, dan zou uw rijpen gewaarborgd zijn, aangezien u dan in de liefde zou leven die in de goddelijke orde inbegrepen is. U zou dan ook in de volle waarheid staan, daar het licht der waarheid in u allen zou oplichten en deze waarheid u ontegenzeglijk naar Mij leidt. Maar hoe staat het er onder de mensen voor? De eigenliefde gaat bij iedereen voor alles, maar de naastenliefde die onzelfzuchtig is, beoefent zelden nog een mens. En zo staat alles wagenwijd open voor mijn tegenstander, waarlangs hij kan inwerken en dit ook doet, in die zin dat hij u in dwaling voert, wat u steeds meer in zijn handen terecht laat komen en nimmermeer tot Mij kan leiden.
En zo weet u ook de reden van uw dieptepunt. U weet het, waarom ook de grote aardse nood in de wereld aanwezig is. U weet het, dat de een de vijand van de ander is omdat het u allen aan liefde ontbreekt, omdat ze bekoeld is onder de mensen en zonder de liefde is er geen mogelijkheid, vrij te worden van mijn tegenstander. Om die reden is u mensen van deze tijd een grens gesteld, omdat u het aardse leven niet langer benut om uw ziel te doen rijpen.
De enkelingen echter die zich nog in de goddelijke orde bevinden, ken Ik. Zij behoren tot de mijnen die Ik zal wegnemen als stam van het nieuwe mensengeslacht. De anderen zullen de weg nog een keer moeten afleggen, want de aarde zal worden ontbonden en haar uiterlijk zal totaal omgevormd worden. Dan zal de opwaartse ontwikkeling van het geestelijke opnieuw verder moeten gaan, daar alles naar de voltooiing toe werkt. Al het nog in de vorm gebonden geestelijke wil zich verder ontwikkelen en wordt daartoe in de nieuwe scheppingen ondergebracht, zodanig dat er aanvankelijk een harmonieuze toestand zal heersen, waarbinnen al het gebonden geestelijke graag dient en daardoor steeds opnieuw vrij komt uit de gedaante. En daarom kan het gebeuren van de ontbinding en het opnieuw vormgeven niet als een liefdeloos gebeuren beschouwd worden, want het geestelijke in de laatste vorm als mens heeft gefaald, en zo gaf het zelf de aanzet tot de volledige vernietiging van de belichaming. En zo wordt er een tijdperk afgesloten, om daar vervolgens een gans nieuwe aarde op te laten volgen, waar nu ook de zielen sneller tot rijping zullen komen.
Maar geen mens wil daarin geloven en hij benut de korte periode daartoe op aarde niet. Want ook al wordt mijn woord u voortdurend van boven toegevoerd, de mensen geloven het niet en lachen iedereen uit die hen dit wil laten inzien. Aangezien echter enkel de liefde hen dit inzicht zou schenken, is de toestand van de mensen ook hopeloos, ook al zal voordien de grote nood nog velen de gelegenheid geven, de liefde in zich op te wekken in het aangezicht van de grote mistroostigheid die over de mensheid zal komen. Want daardoor is er nog hoop op redding, dat de mensen geraakt worden door de nood van hun medemensen en zich liefdevol inzetten.
Dan zal Ik ook zichtbaar diegenen te hulp komen, die door de liefde gedreven zijn tot het lenigen van de nood. Doch er zullen er maar weinigen van hen zijn. Het einde komt echter onherroepelijk en zal de mensen verrassen. Het zal een nieuwe verlossingsperiode inluiden, die wederom aanvangt met een paradijselijk leven, dat ook lang zal voortduren en waarbij vele zielen gerijpt het rijk aan gene zijde zullen binnengaan, waar ze als lichtgeesten opnieuw arbeid kunnen verrichten. Ik kan u allen slechts toeroepen: eens loopt de tijd ten einde, die u op deze aarde werd toegemeten. En wanneer u faalt, zal u het lot van het opnieuw gekluisterd worden niet bespaard blijven, opdat u na eindeloos lange tijd opnieuw het stadium van het mens zijn bereikt en dan opnieuw het besluit moet nemen, aan wie u wilt toebehoren, Mij of mijn tegenstander. En telkens zal uw lot zijn, in overeenstemming met uw besluit.
Amen |