BD.8987
31 mei 1965
Verscheidenheid van de hemellichamen
Het gebied dat voor uw verstand niet te doorgronden is, zult
u echter toch kunnen betreden, zodra mijn geest in u kan werken.
Dan bestaan
er voor u geen grenzen, want mijn geest is een deel van Mij, en Ik zelf
weet alles, Mij is niets onbekend en dus kan Ik door mijn geest u datzelfde
overbrengen, Ik kan u alle gebieden ontsluiten.
Maar het hangt af van
de graad van uw rijpheid, hoe ver u inzicht zult kunnen verkrijgen in
de schepping, en al naar de graad van uw rijpheid kan Ik u onderrichten,
ofschoon ook het kleinste beetje weten ten volle beantwoordt aan de waarheid.
Maar het ligt aan u de graad van rijpheid te verhogen, om steeds dieper
door te kunnen dringen, wat steeds alleen maar de liefde tot stand zal
brengen. Want de liefde verbindt zich innig met Mij en dan zult u ook
met mijn geest vervuld zijn, u zult in staat zijn helder en duidelijk
de totale schepping te aanschouwen en elke samenhang begrijpen. U zult
ook op de hoogte zijn van de aard van de scheppingen, van hun doel en
hun bestemming van dit ogenblik. U zult ook op de hoogte zijn van de verscheidenheid
van de hemellichamen, die zo veelzijdig zijn omdat ze alle ook verschillend
rijp geworden zielen herbergen en - daar Ik ontelbare ideeën had
en ze kon uitvoeren.
Ik ook elk hemellichaam vormde naar andere gedachten,
die echter alle het terugbrengen van het eens gevallene (geestelijke) moeten
bevorderen.
Ik ben geen Wezen dat is onderworpen aan beperking, dat ooit zijn uiterste
geeft of zijn kracht geheel verbruikt.
Ik schep onophoudelijk en steeds
komen er weer nieuwe gedachten uit Mij tevoorschijn en nemen vorm aan.
Zo heb Ik velerlei woningen waarin de verdergaande ontwikkeling van de
wezens die zich op de terugweg naar Mij bevinden zich afspeelt, mijn scheppingen
zijn ontelbaar en steeds meer scheppingen ontstaan uit mijn liefde naar buiten, omdat Ik ook steeds weer nieuwe vreugden bereid voor al mijn
wezens, want steeds stijgen al deze wezens verder ten hogen, zodra ze
zich eenmaal op deze weg bevinden. En zo zullen ook de mensen van de aarde
- wanneer ze eens in het hiernamaals tot een glimpje inzicht zijn gekomen
- nu ook opwaarts klimmen, en een terugval in de diepte is uitgesloten.
Voor deze zielen staan er weer ontelbare hemellichamen klaar om hen op
te nemen, steeds in overeenstemming met de graad van hun rijpheid, die
steeds toeneemt en dus ook steeds weer een wisseling vereist van hun verblijfplaats.
U mensen kunt vanaf de aarde talloze hemellichamen waarnemen die voor
u - al zijn ze te zien - toch ontelbaar worden. En in de gehele schepping
zijn er nog talloze hemellichamen die voor u onzichtbaar zijn, zodat hun
aantallen ook uw menselijk vermogen om te schatten ver te boven gaan.
U zult dus alleen in het helderste licht de totale schepping
kunnen overzien, omdat u dan eveneens geen begrenzing meer zult kennen.
Maar dan kent ook uw gelukzaligheid geen grenzen meer - want u kent de
bestemming van elk hemellichaam en ook de staat van rijpheid van zijn
bewoners en u zult deze steeds proberen te vergroten om allen in dezelfde
staat te verplaatsen waarin u zelf u bevindt: in innige band met Mij zelf
en onophoudelijk doorstraald met liefde.
Maar voorwaarde voor uw opwaarts gaan is dat u een sprankje inzicht bezit.
En dat betekent dat de waarheid al in u is binnengedrongen, omdat u zich
voordien nog in duisternis bevond of in half schemering voortging, dat
u zich niet van dwaalleren kon losmaken. En het aantal van hen is groot.
De lichtwezens proberen wel deze toestand te veranderen, maar zolang dezen
worden afgewezen is er geen hoop en een terugval in de diepte is steeds
nog te vrezen. Zodra er echter maar een beetje liefde in hen is, zullen
ze zich ook niet afsluiten voor de denkbeelden van de lichtwezens, die
hen steeds weer op Jezus Christus wijzen, dan zullen ze ook hun dwaling
opgeven en de waarheid aannemen en is voor hen de weg die omhoog leidt
zeker. Voor deze mensen had echter al op aarde het weten ontsloten kunnen
worden, wanneer ze op de stem van de geest in zich zouden hebben gelet,
want al op aarde tot inzicht zijn gekomen, opent voor de mens ook de deur
naar het lichtrijk en ze vinden met zekerheid de weg terug naar het vaderhuis
om zich voor eeuwig met Mij te verenigen.
Amen |