BD.8982
25 mei 1965
De grootte van het natuurgebeuren voor het einde
U allen moet zich voorbereiden op het einde, om tenminste
met een sprankje van inzicht het rijk hierna in te kunnen gaan. Want er
is nog maar weinig tijd, die echter voldoende is als zij goed wordt benut.
Als u van goede wil bent uw verandering tot liefde te volbrengen.
Gelegenheden daartoe worden u genoeg geboden, zodra mijn ingrijpen heeft
plaatsgevonden, zodra u door een natuurramp getroffen wordt, die alles
van voorheen in de schaduw stelt. U kunt er zich geen voorstelling van
maken wat er gebeuren zal, en toch moet u geloven dat mijn stem geweldig
zal weerklinken, waarmee Ik u mensen nog eenmaal aanspreek voordat het
laatste einde is gekomen. Het zal voor u allen een ontzaglijk beleven
betekenen, dat echter de mijnen niet zo zwaar zal treffen omdat hun geloof
zo sterk is dat zij zich aan Mij geheel en al toevertrouwen, en daarom
ook de hulp die zij verwachten ervaren zullen.
En dan zal ieder mens de gelegenheid hebben onzelfzuchtige liefde te beoefenen
om nog tot rijpheid te komen, want er zal veel ellende zijn. En een ieder
zal kunnen helpen, al is het alleen door troostwoorden. Door de mensen
te wijzen op een God der liefde, die alleen een vertrouwensvol gebed verlangt
om Zijn hulp zichtbaar te kunnen bewijzen. Want wat u de mensen geestelijk
nog kunt bijbrengen, helpt hun zielen en bewaart hen voor het verschrikkelijke
lot van de hernieuwde kluistering.
Maar ook aards zult u hen kunnen helpen, want te willen helpen zal u ook
in de gelegenheid stellen te kunnen helpen. Want waar geen menselijke
hulp meer mogelijk is staan Mij nog steeds talloze helpers terzijde, en
deze zullen voor u zorgen op ongewone wijze.
Ik verlang van u alleen een vast geloof, en dat zal in u aanwezig zijn
wanneer u zult zien hoe alles wordt vervuld wat Ik heb voorspeld. U zult
zich dan met lichaam en ziel overgeven, en alleen nog voor Mij en mijn
rijk bezig zijn. U allen moet deze tijd goed benutten, u moet voortdurend
liefde tonen wat uzelf steeds weer kracht geeft. U moet alleen om uw ziel
denken, omdat u niet weet hoelang u nog op de aarde vertoeven mag. Want
het kan nog maar een korte tijd zijn die u op aarde verblijft, in het
bijzonder, als u niet de sterkte van geloof bereiken kunt die een volharden
tot het einde mogelijk maakt. Want dan is mijn erbarmen groter, als Ik
u voordien reeds oproep van deze wereld, opdat u nog binnen kunt gaan
in het rijk hierna, waar voor u nog een vooruitkomen mogelijk is en niet
het gevaar bestaat dat u in het einde weer afzinkt in de diepte. Want
Ik worstel om iedere ziel en weet hoe haar wil is, dus weet Ik ook waar
nog uitzicht bestaat op redding, en dat benut Ik ook. Alleen dat kan Ik
niet, u met dwang bevrijden uit de handen van mijn tegenstander.
Want hij bezit hetzelfde recht op u, omdat u hem eertijds vrijwillig bent
gevolgd.
Dus kan Ik steeds alleen hun hulp verlenen, die zich uit zijn geweld bevrijden
willen. En dat doe Ik waarlijk op iedere wijze, want alleen al dat u kennis
ontvangt over de komende grote nood en dat u door gebed uw kracht versterken
kunt als u er in gelooft, is al een bijzondere hulp.
Want daartoe bent u allen geschikt, u in gebed met Mij te verbinden en
uw Vader te bidden dat Hij het in genade beschikken moge, dat dit natuurgebeuren
niet zo'n erge uitwerking op u hebben mag, wat zeker te allen tijde in mijn macht ligt. En ieder gebed dat daarom in geest en waarheid tot Mij
gericht is, zal Ik verhoren. Daarom zullen niet alle mensen gelijk getroffen
worden. Openlijk zal mijn wil zich openbaren en ook het geloof versterken
van hen, die nog twijfelden. Maar ook de ongelovigen zullen versteld staan
en zich verwonderen. Hun haat tegen de gelovigen zal toenemen, wat in
vijandelijkheden getoond wordt waardoor ook de mijnen te lijden hebben.
Maar toch is voor hen mijn bescherming zeker, want zolang zij voor Mij
en mijn rijk bezig zijn zal Ik hun schreden zo leiden dat die niet zonder
resultaat blijven. En de zielen zullen hen danken, die hun redding gebracht
hebben in geestelijke en aardse nood.
Amen |